Veghel Blackfest in Willemeen

Het allereerste Veghel Blackfest van Doc Holliday Metal Productions vindt plaats in… Arnhem. Toch al gauw een uur rijden verder. Als het beestje maar een naam heeft en in Willemeen krabt niemand zich op het hoofd over geografische onlogica, met een line-up om van te watertanden. Het anonieme schrijversduo Black Swan (BS) en Ghostwriter (G) was present.

Door een  ‘aanrijding met een persoon’ en de daarbij horende alternatieve treinroute (via ’s-Hertogenbosch, de gemeente waar Veghel deel van uitmaakt! Zo is de cirkel toch nog rond), gaat het optreden van Noctambulist volledig voorbij aan het oog en oor van uw scribent. Ceremony is dus de eerste band van vandaag en de Ridderkerkers beginnen met de nodige vertraging. Tijd zou sowieso een dingetje worden op dit Veghel Blackfest, maar daarover later meer. De deathmetalband maakt muziek volgens het boekje dat te vinden is onder de kop ‘rechttoe rechtaan’. Lekker het hoofd draaien onder de ronkende strot van Micha Verboom dus. En dat in een al heel aardig gevuld Willemeen.

Soms kun je gewoon lekker naar een bandje kijken zonder dat er heel veel opvalt. Ceremony is zo’n bandje. De mannen met een korte carrière in de vorige eeuw (een EP en een plaat in 1992 en 1993, weer op pad sinds 2015), ontpoppen zich tot een smaakmaker die een feestje altijd nodig heeft. Niet de beste band van vanavond, maar gewoon goed. Houden zo. En een nieuwe plaat maken ,want dit kan wel eens interessant worden. (G)

Met een behoorlijke dosis enthousiasme aanschouwde uw anonieme verslaggeefster het uit Den Helder afkomstige Dystopia vorig jaar in P60 samen met Carach Angren en Misanthropia. Het betrof een eerste kennismaking, eentje die naar meer smaakte. En dan ontbrak er ook nog een bandlid op de bewuste avond ook, nota bene Thomas Cochrane, gitarist of beter gezegd: multi-instrumentalist – want hij neemt ook het koperblaaswerk voor zijn rekening. Maar goed, vijf heren dus, elk met een minuscuul lampje aan de microfoonstandaard en het drumstel, gehuld in een dikke laag mist. Een publiek dat ademloos toekijkt en de trilharen diep in het binnenoor laat strelen door de mix van ‘Psychedelic doom infused black metal‘ zoals ze hun muziek zelf noemen.

Ooit begonnen in de thrash (ze bestaan sinds 2005), heeft de band zich uiteindelijk ontwikkeld naar het originele en progressieve geluid  dat het vandaag de dag voortbrengt. Een unieke mix, met mooie en opvallende muzikale elementen, zoals de toevoeging van de trompet en trombone. Metal om welhaast kippenvel van te krijgen. Dystopia speelt binnenkort op Roadburn. Als u de kans heeft, aarzel niet en ga dat vooral horen.

Nog meer inktzwarte muziek van eigen bodem. Yaotzin is opvallend snel klaar met opbouwen en we haasten ons richting podium als daar plotseling de eerste ferme klanken klinken. Deze band uit Alkmaar bestaat al sinds 1995 en produceert een tamelijk doorgewinterd geluid, dat terwijl de bandgeschiedenis er eentje is van het turbulentere soort (met de nodige wisselingen in line-up en nog meer ‘wetten van Murphy-achtige’ taferelen). De podiumpresentatie is een tikje statisch, maar de muzikaliteit en techniek van deze heren compenseert dit ruimschoots.

Zanger Theo van de Plas gromt en grauwelt met zijn lage, diepe stem uit boven de bak aan muzikaal geweld en ook bassist Jesse Peetoom leent zijn stem zo nu en dan verdienstelijk aan de muziek. Het gezelschap baadt in een rood, satanisch licht, geheel in overeenstemming met de thematiek van de nummers. Sneller dan verwacht stopt Yaotzin, blijkbaar zit de speeltijd er alweer op. En we begonnen er net lekker in te komen, zeg maar. Jammer! Rest het de aanwezigen geen andere keus dan te wachten op een volgende kans om de Alkmaarse band live aan het werk te zien. (BS)

Met Arkhangelsk zijn we weer op het (aangepaste) tijdsschema én aanbeland bij de verrassing van de avond. De Griekse band is nog piepjong maar de anonieme leden claimen hun sporen in andere bands te hebben verdiend. Dat zal, want de melodieuze blackmetal is om door een ringetje te halen. Deze band ontpopt zich als een muzikale sluipmoordenaar, waarbij het publiek in een nietsvermoedende toestand wordt gewerkt en er plots wordt toegeslagen door de krijsgrunt van de zanger/gitarist en zijn meespelende kompanen. De verwoesting ontaard doorgaans in een solo van de gitarist, waardoor de rust langzaam wederkeert, waarna Arkhangelsk er weer vol opvliegt.

De zanger/gitarist ziet er met zijn openhangende shirt, kapsel en baardje een tikkeltje teveel uit als een lid van een boyband, maar zijn stem gebruiken kan hij. Het is ronduit indrukwekkend wat deze Grieken hier neerzetten en dan gaat het eens een keer niet om belastingontduiking. Dit een hele fijne ontdekking en een goede zet van de organisatie. Achter het drumstel bevindt zich overigens een afstammeling van Hades – de god van de onderwereld – zo geselt deze man zijn instrumenten. En daarbij kijkt hij zó gevaarlijk dat je wel gaat klappen voor wat er wordt voorgeschoteld. Niet dat dat nodig is, deze mannen zijn goed van zichzelf en zorgen voor een bijna hypnotiserend optreden. Houd dit in de gaten, Arkhangelsk is dan wel niet uit te spreken, we gaan nog veel van ze horen.

De inwendige mens moet ook tevreden worden gehouden en daar is Thyrgrim grotendeels het slachtoffer van. Spijtig, want: goede band. Maar: eten, anders dood. En daar heeft niemand wat aan. Fijn dat de Duitsers corpse paint hebben opgedaan, want we zijn immers op een blackmetalfestival. Waar Arkhangelsk een afstammeling van Hades op drums heeft, doet Thyrgrim het met een nazaat van Thor op zang. Of: ‘een eng, opgepompt mannetje’, zoals Black Swan beweert. Dat kan natuurlijk ook.

Brullen kan ‘ie wel, het gaat door merg en been. Lekker hoor. De muziek staat volledig in het teken van het opgepompte mannetje, althans, het deel dat we nog meepikken. Thyrgrim heeft wel wat weg van Taake, maar mist de genialiteit van die band. Desalniettemin: prima om die niet zo goede maar wel goedkope pizza op te verteren.

Er is een wisseling in het programma om de hoofdacts nog op een acceptabele tijd te laten beginnen. Misanthropia mag dit eerste Veghel Blackfest sluiten, waardoor Svart Crown nu het podium bestijgt. Na de bijna gebruikelijke pauze, want het duurt enorm lang voordat het drumstel van de Fransen aan de praat wordt gebracht. Met een klein half uur pauze (daar gaat de tijdswinst) knalt de agressieve black metal dan toch uit de versterkers. Svart Crown is van het motto ‘waarom subtiel doen als je ook gewoon kan proberen een olifant door de brievenbus te proppen’ en dat valt goed bij het publiek, dat wel zin heeft de pit eens te openen.

Terwijl veel van de niet-pit-gangers nader kennismaken met de muren van de uitverkochte Willemeen, spuwt zanger/gitarist JB Le Bail de longen uit zijn lijf, om op z’n tijd vol overgave synchroon te headbangen met de mede-snarenplukkers links en rechts naast hem. Zoals het publiek ook vol overgave wordt opgejut. Svart Crown doet opzichtig een Amon Amarth-je: veel vuisten de lucht ingooien, roepen, dat soort dingen. Dat is effectief, want de zaal doet lekker mee. En ach, muzikaal is het goed te pruimen, net als bij het grote Vikingvoorbeeld. Dat het allemaal een beetje op elkaar lijkt, nemen we voor lief. Le Bail grunt en gromt lekker door en dan pakken we het prima Orgasmic Spiritual Ecstasy van het laatste album Abreaction gewoon even mee.

Carach Angren is nog steeds bezig laatste plaat Dance and Laugh Amongt the Rotten onder de aandacht te brengen, en start met Opening van die plaat, gevolgd door Charlie. De zang van Seregor staat niet bepaald prominent in de mix en valt hier en daar zelfs compleet weg. Als die is teruggevonden en een nummer als When Crows Tick on Windows langskomt, is dat allang vergeten. We gaan helemaal op in de act van Carach Angren, die steeds subtieler en professioneler wordt. Het toetsenbord van Ardek leidt nog steeds een eigen leven, en samen met Seregor zorgt hij voor een fijne theatrale toevoeging. Alleen live-gitarist The Butcher blijft daarbij achter. Hij volstaat met er gewoon vervaarlijk uitzien.

Seregor heeft voor het heerlijke Pitch Black Box een kroon met doodshoofd opgezet en stampt rond als de koning van de onderwereld. Blood Queen wordt in een zodanig hoge versnelling gespeeld dat het lijkt alsof de geest van gravin Elisabeth Báthory de band op de hielen zit. Carach Angren heeft er zin in vanavond. Seregor staat geen moment stil, maar wijst, springt, rent en zingt en het publiek eet uit zijn hand. Het Limburgse gezelschap is stiekem een publieksband geworden, mede dankzij de energieke performance en het steeds beter wordende songmateriaal. De nummers van de laatste plaat vallen live beter op hun plek dan het eerdere werk. In de Naam van de Duivel bijvoorbeeld, doet Willemeen bijkans ontploffen.

Voordat Charles Francis Coghlan wordt ingezet, spuwt Seregor rook en voor afsluiter Bloodstains on the Captain’s Log heeft hij een nieuw masker gevonden: een met drie gezichten erin waardoor je altijd wel wordt aangestaard. Carach Angren levert vanavond een topprestatie af en mag zich met recht headliner noemen.

Samen met de ervaren mannen van Rotting Christ natuurlijk. Tijd is dan misschien een relatief begrip in Willemeen, de Nederlandse Spoorwegen hebben daar geen boodschap aan en dus is het bij voorbaat al duidelijk dat dit optreden slechts voor een deel bijgewoond gaat worden. Om over dat van Misanthropia nog maar te zwijgen dan. Zelfs volgens het oorspronkelijke tijdschema beginnen de Grieken te laat. Wat uw anonieme oog- en oorgetuige nog wel mee kan pakken is de start van het optreden met dat heerlijk dreigende Devadevam van laatste plaat Rituals. Voordat de hel losbarst met Kata ton Demona Eautou. Zanger/gitarist Sakis Tolis hoeft maar twee keer zijn arm te heffen en de pit gaat open.

Rotting Christ groeit al snel toe naar een prima set, puttend uit een reservoir van twaalf studio-albums. Geen van de Grieken houdt het hoofd lang stil, langzaam neemt de beukende death/black bezit van de hele zaal, aangevoerd door de mokerslagen van drummer Themis Tolis. Het is machtig duivelsgebroed, dit Rotting Christ, maar helaas moeten we veel te vroeg alweer de kou in. Ondanks alles een prima eerste editie van Veghel Blackfest. Op naar meer!

Datum en locatie:

17 februari 2018, Willemeen, Arnhem

Links: