Ongeveer 70 procent van de Amerikanen beschouwt zichzelf als Christenen. Daarnaast is de USA ook het land met het grootste aantal Christenen ter wereld (250 miljoen om precies te zijn). Dat zijn best wel al opmerkelijke statistieken, maar in 1990 was het aandeel Christenen in dat land zelfs nóg een stuk hoger (85 procent namelijk). “Hoog tijd om voor wat tegenwicht te zorgen!”, moet Paul Ledney gedacht hebben toen hij in dat jaar samen met Aragon Amori en Brett Makowski de death-met-een-serieuze-doom-kant band Incantation verliet om de black-met-een-serieuze-death-kant band Profanatica op te richten. Dat tegenwicht was intens, vurig en meedogenloos, goor en obsceen, maar jammer genoeg ook van korte duur. Toen het eerste studioalbum The Raping of the Virgin Mary (jawel!) in 1992 onder onduidelijke omstandigheden verdween of vernield werd, besloot de band het voor gezien te houden. En op de derde dag was er geen verrijzenis, laat dat duidelijk zijn. Die wederopstanding kwam er pas in 2001, toen Ledley twee verse iconoclasten rekruteerde om Profanatica nieuw leven in te blazen. Pas zes jaar later, zeventien jaar na de oprichting van de band dus, zag zijn eerste full-length Profanatitas de Domonatia het levenslicht.
Een moeilijke start dus, maar nu is Profanatica toch al aan zijn vijfde langspeler toe in twaalf jaar. In essentie is het een éénmansband, met Paul Ledney als enig origineel en vast lid, maar momenteel wordt hij bijgestaan door sessiemuzikanten Adam Besserer op gitaar en Richard Olsen op bas. Beide heren spelen samen in de deathmetalband Disfigurement en de death/blackmetalcombinatie Berator. Ledney is in Profanatica dus verantwoordelijk voor zowel “zang” (goh ja…) als drums.
Aangezien de eerste conceptie van de groep zich situeert op een moment dat de tweede golf van black metal volop aan het ontluiken was, vooral in Scandinavië dan, wordt Profanatica samen met onder andere Demoncy en VON beschouwd als één van de grondleggers van de USBM (US Black Metal). De band heeft daarnaast ook iets van een cultstatus verworven, en dit voornamelijk omwille van zijn unieke kijk op black metal en zijn onverhuld godslasterlijk en antichristelijk karakter. De black metal die Profanatica brengt is nu nog steeds typerend voor het begin van de jaren negentig, toen het genre nog niet zo scherp afgebakend was. Veel ruis op de productie, eenvoudige riffs die je eerder bij death en doom metal zou verwachten dan bij black metal en bassen die het midden houden tussen een te laag gestemde piano en een zwerm boze bijen. Enkel de extreem ruwe, smerige keelklanken van Ledley passen probleemloos binnen de gangbare interpretatie van het genre.
Profanatica blinkt echter vooral uit in zijn onbarmhartige haat tegen religie in het algemeen en het Christendom in het bijzonder, die zich uit in obscene en vulgaire songtitels en dito lyrics (voor zover ik kan horen, want teksten zijn amper terug te vinden). Geen fijnzinnige verwijzingen naar de historische misdaden van het Christendom hier (zoals zo vaak het geval is), maar nummers over dood, seks, haat en heiligschennis. Indien Blasphemy als bandnaam nog niet was ingenomen door de ons aller bekende warmetalveteranen uit Canada, dan had die naam de lading van Profanatica perfect gedekt. Stilistisch zijn er overigens ook wel wat overeenkomsten te vinden met Blasphemy in het bijzonder en met war metal in het algemeen (onder andere de prominent aanwezige bassen). Daarnaast zie ik ook veel parallellen met de Braziliaanse blackmetalpioniers Sarcófago, zowel wat betreft het rauwe, ongepolijste geluid, het gebruik van gelijkaardige thema’s én de nietsontziende vunzigheid van het hele concept.
De laatste twee albums, maar dan vooral voorganger The Curling Flame of Blasphemy (2016), vielen op door hun frissere, meer technische en minder extreme sound, die opvallend veel melodie bevatte. Ook was de productie een stuk cleaner én waren de albumhoezen moderner en kleurrijker. In ieder geval was zijn laatste album een stuk toegankelijker en muzikaal rijker dan de albums die hij daarvóór had uitgebracht, en waar vooral de zoektocht naar de meest duistere krochten van de menselijke psyche centraal stond.
Rotting Incarnation of God, waarmee Profanatica voor het eerst onder het Season of Mist – Underground Activists label valt (na een jarenlange samenwerking met het Hells Headbangers Records label), is echter duidelijk een terugkeer naar die donkere roots. Eigenlijk geeft de hoes, een werk van de Italiaanse artiest Paolo Girardi (onder andere bekend van artwork voor Inquisition), dat al een beetje weg: een nogal ruw geschilderd luguber kersttafereel met een halfverteerde Maria, de lijken van baby Jezus en een aantal andere protagonisten, en de drie heren van Profanatica als de Drie Duistere Wijzen (inclusief hun “Angel With Cock” logo op de borst).
Al bij de opener Liturgy of Impurity horen we het betere beukwerk van weleer, smerig en brutaal en zonder enige vorm van subtiliteit. De keelklanken van Ledley klinken walgelijker dan ooit, de riffs zijn dreigend, kort en zeer rudimentair, want de nadruk ligt hier vooral op het oproepen van een soort infernale boosheid en vooral niet op de muzikale esthetiek. Prayer in Eclipse toont wat meer de doom kant van Profanatica, maar ook dit nummer eindigt met schaamteloos geram en een bevreemdende vier seconden stilte. Back to the roots, dat is zeker, en in die context is het niet verwonderlijk dat het eerste hoogtepuntje op deze plaat een wat logge versie is van Broken Jew, het eerste nieuwe nummer na de herrijzenis in 2001, terug te vinden op de gelijknamige single uit 2002. “The black ejaculation begins!”, laat Ledley weten op beestachtige, dreigende wijze. En daarmee is de toon dan ook helemaal gezet.
Rotting Incarnation of God is een typisch oude-stijl-Profanatica-album, dat zeker geen voortzetting is van de weg die de band met de vorige twee albums was ingeslagen. Verwacht dus genadeloze furiositeit, afgewisseld met zwaarmoedige doom black, maar vooral niet teveel melodie of techniciteit. En dat is een bewuste keuze, want Profanatica blijft toch in eerste instantie een shockblackband, waarbij de boodschap centraal staat en de muziek deze boodschap ondersteunt, en niet omgekeerd.
Er zijn echter zeker wel sfeervolle elementen terug te vinden tussen alle vunzigheid door. Neem nu bijvoorbeeld de trage, galmende drumslagen aan het einde van Broken Jew, de statische elektriciteit waarmee Washed in the Blood of Lord afsluit of de mysterieuze, fatalistische klanken en het bitter geween op Sacramental Cum, een iets langer rustpunt op deze plaat. En dat is nodig ook, want het daaropvolgende Mocked, Scourged and Shit Upon (een duidelijke verwijzing naar Mocked, Scourged and Spit Upon, afkomstig van Profanatitas de Domonatia) zet de bijna afstompende waanzin gewoon verder, op het vrij monotone ritme van Ledley’s drumwerk. Geen muziek voor de meerwaardezoeker dus, maar dat is ook niet wat je verwacht van Profanatica. En toch weet de band af en toe zijn klasse te etaleren. In het laatste segment van Tithing Cunt hoor je bijvoorbeeld een boosaardige, maar tevens dwingende cadans met metaalachtige tussenslagen, alsof de nagels nogmaals het kruis in geramd worden.
Liefhebbers en fans: jullie weten wat je aan deze band hebt, dus gewoon kopen die handel, want echt verrassen doen ze niet en de sound van Disgusting Blasphemies Against God is gewoon terug van weggeweest. Alle anderen: stel jezelf vooral eerst de vraag of je wil neerdalen in de meest stinkende poel van gore, harteloze blackmetalduisternis. Geen catharsis, enkel dood en verderf…
Score:
75/100
Label:
Season of Mist Underground Activists, 2019
Tracklisting:
- Liturgy of Impurity
- Prayer in Eclipse
- Broken Jew
- Washed in the Blood of Lord
- Sacramental Cum
- Mocked, Scourged and Shit Upon
- Tithing Cunt
- Rotting Incarnation of God
- Eucharist in Ruin
- In My Kingdom
Line-up:
- Paul Ledney – Stem, drums
- Adam Besserer – Gitaar
- Richard Olsen – Basgitaar
Links: