Inexorum – Equinox Vigil

Een van de meer controversiële theorieën binnen de sociologie is Max Webers moderniseringstheorie. Deze veronderstelt dat het afbreken van culturele tradities een natuurlijk proces is en de weg die elke samenleving zal bewandelen richting een ‘moderne samenleving’. De theorie definieert hierbij ook verschillende reacties op dit proces, waarvan de twee uiterste ook meteen de interessantste zijn. Eén reactie is orthodoxie, het teruggrijpen op tradities en de oude manier van leven. Een tweede reactie is het volledig omarmen van veranderingen en zelfs progressiviteit najagen. Volledig tegenovergestelde reacties, maar beide het product van modernisering.

Het zal inmiddels misschien niemand meer verbazen, maar soms zitten moderniseringsprocessen wel op hele onverwachte plekken. Ook de black metal, traditioneel toch een van de meer rigide, genrevaste, zelfs rechtlijnige metalsoorten, heeft namelijk een moderniseringsproces doorgemaakt. Je bandje True Norwegian Black Metal noemen is niet langer zo cartoonesk als in de jaren ‘90, omdat het nu in het jaar 30 Anno Mayhem ook microgenres heeft om zich tegen af te zetten. De talloze varianten omvatten black-noise, symfonische, atmosferische, zelfs suïcidale black metal, post-black en melodieuze black metal. Tot de laatste afgebakende categorie zou ik persoonlijk ook het onderwerp van vandaag, Inexorum, rekenen.

Het duo achter Inexorum, Carl Skildum en Matthew Kirkwold, zijn al voor de oprichting in 2018 actief als gitaarsectie in Antiverse. Carl Skildum besloot in 2018 een zwart geblakerd maar toch melodieus projectje te starten met Kirkwold op basgitaar. Niet lang na de oprichting hebben zij dit bekroond met de veelbelovende EP Lore Of The Lakes. Zoals mederecensent Clemens Schaap destijds schreef: dit smaakt absoluut naar meer. En meer hebben we gekregen. Twee jaar later, in de eerste coronazomer, bracht het duo ons het verscheurende Moonlit Navigation en met een score van maar liefst 80/100 werd ook collega Cor de Vos overtuigd. Eens kijken of de tweede volle plaat, Equinox Vigil, een derde lovende recensie op Zware Metalen kan scoren. Laten we gewoon bij het begin beginnen.

Het album gaat van start met een riff die het gehele pallet opent. Hij kan zowel een Midnight als een Rise Against nummer inleiden. Dit duurt echter niet lang, want na 23 seconden kent Creation Myth al de eerste blastbeat en is het blackmetalschap niet meer te ontkennen. Wat direct opvalt zijn de wonderschone melodieën in de tremolo gitaarpartijen. En wat een stem heeft Carl, een netjes gebalanceerde schreeuw waar hoge en lage tonen gelijktijdig aan bod komen. Dit belooft wat voor de rest van het album. Het nummer dat de albumtitel mag voeren, Equinox Vigil, gaat van start met een rustige maar betoverende opbouw, die de sfeer in het album enigszins bedrukt. Prachtige melodieuze gitaarsolo’s en beklemmende vocalen wisselen elkaar in hoog tempo af. Uiteindelijk bouwt het ritmisch weer af om het juist melodisch op te bouwen met, schrik niet, zuivere zang. Deze passage brengt visioenen van Borknagar en misschien zelfs, ergens vloeken in de affakkelende kerk, Emperor.

Met Carl Skildum’s “final breath” wordt het volgende nummer Until There’s Nothing Left ingeleid. Het nummer draait rond een harde, oplopende riff en relatief snel drumwerk. De zangerigheid van de gitaarpartijen speelt even een kleinere rol, al wordt dit op Dark Sky Sanctuary dubbel en dwars ingehaald. Het melodieuze gitaarwerk stijgt in dit nummer tot een folkmetalniveau. De naar punkrock hintende riffs van de opener keren terug in het midden van het album. Het is dat het niet gedomineerd wordt door zuivere vocalen, anders had het zo op een Good Charlotte album kunnen staan. En toch, op de een of andere gekke manier, werkt het. Wat mij betreft werkt Equinox Virgil in het geheel, en de melodieuze black metal van Inexorum in het algemeen, het beste op Memoriae Sacrum, waar het enige compromis tussen traditie en moderniteit de melodieuze gitaarpartijen zijn. Verder schreeuwt Skildum net zo genadeloos op de rest van het album en tikt Kirkwold achtereenvolgend verpletterende blastbeats weg.

Het een na laatste nummer On The Last Day doet mij, vanwege de solerende gitaren en zelfs een synthesizersolootje, eerlijk gezegd, ik durf het bijna niet te zeggen, ergens denken aan In Flames ten tijde van Bullet Ride. Wat overigens totaal niet betekent dat het een slecht nummer is. Voornamelijk de invloeden uit de death metal, waar al veel langer een ‘melodic’ traditie is ontwikkeld, kunnen hier rijkelijk gelden. Alsof het niets is, drukt Carl op zijn drumcomputer en luidt hiermee het laatste nummer van het album Such Impossible Sights in. Hierbij worden de crusters onder ons zelfs eventjes verwend met een D-Beat. Heel kort hoor, wanneer Skildum van zich laat horen, is het alweer klaar. Met zes minuten en acht seconden is het laatste ook tevens het langste nummer op het album en dat mag duidelijk zijn. Het kent snelle en langzame passages, een uitgebreide gitaarsolo en vormt het album om tot een rond geheel.

Op de moderniteit, zoals eerder beschreven, zijn twee verschillende reacties te onderscheiden: orthodoxie en progressiviteit. Hoewel ik doorgaans, ook binnen de black metal, veranderingen met vier handen aangrijp en mij hier ook door laat inspireren, merkte ik dat ik in dit album toch de traditie miste. Hierbij moet ik ook eerlijk toegeven dat ik nooit een grote fan ben geweest van de melodieuze tendens in de death metal en dat de black metal hierin toch nog een grotere stap is. Ik heb het album echter met een neutrale blik geprobeerd te omschrijven en moet ook toegeven dat ieder nummer op zichzelf goed in elkaar zit. Het is enkel in albumverband dat ik mij op den duur aan de melodieuze gitaarpartijen begin te ergeren en terugverlang naar een ondefinieerbare bak ruis over mijn blastbeats.

Mijn persoonlijke smaak echter daargelaten is het gewoon een album dat onwijs sterk in elkaar zit. Een album dat wil vernieuwen, dat een creatief proces tentoonstelt en een eigen herkenbaar geluid met zich meebrengt. Wanneer het puntje dan bij het paaltje komt, zijn deze objectieve kwaliteiten toch belangrijker dan mijn persoonlijke ongezouten mening. Voor metalheads die zich niet vastklampen aan de kaders van ‘True Norwegian Black Metal’, die niet vies zijn van de onophoudelijk zingende gitaren in melodieuze death metal en die een blastbeat op zijn tijd wel kunnen waarderen, is Equinox Virgil van Inexorum een album dat zeker zal smaken.

Score:

73/100

Label:

Gilead Media, 2022

Tracklisting:

  1. Creation Myth
  2. Equinox Vigil
  3. Until There’s Nothing Left
  4. Dark Sky Sanctuary
  5. Secret Language
  6. Memoriae Sacrum
  7. On The Last Day
  8. Such Impossible Sights

Line-up:

  • Matthew Kirkwold – Basgitaar, zang, keyboard
  • Carl Skildum – Gitaar, zang, keyboard, programmering

Links: