Dark Fortress – Spectres from the Old World

Spectres from the Old World is album nummer acht van de Duitse blackmetalgrootheid Dark Fortress. De vorige zeven waren stuk voor stuk monumentaal en relevant voor het genre, elk op zijn eigen manier weliswaar. Een album van Dark Fortress is overigens elke keer weer een fascinerende ontdekkingsreis: van het frisse en complexloze Tales from Eternal Dusk (2001), over het bombast van Eidolon (2008) tot het meer afwisselende en onvoorspelbare Venereal Dawn (2014).

Dark Fortress is doorheen zijn bestaansgeschiedenis absoluut een solide constructie gebleken, met de regelmaat van de klok een nieuw pareltje afleverend waar altijd een meerwaarde in te vinden was. Die regelmaat van de klok vertraagt misschien de laatste jaren wel wat (vier jaar tussen Ylem en Venereal Dawn en maar liefst zes jaar tussen dat laatste album en Spectres from the Old World), maar Dark Fortress blijft steevast gegarandeerde kwaliteit brengen. De lange periode van inactiviteit is overigens te wijten aan het grote aantal andere bands en projecten waar de verschillende bandleden in betrokken zijn: gitarist V. Santura is bijvoorbeeld ook actief bij Tryptikon, keyboardspeler Phenex (een Nederlander overigens!) is live muzikant bij Satyricon en The Ruins of Beverast, en zanger Morean (die in Rotterdam woont en perfect Nederlands spreekt, dit ter info) spendeert veel tijd aan het componeren van klassieke muziek.

Wat deze Duitsers zeer tot eer strekt, is dat ze niet rigide blijven hangen bij gewezen successen. Hun muziek evolueert met elk album, in die mate zelfs dat er een heel spectrum aan blackmetaloriginaliteit te vinden is in de dertien jaar tussen Tales from Eternal Dusk en Venereal Dawn, zowel muzikaal als conceptueel. Toegegeven: ik ben toch nog steeds vooral fan van het oudste werk. De eerste twee albums benaderen mijns inziens de blackmetalperfectie (van de oude school), maar dat is persoonlijke smaak natuurlijk. Anderzijds tonen deze twee eerste releases maar één kant van Dark Fortress: het is namelijk de totaliteit van de discografie in al zijn veelzijdigheid die de band zo fenomenaal en uniek maakt.

Nu is er dus Spectres from the Old World, een bijzonder veelzijdig album met een bijzonder uitgebreide handleiding. In die mate zelfs dat je in zekere zin van een conceptalbum kan spreken, dat verder gaat waar Venereal Dawn eindigde. Letterlijk. Na de transformatie van de protagonist van het vorige album tot een wezen van puur licht (On Fever’s Wings), reïncarneert het nu in een microscopische entiteit van pure energie en zonder massa (maar ja, E = mc² uiteraard…) die de kosmos in al zijn facetten observeert. Een zeer ruim thema dus, dat de band de ruimte geeft om daarbinnen een heel spectrum aan deelaspecten te belichten. Vandaar de titel. Voor elk nummer heeft de band een uitgebreide handleiding geschreven waarin de verschillende topics worden uitgelegd: van theoretische fysica (o.a. snaartheorie en de wetten van de thermodynamica) tot filosofische beschouwingen over de nietigheid van het bestaan en de hoogmoed van de mens en zijn god(en). Een filosofisch en intellectueel album dus, en het is zeker een aanrader om de (vrij complexe) lyrics er even bij te nemen tijdens het luisteren.

Originaliteit, creativiteit, durf, sfeercreatie en een stevige scheut brutaliteit zijn al jaren de succesingrediënten van Dark Fortress. En dat is op Spectres from the Old World gelukkig niet anders. Na zes jaar wachten heeft de band duidelijk geen boodschap aan nog meer aarzeling, en dus opent  de korte intro Nascence (“geboorte” – passende titel dus) onmiddellijk met het nodige drum- en gitaargeweld. Onwillekeurig hoor ik mezelf bij de allereerste spectrale eruptie uitroepen: “Curse You All Men!”. Nee, het is niet helemaal hetzelfde als de opening van deze Emperor-klassieker, maar je wordt toch eventjes bewust teruggeworpen naar 1999. Verder lijkt Nascence te aarzelen tussen atmosferische terughoudendheid en een complete uitbarsting. De discontinuïteit van dit nummer is als een sputterende motor, vol verlangen om van start te gaan. En net wanneer je denkt dat het stilvalt, gaat Nascence naadloos over in Coalescence, dat als een stormram over je heen dendert. Coalescence betekent “samenvloeiing”. Eigenlijk bouwt dit inhoudelijk verder op Nascence, want de geboorte van het heelal (“And thus begins the existence of existence”) en de thermodynamische wetmatigheden daarvan staan hier centraal: van Plancktijd tot de tweede wet van de thermodynamica (alles streeft naar maximale entropie of chaos), een populair thema bij de iets meer intellectuele metalformaties:

“The nascent coalescence. The second law creates it all”.

Terug naar de muziek nu: Coalescence heeft de punch en de drive die een openingsnummer de kracht geven om de trommelvliezen op te warmen en de luisteraar het album in te zuigen. Veel dynamiek dus, maar zonder platvloers te gaan klinken. Naarmate het nummer vordert en de compositie tot volle wasdom komt (vooral na de lange en zeer geslaagde solo), ontstaat er een soort spontane apotheose, een opwindend orgelpunt, een muzikale samenvloeiing (jawel!) die uitmondt in een machtige maalstroom van epische proporties. Een eerste hoogtepunt op Spectres from the Old World. En geloof me vrij: er zijn meer dan genoeg hoogtepunten te vinden op dit album.

Het daar op volgende The Spider in The Web (over de protagonist als observator in het web van kosmische materie in het universum) is een muzikale kameleon die black ’n roll combineert met melancholisch solowerk en scheurende heavy metal gitaren. Het is echter vooral de zeer duistere cadans op het einde die dit nummer naar een hoger niveau tilt.

Het volgende hoogtepunt dan maar? Het titelnummer Spectres from the Old World staat als een huis. Of als een fort, zo u wil. Het is een wisselwerking tussen Dimmu Borgir-stijl symfonische black en de hardvochtige en doodse agressie van blackened death. Dit is één van de snelste en hardste tracks van het album: een stroomversnelling die je meesleept doorheen verschillende passages (verschillende melodieën, verschillende ritmes en tempo’s) die over je heen wervelen en gradueel opbouwen tot ze convergeren in een catharsis van heerlijk smerige grandeur. De tracktitel wordt regelmatig herhaald en fungeert hier duidelijk telkens als ankerpunt. Meebrullen maar dus!

Het volgende hoogtepunt dan maar? Op Pali Aike neemt Dark Fortress ons mee naar het koude Patagonië. Pali Aike (letterlijk: “woonplaats van de duivels”) is namelijk een Chileens nationaal park (en dus geen hindoeïstische demon of zo), gelegen in de Tierra del Fuego: het uiterste zuiden van het Zuid-Amerikaanse continent. Het nummer beschrijft hoe zanger Morean deze plaats percipieerde wanneer hij hier doorheen trok: een beschrijving van een desolaat landschap waar de dood tastbaar aanwezig is. Het barre landschap van de Tierra del Fuego fungeert hier als een soort tabula rasa, een maagdelijke propere lei van buitenaardse schoonheid, onbezoedeld door de mens. Ook hierin ligt de betekenis van Pali Aike.

Pali Aike wordt gedragen door een cadans, een soort basso continuo dat het grootste deel van het nummer als een log beest door je gehoorgang drentelt. Het zal je als luisteraar van dit album ondertussen stilaan opgevallen zijn dat het creatieve gitaarwerk op Spectres from the Old World van een bijzonder hoog niveau is. De band geeft hierover nog mee dat een groot deel van de riffs zeer organisch ontstonden, tijdens een periode van spontane inspiratie. Op het monumentale en opvallend catchy Pali Aike hoor je niet enkel instrumentale, maar ook veel vocale variatie. Het Chileense maanlandschap krijgt hier gestalte in spookachtige synthgeluiden. Opnieuw een zeer krachtige en meeslepende compositie.

“Pali Aike. Home of the devils.”

Pazuzu, een stevige dosis complexloze black ‘n roll met een occult kantje, is een aanklacht tegen de destructieve misdaden van de mens tegen de natuur. Het sluit het eerste deel van Spectres from the Old World af, zowel chronologisch (de eerste zes nummers werden allemaal na elkaar geschreven, waarna er een hiaat van maar liefst twee jaar volgde) als stilistisch. Volgens V. Santura wil Dark Fortress op het tweede deel namelijk zijn grenzen verleggen en tegelijkertijd meer gaan experimenteren met de grenzen van black metal.

En inderdaad, je merkt dat het zevende nummer, Isa, qua algemene sfeer duidelijk afwijkt van wat we daarvoor hebben gehoord. Na Pazuzu wordt het als het ware plotseling zwart voor onze ogen. Of eerder wit: verblind door sneeuw en ijs. Isa staat namelijk voor ijs en de drijvende kracht ervan voor de processen op onze aarde. Wat een duister, verdoemd, koortsachtig (maar dan met koude rillingen) nummer is dit zeg! Een zwaarmoedig maar tegelijk zeer sfeervol stukje mystieke pracht. Vooral de wisselwerking tussen de ruwe grauw van Morean en de smekende zang waarmee deze op een bepaald moment (“As all the worlds will succumb to the cold”) versmelt, gevolgd door een prachtige solo, zorgt bij mij voor kippenvel. Ja, dit is toch wel een nieuw hoogtepunt.

Het volgende hoogtepunt dan maar? De mensheid vernietigt zijn eigen leefwereld, en in zijn arrogantie neemt hij de leefwereld van ontelbare andere levende wezens mee in zijn val. Klimaatsverandering, habitatvernietiging en biodiversiteitsverlies zijn de grote bedreigingen van onze tijd. Wanneer de mensheid en zijn constructies progressief verbrokkelen, zal de planeet herleven. Dat is de centrale boodschap van Pulling at Threads. Apocalyptisch, zowel inhoudelijk als muzikaal, want Dark Fortress gaat hier compleet volle gas! De mensheid moet tot de laatste morzel vernietigd worden! Van Wataineske blastbeaterupties over Dimmu Borgir-stijl grandeur (inclusief progressief klinkende cleane vocalen!) tot thrashy killerritmes: VET! In hoofdletters, jawel! (en met veel uitroeptekens, dat ook)

Dat Dark Fortress in het tweede deel van het album durft te experimenteren is vooral duidelijk op In Deepest Time, dat een heel progressieve sound heeft. Bij momenten hoor ik Borknagar en Enslaved passeren, maar evengoed klinkt er een duistere old-school vibe doorheen. Het zijn hier vooral de cleane passages die bijblijven.

Na de bijzonder geslaagde en sfeervolle Blut Aus Nord-achtige interlude Penrose Procession zijn we aanbeland bij het einde van dit kolossale album. Twaalf nummers maar liefst: Dark Fortress had duidelijk een heel lang verhaal te vertellen. En ja beste lezer: ik dus ook.

De mensheid is vernietigd, de kosmos is dood. Het verhaal is verteld en alles is gezegd. Swan Song is de zwanenzang van Spectres from the Old World en heeft niet zo veel nieuws meer te vertellen. Dit nummer leunt dicht aan bij Pulling at Threads en In Deepest Time en dezelfde elementen komen hier nog eens terug. De opzwepende, bijna militaristische cadans halverwege het nummer is echter wel het vermelden waard.

Het sinistere en fatalistische klokkengelui van Nox Irae betekent het échte einde van Spectres from the Old World en het is even bekomen. We zijn een uurtje verder maar het lijkt alsof Dark Fortress je heeft meegenomen in de eeuwigheid. Er gebeurt zoveel in dat uur dat het een overweldigende ervaring is. Zeker als je de moeite neemt om het verhaal mee te volgen en de teksten er bij te nemen.

De titel van dit album kon gewoon niet beter gekozen zijn. Spectres from the Old World biedt ons effectief een spectrum aan indrukken en emoties. Een twaalfgangenmenu vol muzikale lekkernijen, gemaakt met de meest uiteenlopende ingrediënten. En zonder indigestie achteraf. Een album vol hoogtepunten ook, zoals u wel zal gemerkt hebben. Vandaar ook dat ik het een hoog punt geef.

Dit is gegarandeerd luisterplezier voor alle blackmetalliefhebbers: van oldschooladepten over symfonische synthfanaten tot meer progressief gestemde zielen. Gezien de veelzijdigheid van het album is het onmogelijk om Spectres from the Old World op basis van één nummer aan u voor te stellen, maar het hierboven beluisterbare Pulling at Threads is zonder meer een uitstekende start.

Ik acht de kans groot dat we deze aan het einde van het jaar ergens in de top tien van onze jaarlijst zullen terugvinden. In de mijne staat hij alvast helemaal bovenaan. Uitmuntend album!

Score:

92/100

Label:

Century Media Records, 2020

Tracklisting:

  1. Nascence
  2. Coalescence
  3. The Spider in the Web
  4. Spectres from the Old World
  5. Pali Aike
  6. Pazuzu
  7. Isa
  8. Pulling at Threads
  9. In Deepest Time
  10. Penrose Procession
  11. Swan Song
  12. Nox Irae

Line-up:

  • Morean – Stem
  • Asvargr – Gitaar
  • V. Santura – Gitaar
  • Phenex – Keyboards
  • Seraph – Drums

Links: