De wolf is terug! Niet alleen in Nederland maar ook op de hoes van het nieuwe album van Death Angel. Of het eerste goed is voor de natuur laat ik graag aan de experts over, maar bij het tweede had ik toch een lichte bedenking. De vorige twee ‘wolvenalbums’ van de band brachten weliswaar verbeten kwaliteitsthrash, maar waren wel wat eendimensionaal. Een term waar Death Angel zich normaal gesproken, als één van de meer avontuurlijke thrashbands, verre van houdt. De wolvenhoezen komen in huize Hoogkamer dan ook niet zo vaak uit de platenkast als de andere albums van Death Angel. Het laatste album bijvoorbeeld welk getooid is met een mot met een doodshoofd (waarom ook niet?) vind ik persoonlijk lekkerder wegluisteren. Vanwege de afwisseling, maar ook omdat daar met de ‘eigen mottensong’ The Moth een nummer op staat dat wat mij betreft nog jaren de setlist van de band mag sieren.
Waarom deze lange introductie? Eenvoudig, omdat Humanicide klinkt als een geslaagde kruising van de agressie op beide wolvenplaten met de afwisseling en melodie van (het begin van) de laatste plaat. Bij momenten komt de plaat zelfs dicht in de buurt van het vooralsnog onaantastbare The Art Of Dying, naar mijn mening de beste plaat die de band na de reünie in 2001 uitbracht. U wilt nog wel wat meer informatie? Nou vooruit dan.
In de tweede track is het vooral Osegueda die zijn demonen nog maar eens loslaat. Over ziedende thrash spuugt hij ons schuimbekkend toe: ‘I can’t stop the screaming’, aldus ongewild de vraag beantwoordend die we ons bij het beluisteren van The Dream Calls For Blood of de daarop volgende live-plaat The Bay Calls For Blood weleens stelden. In Divine Defector werkt deze aanpak echter prima, simpelweg omdat de muziek vraagt om grenzeloos woedende zang. Ook horen we hier heel goed het uitstekende samenspel tussen drummer, bassist en gitaristen waarbij alle partijen door het knisperheldere geluid goed uit de verf komen.
Deze eerste twee tracks vinden verder op het album soortgenoten in thrashgranaten als I Came For Blood en Alive And Screaming. Maar ik beloofde afwisseling. Deze komt van tracks als Agressor. In dit nummer wordt na een vlammende start de agressie waaraan de titel refereert gek genoeg juist wat terug genomen. Over een eerder midtempo riff zet Osegueda zijn bekende rapzang in om zijn boodschap over te brengen. Een uiterst effectief middel, net als de met Cavestany ingebrulde gangvocals in het refrein. Diezelfde Cavestany voegt overigens ook een fraaie melodieuze solo toe. Dit alles maakt de track misschien niet de snelste, maar wel heel pakkend. Zodanig zelfs dat het nummer tegen de tijd dat de band de zomerfestivals weer eens aandoet van mij zijn weg gevonden mag hebben naar de setlist.
Eén van de beste tracks op het album is afsluiter Of Rats And Men. Het is een vrijwel perfecte mix van agressie en melodie en daarmee een goede samenvatting van het album. Mooi is de wijze waarop (onder meer met samples) wordt opgebouwd naar het woedende ‘Another rat is caught!’. Hier blijkt maar weer eens dat we met een zeer ervaren band van doen hebben, want met een dergelijk sterke song aan het einde wordt het wel heel lastig om niet nog eens op play te drukken.
Benoemen we ten slotte toch nog even The Pack, een thrashy nummer dat met zijn gangvocalen geschreven lijkt om live gespeeld én meegeschreeuwd te worden. Het heeft de setlist dan ook al gehaald. ‘Loyal to the core!’ is de boodschap. Dat is toch wel het minste wat je kunt zeggen van een band die – vijfendertig jaar nadat de bekendste leden als (pre)pubers hun eerste demo’s opnamen – met zo’n knaller van een thrashalbum komt. Dit is hoe mainstream thrash in deze tijd hoort te klinken.
Score:
88/100
Label:
Nuclear Blast, 2019
Tracklisting:
- Humanicide
- Divine Defector
- Agressor
- I Came For Blood
- Immortal Behated
- Alive And Screaming
- The Pack
- Ghost Of Me
- Revelation Song
- Of Rats And Men
Line-up:
- Mark Osegueda – Vocalen
- Rob Cavestany – Gitaar
- Ted Aguilar – Gitaar
- Damien Sisson – Basgitaar
- Will Carrol – Drums
Links: