Met een affiche zoals dit jaar, zat het er natuurlijk dik in dat het festival voor de eerste keer volledig zou uitverkopen. De headliners van dit jaar liegen er dan ook niet om: Guns N’ Roses voor de eerste keer na de reünie en Iron Maiden, Volbeat en Ozzy Osbourne als vaste gasten. Het wordt voor de allereerste keer een XL-editie, met nu ook de donderdag als volwaardige festivaldag. Het programma is wel doordacht, met voor iedereen wel wat. Uiteraard zijn er ook dit jaar ontgoochelde fans, maar het is wel duidelijk dat er onderhand zo veel nichefestivals zijn ontstaan, dat ze daar dan wel hun gading zullen vinden. Het is dan ook met tonnen moed en een conditie om jaloers op te zijn dat uw twee dienaren Michel Peeters (MP) en Yves Pelgrims (YP) aan hun taak beginnen, uiteindelijk dan nog versterkt met een derde collega, Michel Jorissen (MJ), en uiteindelijk van pure wanhoop nog een vierde! Het resultaat daarvan kan je hieronder lezen. Laat wel meteen duidelijk zijn dat we niet volledig kunnen zijn. Met meer dan 120 bands is dat onmogelijk. Dag 4, here we go!
Op deze laatste dag van toch wel een vermoeiende vierdaagse besluit ik er nog eens vol voor te gaan, en dat is de reden dat ik dan ook al heel vroeg voor de Main Stage sta, om me aldaar even onder te dompelen in het geweld van Pro-Pain. Hoewel onmenselijk vroeg besluit de groep er toch meteen stevig tegenaan te gaan en dat wordt hen in dank afgenomen. Ze hebben aardig wat aandacht en genieten daar duidelijk van. Deze pioniers van de NYHC (New York hardcore scene) verdienen dat dan ook. Gary Meskil is het immer sympathieke boegbeeld en weet als geen ander zijn energie over te dragen op een publiek. Vorig jaar zag het er echter even heel beroerd uit toen hij in Brussel werd aangevallen en meer dood dan levend op straat werd achtergelaten. Daar is nu gelukkig niets meer van te merken. Prima optreden met tonnen plezier. Meer moet dat niet zijn om de dag goed te beginnen.
Eisbrecher is een van de vlaggendragers van de Neue Deutsche Härte-beweging, en trekt al sinds 2003 mee aan die kar, samen met de pioniers van Oomph! Deze kerels zijn echter niet zo heel erg strikt in de leer en combineren hun Teutoonse donder met allerlei volkse invloeden. Zo is het toch even schrikken als je Alexx Wesselsky temidden van al dat dreunende geweld ineens hoort jodelen! En het werkt dan nog ook! De heren staan er in een lederen marineuniform en dan is het uiteraard gemakkelijk om te verwijzen naar dat andere fijnbesnaarde groepje uit Duitsland: Rammstein. Maar Eisbrecher doet het wel helemaal alleen op eigen kracht, zonder precisiebombardementen en zware artillerie op het podium. Bovendien communiceert deze zanger met zijn publiek en hij is nog onweerstaanbaar grappig ook. Zijn motto: ‘Jeden Tag ein Fluch, das ist genug’, waarop meteen het nummer Scheisse ingezet wordt. Dat noemen wij humor. Ok, Duitse humor weliswaar, maar wél humor.
Powerflo is wat je met gemak een supergroep zou kunnen noemen, wegens leden van Biohazard, Cypress Hill, Fear Factory en Downset aan boord. Deze uit LA afkomstige formatie is redelijk maatschappelijk geëngageerd en draagt die boodschap ook graag uit. Niet dat het drammerig wordt, maar geheel vrijblijvend kan je deze kerels niet noemen. Blikvangers zijn vooral Sen Dog (Cypress Hill) en Billy Graziadel (Biohazard). Ze gaan tekeer als duivels in doosjes, en halverwege het concert heeft Billy al meermaals zijn monitor gesloopt en is hij volop bezig met de versterker en de drumraiser hetzelfde te doen. Enthousiasme noemt hij dat. Hoewel men toch een stel nagelnieuwe nummers mee heeft, gaat het publiek aardig mee in hun mix van rap en metal, zeker door de onweerstaanbare basgroove die als een rollende donder de basis vormt voor de set. Het is het laatste optreden van de Europese toer en dat zal later op de dag ook nog blijken. Er is geen haast om zich naar een volgend concert te haasten, dus iedereen blijft lekker rondhangen. Dat geeft de mogelijkheid om nog met anderen mee te gaan jammen. Stay tuned!
Body Count feat. Ice-T kan live altijd twee kanten uit. Ofwel heeft Ice-T niet echt zin en dan krijg je een degelijk, soms wat snel afgehaspeld concert. Heeft de beste man er wel zin in, dan neemt een goed geoliede beukmachine het over. Aan de Boze Man zelf zie je het niet, zijn gezicht staat altijd op onweer. Je merkt het vooral aan zijn bindteksten. Als hij daarin goed doordraaft dan komt het goed. Het zal goedkomen vandaag! Al na enkele nummers krijgen we een uiteenzetting ‘against the pussification of the world’. #metoo speelt niet zo voor meneer Ice. Hilarisch is het, vooral als daarna No Lives Matter op ons losgelaten wordt. Ook Body Count kan tellen maar pas wanneer het drieluik There Goes The Neighborhood, Talk Shit Get Shot en, vooral, Cop Killer goed aggressief de weide over gejaagd wordt, is het publiek helemaal mee. Moshpits zijn ons deel, de vaart wordt er extra in gehouden als ook Sen Dog en Billy van Powerflo besluiten een eindje mee te jammen. Ook wat Pro-Pain leden doen lustig mee. Mooie afsluiter van een geweldige passage van Body Count.
Enkele weken geleden kon ik Limp Bizkit bekijken in 013, en wat zich daar afspeelde kan je elders op deze site lezen, maar neem van mij aan dat dat concert legendarisch was. In de vaste overtuiging dat het op Graspop wel wat minder zou zijn, stelde ik me dan ook wat afwachtend op. Het valt me ook op hoe sterk de meningen over Limp Bizkit steeds weer uiteenlopen. Je haat ze of houdt ervan, een tussenweg bestaat blijkbaar niet. Met Fred Durst weet je namelijk nooit. Mijn afwachtende houding heeft welgeteld twee nummers geduurd. Van het moment dat ze Rollin’ op ons loslaten, is er aan deze machine weeral geen houden meer aan. Agressief, hoekig, scherp, strontarrogant, zelfzeker en uitdagend. Het zijn slechts enkele beschrijvingen die van toepassing zijn vandaag. My Generation volgt en Livin It Up doet de rest. De chaos is compleet en Fred ziet dat het goed is.
Wat later doen ze ook nog even Killing In The Name Of (Rage Against The Machine), maar het moet gezegd: de kracht en de doeltreffendheid van het origineel benaderen ze niet. Anderzijds, wie wel? Het valt ook op dat ze aardig wat covers spelen, maar wie naar Limp Bizkit op een festival gaat kijken weet dat hij covers voor de kiezen krijgt. Het is hun vergeven, want met My Way zijn we weer goed ouderwets bezig. De absolute killer is Break Stuff, samen met Sen Dog! Wes Borland maakt traditiegetrouw een uitstap tijdens dit nummer en crowdsurft dan een beetje. Vandaag loopt het lichtelijk anders. Borland besluit plots met gitaar en al mee te gaan doen in de moshpit. Fred Durst kijkt er compleet verrast naar en weet slechts een verbijsterde ‘o shit!’ uit te brengen. De security weet van geen hout pijlen maken en Borland is een tijdje vermist. Het is te zeggen, je hoort hem wel spelen, maar waar de beste man zich precies bevindt is onmogelijk vast te stellen. Zelfs de hoogtecamera kan hem niet meteen vinden. Na een tijdje komt hij dan toch te voorschijn ergens opzij de frontstage. Geweldige taferelen zijn het! Sen Dog blijft nog even staan, want ter ere van zijn aanwezigheid besluit Limp Bizkit Insane in the Brain te spelen. Fred Durst vraagt daarna een geweldig applaus voor Ozzy! Net wanneer velen denken dat de Madman het podium op zal komen blijkt het de naam te zijn van hun roadie! Durst en humor. Het blijkt te bestaan!
Wanneer men hierna aan Take A Look Around, traditioneel de afsluitgranaat van dienst, begint, merkt Durst plots een meisje in een rolstoel op die door enkele vrienden naar voor gedragen wordt. Ze moet het podium op vindt hij. Dat gaat moeilijker dan verwacht en Borland begint ondertussen dan maar de boxen te beklimmen om er bovenop te gaan liggen en zo verder te spelen. Als het na enkele minuten dan toch lukt is het arme kind er helemaal ondersteboven van. Het moet dan ook wel indrukwekkend zijn om vanop de Main Stage een menigte los te zien gaan. Schitterend optreden van een band in bloedvorm.
De volgende groep die ik ga bekijken is Hollywood Vampires, het privé project van Alice Cooper, Joe Perry en Johnny Depp. Uiteraard is er om die laatste al dagen heel wat te doen, wegens aardig wat wantrouwen en twijfel over zijn gitaarcapaciteiten. En uiteraard wil iedereen de man wel eens gezien hebben. Het concept van deze band is covers van overleden helden spelen. Ok, er zit ook wel een Aerosmith-nummer tussen, maar gezien de toestand van Steven Tyler tegenwoordig, komt dat op hetzelfde neer. Opener Raise The Dead is dus terecht gekozen. Daarna The Jack van AC/DC coveren is echter geen goed idee. Het komt helemaal niet over en klinkt platjes. Wat dan weer niet gezegd kan worden van hun versie van Ace of Spades. Een van de betere keren dat ik het nummer hoor brengen.
En zo kabbelt dat plezierig verder. Alle nummers liggen aangenaam in het gehoor en… ja , en wat eigenlijk? Uitschieters zijn er niet echt, hoewel, misschien wel Heroes van David Bowie in een versie van Johnny Depp! Was het echt zo goed of waren we vooral verrast dat hij nu net dat nummer zou zingen? De man bouwt er in één klap tonnen krediet mee op. Zowat iedereen heeft het er nadien over. Grappig was ook dat Alice bij het voorstellen van de band Ice-T voorstelde als Johnny Depp! De Boze Man kon er hartelijk om lachen. De enige keer dat de vlam een beetje in de pan slaat is bij School’s Out van Alice Cooper, met het gebruikelijke We Don’t Need No Education-intermezzo. Hollywood Vampires is een aardige covergroep zoals er zovelen zijn, maar ook niet meer dan dat.
Dat Judas Priest echt wel zijn tweede adem hervonden heeft, moge duidelijk zijn. Een nieuwe cd en een nieuwe toer, het zegt genoeg. Zoals bekend is Glenn Tipton er niet meer bij, wegens vergevorderde Parkinson. Andy Sneap vervangt hem tijdens de optredens. Het duurt even eer The Priest onder stoom komt. Meteen twee nieuwe nummers spelen, werkt zoiets in de hand natuurlijk.
Het valt wel op dat de Metal God zeer goed bij stem is, al duurt het tot Turbo Lover vooraleer hij dat de eerste keer echt duidelijk maakt. Zijn ijzingwekkende uithalen doen je kippenvel krijgen, nog steeds! Het zou echter tot de eindronde duren eer Priest écht indruk zou maken. Op verschillende vlakken dan nog. You’ve Got Another Thing Coming, Hell bent For Leather en vooral Painkiller, met foto’s van Glenn Tipton als eerbetoon op de schermen, trokken als orkanen over het festival. Zonder meer indrukwekkend te noemen. Bij aanvang van de bisronde sprak Halford de menigte toe: ‘Het is al de zesde keer dat we hier zijn en en houden er heel erg van om hier te spelen. Maar één man houdt daar nog net ietsje meer van’. En daar was Glenn Tipton! Het was de eerste keer op deze tournee dat hij terug op een podium stond! Wie had dat durven dromen? Bevend en duidelijk ziek kwam hij lachend het podium opgelopen. Hij zou de volledige bisronde van drie nummers meespelen, terwijl hij duidelijk de grootste moeite had zijn lichaam onder controle te houden. Heel gepast was het ook om voor hem de song Metal Gods in te zetten. Veel meer dan wat slaggitaar zat er niet in, maar wie maalde daar nu om? Zonder meer het meest aangrijpende en emotionele moment van dit festival! Heel mooi was ook om hem na de afsluiter Living After Midnight zijn vervanger Andy Sneap te zien omhelzen en hem daarna voor zich uit naar het publiek te duwen. Als gebaar kon dat zonder meer tellen! Het applaus dat hierop losbarstte staat voor altijd in mijn geheugen gegrift. Officieel blijft Tipton deel uitmaken van de groep, maar in deze toestand is het weinig waarschijnlijk dat hij nog veel op dat podium zal staan. Met dit compleet onverwachte slot schreef Priest een van de opmerkelijkste hoofdstukken uit de geschiedenis van Graspop bij. Wie hierbij was zal dit nooit vergeten. Hulde!
De headliner van deze laatste dag is Ozzy Osbourne, deze keer versterkt met Zakk Wylde. Deze laatste loopt al enkele maanden op allerhande sociale media te toeteren dat op tour zijn met The Madman fantastisch is en dat Ozzy er helemaal terug bovenop is en in jaren niet meer zo fris heeft geklonken. Het is dus met open blik dat ik sta te wachten, wanneer Ozzy het podium oploopt en luidkeels ‘let the madness begin!’ roept. Dat is het minste wat je achteraf kon zeggen, maar waarschijnlijk niet op de manier zoals de man het bedoelde. Bark at the Moon en Mr. Crowley klinken inderdaad behoorlijk, Fairies Wear Boots valt ook nog mee, maar daarmee is het eigenlijk al over. Wat Ozzy daarna aan klanken uitstoot, heeft met zingen geen bal meer te maken en met in toon blijven al helemaal niet. Gelukkig speelt er deze keer wel geen tape mee zoals vorige keer met Black Sabbath, want dat was al helemaal te pijnlijk. Een paar nummers later, bij War Pigs, moet Ozzy van het podium wegens dringend zuurstof en god weet wat allemaal nodig. Nu is het aan Zakk Wylde om iedereen bezig te houden met een twintig minuten durende solo. Twin-tig! Ome Zakk gaat aan de wandel, speelt met de gitaar op zijn rug en eveneens met zijn tanden, maar het blijft uitputtend saai. Na afloop komt Ozzy echter nog steeds niet terug, dus krijgen we een drumsolo! Hierna duikt de Schrik der Vleermuizen dan toch op maar de rest van het concert kan je samenvatten als schaamteverwekkend slecht. Zelfs aflsuiter Paranoid klinkt nergens naar, al komt dat dan ook omdat, buiten Tony Iommi, niemand dat nummer kan spelen zoals het hoort.
De afgelopen jaren hebben we Ozzy zien verworden tot een zielig oud mannetje dat niet meer kan zingen, zijn teksten niet meer kan onthouden en daardoor een heel concert moet leunen op zijn microfoonstandaard om toch vooral de autocue niet uit het oog te verliezen. Zakk Wylde is duidelijk ingehuurd om de meubelen te redden, maar heeft bij Ozzy last van dezelfde kwaal als tijdens zijn soloconcerten: oeverloos soleren tot je er een punthoofd van krijgt. Bovendien krijgt hij ook niet rechtgetrokken wat niet meer rechtgetrokken kan worden. Met alle respect voor wat de man verwezenlijkt heeft, maar tijdens Suicide Solution kon ik het toch niet nalaten van eventjes te denken: misschien wel, Ozzy, misschien wel. Het is over, het is gedaan, het is pijnlijk en het is vooràl heel erg, erg, erg, erg slecht. Kan iemand dat alsjeblief eens duidelijk maken aan Ozzy?
Na dit concert hield ik het voor bekeken, te veel is te veel. A Perfect Circle heb ik dus niet gezien. Naar verluid speelde Tool voorman Maynard James Keenan een redelijk perfect concert, maar de kaars was uit bij ondergetekende.
Tot slot nog enkele bedenkingen achteraf.
Misschien moet de organisatie zich toch eens bezinnen over de gevolgen van de schaalvergroting van de laatste jaren. Zelf heb ik er (gelukkig) geen last van gehad, maar de problemen aan de ingang op donderdag waren belachelijk. Waar het inchecken normaal gezien gespreid verloopt over de avond voordien en de ochtend van de eerste festivaldag, gebeurde dat nu uitsluitend vanaf donderdag rond 11u. Het kan toch niet zo moeilijk in te schatten zijn dat het dan zeer druk gaat worden? Er waren ook geen rijen, iedereen stond op één hoop. Dat het even heel druk wordt is normaal, maar tot vier uur of zelfs langer staan wachten? Dat kan toch echt wel anders en beter georganiseerd worden! Ik zwijg dan nog over het feit dat na dat aanschuiven voor een polsbandje, je daarna nog eens een uurtje in de rij mocht gaan staan voor een security check! Mensen die niet kampeerden mochten vrolijk achteraan aanschuiven terwijl elke rugzak en god weet wat allemaal één voor één open moest. Voor wie een dagticket had, was de lol er dus al af nog voor ze een voet op de weide hadden gezet. Over de problemen op de camping, of beter, het gebrek daaraan, zwijgen we dan nog. Ik heb achteraf mensen gesproken die het na een paar uur voor bekeken hielden en de dag erop teruggekomen zijn. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?
Grote bands aantrekken is natuurlijk geweldig, maar als het gevolg daarvan is dat je op bepaalde momenten absoluut je kont niet meer kan keren van het volk, waardoor je amper nog van het ene podium tot aan het andere geraakt is het niet leuk meer. Je krijgt dan heel veel mensen die alleen voor die ene act komen, in de andere groepen absoluut geen interesse hebben en voor de rest van de dag gewoon ‘hangen’. Dat was vorig jaar met Rammstein al zo, en deze editie met Guns ’n Roses alweer. Dat is uiteraard die bezoekers hun goed recht, maar misschien zet je die absolute super-acts toch best op een aparte dag los van het festival op een weide. Ik weet het, van hieruit is het makkelijk praten, maar toch. De ergernissen nemen toe en dat is geen goede zaak. Als men dit festival leefbaar wil houden dan moet hier allemaal grondig over nagedacht worden, want zo kan het echt niet lang meer verder. Graspop barst uit zijn voegen.
Los daarvan, deze Graspop XL 2018 was memorabel maar vooral verschrikkelijk vermoeiend. Toch zal niets of niemand me tegenhouden om hier volgend jaar opnieuw te staan. Voor ongetwijfeld weer een schitterende editie. Slaapwel! (MP)
Foto’s:
Datum en locatie:
24 juni 2018, Dessel (België)
Link: