Pijn & Conjurer – Curse These Metal Hands

Supergroups zijn vaak maar suf. Enkele uitzonderingen daargelaten, is de output van dit soort bands doorgaans minder interessant dan de hoofdbands van de individuele leden. De aankondiging van Curse These Metal Hands, een samenwerkingsproject tussen enkele bandleden van Pijn en Conjurer, wekte echter wel mijn interesse op. Waarom? Wel beste lezer, dat zal ik eens haarfijn uitleggen.

Pijn en Conjurer zijn namelijk (nog) geen gevestigde namen, en dat betekent: geen ego’s die enkel gedreven worden door verveling in de hoofdband, of financiële redenen. Nee, de intenties zijn hier puur. Daarnaast ligt de muziek die dit vijftal maakt vrij ver af van het spul wat de bandleden normaal gesproken produceren. Verwacht dus geen vermorzelende, zonlicht verdrijvende, luisteren-met-een-baksteen-in-de-maag-achtige perikelen zoals je dat gewend bent van deze twee slopers. In plaats daarvan is Curse These Metal Hands iets compleet anders.


Nu zou ik er een trits superlatieven tegenaan kunnen smijten om te omschrijven hoe die omstandigheden zich dan allemaal vertalen naar muziek, maar ik neem de efficiëntere route en noem het beestje gewoon even bij naam: dit is pure Baroness-aanbidderij. Goed, er zijn nog wel wat andere invloeden te bekennen, zoals Isis, Cult Of Luna en natuurlijk Conjurer en Pijn zelf, maar het grootste deel wat hier te vinden is, klinkt als iets dat zo op Red Album had kunnen staan. Nu hoor ik de cynische keyboard warriors al hun vingers kraken: “Ripoffs! Dolly het schaap was origineler! Dit is rommel, ik luister alleen naar bands die zo underground zijn dat ze nog niet bestaan!” Tut, tut, ook Baroness haalt ergens de mosterd vandaan (Thin Lizzy en Mastodon, iemand?). Daarnaast is die band zelf inmiddels een compleet andere richting ingegaan, en dus ben ik maar al te blij dat er iemand in het gat springt dat daar is ontstaan. Tot slot heb je nu geen reden meer om te zeuren dat het na het debuutalbum bergafwaarts is gegaan met Baroness. Over smaak valt dan misschien niet te twisten, maar ik neem even een klein zijspoor om te zeggen: nostalgie is een giftige impuls, vroeger was niet alles beter, stop met het verheerlijken van tijdgeest gebonden zaken.

Terug naar hoe het klinkt dan. Het meest treffende woord om dat te omschrijven is optimistisch. Optimisme? Ja, optimisme. Ongeremde vreugde. Het is een album dat een onmiskenbare spontaniteit herbergt, en klinkt alsof de muzikanten de grootste lol hadden tijdens het maken ervan. Neem opener High Spirits bijvoorbeeld. Het nummer begint tam, met wat vrolijke, uit de losse pols getokkelde akkoorden, maar bouwt laagje voor laagje op tot een euforische ontlading van fleurige gitaarlijnen en uitbundige vocalen. Het is alsof de band in één ferme beweging het hele Candy Crush kleurenpalet tegen een blanco, muzikaal doek smijt en daarmee een gigantische explosie van levendigheid afzet.

Deze jovialiteit schemert ook door in allerlei andere facetten. Zo refereert de naam Curse These Metal Hands naar de gortdroge Engelse comedyserie Peep Show. Maar neem ook eens een kijkje naar de bovenstaande band foto, of lyric video van albumopener High Spirits (BLAST BEATS! GUITAR SOLO! QUIET INTERLUDE). En dan is er nog de volgende tekst, geciteerd uit de promo die we binnenkregen voor deze plaat:

We’d love you to consider this for review or feature or more memes. The bands also love fluffy things so will happily answer any questions on dogs, cats and anything else floof.

Humor in overvloed dus, maar dit is zeker geen uit de hand gelopen grap. De drie epische kolossen van nummers die deze plaat telt, aangevuld met een korte rammer, zitten namelijk tjokvol fonische lekkernijen. Daarmee bedoel ik: riffs. Chezus H. Jistus mensen, de riffs! Ze kruipen uit elke hoekje, kiertje en gaatje, en ze komen in alle soorten en maten. Op plekken zijn ze beton verbrijzelend zwaar, maar soms klinken ze als iets wat een bejaarde had kunnen mompelen tijdens het wateren van de geraniums, ware het niet dat ze door een bak distortion pedalen zijn getrokken. Al dat bombastische borstgetrommel wordt feilloos afgewisseld met kalme stukken, waardoor deze vier composities compleet stramienloos en fantastisch vloeiend aanvoelen. Nu is een half uur durend album toch al niet zo bijster lang, maar het feit dat dit collectief het met twee vingers in de neus laat aanvoelen als tien stampvolle en even zo heerlijke minuten, geeft wel aan dat dit een zwaar geslaagde samenwerking is.


Curse These Metal Hands is gemaakt door een paar muzikanten die simpelweg een pot smerige riffs willen spelen, maar daarmee wel een ijzersterke ode aan het optimisme brengen. Het is een album dat je nét dat zetje in de rug geeft als het even allemaal niet zo lekker loopt. Het zal nergens originaliteitsprijzen winnen, noch zal het (waarschijnlijk) van een gigantische populariteit mogen genieten. Een blik op het recentelijke wereldnieuws laat echter wel zien dat het bestaan van deze plaat essentieel is. In een zee van ellende en depressie zijn Pijn & Conjurer de vuurtoren die positiviteit uitstraalt. Ik weet niet of er zoiets is als een ultieme “zomer metal” plaat, maar bij dezen nomineer dit album daarvoor. Een onverwachte topper die zomaar eens de jaarlijst zou kunnen halen.

Score:

85/100

Label:

Holy Roar Records, 2019

Tracklisting:

  1. High Spirits
  2. The Pall
  3. Endeavour
  4. Sunday

Line-up:

  • Dan Nightingale (Conjurer) – Gitaar, vocalen
  • Brady Deeprose (Conjurer) – Gitaar, vocalen
  • Joe Clayton (Pijn) – Gitaar, vocalen
  • Nick Watmough (Pijn) – Drums, vocalen
  • Luke Rees (Pijn) – Basgitaar, vocalen

Links: