Het Zweedse Arckanum timmert ondertussen maar liefst 27 jaar aan de duistere weg van de heidense/satanistische/antikosmische black metal. De band is het geesteskind van Shamaatae, de duivel(-doet-al) met het trollenmasker. Ik vraag me nog steeds af of het toeval is dat twee blackmetaliconen in hetzelfde jaar (1992) besloten hebben om als trol door het leven te gaan, te weten eentje in Noorwegen (Mortiis) en eentje in Zweden (Shamaatae). Trollen zijn uiteraard al sinds mensenheugenis onlosmakelijk verbonden met Scandinavische folklore en mythologie. Ze zijn een symbool van kracht en kwaadaardigheid, maar staan ook wel voor het verlangen naar het behoud van tradities en de eigen nationale identiteit (een denkbeeld dat ik ooit gehoord heb van de heren van Finntroll, en waar ik de logica wel van kan inzien). In het geval van Arckanum is dat pagan element zeker aanwezig gebleven doorheen de jaren, al is in het latere werk de symboliek van de wolf een stuk belangrijker geworden dan dat van de trol. Beide heren zijn het trollenmasker ondertussen wat ontgroeid, maar staan nog steeds garant voor Scandinavische topkwaliteit, hetzij binnen de ambient/industrial muziek (Mortiis) of binnen de black metal (Shamaatae).
De muziek van Arckanum heeft doorheen de jaren best wel een behoorlijke transformatie ondergaan. Er is dan ook al een lang parcours afgelegd. Je kan de discografie van Arckanum ruwweg in twee delen opsplitsen. De demo’s en eerste drie albums (Fran Marder, Kostogher en Kampen) werden uitgebracht tussen 1992 en 1998. Fran Marder (1995) is eigenlijk het enige album dat perfect past binnen het plaatje van de ongecompliceerde old school Scandinavische black metal van die tijd. De volgende twee releases weken hier al wat van af door de nadruk meer te leggen op de afwisseling tussen schreeuwerige en cleane vocalen, de snelheid wat op te voeren en ook melancholische, atmosferische stukken en viool aan de muziek toe te voegen. Arckanum klonk na Fran Marder steeds harder en woester, en op Kampen (1998) kwamen zelfs wat thrash- en deathmetalinvloeden bovendrijven. Na Kampen werd het dan stil rond Shamaatae, tot hij in 2008 terugkwam met Antikosmos, dat een geheel andere sfeer uitademde. Antikosmos was zwaarder, melodischer, afwisselender, geraffineerder en complexer. Mét een streepje doom. Én wolvengehuil. Dit klinkt allemaal heel mooi, en eigenlijk is het dat ook wel, maar ergens mis ik bij die nieuwe releases dat ietsjes gedateerde cultgeluid van het ‘vroegere’ Arckanum. De latere albums missen soms wat identiteit, maar Shamaatae heeft het niveau wel steeds hoog weten houden. Als je het ‘oude’ en het ‘nieuwe’ Arckanum van elkaar loskoppelt, heb je twee prima bands die een andere soort black metal spelen, want ook na 2008 heeft Shamaatae zeker kwaliteitsvol werk geleverd. Zo vind ik persoonlijk het enorm sfeervolle Fenris Kindir (2013) een hoogtepunt in de carrière van de band. Het laatste wampenfeit van Arckanum was het iets minder enthousiast onthaalde, maar nog steeds degelijke Den Förstfödde uit 2017.
Maar laat ik duidelijk zijn: ik ben vooral fan van het oudere werk, en dan specifiek van Fran Marder en de demo’s ervoor. En het lijkt er toch sterk op dat Shamaatae er ook alles aan heeft willen doen om dit oudere werk vooral niet in de vergetelheid te laten geraken. Met name de geweldige demo Trulen (1994) ligt hem duidelijk na aan het hart. Oorspronkelijk was dit oerwerk van Arckanum, met een fluitspelende Pan op de cover, enkel beschikbaar op cassette, maar in 2006 werd het heruitgegeven op CD en vinyl. En dat was blijkbaar nog niet genoeg. Dit jaar komt Shamaatae met Första Trulen, de allereerste opname van de Trulen-demo. Het is namelijk zo dat hij in 1994 de demo had opgenomen op een eenvoudige bandopnemer, maar het resultaat niet geweldig vond en daarom alles nog maar eens opnieuw op band zette. Deze laatste versie kennen we als de Trulen-demo van 1994, maar nu krijgen we dus de lang vergeten eerste versie aangeboden. Er zijn enkele subtiele verschillen met Trulen. Eerst en vooral bevat Första Trulen het nummer Ængin Oforhærra (wat ontbreekt op Trulen). Daarnaast zijn er subtiele verschillen in productie (duidelijk meer ruis op Första Trulen), vocalen en instrumentatie.
De pagan elementen op Första Trulen (letterlijk: “De Eerste Trol”) zijn al onmiddellijk duidelijk vanaf de eerste noten op Pan’ Lughn: een diepe, organische trom en een ijle panfluitmelodie (duidelijk verwijzend naar de albumcover van Trulen) worden ondersteund door een dreigend, gonzend achtergrondgeluid. Zeer rustgevend allemaal. Het contrast met de ijselijke krijs waarmee Hvila Pa Tronan Min opent is dan ook gigantisch. Niet dat het mij ook maar enigszins stoort, want dit is black metal zoals ik hem wil horen: ouderwets als de pest, met een ietwat doffe, primitieve productie én die heerlijke, old school ruis erachter. Shamaatae’s gekrijs is op dit materiaal nog lekker hoog, schurend en gemeen (in tegenstelling tot het iets diepere, hesere, meer gerijpte stemgeluid op later werk). Het tempo is hoog maar niet verwoestend en er is voldoende ruimte om de eenvoudige, repetitieve maar o zo aanstekelijke riffs tot hun recht te laten komen. Voor de liefhebber van oude black metal kvlt: smullen geblazen! Lekker eerlijk en onbewerkt. Dit is black metal, gestript tot op het bot: niet teveel ballast, gewoon de rauwe essentie van het genre.
Voor wie na deze beschrijving vreest dat Första Trulen een aaneenschakeling is van afmattende blastbeats en doorsnee riffs in een barslechte productie: geen paniek! Er zijn zelfs op dit demo-materiaal voldoende rustpunten, zoals de frequent voorkomende natuurgeluiden, dreigende ambient achtergrondjes en tragere solo’s die de spanningsboog wat breken. Deze zorgen ervoor dat Första Trulen een heel aangenaam luisterstuk is met voldoende afwisseling.
Op Yvir Min Diupe Marder is de centrale riff zelfs best catchy te noemen, vooral wanneer er ook nog eens lichtjes op gevarieerd wordt. De tragere, slepende solostukken zorgen hier voor een aangename afwisseling. Wat overigens opvalt is dat dit nummer met identiek dezelfde nachtgeluiden eindigt als Hvila Pa Tronan Min. De meeste nummers eindigen overigens met een kort instrumentaal stuk, als lijm tussen de nummers. Dit zorgt voor een soort leidmotief en dus continuïteit doorheen het werk. Netjes! Ook op Et Sorghe Tog en Gava Fran Trulen krijgen we dezelfde archaïsche black metal te horen, maar hier vallen me vooral de gelijkenissen met Darkthrone’s A Blaze in the Northern Sky op, zowel qua instrumentatie als algemene sfeer. Första Trulen klinkt dan ook echt wel als één van de klassiekers: oude Darkthrone, Emperor en Satyricon. In die zin snap ik de heruitgave van deze demo wel, want dit is misschien wel gewoon een klassieker op zichzelf…
Första Trulen is allesbehalve hersenloos gebeuk, en vooral Bærghet is daar een mooi bewijs van: dit tragere nummer evolueert rond een emotioneel klinkende, steeds weerkerende solo gitaarmelodie en zorgt voor een aangenaam rustpunt. De volgende nummers, waaronder het voorheen onuitgebrachte Ængin Oforhærra, contrasteren hier wel wat mee, want de snelheid ligt nu een stuk hoger. Maar door de afwisseling in riffs (én tempo) wordt het op geen enkel moment teveel. Ja, dit is gemene, ouderwetse, pikzwarte black recht uit één of ander Zweeds bos, maar alles ligt zo mooi in balans dat het niet verveelt en ook niet te zwaar op de maag blijft liggen. Enkel een échte klassieker slaagt erin dit evenwicht te bewaren, en op Första Trulen is het resultaat meer dan geslaagd.
Eindigen doen we met het akelige, verontrustende Ener Stilla Sior Af Droten Min. Oorspronkelijk stond ik wat sceptisch tegenover nog maar eens een heruitgave van de Trulen-demo, maar het moet gezegd: dit is heerlijk luistervoer! Moet je deze nu aanschaffen als je de oorspronkelijke versie op cassette of de CD/vinyl versies uit 2006 al hebt? Misschien niet. Maar voor wie Trulen nog niet heeft liggen en voor de keuze staat zou ik zeggen: kies voor Första Trulen, want het geluid is hier nog net wat authentieker en primitiever dan de demo uit 1994. Enkel voor liefhebbers van pretentieloze, gestripte black metal uit de oude doos.
Score:
85/100
Label:
Folter Records, 2019
Tracklisting:
- Pan’ Lughn
- Hvila Pa Tronan Min
- Yvir Min Diupe Marder
- Et Sorghe Tog
- Gava Fran Trulen
- Bærghet
- Ængin Oforhærra
- Svinna
- Kolin Væruld
- Ener Stilla Sior Af Droten Min
Line-up:
- Shamaatae – Alles
Links: