Elk jaar verzamelt het meest noordelijk gelegen metalfestival van de Lage Landen zich rondom een scheve stompe kerktoren in Leeuwarden. Into the Grave verdeelt ook dit jaar weer enkele tientallen bands over drie dagen. Op zaterdag is fotograaf Seth Abrikoos present om de bands op de Main Stage en The Reaper Stage op de gevoelige plaat vast te leggen. Robert de Leeuw (RL) en Marleen van de Kerkhof (MK) pikken hun hoogtepunten eruit.
Lees ook: Into the Grave: de vrijdag door de ogen van de fotograaf en Into the Grave: een knallende afsluitende zondag.
De tweede dag van Into The Grave 2024 brengt een wisselvallig weerbeeld met bewolking en af en toe een bui. Dit weerhoudt de bezoekers echter niet van een dag vol indrukwekkende optredens. Ter Ziele opent de dag, gevolgd door de krachtige tonen van Hammok en de intense energie van Lokust. De dames van Nervosa brengen de bekende thrash metal, terwijl Svalbard zorgt voor emotionele post-hardcore.
Our Hollow Our Home en Sanguisabogg leveren solide performances, respectievelijk in metalcore en death metal. Halocene voegt een melodische dimensie toe en zingt vooral covers, terwijl Bütcher met zijn speed metal een rauwe energie brengt. Crystal Lake en Brujeria verhogen de intensiteit met hun unieke stijlen. Ne Obliviscaris betovert het publiek met zijn progressieve metal en Hellripper zorgt voor een dosis blackened speed metal. De dag wordt afgesloten door Slaughter to Prevail, dat met zijn deathcore een krachtige afsluiter vormt.
Het festivalterrein onder de Oldehove loopt nog niet bepaald vol, maar de eerste mainstageband (na opener Ter Ziele op het kleine podium, dat voor mij helaas te vroeg kwam) is inmiddels al halverwege hun set als ik aan kom lopen. Hammok komt uit Oslo en wijkt een beetje af van wat we op Into the Grave gewend zijn. En dat is niet erg! De lekker eigenwijze noisepunk/ posthardcore wordt gebracht met flarden garagerock en electronica. Soms knalhard als een Botch of Modern Life is War en daarna krijgt het ineens een Britse punkvibe. De energie spat er in ieder geval wel vanaf bij dit jonge drietal, het is alleen dat het grote podium niet echt bij ze past. Weinig respons en impact ten opzichte van wat ze neerzetten en dat is zonde. Volgende keer in een zweterige kleine zaal met liefhebbers en alles staat op zijn kop, dat moet wel! Leuke band, mooie ontdekking, lekker begin van mijn festivalweekend. (RL)
(Hammok)
Nervosa komt oorspronkelijk uit Brazilië, maar het is bovenal een wisselend internationaal gezelschap van dames, met als vaste middelpunt gitariste (en tegenwoordig ook vocaliste) Prika Amaral. Het is geen band die ik thuis snel zou opzetten (dan zet ik wel Kreator of iets dergelijks op), maar live is dit toch wel erg de moeite waard moet ik zeggen, vooral door de overtuigende podiumpresentatie waarmee de oldschool thrash ten gehore wordt gebracht. Ik zal ook niet ontkennen dat het helpt dat er vier dames op het podium staan in plaats van standaard vier metaldudes in spijker en leer, dat geeft toch even een andere feel. De ritmesectie staat als een huis, leadgitariste Helena Kotina strooit met rake solo’s en Amaral straalt één en al charisma uit. Uitstekend visitekaartje van deze dames. (RL)
(Nervosa)
Ik pik nog even een klein stukje Svalbard mee op het tweede podium. Ik heb deze Britten vorig jaar nog op Soulcrusher mogen aanschouwen en dat kwam daar eerlijk gezegd een stuk beter uit de verf dan hier op het buitenpodium in Leeuwarden. De “blackened” posthardcoreband rond de roodharige frontdame Serena Cherry zet opnieuw een prima performance en set neer, maar het geluid (de vocalen staan bijvoorbeeld erg hard in de mix) en de impact valt toch een beetje tegen in deze setting. Tuurlijk is het nog steeds wel genieten van knallers als Faking it en Open Wound, maar ik kom er door genoemde redenen niet helemaal in. Better luck next time. (RL)
Svalbard
Ik blijf vandaag maar lekker hangen bij het kleine podium geloof ik, want van moderne metalcorebands als Our Hollow Our Home word ik persoonlijk niet heel gelukkig, dus de liefhebbers moeten het even doen met de foto’s. Ik ben uit nieuwsgierigheid nog wel even langs Halocene gelopen, maar toen bleek dat het om een verkapte coverband ging (met oerstandaard ’00’s-metalpop-repertoire) en dat ze schijnbaar populair zijn vanwege een YouTube-hit, ben ik snel weer weggerend, ook al maakte de sterke drummer er nog een mooi individueel feestje van.
Nee, dan Sanguisugabogg. Slamdeath met goregrind-invloeden uit Columbus, Ohio. Zanger Devin Swank, met armen als boomstammen, buldert over het podium en de stampende gitaarriffs en groovende ritmes brengen het publiek in beweging. Of je nou wil of niet, je doet toch ook een beetje mee, want echt volledig stilstaan voelt totaal onnatuurlijk bij deze klanken. Van het catchy Dragged by a Truck tot het gloednieuwe nummer Permanently Fucked, ze gaan er stuk voor stuk in als koek. De Amerikaanse spierballentaal is wel wat overdreven allemaal, je hoeft immers niet voor en tijdens élk nummer ‘circle pit’ te schreeuwen of ‘let’s fuck this place up’, maar vooruit, we doen het er mee. Lekkere band! (RL)
(Sanguisugabogg)
Dan is het tijd voor een portie blackened speedmetal van het Antwerpse Bütcher. Net als bij hun landgenoten Evil Invaders nemen ze je mee terug naar de snelheidsduivels uit de jaren ’80, alleen deze heren weten er een lekker duister en kwaadaardig sfeertje aan toe te voegen. De Kill ’em All-en Nifelheim-riffs vliegen je om de oren in nummers als Iron Bitch en het gloedjenieuwe Speed Metal Samurai. Frontman Hellshrieker (je weet precies hoe die klinkt met zo’n naam) krijst en gilt de boel aan elkaar, soms als een ware King Diamond: meer metal dan dit wordt het niet! Hoogtepunten voor mij zijn toch wel het rete-aanstekelijke 45 RPM Metal en het afwijkende epische meesterwerk 666 Goats Carry My Chariot, waarin de band laat behalve strakke speedriffmeesters ook echt goede songwriters te zijn. Horns up! (RL)
(Bütcher)
Bij aankomst op een van de meest originele metalfestivalterreinen denkbaar, het Oldehoofsterkerkhof, beginnen we onze dag met Crystal Lake: metalcore uit Tokio. De band straalt sympathie en energie uit, met zanger John Robert Centorrino die het publiek enthousiast maakt. Dat is ook niet zo moeilijke met die lekkere, dreunende breakdowns! (MK)
(Crystal Lake)
Uit nieuwsgierigheid kijken we vervolgens naar Brujeria. Lang blijven hangen doen we niet. Ondanks drie zangers valt de muzikale uitvoering tegen. We constateren als snel dat we nog te nuchter zijn om deze act te appreciëren. Voor wie meer wil weten over deze Mexicaanse wannabe-druglords die zich verstoppen voor de FBI, verwijs ik graag naar een uitgebreid verslag van collega Remco Faasen over hun optreden in Utrecht vorig jaar. (MK)
(Brujeria)
Het contrast met Ne Obliviscaris kan haast niet groter zijn. Voor deze band zijn we naar de andere kant van het land gereisd. Als fans van het eerste uur willen we dit muzikale hoogstandje altijd live zien, zeker op een sfeervol festival als Into the Grave!
Helaas toert Ne Obliviscaris weer zonder vocalist Xenoyr, die vanwege familieomstandigheden in Australië is gebleven. James Dorton, bekend van onder andere Black Crown Initiate, bewijst zich echter als een zeer verdienstelijke vervanger. Zijn diepe grunts vullen perfect aan bij de zuivere vocalen van violist Tim Charles. Dit zagen we vorig jaar ook al in Leiden, een avond prachtig vastgelegd door fotograaf Casper Houtepen.
Met het nieuwe album Exul start de band ook nu met het twaalfeneenhalve minuut durende Equus. Met een gemiddelde lengte van tien minuten per nummer, spelen ze vanavond slechts vijf nummers. Maar je hoort ons niet klagen want we worden getrakteerd op het live-debuut van Suspyre! En wat te denken van Intra Venus, het meeslepende Devour Me, Colossus – Part I: Blackholes en het traditionele slotstuk And Plague Flowers the Kaleidoscope. Met opperste concentratie en een stralende glimlach spelen de mannen de sterren van de hemel. En zie hoe ontzettend strak Kévin Paradis (Benighted) als live-drummer een geweldige show neerzet. Dit hadden we voor geen goud willen missen. Bravo! (MK)
(Ne Obliviscaris)
Als je dacht dat ik na Bütcher mijn portie blackened speedmetal wel gehad heb voor vandaag, think again. Hellripper uit Aberdeen, Schotland is de beste band in dat subgenre momenteel en vooral live verdienen ze die titel voor mij. En dat voor een eenmansband. Enige bandlid James McBain is toch wel een soort van James Hetfield meets Jon Nödtveidt: een beest van een frontman, gitarist én songwriter ineen. Ook vanavond is het weer een metalfeest tot en met. Knallers als The Affair of the Poisons, The Nucklevee, Vampire’s Grave en Hexennacht worden door het centrum van Leeuwarden geblazen en het publiek gaat er helemaal in op. Wat een heerlijke energie zit er in deze band! Ik denk zelfs dat de mopperende overburen stiekem een beetje zitten mee te knikken. Tijdens de laatste track begeeft McBain zich nog even bovenop het publiek om daar de laatste akkoorden van Bastard of Hades aan te slaan: een heerlijk slot van een hele vette show en voor mij ook van mijn eerste Into the Grave-dag. (RL)
(Hellripper)
Lees ook: Into the Grave: de vrijdag door de ogen van de fotograaf en Into the Grave: een knallende afsluitende zondag.
Datum en locatie
8 juni 2024, Leeuwarden, Friesland
Foto's:
Seth Abrikoos – Sethpicturesmusic
Link: