Op vijf september jongstleden zag ik het Deense Angstskríg aan het werk in Kavka Oudaan in Antwerpen, als opener voor …And Oceans, Attic en Seth. Geen gemakkelijke opdracht om rond zeven uur ’s avonds de twintig maar matig geïnteresseerde bezoekers warm te spelen en het is al zeker niet evident om op zo’n avond je eigen relevantie te bewijzen als je weet dat er na jou drie onvervalste topacts op datzelfde podium zullen verschijnen. Tot overmaat van ramp kampte de band die dinsdagavond ook nog eens met technische problemen, waardoor tijdens de eerste nummers met name de stem en de gitaren niet voldoende versterkt werden. Heel jammer uiteraard, want pas bij het laatste nummer stond het geluid eindelijk wél optimaal afgeregeld en kregen de heren van Angstskríg toch nog een eerlijke kans om te tonen wat ze in hun mars hebben.
En verdomme, dat is echt niet mis! Dat was al te horen tijdens hun liveversie van Luk Dine Øjne, maar nadat ik contact had opgenomen met de bandleden in het kader van mijn verslag van hun optreden, voelde ik toch ook de nood opkomen om hun werk eens grondig te gaan beluisteren. Ik was zo aangenaam verrast dat ik prompt bij hun label Despotz Records de promo van hun nieuwste album, Angstkrig, aanvroeg. Daar werd ik eigenlijk met een kluitje in het riet gestuurd (“kijk eens op Spotify, het album is namelijk al uit”), maar deze band heeft zo’n frisse kijk op het genre dat ik het met plezier ook zonder promo doe, al dateert het album al van maart 2023.
Angstkrig en Angstskríg, dat is niet twee maal hetzelfde. Het scheelt maar één s en een accentje, maar toch is er een behoorlijk inhoudelijk verschil tussen beide woorden. De bandnaam, Angstskríg, betekent letterlijk “Angstschreeuw”, de albumtitel, Angstkrig, betekent dan weer “Oorlog van Angst”. De band stond erop dit verschil nog eens persoonlijk uit de doeken te doen en wees er expliciet op dat dit dus géén ‘self-titled’ album is.
Angstkrig is het tweede album dat de heren Angst (verantwoordelijk voor de drums) en Skríg (stem en gitaar), geniale podiumnamen trouwens, uitbrengen. Het eerste, Skyggespil uit 2021, was een korte (34 minuten) introductie tot een duo dat uitblinkt in het schrijven van kernachtige, potige riffs binnen een naar blackmetalnormen heel ruim referentiekader. Angstskríg bewandelt zijn eigen, weerbarstige pad met een open, genregrenzenoverschrijdend vizier en slaagt er op die manier wonderwel in om een kenmerkend eigen geluid te creëren. Als een woeste Deense Dog dendert het dapper doorheen het metalen genrelandschap en plundert het hier en daar wat het nodig heeft om dat donkere, non-conformistische klankenpalet te bekomen dat zo typisch is voor Angstskríg. De gehanteerde riffs zijn afkomstig van een eigengereide selectie aan subgenres: groove, heavy, nu, melodeath, black… De band kiest gewoon het soort riff dat op een bepaald moment het best verwoordt wat hij wil overbrengen. En dat geldt niet enkel voor de riffs trouwens: doorheen Skyggespil hoor je (voor wat ik nog altijd beschouw als een blackmetalalbum, al is de lijn hier wel dun…) niet zo voor de hand liggende elementen, zoals lange passages met intense, cleane zang die je eerder op een zacht rockalbum zou verwachten. Ook de gebruikte ritmes en sommige gitaarpassages zijn allesbehalve typisch voor black metal, en horen eerder thuis op een groovemetal-, Zweeds melodeathmetal- of traditioneel rock ‘n rollalbum. Maar de band komt regelmatig ook loodzwaar uit de hoek, iets wat blackmetalliefhebbers zeker zullen appreciëren.
Volgens The Metal Archives speelt Angstskríg blackened groove metal, maar dat geldt dan vooral voor het eerste album. Angstkrig is duidelijk veel meer blackmetalgeoriënteerd dan zijn voorganger, al zijn (sub)genrevreemde invloeden nooit ver weg. Dit alles resulteert in een heerlijk luisterbaar album dat geen moment verveelt en maar zelden helemaal binnen de lijntjes kleurt.
De toon is ineens gezet met opener Vishedens Ulidelige Lethed (“De ondraaglijke lichtheid van zekerheid”), dat geen twijfel laat bestaan over de intense intenties die de band heeft met zijn tweede langspeler. Toch gaan snelheid en melodie op dit album perfect samen. Wat ook onmiddellijk opvalt is dat Angstkrig een door riffs gestuurd album is. En beklijvende riffs schrijven, daar kennen ze bij Angstskríg duidelijk iets van! De eerste anderhalve minuut bestaat bijvoorbeeld uit een herhaling van steeds dezelfde riff, maar die zit zo kundig in elkaar dat het geen moment verveelt. Wanneer na ongeveer drie minuten de piano het nummer op een prachtig serene wijze kortsluit, heeft de band zich tot dan toe in feite beperkt tot slechts twee riffs, weliswaar met de nodige variaties en aanvullingen. Dat dit mogelijk is zonder de aandacht van de luisteraar te verliezen, bewijst alvast het meesterschap inzake songschrijven dat deze band bezit.
Nochtans maakt Angstskríg het de luisteraar niet makkelijk, door opzettelijk te kiezen voor een rauw, onesthetisch geluid. De drums klinken organisch en wat flapperig, dus alles behalve strak of droog. Het gitaargeluid, gespiegeld naar Scandinavisch model (tja, het ís een Deense band natuurlijk), is laag, log, scherp, korrelig en schurend. Hoewel het allemaal niet heel smaakvol of verfijnd overkomt, is de muziek van Angstskríg toch onweerstaanbaar pakkend, krachtig en indrukwekkend. Het giftige stemgeluid van Skríg, dat de Deense teksten uitspuwt als waren het dodelijke ziektekiemen, past hier dan ook perfect binnen het plaatje. Zowel gitaarwerk als stem gaan op Vishedens Ulidelige Lethed voluit en zenden gevoelens van gramschap en onverholen haat uit.
Toch beperkt Angstskríg zich niet tot brutaliteit en vuilbekkerij, bewijze bijvoorbeeld de zoetgevooisde piano solo in het midden van het nummer en de indrukwekkende, virtuoze en gevoelvolle gitaarsolo die daar op volgt. Die kon trouwens ook evengoed op een Zweedse melodeathplaat gestaan hebben, zo warm en wervelend is hij. De gitaarsolo is trouwens opvallend lang en complex, niet zomaar een kort intermezzo maar een ijkpunt, een relevant en essentieel onderdeel van het nummer. Het is feitelijk bewonderenswaardig dat de band hier al zijn troeven ineens op tafel durft te leggen. Alsof Angstskríg vol overtuiging en met de borst vooruit zijn visitekaartje komt afgeven: “Dit is wie wij zijn: love it or leave it.”
Aangezien de band maar uit twee leden bestaat, wordt er op Angstkrig regelmatig beroep gedaan op gastmuzikanten. En hoewel Angstskríg misschien niet de meest bekende naam binnen het genre is, beschikt de band duidelijk wel over voldoende connecties om enkele technisch onderlegde gastmusici te overtuigen hun bijdrage te komen leveren. Zo horen we op Vishedens Ulidelige Lethed Mendel bij de Leij (ex-Aborted) op leadgitaar. Op het daaropvolgende Luk Dine Øjne (“Sluit je ogen”) is het Nils Courbaron (Sirenia) die zijn gitaar in de strijd mag gooien.
Eén van de grootste troeven van dit Angstskríg is het stemgeluid van Skríg: het is rauw, giftig en hees, maar met voldoende diepgang om er melodie en gevoel in te steken. Het geschreeuwde refrein blinkt dan weer uit in pakkend zijn: het nodigt zelfs uit om wat Deens te gaan leren en het helemaal mee te krijsen. Zoals gezegd: deze band weet zijn publiek te boeien. Extra meerwaarde: de teksten blijven ook nog eens begrijpelijk (als je Deens kan tenminste). De cleane zang heeft trouwens diezelfde ambiguïteit: het is toonvast, maar net niet zuiver. En dat is net wat deze muziek nodig heeft.
