Summer Breeze 2023 dag 1: Lichtkunst met geluidsproblemen

Summer Breeze Open Air 2023 vult opnieuw vier dagen vol gevarieerde metal van allerlei allooi. Het Beierse metalfestival is uitgegroeid tot een vooruitstrevend kwaliteitsmerk in de weelderige wereld der in het verleden vastgeroeste metalfestivals. Ook deze vierentwintigste editie zal bij wie zich beperkt tot zulke als metal vermomde geldfabrieken weinig interesse gewekt hebben. Summer Breeze zet de deur immers steevast wagenwijd open voor de volgende generatie headliners om hun kans te grijpen en nieuwe talenten om zich te bewijzen. Op dag één waren het echter twee Main Stagers die imponeerden.

Van de algemeen bekende namen zijn er eigenlijk weinig die onze voorkeur uitdragen dit jaar. Gelukkig weten we uit ervaring dat het boekingteam van Summer Breeze de metalactualiteit uitstekend volgt. Die mindere groten zijn beslist een gokje waard en onze opener is er zo één. De Teutoonse thrash-TGV Traitor vlamt aan topspeed over het – hier moeten we even opletten want de naam is gewijzigd – Wera Tool Rebel Stage. Hakkende chugseriën volgens de vastgeroeste ritmepatronen en met krioelende opensperringen om ze toch een eigen tint mee te geven, krijgen het publiek meteen in het rond. Er is massale arm- en tijdens Fuck You And Die middelvinger interactie, ook al kan de gitaarbalans rijkelijker. De solo’s krinkelen in de achtergrond van flappende basdrums en ruisende ritmegitaar.

Volgens de technici komt het door de – nochtans perfect functionerende – basdrumkabel (toch zeker niet door een slordige equalizing!) die ze tijdens een nummer komen vervangen. Nog een opvallende verschijning op het podium is de broek- en rokloze fotografe die zich in allerlei poses hurkt voor coole actiefoto’s en daardoor nogal wat aandacht afleidt. Wie daar weinig van gezien zal hebben is de drummer, die met de snuit in de lucht vrijwel bij elke song identieke vocale ritmekopieën scandeert, roept en ze met een onstabiele kopstem afsluit. Kwalitatieve zang bij thrash is dan ook zeldzaam, maar Traitor toont meermaals de vibe, strakheid en goed getimede mid tempo beukinbreng waarmee je in dat genre al ergens komt.

Naar het Main Stage naar een Canadese grootmacht met een reputatie op dit festival. Hoewel ze op een eerdere editie fysiek belabberd voor de dag kwamen, faalt Kataklysm hier nooit en nam hier nog langer geleden zelfs hun twintigjarig jubileum-dvd op. Vandaag staan de knoppen subliem! De verwoestende gitaarsound, ontwortelende basdrums onder commando van de zijwaartse voettechniek van James Payne en bronzerende bassen dreunen massief door de boxen. Zelfs Maurizio’s slijpende screams zitten dik in de vliezen. In zulke omstandigheden is het een waar festijn van borende killer riffs in verbrijzelende cadansen.

Logischerwijze staat de pit op stelten. Tijdens de traditiegetrouwe security stress test maakt het publiek het de lopende band aan crowdsurfers extra spannend door een wall of death neer te zetten waar ze dan maar overheen moeten zien te geraken. Het lukt ze nog ook. “This is what daddy does”, zegt de zanger aan zijn dochter die de livestream volgt, terwijl hij de cameraman verplicht de volksgekte te filmen. De setlist is er één om duimen en vingers bij af te likken: tussen klassiekers als Crippled And Broken en As I Slither, toont recenter werk als Thy Serpents Tongue en Bringer Of Vengeance zich net zo trefzeker. Het beste Kataklysm in jaren en dus gelijk een eerste hoogtepunt.

Onze eerste sprint van het festival brengt ons voor het T-Stage om nog een half uur Malevolence mee te pikken. Krijgen we daar even spijt van! Ten eerste omwille van wat een rode draad zal worden doorheen onze verslaggeving dit jaar: de monotone basdrumriff. Je weet wel: elke slag op en gitaarsnaar valt staccato samen met een tik op het basdrumvel en zo drilboort men exact dezelfde toon volgens exact hetzelfde ritme in ongeveer elke song door. Tot in den treure. Een dieptepunt van creativiteit, dat hoegenaamd geen enkele vaardigheid vereist, maar waar de meerderheid van het publiek toch voor overstag gaat. De Britten kerven er ten minste nog enkele shreds als naalden op een leisteen tussen.

Dat brengt ons bij de ten tweede: de snijdende gitaarsound. Bewust of pech met het geluid, dat weten we niet, maar het maakt de paar keer dat de stampvoets pirouetterende gitaristen voor een meer sludgy/hardcore passage op z’n Crowbars kiezen er een stuk lastiger beluisterbaar op. In vergelijking met wat er gebeurt tijdens een ballade met pingelende wappergitaartjes, is de ten tweede nog draaglijker dan deze ten derde. Hoewel de schreeuwer tot dan toe de hardcore-attitude redelijk in stand heeft gehouden en ook de ruw zingende gitarist slechts sporadisch valsheid in gezang pleegt, beledigen beide zangers tijdens de ballade de toon. Het mislukt al helemaal wanneer ze er met distortion ballen proberen aan te hangen. Het slotnummer met enkele dissonante zenuwuitstulpingen en een aardig stuk tegenritme redt nog iets van de eerste dikke tegenvaller dit jaar.

Er staan best wel wat Beneluxers op de bill dit jaar en de eerste die onze lijst gehaald heeft is Schizophrenia. Voor de Antwerpenaars gaat het zeer snel sinds hun oprichting en zeer snel gaat het ook in hun bewust gruizelige death/thrash. Wellicht onbedoeld is de ronduit belabberde geluidsafregeling waarin het collectief, dat vers uit een jaren ’80 kapperszaak is gestapt, dient te opereren. Slechts één van de gitaren zit in de mix en uitgerekend die valt op een gegeven moment even uit. De kermende bas overheerst zo ongeveer alles en jaagt samen met de walmende basdrums voornamelijk trillingen doorheen de Tool Stage. Zeker de uptempo stukken komen over als ongedefinieerde snelheid waarvan je alleen de stoffige etterstem fatsoenlijk meekrijgt.

Schizophrenia zelf lijkt het voortreffelijk te doen. De speelvreugde en vlotheid spatten van het gelaat van de gitarist die de solo’s flux laat parelen of eng laat sluimeren. Vanachter de kit met overheads, die het woord ‘over’ gezien de hoogte waarop ze hangen meer dan waard zijn, trekt Lorenzo de ene gemene smoel na de andere. Naast de snelle thrashvluchten zorgen atmosferische tremelogordijnen voor variatie. Al mist het gros van de nummers toch een angel, een ingeving, iets wat ons ook in de Belgische undergoundshows enigszins opgevallen was. Die rotsound terzijde, bouwden de Duitsers toch maar een wall of death (met een foute mop zou je kunnen zeggen dat dat sinds de Berlijnse Muur geleden was) en een aardige pit voor de Belgen.

Op één Belgisch been is het lastig staan, dus posteren we ons met beide exemplaren voor het Ficken Party Stage op de camping. We weten waarom, want de Belgische supergroep die daar klaar staat zagen we in de Club in Mechelen en op Death Feast compromisloos brutaal bezig. Tijdens de soundcheck loopt het al stroef. Een voorbode, want net als bij Schizophrenia zorgt de geluidcrew voor een desastreuze audio-ervaring. Zo ongeveer alles is zwaar overstuurd. Krakend en piepend onder de glasbakgeluiden die ze voortbrengen lijken de boxen aan de gort te gaan onder de striemende grindgeselingen met snoeiende blastmessen van Coffin Feeder.

Belangstelling is er nochtans wel. Veel zelfs. De wall of death – waarbij de minst behaarde bij Aborted adviseert om contact met uitzwenkende worsten te vermijden – schept plaats voor een matige pitgrootte. Weliswaar nog steeds groter dan de worst van Bart die – zo informeert Sven eveneens – zo klein is dat ze twee uur extra reistijd aan plaspauzes moesten inlassen. Gaandeweg komen de rijtende brutal deathmetalsegmenten, baldadige slamopgravingen en molestatiegrooves een ietsie pietsie helderder door. De bpm-slurpende blast- en basdrum oproer blijft één grote knetterpartij. Alle vocals staan tot slot veel te luid. De kluivende inhales, tjilpende squaels en puntige screams van Svencho, aangevuld de Melculyaanse hardcorestrot en overstuurde grunt vreten elkaar op als kannibalistische piranha’s. Stond er dan niets goed? Toch wel: de dreunende epische backing tracks die ons vorige keren geeneens waren opgevallen, doen dat nu wel.

Meteen daarna gokken we andermaal. Zij het met dichtgeknepen billen na het geluidsdebacle van zonet. Terecht. Cage Fight krijgt een zo mogelijk nog slechtere sound. De lelijke scream en wurmend diepe grunt naar damesnormen staat véél te hard. Dat – en het blauwe haar, hoge knielaarzen en minirock van de afzender – leiden de aandacht onvoldoende af van het feit dat de Frans/Britse band gewoon erg slordig speelt. Of het nu de drum is die achterop hinkt of de snaarmannen zijn die te snel van leer trekken, de strakheid is veraf. Erg veeleisend is de hardcorepunk meets Rage Against The Machine riffinaderij met deathmetalvocalen en occasionele beatdownbom nochtans niet. De combinatie leest desalniettemin interessant en zal het op plaat wellicht nog zijn ook. Live zien we een kooivechter die nog geen deuk in een blik Duits supermarktbier trapt.

Op de Main Stage staat intussen de pionier van de middeleeuwse metal klaar. Eén die gekend staat om zonder al te veel spektakel een magnifieke totaalshow neer te zetten. Er staan LED-staven die met een bepaalde hoeveelheid rook erbij de illusie wekken dat de overstaande lampen elkaar verbinden tot een gaaf poorteffect. De snaarinstrumenten positioneren zich keurig in het midden, zodat ze een silhouet lijken. De kleur- en lampcombinaties creëren wondermooie lichtkunst. Prachtig! Al helemaal wanneer de dansende vlammetjes, de smallere vuursprieten of de explosies, die via een pyro achter het podium precies in elkaar doorlopen tot boven het dak, alles afwerkt.

Zelfs zonder die grandioze productie zou In Extremo Summer Breeze weer moeiteloos hebben ingepakt. Zingend kartelmes Micha in zijn eeuwige lorrenbroek is belachelijk goed bij stem. 59 is hij intussen en het rustgevende charisma blinkt ervan af. Foutloos freewheelt hij doorheen zijn brede spectrum en geeft de ronkende ragrefreinen met schallende schalmeien opgetogen energiestoten mee. Nog in het analoge en dus authentieke instrumentarium vragen de doedelzakken de vurige snaarsneren ten dans, luistert de luit samen met de harp de luid meegezongen klassieker Vollmond op en tokkelt de corpulente piraat die zo ongeveer alles bespeelt op het driehoekige ‘wasrek’ tijdens het extatische Rasend Herz.

Dan toch maar een minpuntje? De setlist. Voor een volbloed metalfestival zitten de saaie ballades en softe folkrockers net wat dik gezaaid op plaatsen waar de licht geëlektrocuteerde diepgetunede huppelriffs, die nu afwezig zijn, beter gebloeid hadden. Voor het overige een imponerende demonstratie van klasse, ervaring en instrumentbeheersing.

Onze afsluiter van dag één op Summer Breeze Open Air 2023 is het New Yorkse Extinction A.D. Heren die bij Unique Leader zitten, wat een bezoek om half één ’s nachts moreel verplicht. We krijgen dertien-in-een-dozijns-thrash/death. De fitnessgeabonneerden, die hun beton handmatig kunnen roeren, met rotsen jongleren en waarvan het aannemelijk klinkt dat ze de piramides gebouwd zouden hebben, sleuren de arduinen riffslag weliswaar met woeste overtuiging uit hun gitaren. De lijzige slammonotonie is net als bij Malevolence zo origineel als een bos bloemen op Moederdag. Doe daar nu toch eens iets meer mee! Tijdens de versnellingen vibreren de basdrums alle definitie uit de afstelling. Er zit al iets meer binding in het geluid dan bij Schizophrenia, al blijft het als mul zand klinken. Dat maakt een accurate berichtgeving lastig, ons gevoel vertelt weliswaar dat we weinig gemist zouden hebben zonder het moreel verplichte bezoek aan Extinction A.D.

Datum en locatie

16 augustus 2023, Dinkelsbühl, Duitsland

Foto's:

Persfoto’s Summer Breeze

Links: