Empyrean Fire – Deliverance

Female fronted episch-symfonische black metal uit de Verenigde Staten. Dat is een niet zo overbevolkte niche lijkt me. Persoonlijk ken ik eerlijk gezegd geen enkele band die binnen deze beschrijving valt, maar daar komt nu dus verandering in dankzij Empyrean Fire uit Portland, waarvan ik hieronder het debuutalbum Deliverance bespreek. Deze band uit het noordwesten van de Verenigde Staten is het geesteskind van mevrouw Tricia Leigh Myers, radiopresentatrice bij Metal Devastation Radio (een gratis online radiostation uit Tennessee), maar dus ook frontvrouw van dit trio dat verder nog bestaat uit Jason Yorke, die gitaar en basgitaar voor zijn rekening neemt, en Brian Rush, die verantwoordelijk is voor de keyboards. Vooral die laatste heer is (of was) nog actief in een twintigtal andere bands, maar daar zitten voor mij geen bekende namen bij. Wie het drumwerk voor zijn rekening neemt is niet geheel duidelijk. Michael Thompson wordt genoemd als drummer van de band, maar is er pas recent bijgekomen. Drums uit een doosje dus? Het zou zomaar kunnen. Veel meer heb ik eigenlijk niet teruggevonden over Empyrean Fire, al viel het me wel op dat Portland (Oregon) gelegen is in Cascadië, waardoor het toch uitkijken was voor parallellen met Wolves in the Throne Room en dergelijke. Maar het duurde niet lang vooraleer ik besefte dat Empyrean Fire uit een totaal ander vaatje tapt. Een vaatje gevuld met iets dat zwarter is dan de nacht zelve, vermengd met het angstzweet en bloed der verdoemden. Een groots opgevat, theatraal spektakel dat menigmaal een duivelse grijns op het gezicht van de zwartgeblakerde luisteraar tovert. Eerder een beknelling dan een bevrijding als je het mij vraagt.

Kom, laat ik het al gewoon weggeven bij het begin: dit album heeft drie grote troeven. 1. Een heel arsenaal aan verfrissende, onverwachte, creatieve vondsten die het niveau van het album meteen de hoogte in duwen. 2. Heel wat monumentale, filmische passages die bij romantische zielen als bovengetekende een gevoel van strijdlust en onoverwinnelijkheid opwekken. 3. Mevrouw Myers en haar twee collega’s houden de spanningsboog grotendeels strak gespannen en laten die dan te gepasten tijde even vieren om alle ingehouden energie los te laten in een allesvernietigende vlaag van moddervette headbangrazernij. Deliverance verenigt klassieke Scandinavische vrieskou met dat typisch Amerikaanse tonenpallet, maar daar eindigt het niet. Er zijn epische momenten, er zijn diep-emotionele, mijmerende, atmosferische fragmenten en er zijn gruwelijke pletwalspassages. Dit is symfonische black metal van goede komaf, met een belangrijke rol voor de synthesizers, maar deze blijven ten allen tijde mooi in evenwicht met de andere instrumenten.

Inspiratie voor dit album werd gehaald bij Paradise Lost. Het wereldberoemde gedicht van de zeventiende-eeuwse dichter John Milton om precies te zijn, niet de doommetalgigant. Dit dichtwerk, dat bestaat uit meer dan tienduizend versregels, gaat over de zondeval van de mens. Hoewel Milton hier officieel de wil en beweegredenen van God wil verduidelijken, is het tussen de lijntjes toch niet helemaal duidelijk welke kant hij hier nu precies kiest: Satan lijkt over meer moraliteit te beschikken dan God zelf, die tegen de vrije wil van de mens ingaat. Een boeiend literair werk en uiteraard voldoende materiaal om mee aan de slag te gaan voor een blackmetalband.

De intenties zijn groots, de toon is grimmig, en zo opent het album ook. Het diepe, onheilspellende dronende geluid doet denken aan de start van een horrorfilm, waarna mevrouw Myers met haar meest overtuigende grafstem een (naar wat ik aanneem) door Paradise Lost geïnspireerde introductie declameert. Het gebruik van twee simultaan overlappende stemmen suggereert dat Myers hier wordt bijgestaan door niemand minder dan Satan zelf. Het zorgt toch voor enkele koude rillingen. Vervolgens trekt Proclamation zich verder op gang en gaat de snelheid omhoog, vooruit gestuwd door ritmisch drumwerk. Het is een heel filmisch fragment, dat beelden oproept van veldslagen en bloedvergieten.

Wat volgt is wat mij betreft ook al onmiddellijk één van de hoogtepunten van dit album. Het begin van Gathering Storm is episch en symfonisch in al zijn facetten: kleurrijke synthesizers, pathetische engelenkoren en snel, melodieus gitaarwerk vormen de intro. De daaropvolgende opbouw is gewoonweg om van te smullen: eerst scheuren de gitaren het uitspansel open, vervolgens vallen de cimbalen in en uiteindelijk komt alles samen en met een begeleidende grunt explodeert het hele zaakje. Nu pas komt Deliverance op toerental. Het frivole cimbaalgetik is lekker opzwepend (al dan niet uit het doosje), het vocale compartiment bestaat duidelijk uit verschillende lagen (alle bandleden dragen hier namelijk aan bij) en de synthesizers projecteren het unheimische van Cradle of Filth met een moderne metalcoretwist. De cleane, wat lijzige stem van Myers kan me niet geheel bekoren, maar is toch wel bepalend voor de identiteit van deze band. Ik neem het dus maar voor lief. In het laatste deel worden de belangrijkste elementen van het nummer nog eens netjes herhaald en verder aangevuld met Dimmu Borgir-achtige symfonische black en de obligate heavymetalsolo. En zo fladdert Gathering Storm herhaaldelijk tussen moderniteit en traditionele symfonische grandeur. Een wervelende wisselwerking die zijn effect niet mist.

Met Descent zet Empyrean Fire een aantal andere aspecten van hun muziek wat sterker in de verf. Met name de cleane stem van Myers krijgt hier een prominentere rol. Ze klinkt hier gelukkig wat overtuigender, al blijft dat slepende, onzuivere kantje bewaard. Verder is dit nummer veel breedvoeriger, geëmotioneerder en theatraler dan het vorige. Minder fris en to-the-point, maar met meer aandacht voor de emotie achter het verhaal. Het ligt in die zin dichter bij de stijl van andere Amerikaanse blackmetalbands dan Gathering Storm. Maar vergis u niet: de dynamiek blijft krachtig, het tempo ligt nog steeds hoog en het gevoel voor dramatiek is meer dan ooit aanwezig. De Burzumeske dungeonsynthtoetsen zijn hier overigens even onverwacht als verfrissend. Ook in Perdition horen we diezelfde mix van melodische rijkdom, grootse epiek en een vocale bijdrage met een verhalend karakter. De algemene sfeer is hier echter uitgesproken duister en sinister, waardoor het bijvoorbeeld gelijkenissen vertoont met de nachtmerrieblack van Akhlys.

Na twee meer “beschrijvende” nummers is het hoog tijd voor een nieuw explosief, imposant hoogtepunt. Corruption laveert netjes tussen sludge-geïnspireerde broeierigheid, orkestrale bombast in ware Limbonic Art-stijl en vernietigend snelle symfoblack in het straatje van Anorexia Nervosa. De melodielijnen zijn enorm meeslepend en ook de spreekwoordelijke duit in het zakje van mevrouw Myers mag er zijn. Een heerlijk nummer van begin tot eind. The Siege vult dit alles perfect aan door de focus meer bij de tragere, sfeervolle, dromerige stukken te leggen. Dungeonsynthtoetsen zorgen hier voor een gevoel van spookachtige leegte die perfect accordeert met de melancholie van de gitaren en de klaagzang van Myers. Die kalme stukken worden mooi afgewisseld met blastbeatgedreven acceleraties die aangedreven worden door schijneuforische koperblazeruitspattingen, transcendent-fatalistische engelkoorlamentaties en vastberaden gesproken woord. The Siege is een nummer met veel afwisseling, hetgeen de band de kans geeft om ook eens volledig stil te vallen en terug op te bouwen met akoestische gitaar, heldere cleane zang (geen onzuiverheden hier!) en een zwoele gitaarsolo.

Het laatste woord is aan het langste nummer van het album: Final Battle. In deze “endgame” van Deliverance gaan alle remmen in eerste instantie nog eens volledig los. Deze finale begint namelijk met een grimmig inferno vol verpulverende blastbeats, demonisch geschreeuw en apocalyptisch orkestraal werk. En een sfeertje dat giftig is als de pest. Maar net als in The Siege wordt hier toch vooral veel afwisseling ingebouwd. Dan eens met thrashinvloeden, daarna met Emperor-stijl symfonische black en uiteindelijk sluiten we het album intimistisch en akoestisch af.

Conclusie? Deliverance is een album met heel wat troeven en evenveel memorabele momenten, maar soms doet de band net iets té veel zijn best om er van alles tegelijkertijd tegenaan te gooien. Empyrean Fire neemt af en toe teveel hooi op zijn vork en dat zorgt wel voor heel wat afwisseling, maar die is soms wat disproportioneel, waardoor je door het spreekwoordelijke bos de bomen niet meer ziet. Dit gezegd zijnde blijft dit toch wel een album dat zeker de moeite waard is om aan te schaffen voor liefhebbers van orkestrale black metal die kunnen genieten van een genereuze portie toxische zwartgalligheid, maar ook graag hun nek eens breken op één van die heerlijke uitbarstingen van blinde razernij.

Score:

75/100

Label:

Eigen beheer, 2020

Tracklisting:

  1. Proclamation
  2. Gathering Storm
  3. Descent
  4. Perdition
  5. Corruption
  6. The Siege
  7. Final Battle

Line-up:

  • Tricia Myers – Stem
  • Jason Yorke – Gitaar, basgitaar, stem
  • Brian Rush – Keyboards, stem

Links: