Gefle Metal Festival in Gävle, Zweden: Dag 1 – middag
Gasklockorna, 15 en 16 juli 2016
Onder de radar van de grote metalfestivals vond in de Zweedse provinciehoofdstad Gävle de eerste editie van Gefle Metal Festival plaats. Met drie podia en een line-up om de vingers bij af te likken, trok een stevige delegatie van Zware Metalen naar midden-Zweden. Ghostwriter deed verslag van de eerste dag, Black Swan van de tweede (al lette diezelfde Swan tijdens dag 1 extra op tijdens het optreden van Ihsahn en bekeek Ghostwriter aandachtig op dag 2 Abbath en Dr. Living Dead). Christel Janssen maakte de foto’s.
Reisbureau Zware Metalen: als u ooit in de buurt van afslag Gävle komt, laat de afrit dan voor wat het is en rij lekker door. Veel fraais heeft deze stad namelijk niet te bieden, op een leuk wijkje met achttiende-eeuwse huisjes en een uitstekend Italiaans restaurant na. Van goede muziek houden ze echter wel. In de stad werd een aantal jaren Getaway Rock Festival georganiseerd, maar dat ging ten onder aan een te brede programmering (Status Quo en Belphegor op dezelfde bill is misschien wat te veel van het goede) en slecht management. Gefle Metal Festival biedt echter nieuwe kansen op het verharde terrein van de lokale gasfabriek. De 3.500 bezoekers kunnen kiezen uit twee podia (de grote Goat Stage en de kleinere Fire Stage), een derde podium in een fabriekshal (de Gas Stage), een bescheiden metalmarkt, een wereldkeuken met als hoogtepunt een broodje everzwijn en mooi strategisch geplaatste (want: tussen beide grote podia in) biertafels.
Er zijn slechtere acts om een festival mee af te trappen dan de Zweedse all-star deathmetalact Firespawn. Niet alleen omdat brulboei L-G Petrov lekker voor het bescheiden aantal bezoekers in zijn moerstaal kan babbelen (een gewoonte waar meer bands deze dagen aan mee doen) maar vooral omdat er lekker agressief wordt gestart en je als bezoeker gelijk zin krijgt in twee lange dagen aan zware metalen. Nummers als Lucifer Has Spoken en Shadow Realms doen het op plaat best aardig, live komt het geheel een stuk beter uit de verf.
De ervaren band houdt zich strikt aan het eigen repertoire en er komt dus niets langs van een Entombed/Emtombed A.D. of een Unleashed, om maar eens enkele van de bands te noemen die de bandleden op hun CV hebben staan. Veel maakt het ook niet uit: de vijf spelen alsof ze voor de laatste keer op het podium staan en Petrov schreeuwt de longen uit zijn lijf. Daarmee is de toon voor het festival gezet.
Het is eigenlijk jammer dat een veelzijdige en legendarische artiest als Ihsahn zo vroeg op de dag geprogrammeerd staat. Gelukkig trekt een plukje liefhebbers zich hier niets van aan en verzamelt zich alvast voor de Fire Stage voor het optreden van de oud-Emperor-frontman. De zon begint het terrein net een beetje op te warmen wanneer Ihsahn dit effect grondig teniet komt doen met zijn winterse visioenen. Vegard Sverre Tveitan en zijn fameuze achtsnarige gitaar doen hun intrede omhuld in een wolk witte rook. Hij heeft drie gastmuzikanten meegenomen die hem begeleiden op gitaar, keyboard en drums. De toetsenist en gitarist nemen ook de achtergrondvocalen voor hun rekening.
Ondanks dat het nog niet erg druk is op het terrein wordt het gezelschap enthousiast onthaald wanneer de eerste klanken van Disassembled worden ingezet. Er is vandaag vooral een grote rol weggelegd voor Ihsahns nieuwste album Arktis. Na het eerste nummer wisselt Ihsahn de achtsnarige gitaar voor zijn zessnarige broertje en brengt een stukje winter met Until I Too Dissolve. De winterse sferen worden voortgezet met Hiber van het album Das Seelenbreechen.
De sympathiek en relaxt ogende zanger/gitarist neemt tussendoor uitgebreid de tijd voor interactie met het publiek, wat vooral neerkomt op een talig onderonsje van Scandinaviërs. We moeten natuurlijk niet vergeten dat dit de eerste editie van Gefle Metal Festival betreft en men duidelijk (nog) niet is uitgegaan van internationaal bezoek dat in groten getale komt opdagen. De sfeer is hoe dan ook buitengewoon goed. Ihsahn besluit zijn optreden met het schitterende My Heart Is Of The North (waarbij hij nogmaals appelleert aan dat ‘ene’ gevoel dat alle Scandinaviërs met elkaar gemeen hebben) en het snijdende Mass Darkness.
Aan Obituary val je je nooit een buil, ook niet na het muzikale gepriegel op de vierkante millimeter van Ihsahn en zijn neefjes. De vijf deathmetalgrootmeesters komen als een bulldozer binnenwalsen met Redneck Stomp en tonen geen medelijden voor watjes met krakers als Intoxicated, Find the Arise en Don’t Care. Nog steeds zou het geen moeite kosten om iedere festivalbezoeker een hand te geven, maar daar trekt Obituary zich niets van aan.
Zanger John Tardy is flinke periodes afwezig, waardoor het geheel soms dreigt te verzanden in een jamsessie, maar het enthousiasme van de band maakt veel goed. Bovendien: als de brullende verzameling dreadlocks aanwezig is, doet hij dat met zo’n overgave dat alles gelijk weer vergeven is. Omdat relatieve nieuweling Kenny Andrews lekker soleert, is Obituary zoals altijd een genot om naar te kijken. Degelijker dan een Nokia 2010, een broodje kaas, een gereformeerde op zondag en een Mercedes 320 bij elkaar, stelt de band nooit teleur.
Omdat je voor het lekkere weer ook al niet in Gävle hoeft te zijn, is het optreden van Arkaid in de zaal een mooie kans om de regendruppels te ontlopen. Het kleinste podium is vooral gereserveerd voor kleinere (Zweedse) bands en Arkaid vormt daarop geen uitzondering. De band rondom zanger/gitarist J.R. ‘The Law’ Kensington bestaat sinds 2013 en moet enkele minuten op het podium wachten voordat de muziek klokslag 16.30 uur mag beginnen. De Champions League is er niets bij, maar daar hoeven we de deathcore van de vier jongens niet onder te scharen.
‘The Law’ beschikt over een indrukwekkende strot en schroomt niet om die volop te etaleren. De muziek én de muzikanten van Arkaid staan volledig in dienst van Kensington en zijn stem, maar na verloop van tijd begint alles toch wat eentonig te worden. Pas als mede-gitarist Rau Xay zich tegen het einde van de set met zijn cleane vocalen meldt, krijgt het geheel wat meer body. Op zich een aardig bandje dus, maar de grotere podia zijn nog even ver weg.
Buiten heeft Sikth bezit genomen van de kleinere Fire Stage en dat is een beetje een vreemde eend in de bijt, aangezien de Britten diverse stijlen samenvoegen tot één geheel. Nu is uw anonieme verslaggever heus niet vies van een beetje muzikaal geëxperimenteer, maar van de progressieve/avant-gardemetal van Sikth wordt hij toch lichtelijk nerveus. Zeker als de beide zangers Mikee Goodman en Justin Hill elkaar als speenvarkers proberen te overschreeuwen. Muzikaal past het allemaal wel wat de twee doen en vullen ze elkaar technisch gezien goed aan. Het publiek lijkt echter niet erg onder de indruk te zijn, hoewel de stemming opperbest is, omdat het zonnetje Gävle weer heeft gevonden.
Uw anonieme verslaggever heeft vooraf al zijn meninkje klaar over het Finse Amorphis: de tweede plaat Tales From the Thousand Lakes is een juweeltje en alles daarna is teleurstellend. De waarheid ligt uiteraard in het midden en dat vindt het publiek ook, want voor het eerst vandaag is er sprake van een grote toeloop naar het grote podium en wordt de betwetende schrijver dezes aangenaam verrast door Tomi Joutsen die er af en toe een grunt uitgooit.
Het is spijtig dat ook voor het eerst vandaag het geluid wat te wensen overlaat, waardoor de vullende muziek van de Finnen er niet helemaal uitkomt. Toch vermaakt het publiek zich met nummers als Under the Red Cloud, Bad Blood en On Rich and Poor. Van Tales From the Thousand Lakes komt Drowned Maid voorbij, gezongen door de originele zanger: Tomi Koivusaari. Die maakt als gitarist nog steeds deel uit van de band, dus al te ingewikkeld is dat niet. Het enthousiasme spat er overigens niet vanaf bij de heer Koivusaari. Hoewel Amorphis mij de rest van de set best kan bekoren, blijft dit toch het hoogtepunt van het optreden en blijft Tales… de beste plaat van de band én een van de betere in het complete genre, hoe lekker een nummer als Death of a King ook is.
Sorry Martijn, maar het ‘nieuwe’ werk is mij toch te fusion, te experimenteel, te… het ene-oor-in-en-het-andere-weer-uit. Maar hé: het publiek is dolenthousiast en klapt de handen stuk. Dus: winnaar!
Foto’s: Christel Janssen
Links: