Murder in the Front Row: we zijn allemaal één familie

Terwijl August Burns Red 7 december het podium van Melkweg in Amsterdam testte, werd in de filmzaal van hetzelfde complex de documentaire Murder in the Front Row vertoond, de vertaling van het fotoboek naar het witte doek, waarin de geschiedenis van de thrashmetalscene in de Bay Area van San Francisco in de eerste helft van de jaren ’80 wordt verteld. Fans, muzikanten, journalisten: iedereen had banden met iedereen waarbij er jaren later nog steeds tranen opwellen bij het verlies van twee belangrijke familieleden.

Murder in the front row
Crowd begins to bang
And there’s blood upon the stage
Bang you head against the stage
And metal takes its price
Bonded by blood

Verwacht geen journalistiek hoogstaande, kritische terugblik op het ontstaan van een subgenre. Het fotoboek Murder in the Front Row 2012 straalde vooral een familiair gevoel uit, van een groep jongeren die samen iets opbouwden en in de documentaire Murder in the Front Row is het niet anders. Zo eind jaren ‘70/begin jaren ’80 is er op muzikaal gebied weinig te beleven aan de westkust van de Verenigde Staten. Platen van Europese metalgroepen als UFO, Iron Maiden en Motörhead zijn wel verkrijgbaar, maar toeren doen de bands er nauwelijks: te duur. En dus besluiten de van enthousiasme stuiterende tieners in de Bay Area-regio van San Francisco zelf maar muziek te gaan maken. Nu bekende namen als Kirk Hammett, Tom Hunting, Gary Holt en Paul Baloff vinden elkaar bijvoorbeeld via een gezamenlijke platenzaak of gewoon omdat ze in het geval van Baloff met gehuld in een metalshirt met een ghettoblaster rondlopen waaruit luid Motörhead klinkt. Ze beginnen een bandje: Exodus.

Maar met hun Exodus zijn ze niet de enige in de razendsnel ontstane scene. En als muzikanten doen ze het niet alleen: iedereen heeft wel een rol als fanclubvoorman, tapetrader, maker van een fanzine, gewoon enthousiast fan zijn of dertig jaar later een boek maken zoals Harald Oimoen en Brian Lew. Het bruist in de Bay Area, zelfs zodanig dat ene Cliff Burton weliswaar best wil toetreden tot een beginnend bandje met de naam Metallica, maar daar niet voor naar Los Angeles wil verhuizen. En dus verhuist de band maar naar San Francisco, waar Kirk Hammett ze ziet optreden en denkt ‘Dat is een geweldige band. Maar ze zouden nog beter zijn met mij erbij’. En Slayer’s Kerry King probeert het eens bij Megadeth als Dave Mustaine bij Metallica heeft plaatsgemaakt voor Kirk Hammett en zijn eigen band begint.

En zo wordt het ontstaan van thrash uit de doeken gedaan. Aan de hand van foto’s, soms schimmig maar soms ook verrassend goed archiefbeeld en interviews met betrokken. Soms van iets verder weg (Charlie Benante van Anthrax die met zijn band aan de oostkust al snel aanhaakt bij hetgeen er aan de andere kant van het land gebeurt), soms van heel ver weg (‘Metal’ Mike van Rijkswijk van Aardschok en André Verhuysen van het Eindhovense Dynamo die al snel de thrashbands naar zijn concertzaal haalde) maar meestal van dichtbij. Mensen die er vanaf het eerste moment bij waren zoals Gary Holt en Tom Hunting van Exodus, Dave Lombardo, Tom Araya en Kerry King van Slayer, James Hetfield en Lars Ulrich van Metallica, Kirk Hamett van Exodus en Metallica en Dave Mustaine van Metallica en Megadeth. Ook muzikanten van bands die iets later aansloten komen aan het woord, zoals Mark Osegueda van Death Angel, Chuck Billy van Testament en Phil Demmel en Robb Flynn van Vio-lence en later Machine Head. Zelfs de vader van Cliff Burton komt voorbij, net als verschillende betrokkenen van destijds die andere paden in hun leven zijn gaan bewandelen.

Murder in the Front Row is een warm, liefdevol niet altijd even professioneel maar daardoor wél geloofwaardig product waar de onderlinge verbinding vanaf spat. Dat levert een compleet kritiekloze documentaire op, maar dat stoort geen moment. Helemaal niet als er een fraaie ode wordt gebracht aan wijlen Cliff Burton en Paul Baloff. Gary Holt en Tom Hunting bezoeken het graf van de oud-zanger en krijgen bijna twintig jaar na zijn dood nog steeds een brok in de keel. Het terugblikken stopt overigens vrij abrupt in 1986, als zowel Master of Puppets, Reign in Blood, Peace Sells… but Who’s Buying? en Among the Living (opgenomen in 1986, uitgebracht in  1987) het levenslicht zien. Met die vier doorbraakplaten is het gerommel van de muzikanten-die-net-zo-goed-fan-zijn in de kleine zalen voorbij en wachtten de wereldtours en de arena’s.  U heeft ze allemaal wel een keer gezien.

Links: