Donderdagmenu Summer Breeze: Chugfestijn waarvan je te diep in de drankhoorn kijkt (dag 2)

Even opfrissen: we zijn aan een gastronomische neerslag van Summer Breeze 2019 bezig. Waarom gastronomisch? Omdat een metalhead ook weleens honger heeft, dus. Net als dat van gisteren lijkt het buffet van donderdag weinig soeps te zullen worden. Dé kans voor nieuw vlees om in de kuip te springen. Dat nieuwe vlees heeft gesprongen, maar het zou een spoiler zijn om nu al te verklappen of het daadwerkelijk in de kuip landde. Een tweede dagmenu betekent trouwens een tweede bierrecensie. Vandaag proeven we het Kellerbier.

Lees ook ons verslag van dag 1.

Kambrium: paganistische paardenworst met bosgroenten geserveerd in krijgshoorn

Ons persoonlijk aanbevolen door de chef: Kambrium. Eerst voeren de Duitsers een soort paganistisch gebedsritueel op. De drummer maakt kronkelende handbewegingen en de gitaristen knielen beurtelings, met de armen wijd voor zijn schrijn. Ze dragen gescheurde lorren en gezichtsmotieven die wat lijken op die van Turisas, maar dan met zwarte beschilderingen waar de Finnen er rode hebben. Weelderig bedekt in woud- en strijdveldgarnituur uit de dubbele verdieping keyboards beginnen ze aan hun epische melodieuze metal. Voor het gemak laat de geluidskruidenier de gitaren een nummer of drie uitstaan.

Dan nog wekken de als een kudde paarden galopperende drums, noeste krijgersgrunts en wervelende basontwortelingen geweld en energie op. Zeker wanneer het ensemble zichtbaar genietend strijdvaardige samenzangen inzet op vierende akkoorden en triomfantelijke toetsen, klinken ze de drankhoorn met Ensiferum. Zodra de gitaren er doorkomen is het de perfecte soundtrack voor het regenweer en de modder waar we met beide voeten instaan.

Lord Of The Lost: pastapolonaise met basballen en charismapeper

Na een intro dat ongeveer even lang duurt als de tijd de nodig is om een pasta al dente te koken, besluiten de bleekgezichten met zwarte halzen dan toch maar om het podium te bespringen. De platformen staan voor- en achteraan klaar en de atletische Duitsers ruilen voortdurend van plaats om er vervolgens fotogeniek op te poseren. Lord Of The Lost tapt vooral uit zijn nieuwe epos, waarin alles draait om de levenskrachtige keyboardduisternis en nog meer om heilzame charismazang.

Chris Harms is ontroerend sterk bij stem en zingt letterlijk de hemelen open, want na een song of twee is er zowaar zonlicht te zien. De bas stampt dik in de mix en voedt de dansbare basgolven. Hoewel de verzengende gitaren de machtige refreinen zeker wel blancheren, staat hun temperatuur net als bij elke band tot dusver te laag. Net als de mensen die een polonaise inzetten tijdens La Bamba doen we het ermee.

Brymir: voorgekauwde strijdersfricassee

Schroeiend onder de zon, betrappen we Brymir op playbacken. Alle cleane samenzang staat net als de strijdveldbombast op de backing track. Wat daar zeker niet opstaat is de gitaar, want de geluidsbarricade weert elke riff. Alleen de melodieuze saté spiezen liggen op de kruisboog. Die frivole duels draaien cirkels rond elkaar, verenigen zich eventjes in een harmonieuze marmelade om dan weer hun wegen te scheiden. Waarom de drums dat mooie samenspel vol gas tot fricassee trekken… Odin mag het weten. Die plunderende drums en bas nemen het nadien over en de typisch Finse scream, die wel live is, moedigt hen aan, maar zo zonder riffs smaakt het toch vooral als uitgekauwde kauwgom.

Xenoblight: post-pourri van thrashgehakt en schelpdieren

Een derde stuk nieuw (voor ons toch) vlees waar we onze tanden inzetten komt uit Denemarken. Over tanden gesproken: de flinterdunne frontvrouw heeft een nogal ‘eigenaardig’ gebit. Daarmee stoot ze wel een schelpafschrapende krijs uit die als een oestermes door je hersenpan snijdt. Zelf trekt ze daarbij geperverteerde grimassen en ondanks haar gestalte neemt ze het podium in. Het publiek eet uit haar hand, te meer omdat de puntig ingekerfde thrash er snedig inhakt. Xenoblight geeft zijn thrash echter een bijzondere toets. Doorlopende leadherhalingen en dwarrelende tremelosluiers pocheren er een duidelijke post-metalinvloed bij. Origineel, al hapert er weleens een overgang en staan de knoppen zoutloos.

Kvelertak: trio van ragpastei in versgeperste sinaasappelfond

Gisteren ragde Midnight de Wera Tool Rebel Stage (ja, zo moeten we dat noemen) al aan repen, vandaag draait Kvelertak de ragschroeven op de Main Stage nog wat strakker aan. De Noren hebben platformen gebouwd uit oranje kisten en hun gitaarriemen kreunen onder het geweld dat hen wordt aangedaan. Vervaarlijk zwieren de tuigen in het rond en elk van hen perst er een andere laag versplinterende rock-‘n-roll uit. Onder die triometrische ragragout maakt een krokante baskoek de pastei compleet. Terwijl het gitaargezelschap zich in een kringetje zet, speelt een schreeuwlelijkerd de rol van een soort dronken aanjager. Dwalend over het podium knalt ‘ie tegen statieven, werpt zich op de voorste rijen en scheurt een vol bierblik aan stukken. Het volk dankt hem met een circle pit met aardige omtrek. Lemmy zou trots geweest zijn.

Testament: gerijpte hamstring op een tempel van delicatessen

Ons kan je dus niet uitleggen waarom een ervaren elitegezelschap als Testament, dat dezer dagen harder van leer trekt dan ooit, voor twee overroepen flutheadliners als In Flames en Avantasia het veld in moet. Hoewel de sterren line-up moeilijk gelijke tred weet te houden in het begin, volgen de thrash hits elkaar als torpedo’s op. De nieuwe midtempokraker The Pale King kopt de lijst waar verderop met Over The Wall, The New Order, Into The Pit en Practice What You Preach alleen maar delicatessen prijken. In een geluidstempel – eindelijk! – spelen de heren ze nog even enthousiast als vroeger. Wanneer je Skolnick z’n gereedschap op de hamstring ziet posteren, weet je dat ‘ie daar een solo van jewelste gaat uitsleuren. Chuck steekt z’n tong tussen elke noot die hij aan z’n rijpe timbre toevertrouwt en dan heb je nog drumzwaargewicht Hoglan die ze allemaal in het gelid pedaleert.

Krisiun: gegrilde ribbenkast met fijngeblaste aardkorst

“We’re gonna play this hard and we’re gonna play this fast.” Frontman Alex en zijn twee look-a-likes doen wat ze beloven en dat voel je daveren tot in je ribbenkast. Loodsmeltende bassen en barbaars hamerend riffwild grillen de versterkers zo ongeveer. We geloven het direct als je zou zeggen dat het rookgordijn rondom de serieblastenaar daar vandaan komt. Wat een imposant lange blastketens rinkelt die man over z’n aambeeld! Een smeuïge putgrunt buldert de aardkorst nog eventjes uit de grond en voilà, belofte ingelost. Krisiun blijft het nochtans eerder tamme publiek maar bedanken. De Brazilianen zouden je bedankt hebben dat je een scheet hebt willen laten bij hen.

Deicide: chugbuffet en rifffestijn aan de lopende band

Op de T-Stage chuggen de deathmetalveteranen van Deicide alles kapot. De basdrums alleen al zijn ontzagwekkend en dan hadden ze in de geluidskeuken het gitaargraniet nog niet eens vanaf het begin ingemengd. Een uur lang zaaien de infernale maaltuigen, verpulverende chugsculpturen en de verwoestende tempoversnellingen die de vellentemmer hen oplegt dood en verderf van topniveau. Een gastronomisch rifffestijn is het. Een slachtveld. Een chugbuffet waarover een bloedgorgelende bulderbast en zieke krijsen weerklinken. Aan het publiek maakt de eigenaar daarvan geen woord vuil. Haardossen propelleren net als de lopende band aan killer riffs.

Anaal Nathrakh: Bachanaal Nathrakh

Straalbezopen staat Anaal Nathrakh op de T-Stage. Staan is eigenlijk nog veel gezegd. Bij de bassist is de coördinatie over eigen benen al zover heen dat ‘ie de grootste moeite kent om recht voor zijn statief te blijven staan. Hij onderbreekt Dave Hunt elke keer wanneer die met dat platte Engelse accent en uitvoerige vertelstijl van hem de Brexit belachelijk maakt. Je waant je in een Engelse pub waar twee onverlaten die al sinds de namiddag aan de toog hangen je door elkaar lallend de enige juiste tactiek van Birmingham City proberen uit te leggen. Dave zelf schreit zijn beestachtige waanzinsvocalen en kille cleane uithalen hoofdzakelijk naast het zangijzer. Glazig voor zich uit starend streelt de drummer de vellen en bekkens nog net en omdat het inputsignaal zo zwakjes is, moeten ze in de geluidstoren ook de gitaar afkloven tot een ijl zuchtje wind. Ja, 2 uur ’s nachts is laat, maar dat rechtvaardigt dit Bachanaal Nathrakh niet.

Kellerbier

Tijd om dag 2 door te spoelen. Zelf vindt de brouwerij het amberkleurig, maar ons glas kleurt toch eerder kastanjebruin wanneer we het Kellerbier bestellen. Die donkere kleur laat een zware dobber vermoeden. Bij het ruiken valt echter al meteen op dat het anders zal smaken dan het eruit ziet: er passeren granen, mout en karameltoetsen door de neusharen. Hij komt opvallend zacht binnen, maar daarna blijf je op je honger. Het smaakt heel gedroogd, alsof het uit een boom is geperst. Echt als een granendrank. Met een hoger alcoholpercentage dan de 5,4 die het nu heeft had het wellicht steviger gesmaakt.

Lees ook ons verslag van dag 1.

Foto’s:

Summer Breeze Open Air

Datum en locatie:

15 augustus 2019, Dinkelsbühl (Duitsland)

Links: