Dream Theater – Distance Over Time

Het is alweer drie jaar geleden dat Dream Theater aankwam met The Astonishing. Het opus magnum werd zeer wisselend ontvangen. Natuurlijk kan niet voorbij worden gegaan aan de hoeveelheid werk en aandacht die in die plaat is gaan zitten. Dat weerhield de criticasters van het album er echter niet van om te slingeren met woorden als ‘te ambitieus’, ‘zelfingenomen’ en ‘niet metal genoeg’. Hoewel toetsenist Jordan Rudess in een interview met Zware Metalen vertelde te denken dat de algemene opinie over het album met de jaren misschien wel ten positieve zal keren, besloten de heren het deze keer toch eens helemaal anders aan te pakken.

Voor het veertiende studioalbum namen de bandleden allen hun intrek in een tot studio omgebouwde schuur om daar – voor het eerst in twintig jaar – samen te leven en te schrijven. Deze meer organische manier van werken zorgde voor veel creativiteit. De heren slaagden er namelijk in om het gehele album in één maand te schrijven (ik hoor de mensen die moeite hebben met de zang van James Labrie al denken: een maand opgesloten met hem, ik vind het nog lang!) om het vervolgens gelijk maar op dezelfde locatie op te nemen.

Allemaal goed en wel natuurlijk, maar waar heeft deze andere aanpak nu eigenlijk toe geleid? Kort gezegd: tot een album waarop Dream Theater zichzelf misschien niet opnieuw uitvindt, maar wel duidelijk een hardere koers vaart dan in het recente verleden. Distance Over Time klinkt glashelder en relatief zwaar, overigens zonder qua hardheid Train Of Thought naar de kroon te steken.

Eerste nummer Untethered Angel begint met een fraai akoestisch intro, waarna een stevige (en technische, wat dacht u?) riff de metalen hemel doet openscheuren. Wel met een twist uiteraard, want er is, net als op de rest van de plaat, een belangrijke rol weggelegd voor de ingenieuze toetsen van Jordan Rudess. Wie de man een beetje kent, weet echter dat we niet bang hoeven te zijn voor The Final Countdown-achtige taferelen. En al zou dat wel het geval zijn (quod non), dan nog zou de boel in evenwicht worden gehouden door het overtuigende gitaarwerk van John Petrucci, die zijn solo’s hier afwisselt met zware riffs. Het is mede door het herkenbare refrein dat aanmoedigt om je niet te laten tegenhouden door angst gelijk het meest vintage Dream Theater-nummer van de plaat.

Van tweede track Paralyzed is vooruitlopend op de release van het album recent al onderstaande video verschenen. Het gaat om een kernachtige song die aanvangt met een op het eerste gehoor al bekend klinkend metalriffje. De zang van Labrie blijft hier vaak in de wat lagere regionen zodat ze ook voor de niet-fan vermoedelijk ‘heel goed te verteren’ is. In het refrein wordt de zang zelfs wat vervormd, zodanig dat aan het einde zelfs even de gedachte aan Alice In Chains zich aandient. De show wordt echter gestolen door de fraaie solo van Petrucci die als weinig anderen de kunst verstaat om techniek te koppelen aan emotie.

Dacht u bij de beginriff van Paralyzed misschien al even aan de latere Metallica, dan zal dat bij het nog wat heftiger Fall Into The Light nog veel meer het geval zijn. Sterker nog, we herkennen zelfs wat passages die door het strakke drumwerk en de razendsnelle leads door de objectieve luisteraar als echte thrash zijn aan te merken. Maar afwisseling troef, want in hetzelfde nummer krijgen we melodieuze vocalen en een lange instrumentale passage waarin de gitarist en toetsenist van de band met fraaie melodieën nog eens laten horen dat er met hen nauwelijks te spotten valt.

Barstool Warrior is een wat afwijkende track. Beginnend als regelrechte prog, met zenuwachtige loopjes en patronen, verandert de song al snel in een weemoedige semi-ballad, welke in het middengedeelte een perfecte basis blijkt voor klassieke toetsenwerk en een prachtig lyrische solo van (opnieuw) Petrucci.

De riff bij aanvang van Room 137 doet industrial aan (Marilyn Manson anyone?), maar toen ik Jordan Rudess hiernaar vroeg, leek hij zich hier niet in te kunnen vinden. Hij verbrak zelfs de verbinding! Of er was echt een storing natuurlijk, maar toen de verbinding was hersteld, heb ik de vraag toch maar wijselijk gelaten voor wat zij was. Ook hier valt weer het lentefrisse geluid op in een overigens goede, maar voor het album niet essentiële track.

Meer body heeft, naar mijn bescheiden mening, S2N. Het is een van de drukkere songs op het album, waarin de band zich dan toch even echt laat gaan in proggy passages met jazzy, soms spacy solo’s om vervolgens toe te groeien naar wat heftigere riffs. Door de indringende sample die wordt gebruikt en de zang, heeft de track in de rustigere stukken zelfs af en toe een Empire (Queensryche) feel.

Langste track van het album en wel essentieel is At Wit’s End die iets meer dan negen minuten duurt. Zoals bekend is dat voor een langste track op een Dream Theater-album redelijk kort. We hoeven ons dan ook geen zorgen te maken of de band een nummer met een dergelijke duur wel interessant kan houden. Drukke passages met snelle toetsen en vele noten uit de gitaar worden afgewisseld met pakkende rustige stukken waarin de hoofdpersoon smeekt hem nu niet te verlaten. Midden in de song wordt de emotie ineens gebroken door een toffe (ik gebruik het woord gewoon) zware riff. In de finale jaagt Petrucci nog maar eens de nodige pathos door je boxen met werkelijk prachtige leads, die gitaarfreaks toch niet onberoerd kunnen laten.

Hier moeten we even van bijkomen en dat kan prima met Out Of Reach, een ballad die dus op het juiste moment komt. Mede door de tekst (“There’s something about this girl, some kind of magic”) en het feit dat Labrie hier met heel veel ‘lucht’ zingt, zal deze song niet voor iedereen zijn. Het gitaarwerk is echter weer prachtig.

Officiële afsluiter Pale Blue Dot is met zijn meer dan acht minuten de andere sterkhouder op het album. Het is een erg ritmegedreven track die soms zelfs wat djenty aandoet, maar onmiskenbaar Dream Theater is. Hier laat de band nog eenmaal zijn progdemonen los op een song die het gevoel dat onze aarde maar een minieme pixel is in “the grand scheme of things” recht moet doen. Een onmogelijke opgave uiteraard, maar dat neemt niet weg dat de band ons hier meeneemt op een mooie muzikale trip waar alles nog eens samenkomt.

Hierna geeft de band ons nog zijn, als ik het wel heb, eerste echte bonustrack (live nummers et cetera niet meegerekend). De vraag waarom dit nummer niet als regulier nummer wordt vermeld hebben we de heer Rudess niet hoeven stellen. Viper King is bijna pomprock met zijn zang-riff zang-riffstructuur en wijkt daarmee duidelijk af van de reguliere songs op het album. Het is een leuke aanvulling maar niet meer dan dat.

Het album als geheel laat echter een Dream Theater in volle glorie horen: gefocust, bij vlagen heavy, technisch en met veel aandacht voor de schoonheid van melodie.

Score:

87/100

Label:

Inside Out Music, 2019

Tracklisting:

  1. Unthetered Angel
  2. Paralyzed
  3. Fall Into The Light
  4. Barstool Warrior
  5. Room 137
  6. S2N
  7. At Wit’s End
  8. Out Of Reach
  9. Pale Blue Dot
  10. Viper King (Bonustrack)

Line-up:

  • James Labrie – Vocalen
  • John Petrucci – Gitaar
  • Jordan Rudess – Keyboard
  • John Myung – Basgitaar
  • Mike Mangini – Drums

Links: