Argenthorns – The Ravening

Een mijlpaal in mijn carrière als recensent bij Zware Metalen. Dit is namelijk mijn honderdvijftigste albumrecensie en speciaal daarvoor heb ik een plaatje gekozen dat voor de volle 100% mijn muzikale voorkeuren belichaamt, of dat volgens de promo toch zou moeten doen. The Ravening kondigt zich namelijk aan als een symbiose tussen persoonlijke favorieten als Bal-Sagoth (en bij uitbreiding Kull), Limbonic Art en Dimmu Borgir. Een bloemlezing doorheen een kleine dertig jaar symfonische black metal, een ode aan de oude goden van die tijd, aan fantasy, aan magie en epische grandeur in overdaad. Maar met een eigen twist.

Dat u Argenthorns (nog) niet kent is heel normaal. The Ravening is namelijk het debuutalbum van deze Finse eenmansband. Het meesterbrein achter Argenthorns is Mason Rofocale, alter ego van Juuso Peltola, die pas in 2014 zijn eerste stappen in de metalwereld zette (bij de mij onbekende heavy/doommetalband Musta Risti) en negen jaar later al met een volledig zelfstandig uitgewerkt album op de proppen komt. Hij vond zelfs het grote Italiaanse label Avantgarde Music bereid om het uit te brengen. Dat vind ik op zich eigenlijk al behoorlijk indrukwekkend. Een beetje rondneuzen op The Metal Archives leert me dat de heer Peltola zowel bezige bij is als een muzikale duizendpoot: hij speelt niet alleen gitaar, basgitaar én keyboards, hij verzorgt ook nog eens de vocalen bij verschillende bands en trad zelfs al op als producent. Een veelzijdig man dus.

Van alle invloeden die Mason Rofocale heeft opgenomen in dit werk, is Bal-Sagoth veruit de belangrijkste. Dat merk je niet alleen aan de muziek, maar ook in het promotekstje dat Avantgarde Music heeft meegeleverd. Dat start namelijk met “Gone are the days of high adventure”, een directe verwijzing naar Conan The Barbarian, naar fantasy en comics. En net omwille daarvan ook naar Bal-Sagoth. Ook de archaïsche, over-the-top manier van schrijven (en het daarbijhorende complex woordgebruik) verwijst rechtstreeks naar de stijl en culturele erfenis van deze band.

Uiteraard zou het jammer zijn indien Argenthorns enkel als copycat zou optreden. Dat is ondanks de vele gelijkenissen gelukkig niet het geval. Met de korte intro Hänen Salissaan Kastoimme Unenhoureet Vereen (“In zijn zaal doopten we de slaaphoeren in bloed”) bewijst Mason Rofocale bijvoorbeeld meteen dat hij een begenadigd componist is van klassieke muziek. Uiteraard komt dit allemaal uit een doosje (zoals dat bij vrijwel elke andere symfonische blackmetalrelease het geval is), maar het klinkt hier net iets authentieker. Minder filmisch, meer traditioneel klassiek, met een hoofdrol voor de piano. Het album bevat trouwens twee klassieke stukken, de intro en de outro, en enkel deze twee tracks hebben een Finse titel. Het afsluitende Elpyminen (“Herstel”) maakt vooral gebruik van koor, strijkers en houtblazers, maar heeft opnieuw dat authentieke klassiekemuziekgevoel. Van deze twee tracks is de outro trouwens veruit de sterkste, vooral dan in het tot leven brengen van een dromerige sfeer en bijhorende emoties. Ik krijg er telkens weer kippenvel van (toegegeven, ik ben hier ook echt wel gevoelig aan). Prachtig!

Maar dit is een webplek voor metalliefhebbers, en dus bent u misschien nog iets meer geïnteresseerd in de nummers die daartussen liggen. Zoals The Manor of the Demon Duke, dat behoorlijk episch start met Turisas-stijl heroïsche heavymetalriffs, overgoten met een heerlijk gorgelende krijs, waarbij ook nog twee stemmen worden samengesmolten om een nog dramatischer effect te bekomen. Die tweede stem komt even later als diepere vertelstem terug, een techniek die we maar al te goed kennen van (jawel) Bal-Sagoth. Net daarvoor putte Argenthorns nog even wat inspiratie uit klassieke, melodieuze Dissection-riffs. Qua energie zit het helemaal goed: gezwind worden de gitaren en drums in een verbeten, zinderende strijd geworpen. Na een minuutje is het al Bal-Sagoth wat de klok slaat, en ja, daar word ik oprecht heel blij van. En laat ik van u hetzelfde hopen. Dezelfde huppelende, stuwende ritmes, dezelfde nerveuze riffs (met die typische “gilletjes” ertussendoor) en dezelfde vocale (gesproken woord) inbreng. Mooi op dat randje van het carnavaleske, maar er net niet over. De Bal-Sagoth fans zullen hier zeker van smullen. Een kort clavecimbeltussendoortje brengt ons naar de volgende fase in dit muzikale epos, dat nog wat extra olie op het al hoog oplaaiende vuur gooit. Er wordt gegoocheld met verschillende ritmes (mooi ook hoe de stem dat ritme even doorbreekt), bombastische koorzang, beukende riffcadansen en naar het einde toe spookachtige, hoge synthslierten. Alles wordt in het werk gesteld om die fantasy-blacksfeer van weleer opnieuw op te roepen. En dat doel wordt absoluut bereikt. Zelfs de lyrics hebben dezelfde tekststructuur als die van Bal-Sagoth en Kull, met een introducerende alinea, aanduiding van de verschillende personages, een gecompliceerd vocabularium en hier en daar wat Latijn.

De vurige energie van The Manor of the Demon Duke zet zich onverminderd, zo niet nog heviger, door op In the Hoary Shadows of the Blighted Gardens. Mijn eerste bedenking toen ik de titel van dit nummer las: niemand, behalve Bal-Sagoth, gebruikt ooit het woord “hoary” (letterlijk: grijs, trouwens). En dus ja, diezelfde stijl wordt ook hier opnieuw gehanteerd. Bij het begin tenminste, want al snel komen we in meer traditioneel (symfonisch) blackmetalwater, en toont Argenthorns ook eindelijk zijn eigen smoelwerk (en niet dat van een andere band). En dat smoelwerk, dat lijkt meer op een eigen interpretatie van het muzikale liefdeskind van Dimmu Borgir en Emperor, met hier en daar wel een vleugje Kull. Kull dus, en niet Bal-Sagoth, want dit klinkt rauwer en minder gepolijst dan laatstgenoemde band (met uitzondering van het debuut A Black Moon Broods over Lemuria, waar Kull veel inspiratie heeft gehaald). We horen achter het drukke en snelle drumwerk (waarbij de basdrums veelvuldig aan bod komen) en de scherpe en wervelend aaneengeschakelde riffs een overvloed aan piano-achtige keyboards, wat vooral herinneringen oproept aan Enthrone Darkness Triumphant en werk van Limbonic Art. De voortreffelijk gecomponeerde, meerlagige melodische leads die we aan het einde van het nummer te horen krijgen wijken daar dan wel vanaf, maar vormen mijns inziens toch het sterkste element in dit nummer.

Zoals de titel al verraadt, bestaat I Incursion II A Procession of Spectres uit twee delen, die  behoorlijk van elkaar verschillen. Het eerste en langste deel vermengt nogmaals de waanzin van Bal-Sagoth met de kristallen fantasiewereld van Limbonic Art, maar doet er (naast vooral veel gesproken woord) nu ook nog even een schepje heavy metal bovenop, waarbij stem en gitaar wedijveren om de meest doordringende gil. Het contrast tussen het gebeuk van Incursion en de dromerige diepgang van het reflectieve A Procession of Spectres is enorm. Dit tweede deel, dat duidelijk inspiratie heeft geput uit doom metal, is een juweeltje qua sfeerschepping, intrinsieke emoties en beklijvende melodielijnen en wat mij betreft één van de hoogtepunten van The Ravening.

Argenthorns toont ons op elke track weer een nieuw aspect van zijn kunnen. Op Malefic Chronicle zijn dat wel heel veel elementen samen, want hier krijgen we na een diepzinnige solo bijvoorbeeld eventjes wat Mgła-stijl tremolo picking te horen, weliswaar met toevoeging van strijkers: een zeer geslaagde combinatie als je het mij vraagt. Melodische en symfonische black metal wisselen elkaar vervolgens af, maar de meest opvallende passage op Malefic Chronicle is een stuk dat nog het best kan omschreven worden als een legering van power metal en symfonische viking metal, die vooral doet denken aan Thyrfing. De vocalen zijn hier voornamelijk van het gekrijste soort, afgewisseld met het ondertussen onvermijdelijke gesproken woord.

De hoogtepunten stapelen zich stilaan op bij het beluisteren van dit The Ravening. Wings of Psychomachia is één van de langste tracks op dit album en geeft Argenthorns zo nog meer tijd om in één nummer verschillende facetten van zijn stijl te verkennen. Het heeft dan ook enorm veel te bieden. Waar A Procession of Spectres me vooral aansprak omwille van de sfeer en emoties die werden opgeroepen, overdondert Wings of Psychomachia vooral door zijn muzikale kwaliteiten en indrukwekkend bombast. Na een lange akoestische intro leidt een groots Scandinavisch tremolo met donderende ondertonen een op oude Emperor-geïnspireerd stukje heerlijke black metal in, dat echter al gauw een onvervalst Limbonic Art-thema in een betoverend Limbonic Art-jasje prijsgeeft. Een thema dat de rode draad vormt die zich doorheen en rondom dit nummer spint. De demonisch vervormde stem die hierover gedrapeerd wordt maakt het fantasyplaatje compleet. Een nostalgisch muzikaal stapje terug in de tijd: gewoon genieten geblazen!

Zoals reeds gezegd: elk nummer heeft de luisteraar iets extra te bieden. De muzikale thema’s die het langst blijven hangen vinden we bijvoorbeeld terug op de voorlaatste track: The Grand Hallowing of the Tyrant. De verschillende riffs en melodieën blijven elkaar in een rotvaart opvolgen, er wordt gejongleerd met ritmewissels en intensiteit, maar ook met verschillende muziekstijlen (synth-ambient, heavy en thrash metal, speelse symfonische black met hier en daar frivole uitstapjes à la Bal-Sagoth, maar ook Melechesh-stijl black metal propvol energie). Uiteindelijk komt het meest beklijvende thema, namelijk datgene waarmee het nummer begon, op het einde terug. Het is alsof Mason Rofocale aan het einde van dit album nog even wil meegeven: “Kijk eens, ik had nog enkele tientallen geniale ideeën klaarliggen en die prop ik dan toch maar gewoon in één nummer.” Door de symmetrie van het nummer en de veelheid aan creatieve ideeën is The Grand Hallowing of the Tyrant alleszins wel het meest complete nummer op dit album, en misschien ook gewoon het allerbeste. Beluister het hierboven eens.

Een album dat uitpuilt van de hoogtepunten en creatieve ideeën, dat verdient een plaatsje in je platenkast. Zeker als je van symfonische black metal met een fantasytwist houdt. Ja, er is heel wat inspiratie gehaald bij diverse bands binnen (en buiten) dit genre, maar dat is eigenlijk nergens storend. Die referenties geven je als luisteraar vooral een gevoel van herkenbaarheid en dat vind ik dan eerder positief dan negatief. Het album ligt van begin tot einde geweldig goed in het gehoor door een heldere en uitgebalanceerde productie. Ook qua instrumenthantering en veelzijdigheid in het vocale compartiment kan deze band wedijveren met zijn grote idolen. De synths staan iets minder hard in de mix dan bij Bal-Sagoth, en dat is dan even wennen als je de vergelijking gaat maken (en dat doe je uiteindelijk, zelfs onbewust), maar net door die verschillen kan Argenthorns zijn eigen identiteit gaan ontwikkelen. Kortom: eentje voor mijn jaarlijst. Of dat bij jou ook het geval is, hangt uiteraard af van je stijlvoorkeuren, maar het valt niet te ontkennen dat dit album technisch prima in elkaar zit. Heel blij met deze ontdekking! Al was Avantgarde Music me duidelijk voor…

Score:

92/100

Label:

Avantgarde Music, 2023

Tracklisting:

  1. Hänen Salissaan Kastoimme Unenhoureet Vereen
  2. The Manor of the Demon Duke
  3. In the Hoary Shadows of the Blighted Gardens
  4. I: Incursion II: A Procession of Spectres
  5. Malefic Chronicle
  6. Wings of Psychomachia
  7. The Grand Hallowing of the Tyrant
  8. Elpyminen

Line-up:

  • Mason Rofocale – Zang, Gitaar, Basgitaar
  • Revenant Strigoi – Drums

Links: