Mother Of Millions – Magna Mater

Toen in 2019 het derde album Artifacts van het Griekse Mother Of Millions uitkwam via ViciSolum Records kon ik niet anders dan – na uiteraard talloze luisterbeurten – dit album in mijn Jaarlijst op te nemen. Redacteur RammJoch schreef een lovende recensie over het album: muziek vol van karakteristieken, twists, nuances en emoties. Dit was dan ook een eerste aanzet voor mij om zelf eens te gaan luisteren. Nu, vijf jaar na dato, verschijnt de opvolger Magna Mater en heb ik de nobele taak op mij genomen om er eens voor te gaan zitten, om te luisteren en te recenseren.

De lezers die in het verleden al kennis hebben gemaakt met de Grieken weten dat de muziek min of meer in het verlengde ligt van bands als Riverside, Leprous, Crosses, Vola, Tesseract en Monuments. Experimentele progmetal met meer gevoelige noten dan keiharde krakers. Volgens de bijgesloten beschrijving is Magna Mater beduidend zwaarder in de basis in vergelijking met de voorgaande platen. Qua thematiek zal dat wellicht zo zijn, wanneer het album draait om het leven, verlies, rouw en alle bijbehorende emoties. Vanuit instrumentaal perspectief concludeer ik dat Artifacts in ieder geval een stuk rustiger was als het gaat om het opbouwen van ieder nummer. Een ander opvallend gegeven is de toegenomen vorm en ruimte voor toetsen en elektronische invloeden. Hiermee doel ik onder andere op de stemvervorming op de vocalen, iets wat we toch op de vorige plaat niet hoorden. Deze invloeden zorgen er op de nieuweling dan ook voor dat het geluid van de band (nog) meer aansluit bij het Noorse Leprous, al heeft het weinig zin om dit vergelijk te maken. Mother Of Millions heeft namelijk genoeg in eigen huis om te imponeren. Een begenadigd stuk ‘spoken languange’ in de Griekse taal tijdens het afsluitende Artefact op de vorige plaat was hier al een voorbode van.

Die Griekse taal zal u op Magna Mater niet horen, althans: ik heb het niet kunnen ontdekken. De vrouwelijke vocalen ontbreken echter niet en zijn nu zelfs als een soort samenzang of meerdere lagen geïntegreerd. De pure metalliefhebber die niets kan met weelderige zanglijnen, meanderende accenten of emotionele toestanden. kan dit album dan ook gerust links laten liggen. Het titelnummer Magna Mater kent wat brulschreeuwen en daar blijft het voor wat betreft de rest van het gehele album dan ook bij. Maar goed, als George Prokopiou zijn zanglijnen, vaak overlappend, over het spannende instrumentarium kan draperen, dan heeft deze band geen enkele grunt nodig. Inside is daarmee al direct een voltreffer boordevol afwisseling zowel op vocaal als instrumentaal gebied. Het lijkt er overigens ook op dat de band zijn geluid nog beter naar voren heeft laten komen door een uitgebalanceerde mix met de vocalen wat meer op de voorgrond. Feral met een kronkelende, neurotische gitaarriff is daar een goed voorbeeld van. En de track zelf is op het gebied van impact en urgentie behoorlijk pittig.

De eerder aangehaalde vrouwelijke vocalen en variaties hoor ik dan tijdens het titelnummer met zware bastonen terug. En een fabelachtige songwriting die de luisteraar wel even bij zal blijven. Met Celestial komt er langzaam een kleine kentering in zicht, wanneer de band naast ‘hard’ musiceren steeds meer een stuk emotie en wanhoop laat doorklinken. Die vinden dan ook zijn uitweg in de vocale acrobatiek en ingetogen tussenpassages. Met de start van Liminal lijken de Grieken de knop in eerste instantie volledig om te draaien door de emotieve zanglijn, maar schijn bedriegt, want de band werkt zich in het zweet voor een groteske uitwerking. FE-NO-ME-NAAL, wat een schitterende krachtige zanglijnen. Het kippenvel op mijn armen zal de komende tien minuten wel zichtbaar blijven…

The Line en Halo trekken de emotionele lijn door, waarbij de drums en de totale sfeer wat meer richting een mix tussen prog en metalcore gaan. Het langste nummer van de plaat, Irae, is zondermeer mijn favoriete track. Het begint met een trage, dramatische opbouw vol onderhuidse spanning door zang en percussie. Gitaarriffs die invallen, wegebben of veranderen om nadien te ontaarden in een ‘grand finale’ met waanzinnig polyritmisch drumwerk en een vocalist die het op memorabele wijze afsluit! Space zet mij dan weer met beiden benen op de grond en klinkt haast als een soort ‘evergreen’ door de combinatie van pianotoetsen en typische vocalen. De progressieve klanken komen er echter al snel weer in, maar de teneur blijft overwegend aan de melodramatische kant.

Sinds het debuut Human uit 2014, waarover Yves Pelgrims een recensie schreef, is deze band enorm gegroeid in nagenoeg al zijn facetten. Magna Mater doet er op kwalitatief niveau nog een schepje bovenop in vergelijk met voorganger Artifacts, waarbij ik wel opmerk dat het nieuwe album meer de goedkeuring zal verkrijgen van de stevige(re) muziekliefhebber. Omgekeerd is het zo dat de dromers vermoedelijk meer kunnen met Artifacts. Concluderend is ieder album tot op heden, een op-zich-zelf-staand muziekstuk, met voor mij dit Magna Mater als opus magnum.

Score:

91/100

Label:

Vicisolum Productions, 2024

Tracklisting:

1. Inside
2. Feral
3. Magna Mater
4. Celestial
5. Liminal
6. The Line
7. Halo
8. Irae
9. Space

Line-up:

  • George Prokopiou – Vocalen
  • Kostas Konstantinidis – Gitaren
  • Panos Priftis – Bas
  • George Boukaouris – Drums, toetsen

Links: