Downcross – Hexapoda Triumph

Meer dan 40% van de insectensoorten op aarde wordt met uitsterven bedreigd (Sánchez-Bayo & Wyckhuys, 2019). De oorzaken? Verlies van habitat (door intensieve landbouw), pesticiden uit landbouwactiviteiten, invasieve soorten en klimaatsverandering. Stuk voor stuk terug te voeren naar menselijke activiteiten dus. Een ramp voor de natuur (veel insecten zijn essentieel als bestuivers en als voedselbronnen), maar ook voor het mensdom (bewuste woordkeuze) zelf. Onze eigen fouten kunnen/zullen zich ooit tegen ons keren. Het is een trieste realiteit, maar ook een metafoor voor alles wat misloopt in onze maatschappij: door ons stompzinnige ego-antropocentrisme beperken we de leefruimte/leefkansen van anderen, zowel mens als andere dieren. Zucht naar macht, zucht naar geld, narcisme, ijdelheid… Vraag het maar eens na in Oekraïne wat de gevolgen kunnen zijn van de machtswellust van één man. Maar de wraak zal zoet zijn, of zo verwachten we dat toch. De Russische bezetter komt hier niet mee weg, de mensheid gaat onherroepelijk tenonder, de insecten (Hexapoda in nauwe zin) zullen terugslaan en zegevieren. Realisme of een waanbeeld? Dat kan alleen de toekomst uitwijzen.

Is dit de essentie van dit album? Waarschijnlijk niet. Maar de titel en de schreeuwerige geel-met-zwarte albumcover stemmen tot nadenken. Dat het totaalbeeld achter dit album, ondanks de felle kleuren, helemaal niet vrolijk stemt, is echter wel een feit. Hexapoda Triumph is de apotheose van de dood, de triomf van het verval. Vraag het maar eens na in Oekraïne. Is dat land het insect dat vermorzeld zal worden onder de lederen laars van Rusland, of zal het zijn agressor koud maken met een angel die druipt van rechtvaardige revanche? Niemand die dat weet.

Ook ten noorden van Oekraïne, in Wit-Rusland, kan men niet voorspellen hoe dit conflict zal eindigen. Het land zelf zit er nochtans middenin. Maar Wit-Rusland is meer dan een pion in deze oorlog. Hier wordt namelijk ook (black) metal gesmeed. Als ik de heren van Downcross zo bekijk, gebeurt dat waarschijnlijk met brute kracht en blote vuisten. Net voor de start van de invasie brachten Dzmtr en Ldzmr hun vierde album uit. De twee heren hadden toen geen idee hoe actueel een nummer als Alphabeast Worldmurderer enkele weken later zou klinken.

Downcross, dat is een vijf op vijf voor mij. Vijf releases sinds 2019 (naast de vier albums ook nog één EP), en alle vijf heb ik ze mogen recenseren. En dat doe ik geenszins met tegenzin, want Downcross levert altijd kwaliteit af. Zo ook dit jaar. “Het is een opgedreven vorm van atmosferische black metal met een dodelijke testosteroninjectie, maar niet geheel verstoken van sentiment. Niet je doordeweekse beukmachine dus, maar een combinatie van kracht en passie.” Zo omschreef ik de muziek van deze band in mijn bespreking van hun vorige album To the Last Sunset at the Gates of Collapse, dat vorig jaar uitkwam. Duisternis en woede, maar evenwichtig gedoseerd. Downcross is ook een band met een standvastig, herkenbaar geluid: massief, solide, compromisloos, maar ook melodisch en diepzinnig. Een combinatie om duimen en vingers vanaf te likken, telkens weer.

Met Hexapoda Triumph krijgt de moorddadige duisternis voor het eerst een eigen gezicht, een eigen verhaal: dat van de insecten die de wereld veroveren. Letterlijk en/of figuurlijk? Ach, wat maakt het ook uit? Downcross laat altijd de muziek spreken, en daar gaat het uiteindelijk om. Dit is niet het soort band dat zich te vaak uitput in ellenlange sfeerstukken, maar meestal onmiddellijk to-the-point komt. Voor dit nieuwe album maken ze echter eens een uitzondering: het zijn de insecten zelf die hier het album mogen openen op Counter-Initiation, ondersteund door dreigende, infernale synths en de hese doodsreutel van Ldzmr, ergens in de verte.

Als Trumpets Salute the Demise of Death inzet, hoor je gewoon dat die intro er helemaal niet toe deed. Dzmtr en Ldzmr laten liever hun instrumenten en hun eigen stem horen in plaats van de insecten hun gezoem te gunnen. Zoals we van de band gewoon zijn overdonderen ze ons onmiddellijk met melodierijke tremolo-riffs in een ruw/rauw/razend/ruig jasje. Die riffs zijn soms vlijmscherp en vol melodie, soms potig (de riff op 2:41 lijkt bijvoorbeeld rechtstreeks van Rammsteins Herzeleid te komen) en soms atmosferisch, in de zin van bijvoorbeeld Mgła. Hier en daar hoor je ook wel wat hardrockinvloeden, waardoor de muziek met de beide voetjes netjes op de grond blijft staan. Af en toe komen alle elementen mooi samen in een uitbarsting van woede: dan gaat de snelheid wat omhoog, worden de cimbalen extra geteisterd en braken de gitaren hun ongefilterde duisternis uit. Toch zijn het wat mij betreft vooral de vocalen die het vuur hier aanwakkeren. Om dat te bekomen trekt Ldzmr alle registers en vooral zijn eigen veelzijdige keel open. Wat daar allemaal uitkomt is vooral heel bruut en beestachtig, op het extreme af: soms een hese krijs , soms diep en kelig, maar altijd indrukwekkend.

Downcross kiest veelal voor een mid-tempo aanpak en dus is deze opening zeker niet overdonderend. Het is steenhard en nuchter en getuigt vooral van vakmanschap en ervaring, maar flitsend was het niet. Hetzelfde geldt voor de start van Alphabeast Worldmurderer, die aan een doom-tempo voorbijkomt met enkele prachtige, atmosferische akkoorden. De rust is echter van korte duur, want al snel ontbindt Downcross zijn tonale duivels in aan maalstroom van stuwende tromroffels, dalende trapjesakkoorden en ijzig geschreeuw. Alphabeast Worldmurderer is best een chaotisch nummer, dat continu van snelheid, tempo, stijl en/of thema lijkt te wisselen. Vlijmscherp, potig, bedachtzaam, melodisch of atmosferisch: de contrasten zijn hier groot, maar op de één of andere manier slaagt Downcross er toch in om met al deze ingrediënten voor een onverwacht samenhangende smaaksensatie te zorgen. Gedurfd, ingewikkeld, maar zeker geslaagd. Persoonlijk ben ik vooral fan van de mid-tempo, melodische passages die aan Mgła doen denken, maar zoals gezegd: voor elk wat wils hier.

Ik had nog nooit gehoord van het woord “myroblys”. Mijn woordenboek ook niet trouwens. Deze term komt vermoedelijk van een Byzantijns-Grieks woord dat “stromend met mirre” betekent (mirre is een helende olie). Where Spheres Myroblys with Pus heeft geen helende krachten, wel integendeel, maar de smerigheid stroomt er wel uit als etter uit een wonde (en zo is dat ook bedoeld hier). Deze keer is er wél heel wat herhaling in het nummer te horen en de nadruk ligt hier vooral op het gitaarwerk, dat heel wat pit én melodie bevat. Downcross is al zeker sinds 2019 een betrouwbare en productieve leverancier van degelijke en aangenaam in het gehoor liggende riffs, en dat blijft ook anno 2022 hun voornaamste troef. De wisselwerking tussen de verschillende gitaarlagen is wat dit nummer voortdrijft: het doet qua tonaliteit en gitaartechniek soms wat denken aan Melechesh. Where Spheres Myroblys with Pus vergt wel wat van de luisteraar: het is een energierijk en nerveus nummer, waarin zowel de leadgitaar als de vocalen het regelmatig (letterlijk) uitgillen. Geen hapklare brok, maar een opgave en een uitdaging.

Op het titelnummer komen de insecten terug, samen met orgelklanken en allerlei occulte geluiden (is het zang?), een combinatie die me wat doet denken aan de akelige soundtrack van de sublieme Netflix-serie Archive 81. Geen metal hier dus, maar alleszins een geslaagd intermezzo. Dit soort instrumentale tussenwerpingen is nieuw voor Downcross, maar het heeft hier zeker zijn meerwaarde.

Hexapoda Triumph is een meer dan degelijk album geworden, maar kent eigenlijk te weinig hoogtepunten om het niveau van To the Last Sunset at the Gates of Collapse te halen. Op dit nieuwe album slagen de riffs er namelijk minder in om de luisteraar vast te grijpen en mee te slepen. Er wordt over het algemeen iets teveel gemikt op chaos, bruutheid en agressie, waardoor het gitaarwerk minder de kans krijgt om zijn atmosferische karakter (dat er van bij het begin wel al inzat) te ontwikkelen. Op het einde van Fist of Hubris en in het middenstuk van Verity is Mirrored by Madness horen we dit bijvoorbeeld wel weer een beetje terugkomen, maar het is telkens net te kort om te blijven hangen. Ondanks de vele tempowissels die er ontegensprekelijk zijn, blijven de meeste nummers toch teveel in de snelheid hangen. Veel afwisseling binnen elk nummer dus, maar veel minder tussen de tracks, en dat is een tweede minpuntje. Het vocale arsenaal van Ldzmr is dan wel weer aangevuld in vergelijking met voorgaande releases, waardoor hij als zanger completer is dan de meeste van zijn blackmetalcollega’s.

Ik denk dat het veelzeggend is dat ik bij het vorige album al vond dat twee instrumentale stukken wat teveel van het goede was, terwijl ik de sfeervolle intermezzo’s op Hexapoda Triumph eerder een welkome verademing vind. Downcross kiest op zijn nieuwste telg voor een hardere aanpak en daarmee zullen ze mogelijks enkele zieltjes winnen, maar er ook een paar verliezen. Die zieltjes die genoten van heerlijk meeslepende atmosblacknummers als To the Last Sunset at the Gates of Collapse laten deze laatste beter links liggen. Liefhebbers van monstervocalen en veel onrust moeten hem echter zeker een kans geven. Hoewel het subjectief gezien zeker niet mijn persoonlijke favoriet is geworden, kan ik echter objectief enkel vaststellen dat het technisch allemaal (en dan vooral riffs en vocalen) prima in elkaar steekt. Samengevat: technisch top, maar qua gevoel is dit op zich geen topper.

Score:

75/100

Label:

Cavum Atrum Rex, 2022

Tracklisting:

  1. Counter-Initiation
  2. Trumpets Salute the Demise of Death
  3. Alphabeast Worldmurderer
  4. Where Spheres Myroblys with Pus
  5. Hexapoda Triumph
  6. Fist of Hubris
  7. Verity is Mirrored by Madness
  8. Invariant Fall of the Doomed
  9. Hypnosuggestion

Line-up:

  • Dzmtr – Gitaar
  • Ldzmr – Drums, stem

Links: