Naar goed Metallica-gebruik zijn de mannen vaker onderweg dan dat ze in de studio zitten en dus wordt nog geen twee jaar geleden nadat de band in Amsterdam was, de hoofdstad weer vereerd met een bezoek. In september 2017 vormde de Ziggo Dome tweemaal de ontvangstruimte, nu is het aan de buurman: de Johan Cruijff ArenA. Tot verdriet van de zure Pinkpopbaas Jan Smeets wilde de band niet langskomen op zijn overgewaardeerde festivalletje: op het gemakje (met twee tot drie dagen pauze tussen de optredens) struinen de mannen deze zomer de stadions van Europa af. En dus ook de thuishaven van Ajax de dag na Pinksteren.
Stonerpunkband Bokassa mag de avond openen, maar wel op een tijdstip dat uw favoriete anonieme scribent nog lang geen vrij kon krijgen van zijn slavendrijvende werkgever en dus schuift hij snel nog voedsel naar binnen proppend pas naar binnen als het tweede voorprogramma net bezig is aan het eerste nummer. Ghost is mee op tournee om alvast een blik te werpen op de locaties waar de band voor bestemd lijkt. De nog halflege ArenA wordt bevolkt door een bonte verzameling die-hard metal(lica)fans, dagjesmensen en types die eerder gekleed lijken te zijn voor het terras. Wat ze echter gemeen hebben is dat ze maar weinig geïnteresseerd zijn in Cardinal Copia en zijn Nameless Ghouls.
Die trekken zich daar weinig van aan en wisselen de ene kraker uit de gestaag uitdijende discografie uit met de andere. Nummers als Rats en Absolution liggen voor de hand, maar ook het nog écht occult klinkende Ritual komt voorbij. Het is natuurlijk behelpen voor de band met een gekunsteld podium, minder licht en rook, de aanwezigheid van daglicht en het uiteraard belabberde geluid, maar de heren en dames maken tegelijk goed gebruik van de ruimte die het podium biedt en belangrijker: de nummers blijven kaasrecht overeind staan. Faith wordt lekker hard gespeeld en Cirice gaat bepaald niet verloren in de ambiance, integendeel. Papa Nihil is weer van de partij om (tot grote verwondering van het publiek) met zijn laatste adem een saxofoonsolo te spelen tijdens Miasma en bij Year Zero is duidelijk dat Ghost er vandaag een flink aantal zieltjes bij heeft gewonnen.
We krijgen dan nog een loodzware uitvoering van Mummy Dust, met keytarsolo van één van de vrouwelijke Ghouls. Alle Ghouls lijken zich overigens prima op hun plek te voelen op een groot podium en dat geldt helemaal voor zanger Cardinal Copia. Ook nu is hij de magneet die alle aandacht naar zich toetrekt, de show steelt, contact zoekt met het publiek en steeds meer de handen op elkaar krijgt van een publiek dat niet voor zijn band is gekomen. Zijn repertoire aan grapjes verdient opschoning, maar op de stem van de zanger is niets aan te merken. Afsluiter van de set is niet Monstrance Clock, maar Square Hammer, waarmee de band er heel slim met een knal uitgaat.
De pauze tussen Ghost en Metallica zou een half uur duren, maar loopt uit. Over de speakers in de Arena komen wat nummers van Guns N’ Roses voorbij. Treffend. Het is deze de band waar Metallica begin jaren ’90 een tour met hoogte- en dieptepunten mee meemaakte, omdat met name zanger Axl Rose er een handje van had veel te laat aan te komen kakken bij de concertlocatie. Als de klok naar een half uur vertraging tikt, klinken er fluitconcerten op het veld en besluit het publiek op te tribunes zich te vermaken met een wave. Plots klinkt AC/DC’s It’s A Long Way to the Top (If You Wanna Rock ‘n’ Roll) als officieus startsein en daarna zien we op drie grote schermen op het podium (in tegenstelling tot de vorige tour met een podium in het midden van de zaal heeft Metallica weer gekozen voor de klassieke bezetting met een podium aan de korte zijde en het publiek ervoor. Links naast het podium hangt een enorme ‘M’ , rechts een ‘A’ in Metallica-stijl) beelden uit de western The Good, the Bad and the Ugly als begeleiding voor concertintro-sinds-jaar-en-dag The Ecstasy of Gold. De drie schermen blijken er vijf te zijn als de heren Hetfield, Ulrich, Hamett en Trujillo zich dan eindelijk melden met Hardwired.
Bij The Memory Remains zien we beelden van zangeres Marianne Faithfull op de schermen, afgewisseld met live-beelden van de Metallica-heren én het publiek. Er zweven verschillende camera’s over het veld heen en het is machtig om dat geprojecteerd te zien worden achter Lars Ulrich. Alsof er ook publiek achter de drummer staat. Het zorgt gek genoeg voor iets van intimiteit in deze galmbak: een geniale vondst. Ride the Lightning begint een beetje matjes en wordt daarna wel fel, maar er mist tot nu toe wat explosiviteit in het optreden van de band. Een leuke verrassing in de set is The God that Failed, dat niet veel is gespeeld. Helaas staat het vreselijke The Unforgiven ook op het programma, maar gaat het tempo daarna weer omhoog met Here Comes Revenge, Moth Into Flame en Sad But True.
Het geluid in de Johan Cruijff ArenA is een stuk beter dan bij Ghost, maar nog steeds kun je achteraan het veld of de verste tribunedelen beter een cd opzetten. De enorme schermen maken wel wat goed. Al valt zo ook op dat James Hetfield een pafferig gezicht heeft gekregen. Alsof hij vlak voor het optreden is gestoken door een wesp. Met een beetje fantasie kan hij zo doorgaan voor een dictatoriale leider van een vergeten Sovjetstaat in Azië. En Kirk Hamett begint meer en meer op de Boze Heks uit Disneysprookjes te lijken. Gelukkig is er volop afleiding. Bij Moth Into Flame is er letterlijk lopend vuur op het podium en blijken er zelfs vuurspuwers naast het podium in de tribunes te staan. Sad But True wordt begeleid door haast Noord-Koreaanse propagandabeelden op de schermen in fel blauw en rood. Indrukwekkend.
No Leaf Clover van het S&M-album had best achterwege mogen blijven en daarna is het tijd voor wat op de setlist als Kirk/Rob Doodle staat. Het is volgens de bassist een speciaal voor vandaag ingestudeerd nummer van een artiest waar de band veel bewondering voor heeft. Een artiest uit deze stad en waar hij het publiek bij nodig heeft om het tot een goed einde te krijgen. Dat blijkt als Bloed, Zweet en Tranen van de enige ware volkszanger van Nederland, André Hazes, wordt ingezet. In september 2004 kreeg de zanger de enkele dagen eerder overleden zanger in dit stadion zijn laatste afscheid en werd zijn kist naar buiten gereden, nu wordt één van zijn grote hits gespeeld door de grootste metalband ooit. Het zorgt voor een aandoenlijke Rob Trujillo die fonetisch Nederlands probeert te zingen, enkele fluitconcerten maar ook massaal meezingen door het publiek. En een foto van Hazes op één van de schermen.
We zijn daarna nog niet klaar met eerbetonen. Metallica’s bassist pingelt er nog wat op los en speelt onder meer delen van Orion, terwijl we live-beelden van het ware genie achter de band te zien krijgen: de alweer in 1986 overleden Cliff Burton. De dagjesmensen in het publiek lijken geen idee te hebben naar wie ze kijken, de echte fan weet wel beter.
Als de band weer compleet is krijgen we een fellere en betere tweede helft van het concert. Dat begint bij St. Anger en laserstralen die overal vandaan lijken te komen en dat gaat door met One. Dit nummer wordt begeleid door stemmige beelden van schaduwsoldaten die naar het slagveld marcheren. Als Hetfield ‘landmine’ schreeuwt, klinkt er daadwerkelijk een knal, kleurt de lucht op de schermen rood en marcheren de inmiddels tot skeletten verworden soldaten op de schermen de andere kant op. Het hoogtepunt wordt gerekt als direct na One Master of Puppets wordt ingezet en heerlijk wordt uitgevoerd.
Het podium van Ulrich wordt voorbij de golden circle vooraan het podium geplaatst, waardoor de bandleden iets van intimiteit brengen doordat ze nu dichter op elkaar moeten staan als For Whom the Bell Tolls wordt gespeeld. Het klassiekerfeest gaat verder met Creeping Death, waarbij de vuurspuwers op de tribunes nog blijken te werken, al slagen ze er helaas niet in het stadion af te branden. Seek & Destroy is tenslotte een even lekkere als veilige optie: dit nummer schopt nog leven in je demente oma.
Tijdens het wachten op wat nog komen gaat en de heren backstage even bijkomen, verschijnt op de schermen ‘etallic’, wat precies past tussen de ‘M’ en de ‘A’ die er al hangen. Het bandlogo is op te Nederlandse vlag te zien tijdens het uitstekende Spit Out the Bone, afkomstig van het laatste album Hardwired… to Self-Destruct. Kotsnummer Nothing Else Matters lijkt een hoogtepunt te zijn voor de dagjesmensen, want die trekken massaal hun telefoon om een lichtje aan te doen en mee te deinen. Het sein voor uw verslaggever om een tweede emmer met kip te halen en het laatste biertje te bestellen. Het is niet lastig raden wat de afsluiter wordt. De complete tekst van Enter Sandman wordt massaal meegezongen zoals de ArenA niet vaak meemaakt als Ajax er voetbalt en zorgt met de laatste restanten vuur en vuurwerk letterlijk en figuurlijk voor een knallend einde aan een goed, maar niet memorabel optreden van Metallica. Er zit nog volop leven in deze band, dat zeker. Benieuwd wat er eerder komt: een nieuw concert of een nieuwe plaat.
Foto’s:
Jurgen van Hest (Jvh013Photo)
Datum en locatie:
11 juni 2019, Johan Cruijff ArenA, Amsterdam
Link: