Saint Karloff – Paleolithic War Crimes

Een van de eerste recensies die ik voor Zware Metalen schreef, betrof Interstellar Voodoo: de tweede plaat van de Noorse band Saint Karloff. Deze gaf ik toen 82 punten. Achteraf te weinig. Na vaker luisteren, ontdekte ik meer en meer wat een meesterwerk deze muzikale trip is. Tussen Interstellar Voodoo en Paleothic War Crimes is er een hoop gebeurd, wereldwijd (iets met een lockdown), maar ook voor de band. Oprichter, schrijver en bassist Ole Sletner overleed in 2021 aan de gevolgen van kanker. Dit nieuws raakte mij bijzonder, omdat ik zelf vijf jaar geleden kanker heb gehad en gelukkig nog van muziek kan genieten en deze kan recenseren.

saint karloff band

De overgebleven twee leden van Saint Karloff zijn niet stil blijven zitten. Ze haalden Ole’s broer Elvind erbij om de onafgemaakte muziek voor deze plaat af te schrijven en het album vervolgens als duo op te nemen (voor liveoptredens nemen ze Jointhugger’s bassist Nico Munkvold mee).

Waar Interstellar Voodoo een lange psychedelische rifftrip was en het debuut All Heed the Black God een stonerplaat om je groene grasvingers bij af te likken, is Paleolithic War Crimes geen van beide. Het album gaat terug naar het geluid van de eersteling door te starten met twee dikke stonertracks: Psychedelic Man (met structuur- en tempowisselingen) en Blood Meridian (rechttoe rechtaan-stoner volgens het boekje). Daarna gaat het over een andere, meer prog-achtige boeg. Helaas wordt deze overgang onderbroken door Among Stone Columns, een wat nietszeggend, instrumentaal intermezzo.

Bone Cave Escape begint als een heavy rocknummer dat je terugstuurt naar de jaren zeventig: het begint vlot, blijft vlot en er volgt een fijne gitaarsolo. Zanger en Gitarist Mads Melvold doet met zijn zang en riffs in dit nummer denken aan het oude QOTSA. Na een minuut of vier draait het nummer 180 graden naar akoestisch gitaarwerk, begeleid door een fluit. Van zeventiger jaren rock, naar progrock uit dezelfde periode.

De track Nothing to Come begint waar het vorige nummer eindigde: met akoestische gitaar en fluit. Het klinkt middeleeuws en doet me denken aan het oude Jethro Tull of Gryphon. Dit duurt twee minuten tot de bas begint mee te dreunen en het geheel overgaat naar een ‘progstuk’ avant la lettre. Nothing to Come eindigt waarmee het begon.

Vervolgens slaat Saint Karloff wat mij betreft de plank helemaal mis met Death Don’t Have No Mercy: een cover van Blind Gary Davis. Dit nummer komt oorspronkelijk uit 1960 en geldt als een van de heilige gralen van de bluesmuziek. Eind jaren zestig werd het onder een breder (wit) publiek bekend, omdat het werd gecoverd door onder meer The Greateful Dead en Bob Dylan. Mijn favoriete versie is die van Mark Lanegan. Als ik deze hoor, hou ik mijn ogen moeilijk droog. Saint Karloff probeert een stonerversie te maken, maar slaagt hier niet in. Ik kan me voorstellen dat het een link heeft naar de overleden Ole, maar plaats de track dan achteraan als toegift, of als los nummer. Nu haalt het de flow weg tussen Nothing to Come en het laatste nummer Supralux Voyager. Deze afsluiter is de band op zijn best: een negen minuten durende psychedelische trip, vol geweldige riffs. Helaas veel te kort.

Score:

77/100

Label:

Majestic Mountain Records, 2023

Tracklisting:

  1. Psychedelic Man
  2. Blood Meridian
  3. Among Stone Columns
  4. Bone Cave Escape
  5. Nothing To Come
  6. Death Don’t Have No Mercy
  7. Supralux Voyager

Line-up:

  • Mads Melvold – Zang, snaren, toetsen
  • Adam Suleiman – Drums, percussie

Links: