De duistere drievuldigheid ontheiligt de lage landen: Seth, …And Oceans en Attic in Kavka Oudaan en Hedon Zwolle

Iedereen heeft al eens gehoord van een co-headlining tour, maar als zowel …And Oceans als Seth én Attic samen op een affiche staan, dan heb je toch de neiging je af te vragen wie hier nu eigenlijk bovenaan had moeten staan. Er is gekozen voor Seth, maar waarom precies? Op basis van leeftijd? Dat kan al niet, want de band is in hetzelfde jaar als …And Oceans (1995) opgericht. Op basis van productiviteit dan misschien? Dat kan het ook niet zijn, want zowel Seth als …And Oceans hebben slechts zes studio-albums uitgebracht in 28 jaar en Attic slechts twee in dertien jaar. Omwille van de populariteit dan? Dat valt uiteraard moeilijk te zeggen. Of moet …And Oceans omwille van zijn heropstart in 2017 opnieuw achteraan aanschuiven? In die context blijft het toch vreemd dat een gevestigde band als …And Oceans zelfs vóór Attic het podium op moet. Hoe dan ook: op dinsdag vijf september stonden ze alle drie onder de vlag van de “Of Martyrs and Scars Tour 2023” in het piepkleine zaaltje van Kavka Oudaan in hartje Antwerpen voor een avond vol duistere metal van de bovenste plank. Voor de gelegenheid mocht het Deense Angstskríg voor de opwarming zorgen. Redacteur Tafkads was van de partij met een luisterend oor, een scherpe blik en pen en papier om al zijn bevindingen te noteren. Zware Metalen-fotograaf Frido Stolte had deze package twee dagen daarvoor al op de gevoelige plaat vastgelegd in Hedon Zwolle en zo konden woord en beeld over de landsgrenzen heen samengebracht worden. Hieronder vindt u het relaas van een heerlijk avondje zwartgeblakerde blasfemie.

Wanneer zo’n geweldige line-up besluit om het beste van zichzelf te komen geven op een afstand van amper 35 kilometer van je woonplaats, zou het werkelijk een regelrechte schande zijn om niet eens te gaan kijken. Maar zo’n dinsdagavond-uitstapje naar Kavka Oudaan, dat bleek toch even puzzelen geblazen. Gelukkig mag mijn nieuwe wagen ondertussen wél de LEZ van Antwerpen binnen, maar om dan meer dan twintig euro te moeten betalen voor een parkeerplaats vlakbij (terwijl het toegangsticket voor het concert amper meer kostte), nee, dat had ik er ook weer niet voor over. Dus werd het uitwijken naar P+R Linkeroever (één euro voor een hele dag: hoera!). Aangezien ik na het optreden graag onmiddellijk terug naar de auto wenste te vertrekken (en geen zin had om te moeten wachten op de tram), koos ik ervoor om de fiets mee te nemen in de auto. Het werd dus ook nog eens een sportieve avond, scheurend van de parkeertoren naar de Antwerpse binnenstad, dwars overheen de Schelde. Althans dat dacht ik toch, maar na een tiental minuten vruchteloos zoeken naar een brug richting de overkant, ontdekte ik de Sint-Annatunnel, een voetgangers- en fietstunnel onder de Schelde die dateert uit de jaren dertig van de vorige eeuw. Iets vóór 19 uur bereikte ik eindelijk Kavka Oudaan en had er dan eigenlijk al een heel avontuur opzitten. Maar uiteraard moest het beste dan nog komen…

Van het Deense Angstskríg had ik werkelijk nog nooit gehoord. Volgens The Metal Archives spelen ze blackened groove metal, maar zelf geven ze aan dichter aan te leunen bij oude Scandinavische black metal. De band start stipt om zeven uur in een zaaltje waar op dat moment heel toepasselijk precies zeven toeschouwers aanwezig zijn. Ergens is dat begrijpelijk gezien het vroege uur, maar zoiets blijft toch altijd een beetje ongemakkelijk… Met zwarte sokken over het hoofd getrokken heeft de band visueel wel iets van Mgła, al doen het gestel van beide gitaristen en de bolhoed van de zanger/gitarist me ook onwillekeurig aan het komische duo Laurel & Hardy denken.

Weinig humor echter bij de start van hun optreden, want de band heeft te kampen met heel wat technische problemen. Zo zijn tijdens de eerste nummers enkel de drums hoorbaar. Zang en gitaren worden niet of amper versterkt en zijn daarom amper waar te nemen. Het is duidelijk ook voor de heren van Angstskríg allemaal wat onwennig, waardoor hun podiumperformance in eerste instantie vrij statisch blijft. Na het eerste nummer (Skyggespil) zijn er al twintig mensen in de zaal verzameld en gaandeweg zal dat aantal alleen maar oplopen. Het applaus is echter lauw: Angstskríg heeft zijn start (grotendeels buiten hun wil om) wat gemist, maar met het binnenkomen van meer toeschouwers zwelt stilaan ook het geluid van de gitaren en de zang aan, zij het aarzelend. Dat geeft de twee heren vooraan duidelijk wat meer moed en ze zoeken elkaar dan ook steeds vaker op voor wat speelse interactie. Vooral de frontman krijgt er steeds meer zin in. Of we zin hebben in zuipen en black metal? Uiteraard, maar ik moet wel nog met de auto terug naar huis. Ik houd het dus maar bij de black metal, en nu de gitaren eindelijk wat hoorbaar waren, kan het publiek zich verlekkeren aan uptempo black ’n roll, op basis van gedurfde, vette riffs met een lompe ondertoon en mooi gecomponeerde melodische leads. Bijzonder lelijke black metal met veel bluf en brutaliteit, maar ook met heel wat creatieve keuzes: een heerlijke mix van oud en nieuw! Lad Paladserne Brænde valt dan ook niet alleen op door het kortstondig hoorbare Freezing Moon-achtige thema, maar ook door zijn Taake-achtige branie. Midt i en Angstkrig (afkomstig van hun nieuwe album) en Lucifer Kalder tonen de band dan weer van zijn meest groovy, moderne, maar tegelijk messcherpe en potige kant. De zanger van Angstskríg kondigt tijdens het laatstgenoemde nummer niet zonder enige humor hun vierde bandlid “Rich” aan: de virtuele bassist die enkel op tape was meegebracht. Rich zou in de volgende nummers regelmatig terugkeren: de ene keer op bas, de andere keer op piano (op Vishedens Ulidelige Lethed, ook van het nieuwe album) en een derde keer op Spaanse (akoestische) gitaar (op afsluiter Luk Dine Øjne). Zoals de frontman het mooi verwoordt: “Rich is multi-talented, and we love him.”. Toegegeven: Rich kwijt zich uitstekend van zijn taken!

Angstskríg doet wat het moet doen: het beste van zichzelf geven en het publiek proberen opwarmen voor de drie headliners die daarna zouden komen. Dat lukt maar gedeeltelijk, want vooral tijdens de snellere stukken klinkt de combinatie van de verschillende instrumenten wat als een rommelige brij. De lange, fijn jankende solo van Vishedens Ulidelige Lethed blijkt absoluut een hoogtepuntje, maar het publiek blijft er opvallend (en niet geheel terecht) apathisch onder. Het meest geslaagde nummer van deze set (en ja, dat is hoogstwaarschijnlijk omdat het geluid hier het best is afgesteld) is zonder twijfel afsluiter Luk Dine Øjne, dat sereniteit (de Spaanse gitaar waarmee het start) afwisselt met verpletterende virtuositeit en eindigt met zeer geslaagde en mooi uitgevoerde cleane zang. Angstskrígs optreden eindigt dan ook met zijn hoogtepunt.

Ik zal er maar ineens heel eerlijk over zijn: ik keek vanavond vooral uit naar het moment dat ik …And Oceans aan het werk zou zien. De Finnen staan al bijna drie decennia garant voor kwaliteitsvolle black metal met een voorliefde voor synths en industrieel klinkend drumwerk en ja, ik ben een fan. En ik ben blijkbaar niet de enige: een Braziliaanse toeschouwer is helemaal van Luik (waar hij momenteel woonachtig is) naar Antwerpen gereden voor …And Oceans. Ik laat in ons gesprek vallen dat ik vooral uitkijk naar nummers uit de industrial/elektronische middenperiode, maar één blik op de (op de podiumvloer bevestigde) setlist is voldoende om deze hoop te laten varen. Geen enkel nummer van Cypher, slechts één van A.M.G.O.D. (met name Tears Have No Name).

…And Oceans bewijst deze avond echter dat een memorabele live-ervaring absoluut niet afhankelijk hoeft te zijn van een setlist. Wat we te horen en te zien krijgen is een meer dan geslaagde mix van oud en nieuw werk: vier nummers van het (overigens uitstekende) nieuwe album en verder een bloemlezing uit 28 jaar blackmetalgeschiedenis. Wanneer The Collector and His Construct met een luide en indrukwekkende, spacy synthintro wordt ingezet, komen de zes heren van …And Oceans doorheen het zijdeurtje van de zaal, langs het publiek, het podium op. Zo dicht zie je een band nooit op een festival of in een grote concertzaal: wat zijn die kleine zaalshows toch geweldig! Met vijf vooraan op een podium: dat is trouwens best een menigte in vergelijking met de twee van Angstskríg.

Het geluid zit ook onmiddellijk prima en vooral de vocalen en synths komen er heel goed uit, iets wat bij deze band echt wel noodzakelijk is. De zaal is ondertussen vol gelopen (ongeveer zeventig toeschouwers) en de sfeer zit er dan ook onmiddellijk goed in. Om het maar ineens duidelijk te stellen: dit is genieten van de eerste tot de laatste minuut. Deze avond wordt een regelrechte zegetocht voor de Finnen en dat is al duidelijk van bij het eerste nummer. De prachtige melodische leads krijgen alle ruimte om zich op epische en verbluffende wijze over het publiek uit te storten en liggen ook lekker zwaar bovenop de fijnzinnige synthfantasieën. Finntroll-frontman Mathias Lillmåns voelt ook dat het direct goed zit en verliest zich dan ook volledig in de muziek. Het lijkt soms wat onbeholpen, maar het is tegelijk enorm ontwapenend.

De muziek springt moeiteloos over de decennia heen van nieuw naar oud en vice versa. Klassieker van het eerste uur Trollfan wordt hartelijk ontvangen door het publiek en zo vroeg in de set brengt het iedereen nu al in een extase die nooit meer zal verdwijnen. Lillmåns laat weten dat dit de eerste keer in 22 jaar is dat de band in Antwerpen optreedt. Wel, het was het wachten helemaal waard!

Het enige nummer van het nochtans meer dan uitstekende Cosmic World Mother (2020) dat de setlist haalt, is The Dissolution of Mind and Matter, dat met zijn door de synths prachtig opgebouwde eruptie van agressie voor een opvallend krachtig moment zorgt. Nu volgen de beestachtige uitbarstingen elkaar snel op, want ook het glorieuze Cloud Heads (het tweede nummer van As in Gardens, So in Tombs) is een orkaan van vurige passie. Mathias Lillmåns kan dan ook niet anders dan vol overgave de longblaasjes uit zijn lijf te brullen, te krijsen en te grommen. Nee, de nieuwe nummers moeten absoluut niet onderdoen voor de oude, wel integendeel! Het publiek brengt de handen op elkaar in luid applaus en brult het uit van enthousiasme.

En hup, alweer tijd om “back to the nineties” te gaan, met Aquarium of Children, trouwens niet het enige nummer van The Symmetry of I, the Circle of O. De band is ondertussen op geen foutje te betrappen: ze spelen heel scherp en dat werkt de luister- en kijkervaring uiteraard volledig in de hand. Zo kan je als toeschouwer dan ook helemaal opgaan in de muziek, zoals in die prachtige, tijdloze lead aan het begin van het nummer of het al even bevlogen synth-thema even later.

Even uitblazen met Within Fire and Crystal (al is ook dat relatief, want naar het einde toe ontketent …And Oceans toch de nodige chaos) en dan is het weer tijd voor “more old stuff”. Äcid Sex and Marble Teeth is misschien wel het meest dreigende wat we de hele avond van …And Oceans te horen/zien zouden krijgen: uitermate gemeen en duister. Een geniale zet uiteraard, want het contrast met het (wat mij betreft dan toch) absolute hoogtepunt van de avond kan niet groter zijn… Na de rauwe brutaliteit van Äcid Sex and Marble Teeth gaat het dak er helemaal af wanneer de elektronische tonen van Tears Have No Name worden ingezet. Wanneer het nummer losbarst, luiden enkele rookzuilen de start in van een blackmetalparty die zijn gelijke niet kent. Wat een apotheose!

…And Oceans sluit af met Ambivalent God, dat met zijn gevoelig tremolo het publiek opnieuw intens laat genieten, maar dan op een ander niveau. De band ging deze avond voluit en kreeg ook veel van het publiek terug. De wisselwerking was diep gevoeld, want iedereen leek te beseffen: dit concert was van een zeldzaam hoog niveau.

Attic zorgt nog vóór zijn optreden al voor de nodige anticipatie bij het publiek. Er worden houten balustrades aangebracht tussen de band en het publiek en het podium wordt overladen met stage props zoals kandelaars, een schedel, een groot op zijn kop gedraaid kruis en veel wierook… Het moge duidelijk zijn: Attic koppelt graag het auditieve aan het visuele. Ook de bandleden staan al klaar op het podium wanneer orgel en koor de sfeer beginnen op te bouwen. Ik hoor iemand roepen “De mis gaat beginnen” en zo voelt het ook. Bij de start blijken de gitaren goed hoorbaar, maar de King Diamond-achtige kopstem van Meister Cagliostro krijgt niet de versterking die ze verdient. Wat die man uit zijn stembanden tovert is werkelijk verbazend en deze avond is hij bijzonder goed bij stem, maar af en toe is hij (jammer genoeg) toch op een valse noot te betrappen. In feite vormt het Duitse Attic met zijn mystieke, zwartgeblakerde heavy metal het perfecte antigif tussen de twee blackmetalveteranen in, en in die zin begin ik de keuzes met betrekking tot de volgorde van de bands stilaan te begrijpen.

Bij Attic is er altijd wel wat te beleven op het podium: er is veel beweging, af en toe een welgemikte rookzuil, Meister Cagliostro valt op met zijn uitzonderlijke bereik en ook de obligate solo’s zijn van een hoog niveau. Dit is heavy metal van de zwartste soort en met zo’n sfeerschepping én vakmanschap op het podium is het als metalfan altijd genieten geblazen.

Na meezinger Satan’s Bride is het aan A Serpent in the Pulpit om met zijn vele ritme- en themawissels, zijn jankende solo’s en frivole riffs het publiek in beweging te krijgen. Wanneer de vier mannen vooraan op één rij gaan staan en samen één hecht blok vormen is dat echt wel een indrukwekkend beeld. Jezus bekijkt alles ondersteboven en ziet dat het goed is.

Wat wel opvalt, is dat er nu minder toeschouwers zijn dan bij …And Oceans. Attic is dan ook een acquired taste, geen voor de hand liggende muziek voor wie niet speciaal voor deze band naar Antwerpen is gekomen. Vooral de zang van Meister Cagliostro durft voor de niet-fan al eens wat teveel van het goede te blijken. Gelukkig steekt Hailstorm and Tempest, een nummer van het opkomende nieuwe album, het vuur weer aan de spreekwoordelijke lont (of is het toch het wierookstokje?). Hier zit plots weer veel meer pit in! De nieuwe van Attic belooft alvast een schot in de roos te worden: rommelende drums, scherpe gitaren en stevige, viriele riffs die vooral in het samenspel heerlijk jankend en virtuoos klinken. Met alle respect voor het voorgaande werk van deze Duitsers, maar dit lijkt toch het hoogtepunt van de set te worden, al wordt het stemgeluid overstemd door de gitaren.

Twee albums om uit te kiezen: dan worden bepaalde voorspelbare patronen logischerwijze toegepast. A Quest for Blood vormt de mystieke, blasfemische aanloop naar het geestdriftige The Hound of Heaven. Even gaat het licht uit en zien we enkel nog de kaarsen, dan volgen orgelmuziek en koormuziek in een satanische persiflage op de eucharistie. Vooral de start van The Hound of Heaven is lekker intens en het publiek kan dit duidelijk wel smaken. Attic blijft vervolgens even hangen bij het album Sanctimonious: de prachtige, warme balade Dark Hosanna zorgt voor een welgekomen rustmoment met veel diepgang. Hoewel dit in feite een traag nummer is, is het enorm meeslepend en bevat het een zo’n uitgesproken intensiteit dat iedereen er stil van wordt. Gitaar en basgitaar geven continu het beste van zichzelf en krijgen regelmatig de kans om uit te blinken.

Dark Hosanna gaat naadloos over in het uptempo The Invocation (van het gelijknamige album uiteraard) en nu pas valt op hoe geweldig goed deze twee nummers (ondanks het duidelijke verschil in aanpak) bij elkaar passen. “Satanas, I call thee. Lucifer, I invoke thy demons”. Jaja, de zwarte mis is echt wel bezig nu! Aan het einde van de set krijgen we dan onverwacht nog wat nieuw werk te horen met Synodus Horrenda, dat opnieuw een behoorlijk stevig nummer blijkt te zijn: af en toe virtuoos, soms zeer snel en dynamisch, maar doorlopend fris en lekker boosaardig.

Het publiek schreeuwt “We want more!” en dat krijgt het ook. We zijn al aan de laatste nummers bezig maar toch kiest Attic ervoor om de toehoorders de opening van The Invocation te laten herbeleven. Na het orgelwerk van The Hidden Grave beukt Funeral in the Woods met een langgerekte gil de poorten van de hel open. Wie geen fan is van de band zou kunnen opmerken dat de nummers wat op elkaar beginnen te gelijken, maar als je dan naar de overgave van de mannen op het podium kijkt is het niet moeilijk om mee te gaan in die wervelwind van heavy-metalsolo’s en over-the-top gilsalvo’s.

“A Song you might Know”. Attic eindigt traditioneel met zijn paradepaardje The Headless Horseman en dat geeft de echte fans de kans om (nog eens voor een laatste keer) het refrein uit volle borst mee te zingen. Ook wie de band wat minder goed kent hoor ik tegen het einde van het nummer toch “Beware of the headless rider” meekrijsen. Een geslaagde afsluiter alleszins!

Het is al 22.30h als de headliner van vanavond, het Franse blackmetalcollectief Seth, via het zijdeurtje de zaal komt binnenwandelen. Het podium is opnieuw opgesmukt met schedels, kaarsen en allerlei (al dan niet christelijke) ceremoniële voorwerpen voor wat de tweede blasfemische eucharistie van de avond zal worden. Zanger Saint Vincent is voor de gelegenheid uitgedost in een priestergewaad en behangen met kettingen. Als een ervaren voorganger maakt hij tussen de nummers door af en toe wat tijd om één van de rituele attributen aan zijn volgelingen in de zaal te tonen.

De band start met de opener van zijn laatste album, dat tevens de naam van dat album draagt. De nadruk van de setlist vanavond ligt dan ook zwaar op het laatste album, maar bevat ook heel wat nummers van het debuutalbum Les blessures de l’âme. Opvallend detail: van de andere albums is er absoluut geen spoor vanavond.

La morsure du Christ start voortvarend en hoewel de vocalen opnieuw wat luider hadden mogen klinken, zit het geluid wel goed. De grootse sound met liturgische ondertonen en een overheersende, diepgevoelde pathos, eigen aan deze band, komt vanavond dan ook goed tot uiting. Seth is niet de band die het van zijn agressie moet hebben, maar eerder van zijn passie en zijn geloof in de vernietigende kracht van de alomtegenwoordige duisternis. Het sluitstuk van deze avond wordt dan ook een oprechte invocatie van het kwaad en een aanklacht tegen de gevestigde orde. Dat is ook het gevoel dat je vanavond krijgt bij dit optreden, al was het op dit late uur iets evidenter geweest om mee te gaan in een onomwonden verheerlijking van de brutaliteit van het bestaan dan in een sfeervolle liturgie van meer etherische aard. Het is echter niet zo dat het Seth vanavond aan geestdrift en overtuiging ontbreekt, maar dit uit zich eerder in diepzinnige melancholie, melodieuze esthetiek en warm bombast dan in hersenloos gebeuk. Zo is het eerder wegdromen en meegesleept worden in de duistere fantasie die Seth vanavond op een podium tovert, dan simpel jolijt. Ik zie geen moshpits vanavond, maar wel mensen die intens genieten van al die heidense emotie…

Kort samengevat: de passie komt van ergens diep vanbinnen en dat straalt ook over naar het publiek, dat van harte headbangt en meeschreeuwt (opvallend veel Franssprekende fans vanavond). Opvallend: waar tegenwoordig veel concerten verstoord worden door mensen uit het publiek die op luidruchtige wijze hun hele leven uit de doeken wensen te doen, is het hier nu muisstil, ook tussen de nummers door. De band geeft alles en het publiek bewijst hen eer. Wederzijds respect: het is jammer genoeg een zeldzaam gegeven tegenwoordig.

Na La morsure du Christ volgen Métal Noir en Les Océans du Vide (hier mag Pierre le Pape zijn synths nog eens in volle glorie laten horen), allemaal van het nieuwste album. Daarna krijgen we echter voor het eerst wat oud werk te horen: La Quintessence du Mal. Saint Vincent bespeelt de toeschouwers niet alleen met zijn rituelen, maar ook met woord en gebaar. Als een bezetene schrijdt hij woedend over het podium, een intens schouwspel.

Wat volgt is een geniale integratie van oud en nieuw: de Hymne au Vampire cyclus. Acte I en II zijn afkomstig van het debuutalbum, Acte III van het laatste album. De zwoele, hete, Franse black metal is bedwelmend en tilt je als luisteraar op naar een droom die past bij het late tijdstip, al valt het wel op dat Acte III veel vuriger, krachtiger en meer to-the-point is dan het oudere werk. De akoestische outro, die eindigt met lichtvoetige koorzang, brengt je echter al gauw weer in hogere sferen. Dit is al het zevende nummer van de setlist, maar nu pas wisselen de twee gitaristen van plaats op het podium. Met uitzondering van hun vocalist zijn de heren van Seth misschien wel wat te statisch op dit kleine podium.

Het wordt stilaan laat, en dat uit zich tijdens de vertolking van Sacrifice de Sang in vermoeide gezichten, een dipje in het algemene energieniveau én een opstoot van het alcoholpercentage in het bloed van sommige toehoorders. Een behoorlijk aangeschoten jongedame probeert de interactie met Saint Vincent, die regelmatig het publiek opzoekt, nog wat intiemer te maken door hem aan te raken en zijn gewaad vast te nemen. Maar dat is duidelijk niet naar de zin van de geconcentreerde vocalist, die telkens de andere kant van het podium opzoekt. Na verschillende pogingen van de dame is de bassist van dienst het grondig beu: hij wandelt naar de andere kant van het podium om haar met zijn voet kordaat weg te duwen. Nee, niemand mag deze offergang verstoren.

Zo sfeervol als Sacrifice de Sang is, zo potig en vurig is …A la Mémoire de nos Frères, nog zo’n nummer dat de tand des tijds moeiteloos heeft doorstaan. Nog even de beuk erin, nog even alle energie los om dan te eindigen met de afsluiter van La Morsure Du Christ: Le Triomphe de Lucifer. Het laatste attribuut dat voor deze nachtelijke ceremonie van Seth wordt gebruikt is het mariabeeldje. Ondersteund door orgelklanken brullen de gelovigen nog éénmaal uit volle borst: “Acclame le triomphe de Lucifer!”.

De eucharistie is ten einde, de kerkgangers verlaten Kavka Oudaan en in de frisse avondlucht fiets ik dwars door Antwerpen, terug naar de auto en naar huis. Op de trappers mijmer ik nog even over een memorabele avond vol uitmuntende muziek. Mijn persoonlijk hoogtepunt lag bij …And Oceans, collega Frido Stolte was vooral onder de indruk van Seth. Maar toegegeven: ook Attic én Angstskríg droegen bij tot het welslagen van dit concert…

Datum en locatie

5 september 2023, Hedon Zwolle + Kavka Oudaan

Foto's:

Frido Stolte (The View Photography)

Links: