Lhaäd – Beneath

Hoewel er in 2023 relatief weinig Belgische blackmetalalbums uitkwamen (er zijn uitzonderingen, maar de grote namen waren alvast niet erg productief), mag men in België toch terecht trots zijn op zijn meer dan voortreffelijke zwartemetalenfamilie. Wanneer de organisatoren van Unholy Congregation of Hard Rock Fest Avelgem (twee kleinere, Belgische festivals met een jarenlange traditie om Belgische bands op hun affiche te zetten) op zoek moeten naar kwaliteitsvolle Belgische black metal, is het daarom ook nooit lang puzzelen voor hen. Het niveau ligt doorgaans dan ook nog eens zeer hoog – zowel technisch als creatief – en de sfeerschepping is vaak heerlijk (ik denk bijvoorbeeld aan bands als Oerheks en Dudsekop).

Het (voort)bestaan van de Belgische black metal hebben we vooral te danken aan een aantal grote namen (Enthroned, Wiegedood) maar ook, en vooral, aan een aantal opvallend productieve werkmieren als Déhà (Déhà, Cult of Erinyes, Wolvennest…) en Lykormas. Deze laatste kan u kennen van Rituals of the Dead Hand en Hemelbestormer, maar hij is ook het brein achter een aantal minder gekende bands als Entartung, Wolven en… Lhaäd. Samen (met uitzondering van Hemelbestormer dan) vormen al deze bands een collectief onder de naam The Nox Entity.

Het duister sluimert diep in het hart van menig metalartiest, maar bij sommigen smeult dat vuur of borrelt dat gif nog net iets dieper. Zo diep zelfs dat de krochten van hun ziel niet meer bereikt kunnen worden door de warmte en het licht van de zon, als waren het de bodemloze uithoeken van een oceanische abyssale afgrond. En zelfs dan kan het nog dieper! Onder de abyssale ravijnen van onze oceanen ligt namelijk nog het absolute dieptepunt: de hadopelagische of hadale zone, het gebied van oceanische troggen, gekenmerkt door volkomen duisternis, ijskoude temperaturen en extreme druk. Weinig is nog geweten over dit gebied, dat zich hult in mysteriën, maar hier leven wel degelijk unieke, raadselachtige levensvormen die er toch in slagen te overleven in deze onherbergzame wateren. Dit is, kort samengevat, ook de thematiek van Lhaäd.

Woordpuzzelaars zullen waarschijnlijk al lang het anagram hebben ontdekt dat achter Lhaäd schuilt: “hadal”. Lykormas gebruikt de donkere diepten van de oceaanbodem als centraal thema voor zijn muziek en dat mag je in bepaalde aspecten ook gewoon letterlijk nemen. Het debuutalbum, dat toepasselijk Below (2021) werd gedoopt, bracht atmosferische black metal mee uit de diepzee, opgebouwd rond melodische maar compacte tremoloriffs, met hier en daar een industriële of progressieve toets. Soms zwol het tempo aan tot blastbeatniveau, maar evengoed waren er trage, epische en loodzware passages te horen. Daarnaast was er plaats voor experimenten met onderwatergeluiden en kosmisch klinkende synths.

In mijn recensie van dat album heb ik op een bepaald moment laten vallen dat ik “er meer van had verwacht”, omdat ik de connectie met de diepzee niet altijd kon maken. Hoewel ik daar op basis van het laatste nummer toen nog gedeeltelijk op ben teruggekomen, vind ik het ondertussen toch wat té negatief geformuleerd, want elke keer dat ik het album herbeluister verbaas ik me erover wat een verbluffend sterke plaat dit eigenlijk is…

Diep, dieper, diepst. Kan men nog verder gaan dan wat zich helemaal onderaan bevindt? Can we go beneath the below? Volgens Lykormas kan het, getuige zijn nieuwste creatie: Beneath.

Vooraleer ik Beneath in al zijn facetten tracht te beschrijven, wil ik toch even wijzen op een aantal heel opmerkelijke parallellen tussen beide releases. Eerst en vooral de titels uiteraard, die in feite synoniem zijn. De albumhoezen, representaties van de zeebodem in blauwtinten, zijn gelijkaardig. Beide albums duren ook even lang: veertig minuten om precies te zijn. Ze bestaan ook allebei uit zes nummers, die stuk voor stuk tussen de vijf en zeven minuten duren, zonder aparte titels, maar genummerd met Romeinse cijfers. Deze opvallende analogieën vergroten uiteraard de cohesie tussen de aparte nummers en zorgen daarnaast voor een soort totaalervaring.

Die totaalervaring start met een virtuele afdaling naar hadale diepten, terwijl er uit dat donkere “daaronder” iets langzaam naar de oppervlakte komt opstijgen. Omineus gitaarspel leidt een eerste snelle eruptie in, die ijskoude riffs uitspuwt. Het tempo gaat vervolgens op en neer als de golven aan het wateroppervlak, al zorgt het niet-aflatende cimbaalwerk er wel voor dat er geen feitelijke rust gegund wordt. Lykormas voegt daar met zijn vochtig grauwende stem nog een rauwe, driftige dimensie aan toe. In de achtergrond horen we ook bezwerende zang die het geheel een liturgisch sfeertje meegeeft. In de midtempo stukken, steunend op ritmisch beukende, loodzware drummokers, wordt extra sfeerschepping toegevoegd middels verdronken synths, die spoken als het gefluister van een verborgen Leviathan. De snellere, fellere stukken stoelen op een gejaagde riff en naar het laatste deel toe ook op niet-aflatende cimbaalsalvo’s en semi-gescandeerde vocalen. Het nummer eindigt toepasselijk met een duikersklok.

De algemeen heersende sfeer op Beneath I is er één van een ijzige verdrinkingsdood, en die zal zich doorheen het album ook doorzetten. Beneath II is een fel, vurig nummer en al lijkt dit een contradictie met de voorgaande zin, toch liggen beide emoties hier mooi verweven. Het geluid is compact en zwaar(moedig). De drums nemen hierin het voortouw, waarbij de basdrums opvallend strak staan afgesteld. Daarnaast is er opnieuw overwerk voor de cimbalen, wat voor heel wat scherpe randjes zorgt. Deze tweede track heeft een heel aangename flow en wordt continu vooruitge(d)(st)uwd door zowel drums als gitaren. De leads zijn melodisch en weken heel wat gevoelens los (‘pun intended’ trouwens). De nadruk ligt hier wel duidelijk meer op de intensiteit en minder op de sfeer, hoewel de aangeleverde riffs wel blijven kleven, als de zuignappen van een Architeuthis, om het zo maar eens te verwoorden. Die riffs komen op Beneath II heel duidelijk uit de productionele verf en roepen bij mij in eerste instantie toch vooral een Mgła-gevoel op. Wat gedurende de eerste helft van het nummer is aangebracht, wordt in het tweede deel verder ontwikkeld. Zo is het fijn om te horen hoe de synths hier als een soort opborrelende geluidsdruppels doorheen het geweld gemixt worden en hoe hoge, gevoelige leads nu ook bovenop de snelle agressie van dit nummer worden gelegd: dit zorgt spontaan voor meer evenwicht.

Elk nummer van Beneath eindigt rustig, met het geluid van golven, zachte synths of bijvoorbeeld de duikersklok van Beneath I. Aangezien de meeste nummers op dit album voorzien zijn van veel vuur, intensiteit en agressie, is zo’n afkoelingsmomentje zeker meer dan welkom. Nadat we op het einde van Beneath II zijn aangespoeld, blijven we aan het begin van Beneath III het kalmerende geluid van aanspoelende golven horen. Net als in het tweede deel van Beneath II krijgen we hier mistige leads en melodisch tremolo op een bedje van (oor)verdovende drums voorgeschoteld. Het drumgeluid is zelfs zo massief dat het moeilijk te bevatten is: het lijkt wel alsof er een octopus op het drumkrukje zit! Dit is atmosferische black metal in Oost-Europese stijl op zijn best, maar op zich vind ik het niet erg origineel. De atmosblackdynamiek wordt wel even doorbroken door een gemeen stukje kwaadaardigheid op basis van strakke basdrums, kosmische synths en loodzware gitaren, wat dan wel een onverwachts creatieve toevoeging is. Het doet me omwille van die synths trouwens wat denken aan de sfeer van Death Cult Armaggeddon. Alles bij elkaar vind ik dat er op Beneath III meer afwisseling is te horen dan op Beneath II, wat vooral het gevolg is van een betere integratie van de gitaren en de synths. Die extra synths zorgen er ook voor dat je hier effectief wegdroomt richting de duistere diepten van de Atacama- of Marianentrog.

En het niveau blijft crescendo gaan. Op Beneath IV horen we voor het eerst een iets complexere gitaarmelodie opdoemen, met nóg wat meer synthbegeleiding dan op Beneath III. De synths zweven als kosmische nevelvlagen doorheen de muziek en de leads spreken hier ook meer aan dan op de voorgaande nummers. Beneath IV is wat mij betreft dan ook het hoogtepunt van dit album. Voor het eerst wordt er ook vocaal afgewisseld: gesproken woord en gefluister worden aan het spectrum toegevoegd. Een uniek element van de muziek van Lhaäd is trouwens de manier waarop de teksten tot stand komen. Of beter gezegd: de manier waarop ze NIET tot stand komen. Net zoals op Below is ook nu weer alle vocale inbreng ter plaatse geïmproviseerd. Inspiratie werd gezocht in Scandinavische en Slavische talen, maar ook in het Latijn.

Met Beneath IV komt Lhaäd eindelijk helemaal aan de oppervlakte. Niet alleen is deze track inventiever, rijker en (nog) evenwichtiger, ook stilistisch komen we in bekendere wateren. Het nummer klinkt namelijk koud, scherp en Noors. Vooral de synths lijken rechtstreeks uit het blackmetalgeschiedenisboekje te komen, hoofdstuk “Noorwegen in het begin van de jaren negentig”. Je hoort hier en daar echo’s van Thorns, maar ook recentere invloeden als Darkspace en (voor wie deze band kent) Bezmir.

Op Beneath V hoor je weer iets meer Oost-Europese black metal terugkomen: repetitieve tremoloriffs doorspekt met melodische en traditionele elementen (ik denk onder andere aan The Stone). Toch zijn er ook oude Noorse riffs te onderscheiden, die doen denken aan de begindagen van Satyricon en zelfs Dimmu Borgir (Stormblåst). Het nummer wisselt regelmatig van tempo, maar halverwege valt alles plots weg. Een laatste akkoord ebt langzaam weg en eventjes wanen we ons op zee door de geluiden van kabbelende golven en krakende masten en touwen. De verderzetting getuigt van een voortreffelijke melodische esthetiek. Beneath V is dan ook het meest melodische nummer van het album.

Ik zou kunnen zeggen dat ik “meer had verwacht” van Beneath, maar hoogstwaarschijnlijk kom ik daar over een half jaartje toch weer op terug. Het album ligt heel erg in dezelfde lijn van Below, maar moet een band per se evolueren om een beter album te kunnen afleveren? Nee, uiteraard niet. Aan kwaliteit is er op geen enkel vlak ingeboet, maar voor wie het debuutalbum al kende, valt hier niet zoveel nieuws meer te rapen. Er zijn echter sowieso heel wat mooie momenten te ontdekken op dit album, zowel voor de liefhebber van atmosferische black als voor de traditionele blackmetalliefhebber. Je zou als kritiek kunnen hebben dat er te vaak teruggegrepen wordt naar dezelfde muzikale ideeën, maar is dat niet eigen aan atmosferische black metal? En gelukkiger is er ook nog Beneath VI om ons van het tegendeel te overtuigen.

Beneath VI, dat is de lange afsluiter van Beneath. Hier wordt gekozen voor een tragere, maar meer epische aanpak. Zo ontstaat er meer ruimte voor uitgesponnen leads, intens hypnotiserende tremolo met nevelige/stellaire synths daartussen. Het nummer ontwikkelt zich tot een indrukwekkende maar wat mistroostige processie. Ik vind dat de impact van deze benadering nog veel groter is dan wanneer Lykormas, zoals op de voorgaande nummers, het gaspedaal volledig indrukt. Het beetje extra pit dat het nummer nodig heeft komt uiteindelijk opnieuw van de drums, die een blik belachelijk snelle, onmenselijke blastbeats opentrekt. De luisteraar wordt zo op zeven minuten tijd helemaal murw geslagen.

De laatste halve minuut is voor de golven, die zich uitgeput op het strand werpen om te bekomen van de sonische aanvallen die Lykormas op Beneath heeft gecreëerd. Met een druk van meer dan duizend bar verpletterde Lhaäd onze gehoororganen, maar het bracht ook soelaas, diepe emotie én een vleugje nostalgie. De kilte van een langzame verdrinkingsdood en het vuur van woede en weemoed gingen op dit album prachtig hand in hand. Een waardige opvolger van Below, maar verwacht geen verrassingen…

Beneath komt uit via het Duitse Amor Fati Productions en het Amerikaanse Extraconscious Records.

Score:

80/100

Label:

Amor Fati Productions / Extraconscious Records, 2024

Tracklisting:

  1. Beneath I
  2. Beneath II
  3. Beneath III
  4. Beneath IV
  5. Beneath V
  6. Beneath VI

Line-up:

  • Lykormas – Alles

Links: