Bad Berka (Duitsland) 10 t/m 12 augustus
Vrijdag 11 augustus
Death-thrash, maar dan met toetsen. De organisatie had vermoedelijk het doel ons te verrassen met een ‘wat aparte’ opener. Killing Spree kent een lange historie onder de naam Enslaved, waarvan de band in 1997 afzag. Echter pas in 2004 kwam het eindelijk tot een nieuw album, getiteld Choose And Decide. Van zanger Franks’ pure deathgrunt was men duidelijk onder de indruk, dit was direct een goedmaker voor het feit dat hij er nogal rustig bij stond. Helaas was er maar één bandlid die wél uit zijn dak leek te gaan, namelijk gitarist Jorg. En nee, het excuus al ‘zo vroeg’ te moeten spelen gaat hier niet op, want op Party San heb je de luxe om pas om 14:00uur wakker te moeten zijn. De band zelf predikt niet vies te zijn van technische elementen binnen hun muziek, wat mij natuurlijk een hoop spannends liet verwachten. Of Killing Spree dit op cd waarmaakt weet ik niet, maar live komt dit absoluut niet uit verf. Ja… óf het gebruiken van een cowbell en toetsenpartijen zou in eens onder ‘technisch’ moeten vallen. Helaas veroorzaakte deze niet al te indrukwekkende podiumpresentatie een flinke turn off, die later in de show nog eens versterkt werd met absoluut niet passende toetsenpartijen. De heren kregen het jammer genoeg voor elkaar om van majeur naar mineur te spelen. Zoek toch eens een identiteit: ga je toetsen en ballads of ga je voor het lompe roswerk? Tamelijk verwarrend allemaal. [Renée]
Party San 2006 markeert helaas het einde van het Zweedse Kaamos. Nooit weer zal men kunnen genieten van de heerlijke death van dit viertal. Het was daarom ook extra spijtig dat de opkomst niet evenredig bleek met het zeer goede spel van de Zweden. Blijkbaar vonden de meeste Part San gangers drie uur ‘s middags iets te vroeg om al van een portie death te genieten en bleef men liever de eerder opgedane kater uitslapen. Kaamos zette een zeer respectabele laatste show neer al moet ik toegeven dat de wat langzamere doomy nummers als Doom of Man het live beter deden dan wat meer up-tempo materiaal als Black Revelation. Het absolute hoogtepunt was het duistere Scales of Leviathan, dat met het heerlijk voortslepende refrein lekker mee te grunten was voor het publiek. Frontman Karl gaf bij meerdere nummers aan dat dit toch echt de laatste keer was dat dit werk live te horen was hetgeen mij toch een beetje droevig stemde. Ik kijk nu dan ook al reikhalzend uit naar een mogelijke reünie. [Harm-Jan]
Ik liep lekker door het zonnetje naar de wc’s en toen ik mijn last liet wegvaren in de pisgoot, begonnen de goddelijke klanken van brutal deathmetal, een uniek gevoel, puur genieten, de combinatie van twee factoren die een mens gelukkig kunnen maken. Konden alle shows maar zo genuttigd worden. Terug gelopen na mijn twee minuten hemel op aarde, kon ik Severe Torture vinden op het podium. De band speelde lekker afwisselend door hun materiaal en speelde gewoon goed, meer kan ik er niet veel over zeggen, geen spannende show of rare dingen die gebeurde, gewoon de muziek die stond als een huis. Niet zeiken, maar headbangen. Niet op de laatste plaats dat de weergoden Severe Torture ook gunstig waren gestemd en hun zegenden met een aangenaam weertje. [Andreas]
Het enige dat dit weekend niet volgens planning verliep was het afzeggen van Dew Scented. Voor veel festivalgangers was dit één van de acts om de reis naar Bad Berka te realiseren. Gelukkig koos de organisatie voor een minstens zo sterke vervangende act: Het Duitse Fall Of Serenity (overigens tot 1998 bekend onder de naam Contrition). Terwijl de heren zich installeren op het podium kijkt het publiek nogal afwachtend richting podium. Bassist / achtergrondstrot John Gahlert had dit in de smiezen en maakt direct een goede beurt door de rollen eens om te draaien middels “Slaaaayyyeeeer” van het podium te roepen. Goed, de microfoon deed het en er kon gespeeld worden. De heerlijk enorm Zweeds klinkende deathmetal stelt een hoop kijkers gerust, jawel het gemis van Dew Scented werd hier geleidelijk weg gevaagd. Opvallend is frontman René Betzold, die het publiek hartstikke soepel weet te bespelen door fanatieke motoriek, gekke bekken trekkerij en een prima death-strot. De samenstelling van de setlist is overduidelijk ‘op save spelend’ gemaakt, waardoor we voornamelijk nummers van Royal Killing uit 2004 te horen kregen. Tevens werden we verwend met het knallende Out Of The Clouds van het onlangs uitgebrachte Bloodred Salvation. Fall Of Serenity liet ons drie kwartier lang genieten van hun, met enthousiasme uitgevoerde, ontzettend Zweeds klinkende death! [Renée]
Als de stoere krijgers van Deströyer 666 het podium betreden, hebben ze al overwonnen. De Australische band, die vanuit Nederland opereert, heeft een enorme uitstraling. Met opgeheven vuisten betreden ze het slagveld, klaar om het publiek te overmeesteren met hun battle-metal. Helaas wordt het vanwege hinderlijke problemen met de gitaar niet de overwinning die ze voor ogen hadden. De backstage crew van Party San kijkt toe hoe het instrument van gitarist Schrapnel herhaaldelijk uitvalt. De rest van de band probeert dit professioneel op te vangen, door gewoon door te spelen. Maar de nummers vallen in het water, omdat een tweede gitaar essentieel is in de muziek van Deströyer 666. Nadat het probleem is verholpen, komt Destroyer 666 eindelijk tot zijn recht. Aangemoedigd door een wapperende Australische vlag zet de band het nummer Australian & Anti-christ in. De glorie van het slagveld is weer in zicht gekomen. Schrapnel is zo blij dat zijn gitaar het weer doet, dat hij er extra hard op ramt. Hierdoor loopt hij natuurlijk het risico zijn gitaar weer te slopen. Maar alles gaat goed; Destroyer 666 bewijst alsnog een solide en energieke live band te zijn. Als verrassing heeft de band een cover van Venom ingestudeerd: Live like an angel, die like a devil… [Mike]
Iets later dan gepland schalde de intro van het Finse Turisas over de festivalgronden. Orkestrale filmische muziek die goed de sfeer zette voor wat komen ging. Geheel in stijl betrad het folk / battle metal gezelschap het podium; geschminkt, besmeurd (met nepbloed, waarmee anders) en gehuld in dierenvellen. Alsof dat nog niet opvallend genoeg was heeft de band ook nog eens een elektrische viool speler en een accordeonist in de gelederen en beschikte de frontman uiteraard over een tamboerijn. Voor fans van het genre betekende dit derhalve een opkomst in stijl en normale mensen hadden weer wat om te lachen. Het instrumentale folk gedeelte kwam goed uit de verf en was zeer pakkend en atmosferisch te noemen. Bij het metal gedeelte sloeg Turisas de plank echter helemaal mis. Zodra er distortion gebruikt werd veranderde het geluid in een grote laaggestemde brij van ruis waaronder ongetwijfeld leuke riffs verborgen zaten. De schreeuwerige zang wasop die momenten vrijwel niet te horen en wanneer dit niet het geval was bleek het totaal niet bij het instrumentale gedeelte te passen. Uitzonderingen op deze regel waren de leuke meezing refreintjes van Battle Metal en The Land of Hope and Glory. Dit laatste nummer geeft mooi aan hoe trots de band wel niet is op hun land van herkomst en meerdere nummers werden dan ook ter ere van Finland gespeeld. Opvallend was verder de uitgebreide en technisch indrukwekkende vioolsolo waarvoor eerst aan het publiek werd gevraagd of deze wel gewenst was. Deze solo maakte met zijn gebrek aan structuur namelijk meteen duidelijk waarom er zoweinig solo’s worden gespeeld op een elektrische viool. Het is erg knap maar het klinkt nergens naar. De band leek van mening te zijn dat wanneer je wat later opkomt je ter compensatie wat langer door mocht spelen en begon na de geplande setlist maar klassieke melodietjes te spelen op geheel eigen wijze. Pas wanneer zanger Warlord Nygard bij zijn podiumcapriolen op stijlvolle wijze onderuit ging besloot de band er een eind aan te breien. Hierbij kon Nygard het niet laten om op te merken dat de band door de gegeven tijd heen was en de vloer te glad werd om verder te spelen. [Harm-Jan]
Soms is er een dunne scheidslijn tussen een metal-muzikant een ruigpoot. Neem zanger Hellbutcher van het Zweedse black/trash gezelschap Nifelheim. Gekleed in zijn leren kostuum, bedekt met studs en kettingen, lijkt hij nog het meest op een bezoeker van een darkroom. Hellbutcher lijkt deze schijn te bevestigen, wanneer hij het volgende nummer aankondigt. Met veel overgave gilt hij: ‘Sodomizer!’ Hetgeen letterlijk vertaald ‘kontneuker’ betekent. De argeloze toeschouwers maken zich snel uit de voeten, terwijl ze hun handen beschermend voor hun achterste houden. ‘Niet bukken in de buurt van deze lui!’ Maar de echte thrashers weten wel beter. Nifelheim speelt true old school black/thrash in de Zuid-Amerikaanse stijl. Denk aan Sarcofago en Vulcano. Maar ook oude Europes goden zoals Sodom en Bathory worden geëerd in de muziek van Nifelheim. Daar horen dus leather and spikes bij, en ook een songtitel als Sodomizer. De kern van Nifelheim bestaat uit Hellbutcher en zijn tweelingbroer Tyrant (bas). Ondanks hun gebrek aan muzikaal talent, besloten ze toch uit liefde voor metal een bandje op te richten. Volgens mij wilden ze hiermee eerder een eerbetoon leveren aan bovengenoemde bands, dan dat ze zelf originele ideeën hadden. Muzikaal is het dus kopieerwerk, maar live komt het erg goed over. Mede door de uitstraling van Hellbutcher. Hij wankelt als een verschrikte zombie in het rond. Op zijn kalende kruin resteren slechts een paar vlassige haarplukken en hij heeft zwarte make-up rond de ogen. Al halverwege het eerste nummer lijkt hij buiten adem, een bewijs van zijn do-or-die houding. De laatste plaat van Nifelheim dateert uit 2000. Sindsdien was het stil rond de band. Het feit dat ze nu weer optreden, betekent hopelijk dat ze de draad weer oppakken. Want Nifelheim is hilarisch, intens en true metal. [Mike]
Pure deathmetal was dit jaar niet zo heel goed vertegenwoordigd tijdens deze editie van Party San. Máár de deathmetal die er wél stond leek mij prima voor de liefhebbers. Wie laat het feit dat Cryptopsy hier live ging spelen nou koud? Frequent doen de heren Europese festivals niet aan, daarom is het altijd weer een unieke kans. Voor ondergetekende was de laatste live-ontmoeting met deze blazende lompe death tijdens Wacken Open Air 2001. Dit is immers alweer vijf jaar geleden, waardoor ik bijna was vergeten hoe ontiegelijk heftig deze band zich live gedraagt. Lord Worm krijgt het voor elkaar dat het publiek werkelijk aan zijn lip hangt, waardoor men graag wat dichterbij wilde komen middels crowdsurfen. Als ik het goed heb gezien was dit de show met de crowdsurfers tijdens dit geweldige weekend. Onder andere klassiekers als Crown Of Horns, Open Face Surgery en Cold Hate, Warm Blood werden uiterst strak uitgevoerd en ja… dit was zó overdonderend, dat de korte show van de heren een daverende indruk achterlaat. Een typisch voorbeeld van “erg kort, maar zéér krachtig!” [Renée]
Het huidige Enslaved heeft vrijwel niks meer te maken met de ruige blackmetal die deze Noorse band tien tot vijftien jaar geleden bezigde. Qua stijl evolueerde de band zich gedurende de jaren tot iets dat misschien het beste omschreven kan worden als een mengeling van doom, black en vickingmetal. Deze unieke mengeling wist Enslaved mijns inziens te perfectioneren met hun laatste album Ruun. Opvallend was dat er live eigenlijk geen discrepantie was tussen de wat oudere nummers en het meest recente werk. Duister en meeslepend werd er een muzikaal landschap neergezet waar dan wel niet meer echt op gemoshed kan worden maar iedereen wel ademloos naar stond te luisteren. De matige melodieuze vocalen van toetsenist Herbrand Larsen waren eigenlijk het enige wat afbreuk deed aan dit heerlijk vol klinkende optreden van Enslaved. Hierbij stalen vooral nieuwe nummers als Entroper en Ruun de show. Hoe wreed werd dit sfeervolle optreden dan ook verstoord door de aankondiging van frontman Grutle Kjellson dat de band opgedragen was stante pede op te houden met spelen. Dit in verband met tijdnood. Na het uitlopen van het optreden van Turisas hadden de overige bands namelijk gewoon hun geplande set gespeeld. Hierdoor resteerde voor Enslaved maar een schamel half uurtje dat volgens zowel het publiek als de band zelf veel te snel voorbij was. Volgende keer beter zou ik zeggen want dit smaakte absoluut naar meer. [Harm-Jan]
Een na laatste band op het buitenpodium was Kataklysm. En ze maakte er ook wel een gave show van, deze show werd namelijk opgenomen voor een dvd. Er waren af en toe vlammenwerpers te zien en voelen, de muziek was strak en de band speelde een mooie set. Ergens had ik een vermoeden dat er een band met 2de gitaar partijen meespeelde maar leek mij erg stug. Want de band speelde ook een nummer wat ik erg waardeer van deze band, As The Glorious Weep, waarin mij iets te duidelijk werd dat gitarist Jean-François Dagenais toch echt in zijn eentje speelde. Het boeide het Duitse publiek niet, er werd enthousiast gereageerd en mee geheadbanged. De show was inderdaad volmaakt voor dvd, je vraagt je dan ook af welke dwaas in de organisatie van Party San de band vanwege de tijd van het podium wou halen, wat ze wel geflikt hebben met Enslaved. Kataklysm had er gelukkig schijt aan en stopte niet met spelen voordat ze klaar waren met hun set. En terecht. [Andreas]
Als afsluitende band op de vrijdag had Hypocrisy de eer om ons als publiek te mogen vermaken. En dat deden ze goed. Naast hun muziek werd er gebruik gemaakt vlammenwerpers, intensiever dan bij Kataklysm, veel rook, drummer Horgh (die we natuurlijk allemaal kennen van blackmetalgezelschap Immortal) was niet altijd te zien, en vuurwerk, ja vuurwerk bij Fire In The Sky. Nou waren die vijf vuurpijlen niet zo angstaanjagend en apocalyptisch verantwoord, maar het idee was wel geslaagd. Ook qua muziek werd er een staaltje vakmanschap neergezet, een lekkere set en goeie muziekmakerij, eigenlijk standaard bij Hypocrisy. Als afsluiter was het genieten en lekker headbangen. De Toegift Let The Knife Do The Talking was ook gaaf, zelfs vanaf de camping omdat ondergetekende zo stom was om daar niet meer op te wachten (koud en moe). [Andreas]