Nog meer dubbelzinnigheid hoor je bij de gitaren, al hou ik eigenlijk wel van dat evenwicht tussen rauwe distorsie en melodie. Beluister eens het begin van Midt i en Angstkrig (“Midden in een Oorlog van Angst”) en je snapt wel wat ik bedoel. Angstskríg slaat en zalft, verleidt en choqueert. Maar vooral: Angstskríg bewandelt zijn eigen pad en trekt zich verder van niets of niemand iets aan. Genregrenzen? Verwachtingspatronen van fans of critici? Een welgemeende middelvinger kunnen ze krijgen! Soms klinkt de muziek als black ‘n roll, maar dan van het drukke, overweldigende soort, soms als black metal, maar dan met veel groove erin. En wat dan gedacht van het stukje rap halverwege het nummer, alsof een boze en geïrriteerde Eminem er zich even komt mee moeien. Een welkome verrassing, al ben ik dan zelf geen fan van dat genre!
Hoe dan ook: als de drums op volle kracht gaan, aangevuld met verschillende gitaarlagen, stuwende synths én dan die giftige stem van Skríg daarbovenop, is Angstskríg echt wel een indrukwekkende kracht. Het hondsbrutale en messcherpe Kaprede Sind (“Gekaapte Geest”) is een mooi voorbeeld van het loodzware geluid dat Angstskríg heel vaak weet te ontwikkelen. De band tovert hier opnieuw de ene vette na de andere groovende riff uit zijn bolhoed (een verwijzing naar het hoofddeksel van zanger Skríg trouwens), deze keer iets meer tegen de Noorse blackmetaltraditie aanleunend dan tegen de Zweedse melodische aanpak. Maar de obligate, en deze keer redelijk chaotische, solo mocht ook op Kaprede Sind uiteraard niet ontbreken…
Moet er nog zand zijn? Angstskríg verlegt met elke nieuwe track de grenzen van de muzikale zwaartekracht. Met Enegangens Overlæs (“Een keer overgelezen”), het voorlaatste nummer, als culminatie van deze giganteske trendlijn. Jawadde, het is alsof ze met elk nummer een beetje zwaarder uit de hoek proberen te komen. Wat een kolos is dit! Het is de Angstskríg-versie van een Archgoat-nummer. Vocaal is het telkens uitspuwen. De solo basgitaarriffs klinken als een roestige schuurmachine. En de basdrums zijn gedetoneerde seismische ladingen. In het middenstuk levert Skríg ook nog eens een mooie Niklas Kvarforth-impressie af. Maar wanneer het nummer zich verder op gang trekt is het ondanks een goede flow net dàn toch iets te triviaal, te voor de hand liggend…
Het meer dan zeven minuten durende sluitstuk, Uro (“Onrust”), is een wat slepend, mid-tempo nummer dat zich niet meer per se wenst te profileren als de overtreffende trap van razernij (al is het wel weer rauw, rafelig en schor), maar zich wel uitstekend leent om dit album af te sluiten. Opnieuw haalt Skríg zijn innerlijke Kvarforth boven en dat klinkt absoluut geloofwaardig.
Angstkrig is een album dat mijns inziens vorig jaar wat teveel onder de radar is gebleven en meer aandacht had verdiend. Door mijn late review ben ik daar ook deels schuldig aan, maar met dit schrijven wil ik de lezers/luisteraars wel attent maken op het bestaan van deze Deense krachtpatsers. Hier worden bruggen geslagen met andere genres, en dat doet Angstskríg op dit album dan ook voortreffelijk. Angstkrig is om die en andere redenen (onder andere de toevoeging van cleane zang en zelfs rap) een heel veelzijdig album geworden dat een blackmetalpubliek met een open blik zeker zal aanspreken. Absoluut de moeite waard!
Score:
84/100
Label:
Despotz Records , 2023
Tracklisting:
- Vishedens Ulidelige Lethed
- Luk Dine Øjne
- Midt i en Angstkrig
- Kaprede Sind
- Ulægelige Sår
- Enegangens Overlæs
- Uro
Line-up:
- Skríg – Gitaar, stem
- Angst – Drums
Links: