Kerstavond 1945. De Tweede Wereldoorlog was net voorbij en de Britse bevolking had weer hoop voor de toekomst. Families kwamen samen om de geboorte van de messias te herdenken. Ten huize Kilmister hadden ze er geen idee van dat er net een ander soort messias op de wereld was gezet. Het kindje luisterde naar de iets wat brave naam Ian Fraser Kilmister en leek de onschuld zelve. Het moet echter één van de laatste avonden in zijn leven zijn geweest dat deze kleine deugniet geen fles Jack Daniels achterover kapte.
Nu, het zag er zo niet naar uit, maar weinig ordinaire stervelingen zouden zo’n uniek leven leiden zoals dit kerstkindje uit Burslem, Engeland. Deze kettingrokende, rokkenjagende, drugsmisbruikende alcoholist zou met zijn rock ‘n roll-bandje een onmiskenbare impact hebben op een nieuw rockgenre dat we tegenwoordig als metal kennen. Zelf bestempelde hij zijn muziek nooit als metal. Legendarisch zijn dan ook de woorden die hij bij ieder optreden sprak: “We are Motörhead and we play rock n’ roll”. In wezen heeft hij ook gelijk want de band speelde muziek die zeer sterk op bluesrock was geënt.
Lemmy leidde trouwens reeds een overdreven zot leven voor hij Motörhead opstartte. De man was jarenlang roadie voor niemand minder dan Jimi Hendrix en toerde Europa rond met verschillende bandjes die vergeten zijn door de tijd. Het was een leven dat voor veel mensen voldoende zou zijn, maar de echte grootsheid moest dan nog komen. Toen Lemmy in 1971 bassist/zanger werd bij Hawkwind werd hij pas echt een rockster. Het verhaal gaat dat hij nooit eerder basgitaar speelde voor hij bij de band kwam. Het verklaart direct zijn wat atypische manier van spelen, want hij behandelde de basgitaar alsof het een ritmegitaar was.
Helaas verliep zijn passage bij Hawkwind niet zoals gepland. Dit was een zware rockband en daar hoorde een bepaalde levensstijl bij, zeker in die dagen. De heren van Hawkwind stonden nou niet bepaald bekend als brave koorknapen. De LSD en alcohol vloeiden bacchanaal en de groupies kwamen en gingen. Puike prestatie om dan wegens overmatig drugsgebruik uit de band te worden gezwierd. Dat is alsof Lenin uit de Communistische Partij zou zijn gesmeten wegens te links. Lemmy zat toen zwaar aan de amfetamines, terwijl de rest van de band het ‘slechts’ bij acid hield. Een verdere samenwerking was daarom onmogelijk. Zeker toen hij in Canada werd gearresteerd wegens drugsbezit.
Het begin was nochtans moeizaam. De band heette oorspronkelijk Bastard en van Philthy Animal op de drum of Fast Eddie als gitarist was toen nog geen sprake. NME Magazine riep de band zelfs uit tot ‘slechtste band ter wereld’. Pas na de komst van de voornoemde heren, en nadat zijn manager hem liet weten dat hij met een bandnaam als Bastard nooit de radio of televisie zouden halen, begon het los te lopen. Gestaag bouwde de groep een reputatie op. De single Overkill sloop de Britse top 40 binnen in 1979 en later dat jaar werd het album Bomber uitgebracht. Nu, ik was nog niet geboren toen, maar ik liet me vertellen dat deze plaat niets minder dan een bom was. Met zo’n naam kon dit ook niet anders. Ik kan er trouwens niets aan doen, maar ik hoor Lemmy op het nummer Bomber – link hieronder – steeds “It’s Obama” zingen. En jij nu ook.
Toch kan de impact van Motörhead op latere metalbands – en dan vooral thrashmetalbands – niet onderschat worden. Alle grote thrashers refereerden later naar deze rock ‘n roll-band wanneer hen gevraagd werd naar hun grootste invloeden. De leden van Metallica reageerden als tienerfans wanneer ze Lemmy voor het eerst ontmoetten en Dave Lombardo van het machtige Slayer beweerde zonder overdrijven dat Overkill de allereerste thrashmetalsong was. Luister eens naar de intro van dit nummer en je zal snel begrijpen waarom. Philthy’s gewelddadige double kick drum deed menig jonge drummer watertanden en zou de rode loper uitrollen voor een volledig nieuw metalgenre. De intensiteit van deze song zou de blauwprint worden van de thrash metal waar wij zo van houden.
De anekdotes over Lemmy’s leven beschrijven de man misschien nog het best. Zo vertelde Slash – de al even legendarische gitarist van Guns ‘n Roses – dat hij Lemmy voor het eerst ontmoette in de Rainbow Bar & Grill in Los Angeles. Slash was toen nog een nobele onbekende zoals jij en ik. Hij ging echter vaak naar deze bar met zijn vriendin en op één van deze avonden kruiste hij het pad van Lemmy himself. Toen Slash van het toilet kwam, zat Lemmy immers schaamteloos Slashs vriendin te versieren. Het meisje moest echter weinig weten van die vieze vent met wratten op z’n gelaat. Ze begreep ook niet dat Slash braafjes bij hen kwam zitten en Lemmy doodleuk zijn charmeoffensief liet verderzetten. Niet bepaald wat Lemmy in gedachten had, maar de enige die deze avond vlinders in de buik voelde was Slash en niet diens vriendin. Slash en Lemmy werden later goeie maatjes. Zo speelde hij mee op I Ain’t No Nice Guy (1992), een nummer waarop Lemmy in duet gaat met Ozzy Osbourne, hoewel deze laatste in die periode om één of andere reden op George Michaël probeerde te lijken.. oordeel gerust zelf!
Maar wie hard leeft, trekt het meestal niet erg lang. Ze zijn niet allemaal zoals Keith Richards, Ozzy Osbourne of paus Johannes Paulus II. Ooit zag ik hem tijdens een interview van dertig minuten maar liefst zeven sigaretten opsteken. Zoiets komt je vroeg of laat keihard in je achterste bijten. Ik maakte me toen al de bedenking dat hij nooit de binnenkant van een bejaardentehuis zou zien.
Motörhead zag ik in 2015 nog aan het werk op Graspop en had ik toen geweten dat het de laatste keer was, ik was nooit om die overbodige pita gelopen. Lemmy was ziek. Dodelijk ziek zo zou blijken. Prostaatkanker is een vies beestje. Hij haalde het einde van dat jaar niet meer. Kort voor zijn dood schakelde Lemmy trouwens over van whiskey op vodka en dit om ‘gezondheidsredenen’. Vodka kon hij namelijk met sinaasappelsap mengen. Gezonde jongen als hij was… het zegt veel over hoe hij leefde.
Er zijn van die momenten dat je perfect weet waar je was toen je een bepaald nieuws te horen kreeg. Ik zat computerspelletjes te spelen toen vliegtuigen zich in de WTC-torens boorden en ik zat computerspelletjes te spelen toen Trump verkozen werd tot president. Het lijkt nu zo niet maar ik doe ook andere dingen hoor. Lemmy’s dood vernam ik bijvoorbeeld via Facebook. Meer 2015 kan zo’n nieuwsfeit niet overgedragen worden. Collega Zware Metalen-redacteur Liam postte ineens “I don’t wanna live forever” op zijn wall en plaatste er een foto van de betreurenswaardige Lemmy onder. Ik ben geen slimme jongen, maar was op dat moment direct mee. De messias was niet meer, en in tegenstelling tot die Joodse knul tweeduizend jaar geleden kwam deze niet meer terug na veertig dagen. We zijn nu op de kop vijf jaar later en ik begin te vermoeden dat het definitief zal zijn.
Rust in vrede Ian Fraser Kilmister en bedankt! De muziek is voor eeuwig en daar trekken wij ons aan op. Afsluiten zou ik graag doen met mijn favoriete Motörheadnummer: The Chase Is Better Than The Catch. Beetje de soundtrack van mijn leven, dat en de tune van de Muppetshow. Deze song heeft alles in zich wat Motörhead zo’n sterke band maakte. Een ronkend basgeluid in duet met vlijmscherpe gitaarsolo’s bedolven onder het brutale klop- en smijtwerk van Philthy Animal op de drum. Dit is dé klassieke bezetting van Motörhead en zo herinner ik me ze graag, ook al zijn alle drie de heren ondertussen overleden. Zeg over Würzel en Phil Campbell alles wat je wilt, maar ik leerde de band kennen met een Fast Eddie solo op de gitaar. ♫♪ That’s the way I like it baby ♪♬