W:O:A XVII 04-08

Wacken Open Air XVII
3 t/m 5 augustus 2006

Vrijdag 4 augustus

De doomy gothicmetal van End of Green is nooit echt aangeslagen in Nederland. Ondanks dat deze band in de afgelopen 10 jaar al 5 goede tot zeer goede albums heeft uitgebracht. Hiervan is met name de meest recente plaat, getiteld Dead End Dreaming, erg goed ontvangen door zowel het publiek als de pers. Met mij toonden dan ook vele andere Wacken gangers zich bereid iets eerder hun bed uit te komen voor deze act die al om 11.00 ‘s ochtends op de bühne stond. De band zelf had dan ook nog niet eerder zo vroeg moeten spelen. Erg verwonderlijk is de relatieve onbekendheid in Nederland overigens niet; je moet goed je best doen om hun albums in ons land te vinden en de band heeft hier ook nog nooit opgetreden. Dat dit erg spijtig is bleek wel weer uit dit optreden op Wacken. Met name de veelzijdigheid die tentoon gespreid wordt is zeer lovenswaardig. Zo wordt als tweede nummer het stevig rockende Motor gespeeld, terwijl een nummer als Death in Veins weer eerder melancholisch en slepend te noemen is. Wel werd deze ochtend de voorkeur gegeven aan de wat stevigere nummers uit hun repertoire. Desgevraagd vertelde gitarist Sad Sir mij dat ze hier bewust voor gekozen hadden om niet overstemd te worden door Mystic Circle dat gelijktijdig met End of Green een stukje verderop op de Black stage stond te spelen. De heren hoefden geen angst te hebben om weggespeeld te worden want met 3 gitaristen in de gelederen werd er een muur van gitaargeweld opgeworpen. De eenvoudige maar doeltreffend beukende riffs lagen lekker in het gehoor en een nummer als No More Feeling is minstens zo catchy als het latere werk van Sentenced. Het was dan ook niet meer dan terecht dat er na de geplande set nog een toegift gespeeld mocht worden. De hoeveelheid distortion zorgde er wel voor dat de rustigere passages wat minder uit de verf kwamen en het samenspel had ook wel wat strakker gekund. De zang was dan weer verbluffend goed en het karakteristieke stemgeluid van frontman Michelle Darkness kwam goed uit de verf al zat er wel erg veel delay (echo) overheen. De externe factor genaamd zonlicht zorgde er alleen voor dat het geheel qua atmosfeer niet echt doomy wilde worden maar een kniesoor die daar op let. De frontman, gehuld in een dikke trui met capuchon, in ieder geval niet. Maar hij is natuurlijk diep bevroren in de donkere krochten van zijn ziel. [Harm-Jan]

Mystic Circle

Mystic Circle zuigt op plaat en nu ik ze live heb gezien, weet ik dat ze ook live zuigen. Wat een bagger. Ik weet dat ze vroeger een paar aardige nummers hebben geschreven, maar toen was de band nog een vijftal en speelde men symfonische black-metal. Om nu die nummers in een driemansbezetting te gaan trachten na te spelen, lijkt me geen goed idee. Het resultaat is er dan ook naar. Het nieuwere werk is te simpel voor woorden en toch slaagt Mystic Circle er nog in om dergelijke eenvoudige songs onstrak te spelen. Nogmaals: wat een bagger. [Gio]

Wintersun

Op de True Metal Stage wordt de vrijdag geopend door Wintersun, de band van voormalig Ensiferum-lid Jari Mäenpää. De band, met een sterk (doch twee jaar geleden verschenen) debuut op zak, zet een gedegen performance neer voor een inmiddels gestaag toestromend publiek. Songs als Beyond The Dark Sun en Battle Against Time wordt vol overgave gebracht. Ook het geluid is prima te noemen, mits de toeschouwer zich niet te ver naar achteren bevindt. Een mooi begin van een drukke dag. [Ralph]

Born From Pain

Aan Born From Pain op de Party Stage de taak om de Duitsers te vermaken. Op zich moest dat best goed kunnen komen, want ladingen jonge mensen, gehuld in shirts van de band, hadden zich ruim voor aanvang van de show voor het podium verzameld. De heren zijn overduidelijk razend enthousiast en genieten uiterst van de heftige respons uit het publiek. Zanger Che Snelting toverde zijn typerende gebaarwerk weer uit de kast die me direct deden herinneren aan de show op Wâldrock dit jaar. Hier was het iets minder benauwd en hadden we weldegelijk te maken met ‘beter publiek,’ want Che hoefde maar een vinger in de lucht te steken en men ging volledig los. De ontzettend fanatieke kijkers moeten de band hoe dan ook een ongelooflijke ervaring hebben bezorgd, die zij zeker weten hadden verdiend door een partij beukende metalcore van het podium af te blazen. Zo zien we maar weer eens dat een ‘een goede show’ van twee kanten moet komen! [Renée]

Legion Of The Damned

De heren van Legion of the Damned mochten deze vrijdag onze nationale eer hooghouden en dat deden deze trashers met aplomb. Agressief, technisch, en beetje old school zo zou ik hun optreden willen samenvatten. De positieve eerste indruk moest ik wil wat naar beneden bijstellen omdat de nummers naar verloop van tijd nogal op elkaar begonnen te lijken. Aangezien de band nog maar één echt album op haar naam heeft staan hoop ik dan ook dat het toekomstige werk wat meer diversiteit herbergt. Maar goed, met strak gespeelde nummers als; Malevolent Rapture, Killing for Recreaction en natuurlijk Legion of the Damned kon het optreden natuurlijk niet echt tegenvallen, vooral de haast machinaal beukende drumpartijen waren een lust voor het oor. De band maakte goed contact met het publiek al is het spijtig dat Hollanders weer eens te beroerd bleken te zijn om dit in het Duits te doen. Op het geluid was dan weer weinig aan te merken dit keer. [Harm-Jan]

Danko Jones

Ik heb de laatste jaren gedacht mijn handen te mogen dicht knijpen om het feit dat ik Danko Jones zo’n vier jaar geleden nog live heb kunnen zien in het intieme zaaltje van de Melkweg in Amsterdam. Al gauw hierna werd de band een groot succes, overigens geheel terecht, waardoor een intieme show mij ondenkbaar leek. Van het feit dat deze heren een onvergetelijke show neerzetten was ik me reeds bewust, maar wat doe je als rock ‘n rollers op de True Metal Stage van Europa’s grootste metalfestival? De heren hadden zichzelf dit ook afgevraagd en besloten hiervoor de nodige voorbereidingen te treffen: Danko had namelijk speciaal voor dit optreden spike-armbanden gekocht, zodat ze nog enigszins true on stage zouden verschijnen. Vreemde blikken vanuit het publiek behoorden ook tot de verwachting, waarop Danko
“I am not a poser” als reactie had. Het eerste nummer werd aangekondigd alsof Abbath even de microfoon had geleend. Als er iemand goed met het publiek kan spelen is het Danko wel! Zo vertelde hij op cynische wijze over zijn geloof in Satan en dat hij een hekel had aan de zon. Alleen deze band vond dat het moest gaan regenen. Hij was immers zelf al bruin geboren en stoere mannen zouden niet mogen zonnen. Ook kwam er tijdens de show een helikopter over vliegen: “Don’t look at that helicopter, look at me!” Als er één band is die ons er aan blijft herinneren dat je eerst de blues moet leren spelen voordat je het steviger zoekt is het deze band wel. Naast de ontiegelijk humoristische verschijning van deze negerfrontman werd er natuurlijk ook nog ontzettend lekker gerockt. Duizenden metalheads hebben overduidelijk genoten van een wereldse rock ‘n roll show, waarin we onder andere werden verwend met vele nummer van top plaat Born A Lion (2002): Play The Blues, Soul On Ice, Love Is Unkind, Suicide Women en de niet te vergeten hit Lovercall. Ik ben de organisatie dankbaar voor deze ongelooflijk originele keuze in de running order en ben er van overtuigd dat we hier getuige hebben mogen zijn van een zéér unieke en krachtige Wacken-show! Voor mij persoonlijk was het in ieder geval een vrij onverwachte kans om de band nog eens live te zien! [Renée]

Danko Jones

In het programmaboekje staat dat Ektomorf zoveel meer is dan de Sepultura/Soulfly-kloon waarvoor ze versleten worden. Nou, op het optreden hier op Wacken komt dat dan toch niet helemaal uit de verf. Dit in het achterhoofd houdende, staat er toch opvallend veel volk bij Ektomorf. En misschien wel terecht ook, want kloon of niet, de band schrijft aardige songs en weet best een pakkend optreden voor te schotelen aan het publiek. [Gio]

Six Feet Under

Six Feet Under is een populaire band, onder de elitaire metalgarde is het dan weer populair om de band te haten. Aangezien SFU de allereerste deathmetalband was waar ik mee in aanraking kwam draag ik de band nog steeds een warm hart toe. Omdat ik ze al vele malen live heb mogen aanschouwen wist dan ook wat ik kon verwachten. Eén van de dingen die ik van Barnes en consorten verwachtte was een kwalitatief goed optreden. Laat deze vlieger nou niet altijd opgaan. Om te beginnen was het geluid miserabel slecht. Met name het gitaargeluid stond veel te laag in de mix en de zang weer veel te hoog en er was veel onbedoelde ruis te horen. Natuurlijk is de band zelf niet verantwoordelijk voor het geluid. Wat Chris Barnes wel aangerekend kan worden is dat hij erg slecht bij stem was die dag en lang niet zo diep en kwaadaardig klonk als je van hem mag verwachten. Bovendien vergat hij in zowel Violent Silence als Revenge of the Zombie een stuk tekst wat tocht wel erg slordig is bij zulke bekende nummers. Ook de heer Greg Gall heb ik wel eens beter horen drummen. Het leek het massaal toegestroomde publiek allemaal geen spreekwoordelijke reet uit te maken. Er werd veelal oud werk gespeeld en nummers als The Enemy Inside, Burning Blood en The Day the Dead Walked blijven gewoon erg fijn om te horen. Tijdens No Warning Shot werd het welbekende “Die Motherfucker! Die! Die!” zelfs twee kilometer verderop nog mee geschreeuwd. Alleen goede nummers maken helaas geen goed optreden en ik had gewoon meer verwacht. Bovendien staat SFU bekend om hun weinig geïnspireerde podiumpresentatie dus ook daarmee viel niks te compenseren. Opvallend was verder dat het publiek maar bleef roepen om de ACDC-cover TNT. Nadat deze als laatste nummer uiteindelijk nog gespeeld werd was het publiek net zo snel weer weg als het gekomen was. Dit geld tevens voor de band zelf dus op een toegift hoefde men sowieso niet te rekenen. Dit hield wel in dat mijn favoriet Lycantrophy helaas niet gespeeld werd, maar gezien de kwaliteit van dit optreden ben ik daar niet echt rouwig om. [Harm-Jan]

Nevermore

Ik heb Nevermore ondertussen al veel gezien, maar het blijft toch telkens weer boeiend om te zien hoe deze mannen uit Seattle het publiek weten te bespelen. Invallend gitarist Chris Broderick (Jag Panzer) kwijt zich prima van zijn taak en speelt alle leads van, de door ziekte afwezige, Steve Smythe perfect na. Warrel lijkt in eerste instantie goed bij stem, maar laat later in de show wat steekjes vallen in de hogere regionen. Grappig trouwens hoe hij bij elke bangriff zijn pet afzet, even mee gaat headbangen en dan gewoon weer zijn pet opzet. Een onderhoudend optreden van een band die maar niet te stuiten lijkt in zijn opmars. [Gio]

Het Zweedse Soilwork speelde op dezelfde tijd als hun goede vrienden van Opeth. Frontman Bjorn ‘Speed’ Strid greep deze kans dan ook aan om even te proberen of collega Mikael van Opeth hem kon horen vanaf de Party Stage. Dit bleek echter niet het geval te zijn. Dit terwijl de Gotenburgse metal van het vijftal een stuk heftiger en minder gepolijst klinkt dan bij hun studiowerk het geval is. Vooral het nummer Stalemate klonk heerlijk agressief. Dat het behoorlijk druk was bij het optreden was dan ook niet verwonderlijk. Het geluid is prima in orde en zelfs de kenmerkende keyboardpartijen kwamen goed over. Wat wel weer een beetje jammer is was het veelvuldig gebruik van Dat-tape voor de effecten en instrumenten die ze live niet voorhanden hadden. De band speelde opvallend strak gezien het feit dat niet Dirk Verburen maar invaller Peter Wildoer van Darkane de drumkruk bezette. Indien de band dit niet had aangegeven zou het veel mensen niet opgevallen zijn want de beste man speelde de nummers van Soilwork alsof hij nooit anders gedaan had. Er werd niet alleen strak gespeeld, ook de energie en spelvreugde bleek zijn gelijke niet te kennen. Dit resulteerde dan ook in een stevig moshend publiek met zowaar de eerste correct uitgevoerde cirkelpit van het festival. Wanneer het nummer Follow the Hollow van het legendarische Natural Born Chaos album gespeeld wordt laat het publiek zich pas echt helemaal gaan. Hierop beloofd frontman Strid om de rest van het optreden alleen nog maar nummers van dit album te zullen gaan spelen. Een opvallende keuze omdat de meeste bands toch vooral hun meest recente werk aan de man willen brengen. [Harm-Jan]

In Extremo

Dat de neo-folk van In Extremo het nog altijd erg goed doet blijkt wel uit het massaal toegestroomde publiek. Ooit begonnen als rasechte middeleeuwse folkband is de band in de loop der jaren steeds meer een rock/metalband geworden zonder de roots daarbij te verloochenen. Concreet betekent dit een geslaagde mix van middeleeuws straattheater, vergezeld van doedelzak, harp en trom en een stevige pot hedendaagse rock/metal. De teksten zijn dan weliswaar in het Duits, maar om mij heen zie ik ook menig Nederlander (weliswaar veelal binnensmonds) de teksten meeprevelen, al zal een groot gedeelte van de aanwezigen mede voor de niet beroerde show van de band zijn gekomen. Hoe het ook moge zijn, In Extremo zet een daverend optreden neer. Het nodige vuurwerk is, zoals altijd, volop aanwezig om het één en ander wat op te leuken, terwijl de muziek van de band live ook staat als een huis. Nummers als of het nu oudere nummers als Kuss Mich, Spielmannsfluch of Wind zijn, of nieuwe materiaal zoals het sterke Nur Ihr Allein of Horizont, het gaat er bij het publiek in als de spreekwoordelijke koek. In Extremo groeit nog steeds als liveband, en het dak lijkt nog lang niet bereikt. Een machtig optreden van deze eigenzinnige band. [Ralph]

Opeth

Opeth heb ik heel vaak gezien en hoewel ze nooit echt teleurstellen, heb ik het wel een beetje gezien. Misschien ligt het aan mij, maar naar mijn gevoel speelt de band de laatste tijd wel erg op automatische piloot. Daarbij komt nog dat de songkeuze niet echt festivalgericht is (ik weet: niet makkelijk met een oeuvre als dat van Opeth). Martin Axenrot, sinds kort de nieuwe vaste drummer, speelt de partijen van Martin Lopez vrij goed na, maar het geoefende oor hoort dat dit geen latino is. Een detail die misschien wel eens het verschil zou kunnen maken op de volgende plaat. Ik wacht in spanning af. [Gio]

WOA06 - Carnivore

Men heeft 10 jaar lang op een nieuwe reünie van Carnivore moeten wachten dus kan men ook nog wel wat langer op het optreden zelf wachten. Dat leek de mening van de band zelf te zijn. Na een lange tijd van opbouwen besteeg Carnivore onder luid gejuich het podium. De instrumenten omgehangen werd het eerste akkoord aangeslagen en toen… Toen verlieten Peter Steele en kornuiten het podium met de woorden; “Danke! Das war es!” Mensen die de band Napalm Entchen gezien hebben op het Fuck the Commerce festival van het afgelopen jaar zullen wel door hebben dat dit helemaal niet het geval is. Deze band liet echter het uitzinnige publiek een vollev vijf minuten wachten alvorens weer terug te komen. Als eerste echte nummer werd vervolgens het titelnummer Carnivore gespeeld. Het publiek bleek de enige twee gemaakte albums nog niet vergeten te zijn en er werd en masse mee gezongen. De stoere mannen trash van de band blijkt ook in 2006 nog te werken en ondanks het matige spel ligt de muziek lekker in het gehoor. De originele gitarist Keith Alexander is in juli 2005 bij een ongeluk om het leven is gekomen en kon er bij dit optreden dan ook niet bij zijn. Daarom werd de band ditmaal bijgestaan door Joey Z, bekend van Life of Agony. Aangezien het eerste album van Type O Negative, Slow, Deep and Hard, voor een groot gedeelte is samengesteld uit materiaal voor Carnivore klinkt de band ook voor niet ingewijden vrij bekend. Ook wat betreft de komische noten is meneer Steele door de jaren heen nooit echt veranderd. Hij gebruikt een drankfles als slide voor zijn bass. En wanneer de bandleden opkomen in bebloede schorten voor het laatste nummer verontschuldigd hij zich voor zijn ongesteld zijn. Dit laatste nummer was Sex and Violence en werd ingeleid met de intro van Black No.1 om het publiek op het verkeerde been te zetten. Een andere verassing vond plaats aan het einde van het nummer waarbij er heel toepasselijk namaakbloed en ‘water’ werd gespoten over het publiek door een groep topless vrouwen met supersoakers. Het is kenmerkend voor het optreden waarbij niet zozeer de muziek als wel de lol voorop stond. [Harm-Jan]

Carnivore

Dezperadoz heeft met The Legend and the Truth een conceptplaat over de legendarische Wyatt Earp uitgebracht. De plaat is dan ook niet gespeend van de nodige Western invloeden (i.e. dikke knipogen richting Ennio Morricone), en mij benieuwde het dan ook zeer hoe de band dit op het podium waar zou maken. Het vrij korte optreden begint ijzersterk met intro The Legend and the Truth, waarbij de bandleden, allen gehuld in een bijpassend Westernkloffie opkomen en Dust of History inzetten. De set, met onder andere nog March of Destiny, Hellbilly Square en Deadman Walkin’ op het programma wordt uitstekend en professioneel afgewerkt. De songs behoren niet tot de meest ingenieuze die er ooit geschreven zijn, maar waar deze band het van moet hebben is met name sfeer en plezier, en de band slaagt er dan ook in een heel geslaagd feestje neer te zetten. Overigens bevat de set ook nog de Johnny Cash cover Ring of Fire in een wat opgefoktere versie en de alltime classic Rawhide. Kleinschalig en onverwacht hoogtepuntje van mijn vrijdag. [Ralph]

Children Of Bodom

Children of Bodom was al ruim 10 maanden non-stop aan het touren op het moment dat ze op Wacken optraden. Mocht je de band het afgelopen jaar dan ook live gezien hebben dan was niks aan het optreden een echte verrassing. Met olievaten, vuurkolommen, een oude auto en de letters COB in grote lampen was de podiumaankleding gelijk aan de zaaloptredens en ook de setlist kende nauwelijks wijzigingen. Wel werd het oude nummer Deadknight Warrior weer eens van stal gehaald, afkomstig van hun eerste album. Verder was het bekende kost; Needled 24/7, Hate Me en Follow the Reaper bijvoorbeeld. Op echt slecht spel heb ik de muzikanten van COB nooit kunnen betrappen maar aan alles was te merken dat de band een wat welverdiende rust nodig heeft. Zo werd er veel minder uitgebreid over en weer gesoleerd en frontman Alexi was niet echt goed bij stem te noemen. Het optreden werd toch erg goed ontvangen door het publiek en gezien de kwaliteit van de muzikanten en de nummers is dit niet verwonderlijk. Wel hoop ik dat ze binnenkort een pauze inlassen zodat het niet lijkt alsof ze op de automatische piloot spelen de volgende keer. Het slotakkoord was het enige wat me nog wel kon verrassen omdat de band het gegeven “Going out with a bang” wel erg letterlijk nam. [Harm-Jan]

Children Of Bodom

Van het uit Tokio afkomstige D’espairs Ray had ik nog nooit gehoord al schijnt de band in het land van de rijzende zon snel aan populariteit te winnen. Het enige wapenfeit van de band dat in Europa te verkrijgen is, is het album Coll:set. De band tapt uit het “Visual Kei” (letterlijk: visuele stijl) vaatje. Een muziekstroming die in Japan al sinds de jaren tachtig in opkomst is en vooral in de jaren negentig sterk aan populatiteit gewonnen heeft. De stroming heeft muzikaal maar vooral ook qua image raakvlakken met stijlen als glamrock en darkwave gothic en emocore. Theatraal uitgedoste mensen dus, met aparte make-up en androgyne kleding. D’espairs Ray is hierop geen uitzondering. Zoals zoveel metalheads had ook ik het idee dat dit muzikaal niks voor zou stellen en wilde ik mijn pen al in het vergif gaan dopen. Het zou namelijk heel makkelijk zijn om te roepen dat de bandleden eruitzagen als afgekeurde figuranten voor de Rocky Horror Picture Show of iets naars te schrijven over de gedragingen van frontman Hizumi die het ene moment een brute metalcore zanger leek te imiteren en het volgende moment een nog meer verwijfde versie van Ville Valo neerzette. Maar op dat moment bemerkte ik dat mijn hoofd en ledematen ritmisch aan het meebewegen waren op de muziek. De muziek van D’espairs Ray heeft de afwisseling van emoties uit de emocore, de toegankelijkheid en hitpotentie van de punkrock en de agressie van de metalcore tot een perfecte mix weten te smeden. Het markante stemgeluid van de zanger wordt gekenmerkt door veel timbre en wisselt moeiteloos tussen melancholische melodische zang en hard geschreeuw en alles wat er tussen in kan zitten. Kritiekpunten die ik zou kunnen hebben op het strak gespeelde optreden zouden zijn dat het gitaarwerk technisch niet hoogstaand is, dat alle keyboardpartijen van tape afkwamen of dat de zanger zelfs wanneer hij iets in het Engels probeerde te zeggen totaal niet te verstaan was. Maar al deze dingen maakten me bij het optreden niks uit omdat ik zelden iets gehoord heb wat zo pakkend is als de muziek van dit viertal. Wat je van ver haalt kan wel degelijk erg lekker zijn. Een beetje vreemd maar erg lekker. [Harm-Jan]

WOA06 - Celtic Frost

Het optreden van Celtic Frost weet bij mij hetzelfde gevoel los te weken als een optreden van My Dying Bride: ik heb niet de indruk dat ik naar een optreden sta te kijken. Dit lijkt wel een mis, waarin de bandleden fungeren als hogepriesters van een duistere religie. Celtic Frost maakt elke verwachting, die ze met het geniale Monotheist hebben gecreëerd, waar. De sacrale klanken van de nieuwe nummers gaan hand in hand met het oude werk van de eerste paar albums. Doorheen de hele set weet men een soort spookachtige sfeer aan te houden en dat terwijl hele horden black-metal bands daar niet in slagen. Ware kwaliteit komt blijkbaar steeds bovendrijven. Mijn diepste trance bereikte ik bij de 14-minuten-durende integrale uitvoering van Synagoga Satanae. Ik blijf erbij: dit was geen optreden, het was een ervaring. [Gio]

Het Duitse Battlelore speelt op de vrijdagavond in een redelijk afgevulde tent. De Tolkienesque Fantasy metal van het bonte gezelschap weet mij op CD prima te overtuigen, maar live ontbeert het, mede door de in vergelijking toch wat sobere podiumaankleding toch ietwat aan de nodige spanning. De songs worden vrij rommelig uitgevoerd en overtuigen kan de band derhalve niet. Daar kunnen prima songs als The Mark of the Bear, Sons of Riddermark of Fangorn helaas weinig meer aan veranderen. [Ralph]

Ministry

Met Rio Grande Blood heeft industrial metalgigant Ministry een dijk van een plaat uitgebracht, en staat dan ook zeer terecht in de late uurtjes op het hoofdpodium van Wacken. Lichte kost is de muziek van Al Jourgensen geenzins, maar dat mag de pret niet bederven voor de liefhebber van fiks opgefokte industrial metal. De lichtshow is geslaagd, evenals het geluid, en voor de liefhebber valt er dan ook genoeg te genieten. Een band als Ministry kan snel chaotisch overkomen bij een liveoptreden, maar gelukkig is het geluid om over naar huis te schrijven, waardoor het geheel kristalhelder de speakers uitdondert. Op de achtergrond hangt een groot scherm waarop bij ieder nummer een passende videoclip draait, dus er valt ook meer dan genoeg te zien. Nummers als Just One Fix of Thieves, alsmede uiteraard de nodige nummers van de laatste schijf gaan er na een lange dag bij het vermoeide publiek dan gelukkig ook nog in als de spreekwoordelijke zoete koek. [Ralph]

Ministry
WOA06 - Primal Fear

Tegen de tijd dat Primal Fear het podium opklimt, slaat bij mij de vermoeidheid in alle hevigheid toe. Toch maar even doorbijten. Ondanks dit persoonlijk akkefietje, maakte Primal Fear een erg goeie indruk op mij. De korte set (amper een klein uurtje) bestond uit een geslaagde mix van oud en nieuw. Nu de band eindelijk een album heeft afgeleverd waarop alle songs voldoende scoren, moet het toch eindelijk eens gaan gebeuren: de doorbraak. Mijn zegen hebben ze en op basis van dit optreden stel ik vast dat ook de band er klaar voor is. [Gio]

Amon Amarth

Zeer laat op de avond was het tijd voor Amon Amarth. Hoewel het tegen die tijd al ruimschoots twee uur ‘s nachts geweest was bleef een enorme hoeveelheid mensen op de been voor de legendarische vikingmetal band. Het was zelfs het drukste optreden tot dan toe hetgeen duidelijk maakt hoe populair deze Zweedse band wel niet is. De aparte naam staat overigens voor “Mount Doom” uit de Lord of the Rings trilogie maar dan in een elventaal. Toch haalt Amon Amarth de inspiratie niet uit de standaard fantasy werelden maar uit de Noorse Mythologie. Hun nieuwe album heet dan ook niet voor niets With Odin on Our Side. Dit album komt eind deze maand uit en was op het moment van het optreden dan ook al helemaal geschreven en ingespeeld. Toch werd er maar één nieuw nummer van dat album ten gehore gebracht getiteld: Runes to my Memory. Aan de ene kant komt dit een beetje karig over maar aan de andere kant bleek het één van de uitschieters van een toch al erg goed optreden te zijn. Het houdt een mens nieuwsgierig laten we maar zeggen. Andere uitschieters waren naar mijn mening het nummer Victorious March en de afsluiter Death in Fire. Nou ben ik zelf niet zo thuis in de Noorse folklore maar er gingen wel erg veel nummers over vuur en bloed. Dit sloot weer goed aan bij de podiumpresentatie waarbij de bandleden in dierenvellen en besmeerd met nepbloed stonden te spelen temidden van vele vuurkorfen. Het leverde, atmosferisch gezien, een mooi schouwspel op. Over mooie schouwspelen gesproken; het hoogtepunt was toch wel het optreden van “die Jomswikinger” die als gekleed als oude vikingen elkaar te lijf gingen op het podium. Al deze uiterlijke opsmuk is leuk maar de melodieuze deathmetal die gespeeld werd was natuurlijk minstens zo belangrijk. Gelukkig was het geluid behoorlijk goed en kwam alleen de frontman er soms moeilijk bovenuit met zijn grunt. Maar omdat dit slecht sporadisch gebeurde is dit waarschijnlijk meer aan hemzelf dan aan de geluidsman te wijten. Een geslaagd optreden dus, en een terechte headliner van de dag. [Harm-Jan]