Metalfest 2004, 22-2 013 Tilburg
Afgelopen zondag was het dan eindelijk zo ver.. de enige reden om tijdens de enige smet op het Brabantse
land 😉 die carnaval vormt de deur van het slot te halen en naar buiten te treden: het Metalfest. Na
collega Mark Leenen en een aantal mede ZM-ers van het station opgehaald te hebben begeven wij ons
richting 013. Na even in de rij gestaan te hebben, waarbij het dankzij een zeer tactische opmerking
van Mark begon te regenen, komen we al snel binnen in een zich snel vullend 013. Toch is het de hele
dag nooit echt heel druk geweest, uitverkocht was dit festival zeker niet. Of dat nu komt door de
sterk gevarieerde (voor de jaarlijkse Metalfestbezoekers wellicht tegenvallende) lineup of de immer
hoger worden prijzen en het slinkende budget is niet duidelijk, maar ik heb ooit meer mensen binnen de
muren gezien.
De aftrap was voor de gothicmetal band Epica, een band waar ondertussen al heel veel over gezegd en geschreven is. Hoewel Mark Jansen muzikaal de band goed voorttrekt blijkt het grote podium van 013 toch nog iets te veel voor de rest van de band. Gebrek aan ervaring alsmede de grote afstand van de leden onderling maken het tot een vrij statische vertoning. Simone begeeft zich wel enthousiast naar alle kanten van het podium, maar de rest van de band staat meestal geconcentreerd op hun instrumenten te spelen. Als toetsenist Coen Janssen dan ook nog een solo verprutst is het leed eigenlijk al geleden.. de muziek slaat niet aan bij het publiek en de neerwaartse spiraal die de wisselwerking vormt komt de band niet meer te boven.
Brutus was de eerste death metal band van de dag, in de kleine zaal. De vaste schare fans was uiteraard aanwezig, en Brutus gaf een lekker optreden weg! De band scheurde van start, en damde niets meer in bruutheid in tot de laatste noot! De 3 vocalisten zagen voor zich tijdens bijna elk nummer een pit ontstaan, behalve wanneer de band er zelf een keer om vroeg. Naast de eigen, Nederlandstalige nummers kwam nog een Mortician cover voorbij. Het geluid dat de band had, was alleszins redelijk te noemen. Brutus heeft zijn tour met Macabre en Cephalic Carnage goed afgesloten!
In de grote zaal was het de beurt aan Orphanage om het podium te betreden. Na een stilte van ongeveer drie jaar komt de band binnenkort terug met een nieuw album. Of tenminste, dat is de bedoeling. Op het podium weet Orphanage vandaag echter niet te bekoren… ondanks de zanglessen van Rosan van der Aa wil het toch nog steeds niet perfect klinken en, misschien moet ik de nummers vaker horen, maar de nieuwe werken weten bij mij niet dezelfde sfeer op te roepen als het oude werk. Een paar legendarische nummers van By Time Alone worden tot helemaal aan het einde van de set bewaard en pas dan komt het publiek echt los, daarvoor stonden mensen echt puur te luisteren en zag je slechts een enkele pink-wijsvinger de lucht in gaan.
Krisiun was helaas wat eerder begonnen dan gepland, waardoor ik ongeveer de helft van de setlist gemist heb denk ik (daar komt ook bij dat we een kwartier op Steve Tucker gewacht hebben voor een interview, wat ergens volgende week op de frontpage zal staan). Ik was niet zo onder de indruk van Krisiun als anderhalf jaar geleden in de Effenaar, met Vader. Nummers die ik nog meegekregen heb waren oa Ageless Venomous, Conquerors of Armageddon, Ethereal World en Murderer, die niettemin goed insloegen op het publiek. Krisiun bassist Alex kon het Nederlandse publiek niet genoeg bedanken voor steun en aanwezigheid vandaag, zowel live als in het interview met deze man, wat eveneens ergens volgende week online zal staan.
De onbetwiste headliner van dit Metalfest was Morbid Angel. Deze tour gaat Monstrosity gitarist Tony Norman mee als tweede gitarist, en deze man stond verdienstelijk te spelen en soleren. Pete Sandoval voelde zich voor het optreden niet helemaal goed, maar tijdens het optreden was hier niets van te merken.
Natuurlijk kwamen er veel nummers van Heretic voorbij: Cleansed in Pestilence, Enshrined by Grace, Beneath the Hollow, Curse the Flesh, en Stricken Arise, wat halverwege overging in Where the Slime Live. Verdere nummers die ik me kan herinneren zijn openingsnummer Day of Suffering, Lord of all Fevers and Plague, Ageless still I am, Bil Ur Sag, Chambers of Dis, God of Emptiness, Rapture en toegift Chapel of Ghouls.
Trey Azagthoth maakte zijn reputatie waar on stage in Tilburg, en frontman Steve Tucker liet horen dat hij een geweldige stem heeft. In het begin van het optreden stonden beide gitaren veel te zacht, waardoor de bas enorm op de voorgrond trad. Na enkele nummers werd dit wat bijgesteld en waren Trey’s solo’s zelfs te horen, maar de band had het hele optreden lang geen subliem geluid helaas.
Moegestreden van het vele op en neer rennen en regelen verlaten de bezoekers de muziektempel die 013 heet. Velen van hen wandelen richting het station om de trein terug naar huis te pakken, maar een flink aantal wist de weg te vinden naar het carnaval-vrije Little Devil om nog even na te praten over de gezellige dag. Want dat was het.. ondanks dat niet iedere band even goed wist te presteren en het niet uitverkochte 013 hing er een geweldige sfeer, die zelfs tot in de toiletten merkbaar was 😉
Meer informatie: http://www.013web.nl
Deze recensie is samen met Mark Leenen geschreven. Mark, nogmaals bedankt voor de prettige samenwerking zondag!