Amorphis – Halo

Sinds de komst Tomi Joutsen in 2004 lijkt het bandgeluid van Amorphis in rustig vaarwater. Plaat op plaat horen we datzelfde hoge niveau, met af en toe een heuse uitschieter naar boven. Het legt de band bepaald geen windeieren, want de groepsnaam klimt met de jaren langzaam maar zeker steeds een regel hoger op de festivalposters (tot maart 2020 uiteraard). Het lag dan ook niet voor de hand dat Amorphis op Halo, de opvolger van het in 2018 verschenen Queen Of Time, ineens freejazz zou gaan spelen. Ook al niet omdat dit nieuwe album de afsluiter is van de trilogie die begon met Under The Red Cloud. En vrij jazzen gebeurt dan ook niet. Het bandgeluid blijft in grote lijnen intact. Toch durven de Finnen op hun veertiende album wel wat afwijkende accenten te leggen.

Zo lijkt eerdergenoemde Tomi zijn grunts net even baldadiger in de micro te slingeren. Luister maar eens naar zijn bijna David Vincent-achtige toon in On The Dark Waters. Ook in de heldere zang lijkt meer ruimte voor gevoel. Beide werken overigens nog steeds prima met de hemelse gitaarlijnen met folky ondertoon van Esa Holopainen. Die worden in opener Northwards afgewisseld met een aantal voor het moderne Amorphis behoorlijk stevige breaks.

Die track is sowieso een binnenkomer! Als in een rockopera volgen de thema’s elkaar snel op, meeslepend en steeds theatraal. Binnen het gekende hard-zachtidioom kabbelt zelfs een jaren ’70 bluesy hardrockpassage voorbij inclusief duel tussen orgel en gitaar. Hoewel, duel? De toetsen druipen met het hoofd omlaag af de catacomben in. Ze bleken slechts een bijrol te spelen in de soepel vloeiende galavoorstelling van Holopainen. Ook een dameskoor ontbreekt niet. Dat dat koor wordt ingevlogen voor een heel kleine partij geeft een aandacht voor detail prijs die zich ook op de rest van het album zal laten horen.

Door met het tweede nummer. On The Dark Waters wordt gedragen door zeer melodieuze leads, maar het zijn de donderende bas en de agressie van Joutsen die het geluid vol en zwaar houden. Het in de inleiding genoemde accent vindt hier zijn vorm in een wat experimenteel en Oosters klinkend middenstuk. Toch is Amorphis lang geen Roadburnband geworden. Het blijft allemaal gemakkelijk te beluisteren en ‘catchy as Finse fuck’. Daar zorgen de heldere zanglijnen en oorwormen van gitaarlijnen wel voor.

De ruimtelijke lead aan het begin van de volgende song schiet je meteen buiten de stratosfeer. Niet gek voor een nummer dat The Moon heet. Opnieuw valt die zware bas op, terwijl drummer Jan Rechberger een dreigend gebrek aan dynamiek in de midtempo song eigenhandig de nek omdraait met een straf staaltje op de bekkens. Daarbij wordt hij geholpen door een progressief middenstuk met toetsen die klinken als een saxofoon en wat feeërieke zang. Net wanneer je denkt dat er wel wat peper bij mag, legt Joutsen zijn diepste grunt er nog maar eens op. Een sterk staaltje.

Windmane begint bijna als een nummer van de laatste twee platen van Secrets Of The Moon met zijn aarzelend aangeslagen gitaren. Die muzikale aarzeling blijkt het hoofdthema totdat een vrolijke versnelling volgt waarop Holopainen nog maar eens een solo uit zijn vingers schudt om nu wel de mond gesnoerd te worden door een vlammende toetsenpartij. En dat steeds in dat loepzuivere geluid dat we recentelijk van de band kennen (opnieuw draaide Jens Bogren aan de knoppen).

Waar veel gothicmetalbands de ‘beauty and the beast’-vocalen uit twee personen trekken vindt Amorphis ze in een persoon: Tomi Joutsen. De band heeft zijn weg daarin al lang gevonden en het wekt dan ook geen verbazing dat die mogelijkheden op Halo prima worden uitgespeeld. In het wat steviger A New Land wordt Joutsen echter licht ondersteund door vrouwelijke zang en dat is een mooie toevoeging aan het geluid. Op When The Gods Came trekt Holopainen, die vorig jaar een gesmaakte soloplaat uitbracht, de zaken naar zich toe. Niet alleen legt hij een lekker spacy gitaarsolo neer, hij blijft daarna zijn leads onder de zang doorspelen zoals Greg Mackintosh dat altijd bij Paradise Lost doet. Wel zit er in het spel van de Fin aanmerkelijk meer licht.

Seven Roads Come Together begint wat post-achtig met wriemelende toetsen zoals we die ook al hoorden op The Bee van de vorige cd. De gitaarriff die daarna steeds aan het eind van een zanglijn wordt gelegd doet heftig denken aan The Gentle Storm van Arjen Lucassen. Dat is niet heel gek, want ook die band injecteerde zijn metal met folk. De kriebelende synthesizers geven dit nummer echter een modern geluid waar dat bij The Gentle Storm bij uitstek niet de bedoeling was.

War is een van de beste nummers van de plaat. Van het begin af aan horen we het bandgeluid in zijn volle kracht. De cleane zang van Joutsen is aangrijpend, zijn zware grunts contrasteren mooi en Holopainen legt weer de ene fraaie lead na de andere neer. Het vocale register wordt uitgebreid middels de inzet van een blackachtige scream. Die zorgt voor de nodige variatie binnen het toch wat vaste stramien. In vergelijking met War klinkt het gitaarwerk in titeltrack Halo eerder inheems en vrolijk. De weemoedige stem van Joutsen doet weten dat schijn bedriegt. En als dat niet genoeg is, doet zijn blaffende grunt dat wel. In het geluid wordt hier – meer dan op het vorige album – veel ademruimte gelaten als in het woud waar de song over handelt. De melancholieke gitaren en feeërieke zang doen verlangen naar natuur en lang vervlogen tijden.

Nu we het toch over natuur hebben, ook The Wolf, in Nederland nogal omstreden, komt aan bod. Zoals dat hoort bij een roofdier is het begin behoorlijk agressief met een van zich afbijtende Joutsen. Het refrein is toch weer melodieus, met vloeiende leads en cleane zang. U kent het inmiddels, maar Amorphis beheerst het tot in de puntjes. En het gitaarwerk doet je gedachten toch weer afdwalen naar iets als de grootsheid van het universum.

Afsluiten doet men met de mooie semi-ballad My Name Is Night vioolgeluid incluis. Een laatste (?) zang na een strijd die gestreden is, maar tegen welke kosten wel niet? Geopend wordt, naar verluidt, door Petronella Nettermalm (Paatos), een vrouw die haar wapens aflegt en haar hoofd vermoeid te rusten legt. Wanneer Joutsen overneemt doet hij dat in een vergelijkbare melancholische sfeer zodat de formule zacht-hard-zacht voor eens wordt losgelaten. Het betaalt zich uit. Weliswaar ging het nummer bij eerste beluistering langs me heen, maar bij vaker luisteren krijgt het samenspel van rustige zang en mooi Gilmour-esk achtig gitaarspel steeds meer zeggingskracht.

Op Halo bevestigt Amorphis zijn vorm. Tegelijk voegen de Finnen wat accenten toe die het album interessant maken, ook voor fans die dachten de band nu wel te kennen. Benieuwd hoe hoog we deze begin volgend jaar terugvinden in de ZM Jaarlijst over 2022.

Score:

85/100

Label:

Atomic Fire Records, 2022

Tracklisting:

  1. Northwards
  2. On The Dark Waters
  3. The Moon
  4. Windmane
  5. A New Land
  6. When The Gods Came
  7. Seven Roads Come Together
  8. War
  9. Halo
  10. The Wolf
  11. My Name Is Night

Line-up:

  • Tomi Joutsen – Vocalen
  • Esa Holopainen – Gitaar
  • Tomi Koivusaari – Gitaar
  • Santeri Kallio – Keyboards
  • Olli-Pekka Laine – Basgitaar
  • Jan Rechberger – Drums

Links: