Roadburn 2025: Japans debuut en een knallende comeback (donderdag)

En weer breekt een nieuwe hoofdstuk aan  in de levensloop van Roadburn. Het festival dat al jaren het credo redefining heaviness draagt, is natuurlijk een evenement dat de cultstatus mag dragen. Al jarenlang staat het garant voor een bijzonder interessante programmering, waarbij grenzen van de undergroundmuziek worden opgezocht. Het is natuurlijk al lang geen metalfestival pur sang meer. Folk, electro en singer/songwriter hebben zich stevig genesteld in de line-up. Zo ook dit jaar. De tentakels zijn opnieuw diep in de ondergrond uitgeworpen en dat resulteert weer in een bijzonder fraaie rits aan acts over vier dagen. Dit jaar valt Roadburn samen met Pasen. Aan schrijvers Friso (FV) en Robert (RL) en Ruth (foto’s) om op zoek te gaan naar de ‘easter eggs’.

De locatie

Het weer is vandaag nog niet opperbest. Niet dat het regent, maar er hangt wel een grote grijze deken over het land. Nu is dat niet heel erg, Roadburn speelt zich grotendeels binnen af, maar voor de algehele sfeer is mooi weer wel een stuk fijner. Afijn, niet te veel miepen. Eerst een inventarisatie van het terrein. De Koepelhal wordt dit jaar verbouwd, waardoor de ingangen van de Terminal en de Engine Room nu buitenom te bereiken zijn. De hal zelf wordt niet gebruikt. Daardoor is de merchandise verschoven naar verschillende tenten langs de spoorzone. Dat heeft wel het voordeel dat als er een ‘secret show’ in de Skatehal is, je tijdens het wachten nog een LP kan oppikken bij een van de labelstands. De bandmerchandise bevindt zich in dezelfde ruimte waar voorgaande jaren het biercafé was. Daardoor zijn de kluisjes nu ook buiten de Koepelhal. Het grote voordeel dit jaar is dat je een kluisje voor een heel weekend kan huren. De grootte is echter wel wat minder, zo moet je een LP in een large kluisje schuin erin zetten. Koop je er 53, dan zal dat niet passen. We gaan er maar vanuit dat dit tijdelijk is. Verder is dit jaar het “offroadprogramma” ook ietwat uitgebreid. Natuurlijk doet Little Devil weer mee, is er de jazzclub en zijn er ook optredens in (onder meer) de bibliotheek. Er zijn ook weer veel restaurants die een Roadburnmenu aanbieden tegen schappelijke prijzen. Ofwel: Roadburn neemt Tilburg weer over voor vier dagen. Zoals het hoort.

De bands

Met zijn mix van crust en post-metal is Glassing een band naar mijn hart. Fijn om hier mijn Roadburn mee te beginnen. De drie mannen mogen de shows in de Engine Room aftrappen, en dat doet de band voor een prima gevulde ruimte. De meeste mensen zijn al aanwezig om de Merchandisekraam van Roadburn leeg te kopen of om niets te willen missen van dit festival. En dat is maar goed ook, want de openingsriff in Circle Down mag er zijn. Het nummer mondt, na een wat zeurende aanzet, uit in en postrockachtig stuk, maar wel met een stevige drive en groove. Goddomme wat klinkt dit lekker, ondanks dat het geluid nog niet optimaal is. Vooral de gitaar komt niet helemaal over bij de laag gestemde stukken, maar er gaat wel een intensiteit vanuit.

Dat geldt ook voor de band zelf. Zanger Dustin gebruikt regelmatig zijn cleane zang, maar zijn krijs voegt een extra vet, dreigend effect toe aan de songs, helemaal in het prijsnummer As My Heart Rots, waarin de nodige crustinvloeden doorklinken. En dat maakt Glassing zo tof: de climaxen doen regelmatig aan de post-metal denken, maar er keren regelmatig crust/skramz-achtige riffs en ritmes in terug. Ik ben onder de indruk, maar dat geldt niet voor iedereen. De zaal loopt langzaam leeg (vermoedelijk voor Oranssi Pazuzu). Die mensen missen een laatste vette geluidsinterruptie en de band krijgt een verdiend applaus. Wat een binnenkomer. Roadburn is begonnen! (FV)

Een goede Roadburn-traditie is dat op donderdag de opener op het hoofdpodium vaak een gerenommeerde naam is. Ik heb me in het verleden wel eens richting 013 moeten haasten voor een band als The Ocean, Kylesa, Alcest en voor Cult of Luna (die Somewhere Along the Highway integraal speelde om 15:30 ’s middags). Dit jaar valt deze eer deel aan de Finse grootmeesters van de duistere experimentele psychedelica Oranssi Pazuzu die hun laatste werk Muuntautuja ten gehore gaan brengen. ‘Muuntautuja’ betekent zoiets als ‘transformatie’ en dat is absoluut een woord wat goed past bij deze heren. Ooit begonnen als blackmetalband, maar deze stempel hebben de heren inmiddels wel van zich af geschud en wat overblijft is die typische hypnotiserende, repetitieve sound die de muziek zo uniek maakt en waar de gitaren meer en meer worden vervangen door bakken met elektronica. Dragende kracht van de band vind ik persoonlijk drummer Jarkko ‘Korjak’ Salo die met zijn heerlijk subtiele, bijna swingende drumpatronen de setting bepaalt. Vooral tijdens het titelnummer en het magnifieke Hautatuuli komt dit ook live heerlijk uit de verf. Nadeel van een integrale albumuitvoering is dat in dit geval de laatste twee nummers een beetje als semi-outro’s aanvoelen en daardoor komt het optreden helaas ietwat futloos tot een einde. En na dik veertig minuten had ik nog wel een beetje gehoopt op een toegift van een ouder album, maar die hoop blijkt ijdel. Desondanks was het toch wel weer dik genieten van onze oranje demonen, want ze blijven toch gewoon één van de beste livebands die hier dit weekend rondlopen. (RL)

Bunuel is vooral de band van blikvanger Eugene S. Robinson. Hij zal ook vooral de reden zijn dat deze band geboekt is. De muziek klinkt precies zoals je zou verwachten bij zijn naam: schurende noiserock, gebracht met een voordracht die gepaard gaat met een hoop bombarie en bravoure. De nummers zitten vol vreemde gitaarlijnen en springen vaak van hak op tak. Daardoor laat de band je niet echt in de muziek komen. Net wanneer je denkt je vast te kunnen grijpen aan een stuk, wisselt de band weer naar een ander tempo of andere riff.

Het is een aaneenschakeling van ritmes, drumfills en rollende riffs. Dat alles gebeurt wel met een hoge spelkwaliteit, want het gebodene wordt bijzonder strak gepresenteerd en wordt afgemaakt door Eugene die zich al grommend, kreunend en schreeuwend over de over de muziek heenstort. Ondertussen heeft hij  zak aan allerhande artikelen meegenomen waar hij regelmatig uit graait, zoals een stok en een zooi bloemen die hij het publiek in flikkert. De band heeft er duidelijk zin in. Dit soort muziek moet je vol overtuiging spelen en dat doet Bunuel vandaag. Toch blijft dit niet mijn ding. (FV)

De show van Kylesa laat de  magie van Roadburn goed zien. De band was negen jaar geleden gestopt en deed geen optredens meer, tot vandaag. Zangeres Laura verloor enkele jaren geleden haar man en zat een tijd in een rouwproces. Bij Roadburn hervond ze weer wat energie en voelde ze de liefde van de mensen. Het is dan ook mooi én logisch dat dit festival het podium vormt voor hun eerste show sinds de terugkeer. Het vuur is weer aan het branden in de band. Is het daarom dat er voor Firestarter van The Prodigy als intro wordt gekozen? De band klapt er daarna gelijk op met Bottom Line en Don’t Look Back. Zo vet om deze nummers weer live te horen! Vooral Don’t Look Back laat de klasse van Kylesa horen: stuwende ritmes met sludgy gitaarpartijen voeren de boventoon. Het voelt alsof we tien jaar terug in de tijd worden geworpen en dat is fijn. Alles klopt ook: de gruizigheid van de productie op de platen wordt meegenomen naar de liveshow vandaag.

De setlist bestaat grofweg uit twee gedeeltes: eerst de wat snellere uptempo nummers en daarna wat meer trage sludgenummers. In het eerste kwartier jast de band er zo’n vijf nummers doorheen, waarbij Cheating Synergy ook een hoogtepunt is. Daarna zoekt de band iets meer de wat tragere nummers op zoals Descend Within, dat opvalt door vette grooves en verslavend drumwerk. Hoe verder de setlist vordert, hoe meer uitgesponnen gespeeld wordt, maar altijd is de gemene deler een vette groove. Of een bezwerende melodielijn, zoals bij afsluiter Running Red.

Het is fijn om deze band weer in actie te zien, want dit hebben we toch wel gemist. En bovendien: het spel is nog altijd messcherp. Laura zelf laat zich af en toe volledig gaan, geflankeerd door bassist John en zanger/gitarist Phillip zit ze regelmatig op haar knieën, met haar gitaar als wapen in haar handen geklemd. Ze vertelt dat ze Walter intens dankbaar is voor de show die ze mogen doen. Dat zijn wij ook.(FV)

De Roadburnorganisatie heeft altijd een neus gehad voor nieuw talent gehad. Op deze editie is dat niet anders, zo werd al vrij vroeg Faetooth bevestigd. Een driekoppige vrouwenband die doom, shoegaze en sludge  combineert met zwaarmoedige, maar heldere zang. Dat willen mensen zien: de terminal puilt uit. Het is ook nog eens de eerste Europese show van de band, wat mogelijk voor enige nervositeit bij de band zorgt. De leden ogen wat onwennig op het grote podium en voor zo’n groot publiek. Dan maar erbij gaan zitten, moeten ze gedacht hebben aan het einde van het eerste nummer, waarbij de frontvrouwen elkaar aankijken en op hun instrument spelen. Het oogt wat knullig. Dat is het geluid overigens ook: het is niet heel best. De cleane zang is nauwelijks te horen. Dat is jammer, want bij een nummer als (i) naissance vormt deze juist een dragend element.

Naarmate de set vordert, komen de vrouwen meer in hun element. Ze raken duidelijk op hun gemak en laten zich vaker meeslepen in de muziek. Het spel wordt bovendien ook beduidend strakker en laat de band horen over potentie te beschikken. Dat lijkt het publiek ook wel te vinden, want gedurende het hele optreden blijft het vrij druk. De trage, stroperige aan Black Sabbath schatplichtige riffs, worden zeker op waarde geschat en daarmee is de band hier precies op zijn plek. (FV)

Dan is het tijd voor een unieke show. Niet alleen maakt Envy zijn Roadburn-debuut (hoe dan?), de Japanners spelen ook nog eens voor het eerst een volledig integrale versie van het album A Dead Sinking Story, welk alweer tweeëntwintig jaar oud is. Een klassieker natuurlijk, want de band wist op die plaat destijds een exceptionele brug te slaan tussen screamo, post-hardcore en zwierige post-rock. Voordeel van zo’n integrale show is natuurlijk het feit dat het iets eenmaligs is, dat je voelt dat het een speciale show is en (in dit geval) dat de band dat ook uitstraalt op het podium. Gitarist Nobukata Kawai vertelt ook dat ze van dit album in hun thuisland nauwelijks iets verkocht hebben, des te nederiger en trotser zijn ze dat ze hier nu voor een nagenoeg volle 013 Mainstage staan.

Nadeel van zo’n albumshow is toch ook wel een beetje dat er een paar nummers tussen zitten die ze normaal nooit live zouden spelen, omdat het nét niet overkomt zoals het zou moeten. Je merkt ook dat de Tokyoïeten destijds songtechnisch nog niet zo ver waren als dat ze tegenwoordig zijn en dat de kalme opbouw van de ene naar de volgende uitbarsting nog een beetje aan de voorspelbare kant was af en toe. Het neemt niet weg dat de sfeer en de impact van die constant opdoemende uitbarsting elke keer weer erg indrukwekkend is. Zanger Tesuya Fukagawa zwiert over het podium als een dansende dirigent en hoewel de Japanse teksten uiteraard nergens te verstaan zijn, weet hij alles met een enorme bak emotie en overtuiging over te brengen. Mooie show en dan spelen ze later dit weekend ook nog een ‘modern era-set’, dat wordt al helemaal smullen! (RL)

Tegelijkertijd met Envy is er een ‘secret show’ in de Skatehall. De tweede vandaag. Deze wordt verzorgt door het multinationale gezelschap Karnabahar. Screamo is laatste jaren steeds meer met kousenvoeten in het muzikale landschap van Roadburn binnengeslopen, en vanavond presenteert deze band een vrij vette set. De muziek zit propvol screamoriedels maar weet regelmatig te vertragen naar epische stukken. Hoewel de muziek wel wat raakvlakken vertoont met bands als Old Soul en June Paik ligt de nadruk bij Karnabahar meer op sfeerzetting dan een notenbrij. Tof intermezzo! (FV)

Ja, daar ga je al. Roadburn ten voeten uit. Op tijd zijn bij de kleinere zalen luidt het devies en dus was ik toch maar eerder bij Envy weg gegaan om Black Curse te gaan kijken in de Hall of Fame. Ik wist natuurlijk dat hier wel wat volk op af zou komen en ik baalde op voorhand al dat deze Amerikanen op een veel te klein podium waren geprogrammeerd, maar een half uur voor aanvang aanwezig zijn, bleek zelfs niet vroeg genoeg. Na een uur in de rij te hebben gestaan (wel een lekker biertje uit de speciaalbierbar erbij hoor, dus ik behoef geen medelijden…) kon ik tijdens het állerlaatste nummer (volgens mij Flowers of Gethsemane) nog even naar binnen om een glimp op te vangen van deze oh zo brute, ultiem vette liveband. Drie minuten heb ik maar liefst kunnen meepikken en ja, die waren overdonderend lekker in dit donkere, zweterig zaaltje. Natuurlijk jammer dat het hierbij bleef, maar ik als inmiddels redelijk doorgewinterde Roadburnganger heb me op voorhand al op deze situaties voorbereid. Beter dan niks zeg ik dan maar! En door. (RL)

Nog éven om het hoekje kijken in de Next Stage, alwaar de Finse kettingzagen van Concrete Winds op volle toeren draaien. Death metal en grindcore staat nou niet bepaald standaard op het Roadburnmenu, laat staan een combinatie daarvan, maar de authenticiteit die deze drie heren uitstralen, past op een gekke manier prima. Dat de zaal nagenoeg vol staat, zegt ook wel genoeg lijkt me. Als een soort Angelcorpse on speed (nee, geen pleonasme) raast de band door een paar handen vol nummers heen. Aan adempauzes doet men niet. Drummer Mikko Josefsson vestigt het ene “beats-per-minute”-record na het andere en het aanwezige publiek gaat er helemaal in mee. Vuist omhoog en nog even alles eruit zweten voordat Roadburn dag één tot een einde komt. Infernal Repeaterrr! Ugh!  (RL)

Datum en locatie

17 april 2025, 013, Tilburg

Foto's:

Ruth Mampuys (Ruth-Less Photography website en Facebook)

Links: