Exodus – Persona Non Grata

2021 is vooralsnog een rustig jaar als het gaat om nieuwe studioalbums van de grotere namen in thrash. Testament bracht juist vorig jaar een album uit, Megadeth besloot zijn kruit nog even droog te houden, Joey Belladonna moet de zang voor de nieuwe Anthrax nog opnemen en over Dark Angel en Sadus hoeven we het (helaas) al helemaal niet te hebben. Natuurlijk zijn er uitzonderingen zoals die bereplaat van Flotsam and Jetsam, maar hoe thrash is dat eigenlijk nog? Gelukkig is daar in de elfde maand van het jaar Exodus dat de boel – baldadig als altijd – eens even stevig komt opschudden.

Dat werd wel eens tijd ook, zo hoor ik u denken. De heren worden er niet jonger op en de vorige plaat Blood In, Blood Out dateert alweer van 2014. Die plaat blies collega Remco niet helemaal van de sokken wegens te mager. Eens kijken hoe dat zit met Persona Non Grata. De voortekenen zijn in ieder geval goed, want waar riffmeister Gary Holt ten tijde van Blood In, Blood Out zijn handen vol had aan Slayer, kan hij zich nu volledig gooien op de nieuwe van zijn eerste liefde. Misschien komt het doordat we de plaat met die wetenschap beluisteren, maar we denken het te horen, al in de openingsriff waarmee de plaat je volledige voorgevel intrapt.

Hoewel geworteld in de jaren ’80 wordt hij uitgewerkt op een manier die je in die tijd zeker niet hoorde. Niet dat hier ineens sprake is van prog, maar het laat wel zien dat de riffschrijverij van Holt zich nog steeds ontwikkelt. Het tempo is in die eerste track al stevig, terwijl Zetro nog een tandje extra bijtend zuur over zijn stembanden giet om ietwat de hoogte in te gaan in lang gerekte screams. In het refrein horen we direct de “gang vocalen” die een beetje een kenmerk van de plaat gaan worden. Denk daarbij aan het refrein van Body Harvest van de vorige plaat. Het werkte toen en het werkt nu ook, al is het maar vanwege de variatie in de zang. De opener duurt maar liefst zeven en een halve minuut en een dergelijk lange duur is toch wel een valkuil waar veel thrashbands in donderen. De heren van Exodus lopen er lachend en wijzend omheen. Zij kennen het spel: als je genoeg varieert in riffs en tempo’s en ook nog eens wat herkenningspunten inbouwt blijft er spanning. Dat de solo’s lekker lopen helpt natuurlijk ook mee.

Met een speelduur van acht minuten is Lunatic-Liar-Lord minstens zo episch. Zware gitaren nemen een akoestisch thema over. Het is een bekende truc maar hij werkt nog steeds prima. Beukend hakt Exodus zich een weg met midtempo gitaarwerk dat staat als een wolkenkrabber. Een zware break waarin Zetro zijn lagere register maar eens aanspreekt slaat het nummer nog steviger de grond in. Meer van dat graag! Even later volgt een riff die op de helaas denkbeeldige hoge school voor thrash zeker verplicht studiemateriaal zou zijn. Net als de daarop volgende passage met solo’s. Van bijtend naar opbeurend en steeds met die voor thrash zo gekende energie. Dit thrashfeest is misschien net iets te lang en ingewikkeld voor een hossende moshpit, maar thuis doet het stuk het  meer dan goed!

Nog een sterke track is Slipping Into Madness dat een humeurig intro kent waarin de gitaristen dwars tegen elkaar inspelen. Het wachten is tot de song losbarst en als dat dan gebeurt zitten we er direct lekker in. Bijtend spuugt Zetro zijn zanglijnen in je gezicht met net genoeg melodie om het lekker te vinden. De riff is weer meesterlijk: kort en zwaar maar melodieus. Het lijkt warempel alsof Gary Holt de bron van eeuwige riffjeugd heeft aangeboord. Benieuwd wat hij daarvoor in ruil heeft moeten geven! Na een wat zweverige brug waarin gitaar en bas achter elkaar aan stampen legt een versnelling je hele huisraad om. Daarover heen (over de versnelling, niet over je huisraad) worden dan pinnige solo’s gelegd die net zozeer bij de jaren ’80 van de vorige eeuw horen als het presidentschap van Ronald Reagan. Deze worden gevolgd door twinsolo’s die nog wat verder teruggaan en klinken als Thin Lizzy on speed. Slipping Into Madness voelt dan ook als een kleine tijdreis in vijf minuten. Hier zien we overigens die hossende moshpit wel als vanzelf opdoemen al was het maar vanwege het gemakkelijk mee te roepen refrein.

Met alleen deze drie nummers is al duidelijk dat Exodus met Persona Non Grata een erg sterk album heeft afgeleverd en het goede nieuws is dat het niveau doorheen het album nauwelijks dipt. Wel lijkt Elitist wat moeite te hebben de aansluiting met de kopgroep te vinden, vooral omdat de slaggitaar lang blijft hangen in een eenvoudige riff en ook het punky refrein niet zo spannend is. Het is een mooie vloeiende solo die het nummer in de lucht houdt. En zo blijft er genoeg te genieten op dit elfde Exodus-album.

Al helemaal met het atypische, want langzame, Prescribing Horror. De song baadt in horrorsferen en ‘creepy’ gitaarwerk die onder je huid kruipen, al is het maar omdat je elke snaaraanslag glashelder door je speakers/koptelefoon gedrukt krijgt (Andy Sneap zat weer achter de knoppen). De solo klinkt vervreemdend en oosters – een experiment dat goed uitpakt – en wanneer Zetro zijn schelle schreeuw afwisselt met lage grunts zijn we overtuigd, hoewel we niet precies weten waarvan. Het gehuil van een baby eindigt de nachtmerrie. Alsof we niet al kippenvel hadden.

Sneller zijn dan weer The Beatings Will Continue (Until Morale Improves) en vooruitgeschoven post Clickbait. Die laatste deed ons reikhalzend naar deze plaat uitkijken, want wat legt men er die song het tempo op zeg. Wat een afstraffing, naar ik begrijp vooral van hippies en volgende schapen. Gary Holt doet in het begeleidend schrijven zijn best om uit te leggen dat de band wil dat de mensen naar de teksten luisteren en met hun eigen betekenis komen. Dat doen we dan ook maar. Sowieso komt de woedende sneer van Zetro het best tot zijn recht in een wraakactie als deze. “The Beatings” trekt direct rap van leer en de heren willen het weten want er wordt even afgeteld naar de song, waarna Tom Hunting een Ministry-eel strakke drumpartij neerlegt. De riff is op en top Holt, compact en pakkend, en kriebelt lekker aan je hersenschors. Ja, The Beatings Will Continue (Until Morale Improves) is met drie minuten echt het kuitenbijtertje van de plaat.

In The Years Of Death And Dying klinkt toch echt wel wat Metallica door, maar dat is natuurlijk een beetje “kip en ei”. Zoals bekend nam Kirk Hammett immers wat riffs die hij voor Exodus schreef mee naar Metallica. Lekker klinken doet het natuurlijk sowieso. Het refrein, dat wat melodieuzer is, past weliswaar wat minder bij de schreeuw van Zetro, maar dat wordt moeiteloos rechtgetrokken door de denderende bas en virtuoos gitaarwerk, inclusief passage waarin alles uit elkaar dondert (Death and Dying, weet u wel?). The Fires Of Division en afsluiter Antiseed jagen het tempo weer de hoogte in en sluiten de plaat overtuigend af.

Persona Non Grata laat een tot op het bot gemotiveerde band horen en is op en top Exodus van de eenentwintigste eeuw: een geslaagde combinatie van het venijn en de pakkende melodieën van Tempo Of The Damned (naar onze bescheiden mening een van de beste comebackplaten ooit) en de vermorzelende groove van Exhibit B: The Human Condition. En daar waren we nu echt eens aan toe!

Score:

85/100

Label:

Nuclear Blast Records, 2021

Tracklisting:

  1. Persona Non Grata
  2. R.E.M.F
  3. Slipping Into Madness
  4. Elitist
  5. Prescribing Horror
  6. The Beatings Will Continue (Until Morale Improves)
  7. The Years Of Death And Dying
  8. Clickbait
  9. Cosa Del Pantano
  10. Lunatic-Liar-Lord
  11. The Fires Of Division
  12. Antiseed

 

Line-up:

  • Gary Holt – Gitaar
  • Tom Hunting – Drums
  • Steve “Zetro” Souza – Zang
  • Jack Gibson – Basgitaar
  • Lee Altus – Gitaar

Links: