We zouden het bijna vergeten met de media-aandacht voor hip-hop als proteststem, maar de muzikale weerstand tegen ‘het systeem’ is altijd harde muziek in allerlei verschijningsvormen geweest, met punk uiteraard als meest prominente variant. In het Aziatische Myanmar, waar sinds februari het leger weer aan de macht is na een staatsgreep, is The Rebel Riot een band die punkrock inzet als strijd tegen de wapens van de militaire dictatuur. Een korte introductie.
Myanmar, ingeklemd tussen India, China, Laos en Thailand, is ook bekend als Burma of Birma in het Nederlands. Die dubbele naam zegt alles over de situatie van het land. In 1948 werd het als Burma onafhankelijk van het Britse Rijk, maar dat bracht weinig voorspoed. In 1962 vond daarop een militaire coup plaats die uiteindelijk in verschillende vormen zou duren totdat er op 31 januari 2011 een grondwet in werking trad. Al in 1989 hadden de militaire leiders hun land omgedoopt tot Myanmar, maar niet elk land erkend die naamswijziging omdat het niet onder een democratisch gekozen regering heeft plaatsgevonden.
De 57 miljoen inwoners van het land hebben andere problemen aan het hoofd om zich druk te maken over de vraag of zij Birmezen of Myanmarezen zijn. Het land staat op plek 142 als de wereld wordt gerangschikt naar rijkste landen, nog onder weinig paradijselijke oorden als El Salvador en Bangladesh. Verder zijn er sterke aanwijzingen dat het leger zich schuldig maakt aan genocide tegen de moslimminderheid. Maar bovendien grepen de militairen 1 februari van dit jaar weer de macht en werd de democratisch gekozen regering afgezet.
De militairen waren al aan de macht toen Kyaw Kyaw The Rebel Riot oprichtte en de drang naar revolutie was er bij de zanger dan ook eerder dan de muziek. Dat is niet zo gek, want muziek buiten de deur houden is het eerste dat de machthebbers in een dictatuur doen. Afgezien van wat flarden glam metal en Scorpions, was Kyaw Kyaw totaal onbekend met populaire, moderne muziek. Linkin Park was pas de eerste echte kennismaking met het betere werk, laat hij in gesprek met het Australische Blunt Magazine weten. Het was daarna Slipknot dat bij hem de link tussen muziek en maatschappij legde, al was het aanvankelijk om de trauma’s die de dictatuur had achtergelaten weg te schreeuwen.
The Rebel Riot bij de opnames van One Day. Foto: KaungKaung
Pas later zocht de band de verbinding met de politiek al ging het zelfs toen nog niet om puur om muziek maken. Om de minderbedeelden in eigen land te helpen richtte The Rebel Riot en de punkgemeenschap om de band heen Food Not Bombs en Books Not Bombs op, om de arme bevolking eten te geven en te onderwijzen. Inmiddels zijn daar helmen, gasmaskers en kogelwerende vesten bijgekomen om mensen die protesteren tegen het leger te helpen. Massale demonstraties komen trouwens niet meer voor in Myanmar, die zijn letterlijk door het leger uiteen geschoten. De nieuwe trend is nu het organiseren van flashmobs, waarbij demonstranten kort bij elkaar komen om de aandacht van de politie te trekken en te laten zien dat ze er nog steeds zijn. Kyaw Kyaw heeft slechts een ondersteunende rol bij de flashmobs: met zijn uiterlijk zou hij er zo uitgepikt worden als hij mee zou doen.
Na twee platen (Puppet Society uit 2012 en Fuck Religious Rules/War uit 2014) en een EP (No Place to Live uit 2016) is de single One Day uit februari het eerste werk van de band dat tijdens de militaire dictatuur verschijnt. De vrouwelijke vocalen in het nummer komen voor rekening van Hnin. Tegen Al Jazeera uit Qatar vertelt ze dat haar strijd zich niet alleen tegen de militairen richt, maar ook tegen de verwachtingen die er voor vrouwen zijn in Myanmar. En dat is uiteraard niet zingen in een punkband. Integendeel: “Je moet stil, geduldig en beleefd zijn. Maar vrouwen hebben woede. Ze hebben dingen waar ze het niet mee eens zijn. Dus dat is de reden waarom we dit doen, waarom ik dit doe – om te laten zien dat het oké is om boos te zijn, om te ontploffen en agressief te zijn.”
Links: