The Return of Darkness and Evil in Doornroosje

Op zondag, de dag des Heeren, heeft Doornroosje in Nijmegen het in het hoofd gehaald een uiterst duistere package naar binnen te halen. De Amerikaanse godslasteraars van Profanatica, de Griekse christenhaters van Rotting Christ en de aanvoerders van de black metal militia Watain. Schrijver Ghostwriter en fotograaf Koen de Gussem vreesden de toorn Gods niet en waren present. Ghostwriter iets te laat, vandaar dat Pim Kastelein Profanatica serieus bekeek.

Omdat mijn collega-redacteur wat vertraging oploopt, neem ik de eerloze taak op me om de opener van de avond te beschrijven. Om maar met de deur in huis te vallen: mijn cappuccino’tje, die ik zojuist in het ontspannen Doornroosje-café gedronken heb, was nog zwarter dan dit Profanatica. Natuurlijk, drummer en zanger Paul Ledney (te herkennen aan zijn gespleten kabouterbaard) verdient wat krediet als één van de originele bandleden van Incantation, maar zelden heb ik zo’n opzichtige poppenkast op de planken zien staan. Het drietal, ver uiteen staand, is gehuld in kledij alsof het onderdeel van Ghost is en het zaallicht is louter spaarzaam om de uitbundige podiumversiering van Watain te verhullen.

In muzikaal opzicht wordt zeer hard geprobeerd kwaadaardig over te komen met beschamende songtitels als Fuck The Messiah, maar de war metal is in ieder opzicht wel erg standaard. Malende deathmetalstukken, lompe downtempo slamtuning, blackblastbeats, galmend keelgeschreeuw: de elementen zijn er, maar dan ben je er nog lang niet. Als je meel, eieren en melk bij elkaar gooit, heb je nog geen pannenkoek. En dat is Profanatica precies: slecht gemixt, nergens één geheel en opportunistisch onderbakken.

Sakis Tolis, voorman van de Griekse meesters Rotting Christ, gaat ons voor in het gebed, waarna we rustig van start gaan met 666 van Katá ton Daímona Eautoú uit 2013. De hoofden kunnen vervolgen aan de slag bij P’unchaw kachun/Tuta kachun en Fire God and Fear van het in februari te verschijnen album The Heretics. We krijgen een heerlijke uitvoering van Elthe Kyrie en het is duidelijk dat Rotting Christ’s kleine grote man er zin in heeft vanavond op de laatste speeldag van deze tour die de drie bands een maand lang naar alle uithoeken van Europa bracht. Hij zweept het publiek op en dat is vandaag goed uitgerust want er wordt volop meegebruld met de Grieken. Watain-gitarist P. schuift aan om mee te spelen met The Sign of Evil Existence, waardoor Tolis nu alleen zijn microfoon heeft om vast te houden.

Hoewel de echte top voor Rotting Christ buiten bereik blijft, zou onze wereld er toch nog een tikkeltje grijzer uitzien als dit orkest er niet zou zijn. Ook vandaag brengt de band heerlijke melodieuze black metal, al komt er wel heel erg veel van een meelopende band. Complete keyboardstukken, achtergrondzang, geluidseffecten… het is zelfs zoveel dat het afbreuk doet aan de performance van Rotting Christ. Je gaat je zelf afvragen of de band al deze poespas wel nodig heeft. De galm op de zang van Tolis mag overigens ook wel wat minder.

Voor de Thou Art Lord-cover Societas Satanas roept de zanger op tot een pit en die krijgt ‘ie: het nummer wordt dan ook furieus uitgevoerd. Op Apage Satana na wordt het prima laatste album Rituals vanavond genegeerd maar met een catalogus van alleen al twaalf studio-albums heeft de band genoeg materiaal om uit te kiezen. De nadruk ligt echter bij Katá ton Daímona Eautoú, waar ook het heerlijke In Yumen-Xibalba van wordt gespeeld in een grootse en meeslepende uitvoering. Als Grandis Spiritus Diavolos, ook al van Katá ton Daímona Eautoú, de set afsluit, volgen er laaiend enthousiaste reacties uit de zaal: zeker voor een voorprogramma. Rotting Christ verstaat de kunst om zonder snel te spelen met veel gevoel een heerlijk concert te geven. Watain had zich geen beter voorprogramma kunnen wensen.

Iemand is waarschijnlijk vergeten de poorten naar de hel tijdig te sluiten, want vijf oerlelijke mannen komen het podium op. De kleinste en kwaadaardigste van het stel luistert naar de afkorting E. binnen de band of Erik Danielsson in het dagelijks leven. Hij steekt letterlijk het podium en de brand en laat vervolgens met zijn al dan niet ingehuurde kompanen horen dat de melodie met Rotting Christ het podium heeft verlaten. Watain is gearriveerd en deze band neemt geen gevangen. Beuken moeten wij en dood moeten zij: alle gelovigen.

Watain heeft een ronduit indrukwekkende podiumaankleding, een waar een extra bus voor door Europa is getrokken We zien kettingen, pentagrammen, omgekeerde kruizen, beenderen en een altaar voor E. Blijkbaar is het vanavond gebruikelijk om het laatst uitgebrachte album min of meer te negeren, want ook Watain taalt weinig naar het prima Trident Wolf Eclipse, al is al wel Nuclear Alchemy langsgekomen als ook het kiezelharde Furor Diabolicus langskomt. Even daarvoor staat met Agony Fires van debuutplaat Rabid Death’s Curse het oudste nummer van de avond op het programma: achttien jaar oud.

Van metaalmoeheid op het einde van de tour is ook bij Watain niets te merken. De band speelt ongenadig hard en strak. Sacred Damnation komt bijvoorbeeld binnen als een bulldozer. E. haalt nog even vers vuur voordat de duistere ceremonie verder gaat en met Malfeitor de perfecte soundtrack wordt geleverd als straks de wapenen tegen de laatste halsstarrige gelovigen moeten worden opgepakt. Met E. als aanvoerder moet die strijd wel goedkomen, want het mannetje staat geen seconde stil, speelt letterlijk met vuur, gooit en passant nog even een beker bloed over het publiek uit, rommelt wat voor zijn altaartje maar zet bovenal een strot op die de doden kan laten herrijzen.

Watain weet waar het vandaan komt, want met The Return of Darkness and Evil wordt Bathory op juiste wijze geëerd. Het is natuurlijk niet voor niets Covember. Er zijn heel wat ergere nummers dan The Serpent’s Chalice om een set mee af te sluiten en Watain gebruikt het om er met een mokerslag uit te gaan. Als de laatste tonen wegsterven, blijft alleen E. nog over om zittend voor zijn altaar een aantal handelingen uit te voeren. We moeten natuurlijk wel Satan aan onze kant houden. Uiteindelijk verdwijnt ook de menselijke luchtalarm en is het podium leeg. Wat rest is as.

Foto’s:

Koen de Gussem (Visual Violence)

Datum en locatie:

25 november 2018, Doornroosje, Nijmegen

Link:

Doornroosje