Cobra The Impaler – Karma Collision

In april 2022 was deze nieuwe Belgische band de verrassing van de zaterdag van het Prognosisfestival. In het verslag van hun optreden toen lezen we onder meer de termen: bulldozerriff, melancholie, heavy, meeslepend en overtuigend. Toen collega Michiel Jorissen daarna het debuut Colossal Gods besprak, was hij al even enthousiast: progressieve sludgemetal om U tegen te zeggen (u weet, wij Michielen zijn altijd beleefd). En nu is de band terug met Karma Collision, een album dat het minder van de verrassing moet hebben, maar waarop wel sprake is van een stevige “verdiepingsslag”, om maar eens in ‘corporate taal’ te spreken.

De riffs zijn nog meer uitgewerkt en lopen lekker over de maten heen en de ritmes zijn scherper, her en der zelfs met een industrieel, machinaal gevoel. Onder al dit geweld liggen de melodieën bij eerste beluistering wat verder onder de oppervlakte, maar zij zijn zodanig sterk dat zij zich gemakkelijk naar boven werken. Een mooi voorbeeld daarvan horen we in het intermezzo Eye Of The Storm. Deze aanloop naar de titeltrack wekt de indruk dat je in een door Scott Weiland gezongen een (post-)grungeklassieker bent beland, die om een of andere reden langs je heen is gegaan midden jaren ‘90. Seconden later stort je dan weer naar beneden in een oneindig diep gat gegraven en geslagen door drijvende drums, snelle slaggitaren en drukkende bassen. Daarbij geeft het melodieuze gedubbelde leadwerk, waarbij de ene gitaar stevig links zit en de ander stevig rechts, en elk net even andere accenten legt, de plaat een overheersend gevoel van grootsheid mee.

Het donkere van grunge horen we graag en veel in het werk van Cobra The Impaler, zonder dat het klaaglijk wordt overigens. Daar zorgt de stevige ritmesectie voor en anders de beide vocalisten wel. Die laatsten door gloedvolle vocalen vol innerlijke pijn en twijfel af te wisselen met krijsen die de urgentie harde buitenwereld in zich dragen, waarbij ik elke keer weer val voor die mooi gedubbelde Alice In Chains-lijnen zoals die op de achtergrond in de laatste minuut van Godless Beyonder. Maar huizenhoog kippenvel dient zich pas (en dan wel echt) aan bij de brug en refrein van het Season Of The Savage. Wat een meesterlijke melodie heeft men daar uit de lucht geplukt zeg! Ze klinkt in ieder geval alsof ze er altijd al geweest is en daarom direct met je reptielenbrein in conversatie treedt om de haren op je armen om hoog te zetten. Dat de gitaren breed uitwaaieren terwijl de kickdrum stevig doorduwt maakt het geheel alleen maar indrukwekkender.

Hoewel de zanglijnen op het (horror-)verhalende titelnummer ook niet mis zijn, zijn het hier de structuren (ik zou bijna zeggen hoofdstukken) en daarmee de muzikanten die ze tot uitvoering brengen die verwondering en bewondering oproepen. Zes minuten lang wordt van muzikaal thema naar thema gestapt en aan het eind worden die allemaal ineens aaneengeknoopt door weer zo’n aangrijpende melodie: “Rest assured, I am the storm. I will defend against the silence within”. The Fountain is dan weer in hetzelfde bedje ziek als Season Of The Savage, in die zin dat ook deze track belachelijk sterke meezingbare motieven heeft. De bijna black-achtige versnellingen en ultrastrakke drums en repeterende, sleurende riffs die de band daaraan toevoegt geven de song een stoot kracht en de luisteraar een shot adrenaline mee zodat het zelf de bezongen “enemy of misery” wordt.    

Assasins Of The Vision is net als de titeltrack een weids verhaal, verdeeld in muzikale hoofdstukken die zeven minuten lang alle kanten opgaan maar onlosmakelijk bij elkaar horen. Melancholische snaren schetsen beelden van ondergaande zonnen gezien vanaf een andere wereld, waarna hortende en stotende gitaren tectonische platen proberen te verschuiven, voordat kracht en verlangen elkaar vinden in nog maar eens sterke bruggen. Of zijn het lange refreinen? Want zo langzamerhand verdwalen we wat in de omvangrijke vertellingen en dat in positieve zin, zoals je je kunt verliezen in een goede roman. Zozeer dat de vaak verfoeilijke fade out waarin de song zijn kracht verliest hier (bijna?) past: “Yeah, I’m the energy, made of solid gold, the eternal death, of me”.

De meergenoemde grandeur vinden we ook in het intrigerende, statige maar gecorrumpeerde artwork van Tace DC (of gewoon Thijs De Cloedt) dat tegelijk afstoot en aantrekt. Daarmee is het een perfecte visuele weergave van de contrasten tussen licht en donker en tussen schoonheid en lelijkheid waarvan de hele plaat doordrenkt is. Nee, Cobra The Impaler laat niets aan het toeval over en doet aldus een geslaagde poging om een groot deel van de genregenoten op afstand te zetten.

Lichten laag, ogen dicht en laat je meeslepen naar een wereld waarin strakke ritmes, brutaliteit, wonderschone melodieën en complexe emoties onophoudelijk over elkaar heen buitelen maar elkaar nooit in de weg zitten. Zeer sterk werk!

Score:

86/100

Label:

Listenable Records, 2024

Tracklisting:

  1. Magnetic Hex
  2. Godless Beyonder
  3. Season Of The Savage
  4. Eye Of The Storm
  5. Karma Collision
  6. My Inferno
  7. The Fountain
  8. The Message
  9. Assassins Of The Vision
  10. Shifting Sands

Line-up:

  • Thijs De Cloedt – Gitaar
  • Ace Zec – Drums
  • Manuel Remmerie – Vocalen
  • James Falck – Gitaar
  • Michele De Feudis – Basgitaar, vocalen

Links: