Ghost – Impera

Sinds het Zweedse Ghost in 2010 debuteerde met Opus Eponymous (waar wijlen Zware Metalen-voorzitter Remi Peterse bij zijn review twijfelde aan de voorspelling van de band dat het dé rocksensatie van de komende tien jaar zou worden: boy, was he wrong!), zat er niet zo’n lange tijd tussen het verschijnen van twee platen. Vier jaar geleden alweer kwam Prequelle uit en sindsdien was het stil in het kamp der Papa Emeritussen, met uitzondering van het singletje Seven Inches of Satanic Panic. Maar dat was in de wereld van Ghost een release die eigenlijk uit 1969 stamde en waarop oervader Papa Emeritus Nihil de vocalen verzorgde (als u zich afvraagt wat u nu eigenlijk leest bent u niet thuis in de Ghost-wereld).

De opnames van Impera, Ghost’s vijfde, hadden al in 2020 moeten beginnen maar werden om u bekende redenen uitgesteld naar 2021. Nu is het plaatje er dus en… pakt de band doodleuk de draad van de laatste albums weer op. Er is namelijk niets aan het concept van de band verandert (hoofdman Tobias Forge zal wel gek zijn om zijn melkkoe te slachten) en dus krijgt u weer een serie pakkende en plakkende nummers voorgeschoteld die balanceren op het koord van pop en rock, waarbij het evenwicht ten opzichte van de laatste plaat iets meer uitslaat naar het tweede.

En dat is goed nieuws, want Prequelle beviel me maar matig. Een score van 50 punten zou ik nu niet meer geven (ik betrapte mezelf er laatst zelfs op dat ik bewust op zoek ging naar de Instagramvideo die is gemaakt voor Dance Macabre), maar het blijft het minste album in de Ghost-discografie. Wat Impera overigens gemeen heeft met zijn voorganger, is dat er van het duistere randje geen sprake meer is. De tijden van Opus Eponymous, en Infestissumam en de duivelsverering zijn voorbij, al blijft er altijd een occult aspect rondom de band zitten. Bijvoorbeeld in het artwork waarin Zbigniew Bielak knipoogt naar Aleister Crowley.

Genoeg gekletst. De muziek! Impera, dat handelt over de opkomst en ondergang van rijken (in de geografische betekenis, niet in de zin van geld), begint met een instrumentaaltje. Kaisarion is een stevige rocker met een paar lekkere gitaarstukken. Naar goed gebruik weten we niet wie er schuil gaat onder de noemer ‘A Group of Nameless Ghouls’, maar wél is bekend dat Frederik Åkesson (Opeth) (een deel van?) het gitaarwerk voor dit album op zich heeft genomen. Het instrument heeft in vrijwel elk nummer een belangrijke rol. Spillways heeft een keyboardloopje dat direct uit de koker van Bon Jovi lijkt te komen maar is niets meer dan een niemendalletje, al heeft het wel die meeslependheid die Ghost zo kenmerkt.

Call Me Little Sunshine kwam al eerder uit en is het eerste hoogtepunt van dit album. Dit nummer gaat u nog vaak langs horen komen. Het is typisch Ghost: een nummer met een meezingbaar, hoekig refrein, een dreigende ondertoon en een bombastisch aandoend einde. Ook Hunters Moon kenden we al: het nummer dat op de soundtrack van Halloween Kills staat. Het vormt het tweede hoogtepunt op dit album.

Watcher in the Sky heeft een licht industrieel ondertoontje zoals Rob Zombie dat zolang zo goed wist te maken. Het verhult een beetje dat het nummer op zich niet zo veel voorstelt en zelfs wat eenvoudig is, zeker voor Ghost-begrippen. Al doen de meezingende Ghoulettes nog een leuke duit in het zakje en doet de gitaarspelende Ghoul nog een poging de boel te redden. Dominion is het instrumentaaltje dat het tweede deel van de plaat introduceert. Het tegendraadse Twenties is dan weer een nieuwe hoogtepunt op Impera, waarin stevig wordt gerockt en Tobias Forge Papa Emeritus IV lekker venijnig zijn verhaal vertelt.

Niet alles is rozengeur en maneschijn op Impera: Darkness at the Heart of My Love is een draak van een ballad. Er zit zelfs een meeklapstuk in. Verschrikkelijk, maar wel logisch gezien de podia waarop Ghost tegenwoordig acteert. Reken er maar op dat dit nummer de komende tour op de setlist staat. Griftwoord trekt de zaken weer een beetje recht en gaat de geschiedenis in als een leuke rocker. Bite of Passage is zó’n kort instrumentaaltje dat het eigenlijk een verlengd intro is voor afsluiter Respite on the Spitalfields. Het langste nummer op dit album is een prachtige afsluiter met een fenomenale opbouw naar een finale waarin alles nog even rockopera-achtig uit de kast wordt getrokken. Impera eindigt er groots en meeslepends mee, al is de fade out minder geslaagd.

Ghost revancheert zich met Impera voor Prequelle, zoveel is duidelijk. Dat doet het zonder ook maar een millimeter af te wijken van het concept dat Forge jaren geleden neerlegde. De toevoeging van Frederik Åkesson is een meesterzet geweest maar ook de inzet van Hux Nettermalm op drums mag er zijn. Verder op weg naar de top heeft Ghost dus weer een album om trots op te zijn.

Score:

83/100

Label:

Loma Vista, 2022

Tracklisting:

  1. Imperium
  2. Kaisarion
  3. Spillways
  4. Call Me Little Sunshine
  5. Hunters Moon
  6. Watcher in the Sky
  7. Dominion
  8. Twenties
  9. Darkness At the Heart of My Love
  10. Griftwood
  11. Bite of Passage
  12. Respite on the Spitalfiel

Line-up:

  • Papa Emeritus IV – Vocalen
  • A Group of Nameless Ghouls – Instrumenten

Links: