Na overdag een beetje door het centrum van Wenen te hebben gewandeld en wat lokale biertjes te hebben geproefd om de tijd te doden, is er om 17.30 uur weer toegang tot de Viper Room. Tien minuten later speelt immers de eerste band.
Aan het project van Tim en Jim, te weten Naked Star, de eer om het bal te openen. Waar Tim Schmidt op de plaat alle instrumenten voor zijn rekening neemt, is dat live natuurlijk niet mogelijk en beperkt hij zich tot de gitaar. Gelukkig zijn er nog Chris en Markus, die live de bas en drums waarnemen. Tijdens de set maakt de rookmachine overuren, hetgeen wel past bij de occulte en aanstekelijke aanstekelijke doomrock, maar een drama is om goede foto’s te kunnen maken. Zanger Jim Grant blijkt een echte powerzanger, met veel expressie. Halverwege lijkt het even of zijn stem het gaat begeven, maar hij weet netjes stand te houden.
Kun je een gitaar bespelen met een bierblikje in plaats van een plectrum? Dat zeker, maar het vergt wat concentratie en het resultaat is wisselend. Zo is de eerste aanslag erg vals, maar wil het daarna wel redelijk lukken. Een leuk schouwspel zo aan het eind van de set, als doomfan wil je ook nog wel een keer glimlachen, zeg maar.
In Bulgarije zijn in ieder geval vijf doomfans. Drie daarvan staan op het podium als zijnde Obsidian Sea, de overige twee zijn tijdens het gehele optreden nadrukkelijk aanwezig, rechts vooraan bij het podium. Die twee doen dan ook hun best om bassist Delyan Karaivanov uit zijn gefocuste houding te halen, hetgeen af en toe lukt. Meest opvallend is toch de boomlange zanger en gitarist Anton Avramov, met zijn hoge, genepen stem.
Die weet hij goed onder controle te houden, in tegenstelling tot het gitaarspel, waar de nodige foutjes in te bespeuren zijn. Gelukkig niet zodanig dat het echt storend wordt, maar het mag wel een aandachtspuntje zijn. Drie nummers worden er gespeeld van het meest recente album Dreams, Illusions, Obsessions uit 2015, de overige nummers zijn nieuw. Er wordt dan ook hard gewerkt aan het nieuwe album. Op basis van de gespeelde nummers mag dit album er snel komen.
Hierna is het tijd voor de Griekse afvaardiging The Temple. Het debuutalbum Forevermourn liet een goede indruk achter, al waren er wel wat vraagtekens over de zang van Father Alex. Dat blijkt live echter met de nodige emotie overgebracht te worden. Alleen bij het laatste nieuwe nummer Foundations gaat het niet goed, er wordt dan opeens een stukje lager gezongen en dat klinkt niet echt lekker.
Father Alex blijkt een sympathieke frontman en is niet te beroerd om na de aankondiging van The Blessing op verzoek het publiek te zegenen. Pluspunt van The Temple is het mooie gitaarwerk, waarbij veel dubbele partijen gebruikt worden. Dubbele partijen worden ook bij de zang gebruikt overigens, want gitarist Felipe doet af en toe ook een duit in het zakje en het moet gezegd, dit klinkt zeer goed. Op het laatste nummer na een uitstekend, episch optreden.
Calliophis mag hierna gedurende drie kwartier een portie doom/death de zaal in slingeren. Wat opvalt, is dat een van de gitaristen op blote voeten staat te spelen en daarmee zijn hypermoderne pedalenbord moet bedienen. Hoewel het met dat pedalenbord mij niet prettig lijkt, is dat wellicht de reden van de blote voeten? Aan de zang van Thomas is een echo toegevoegd, dus die is vocaal nadrukkelijk aanwezig.
Als dan ook nog bassist Marc Mühlhausen een duit in het vocale zakje doet, wordt het wel erg druk. Ik besluit derhalve om even naar de merchandise te gaan, want er moet nog het nodige aangeschaft worden en het is daar nu rustig.
Uit Denemarken hebben we Altar of Oblivion hierna op het podium. Tijd voor een andere portie epische doom, maar dan wel met spierballengehalte. Onder aanvoering van de energieke frontman Mik Mentor, wordt het publiek opgezweept en de gebalde vuisten en de Hé, hé, hé-brullen zijn met grote regelmaat aan de orde bij dit optreden. Met recent twee bezettingswijzigingen is het opvallend dat Altar of Oblivion van alle uitgebrachte EP’s en LP’s tenminste één nummer ten gehore brengt.
De reus van het eerste uur, genaamd Martin Meyer Mendelssohn Sparvath, staat nagenoeg als het statige standbeeld op het podium, maar schudt wel de ene na de andere mooie gitaarpartij uit zijn mouw. Met dit soort optredens zijn de drie kwartier speeltijd helaas veel te snel voorbij.
Normaliter zou het nu de beurt geweest zijn aan het Amerikaanse Pilgrim, maar die band zei twee weken van te voren af. Een week later volgde dan ook nog het trieste bericht, dat zanger/gitarist Jon Rossi plotseling was overleden. Magma Rise uit Hongarije mag de plaats innemen en een mooi gebaar is het nummer False Flag Operation, dat wordt opgedragen aan Jon Rossi. Onder aanvoering van zanger en bassist Gabor Holdampf, immer gekleed in een houthakkersblouse, brengt ook deze band een dwarsdoorsnee van het uitgebrachte werk.
Zonder er nu precies op te lijken, doet de band met regelmaat denken aan Trouble uit de jaren negentig. Compacte en catchy nummers, die er overigens prima ingaan. Op basis daarvan vergeven we het dat gitarist László Herczec een Slayer-shirt draagt.
Afsluiter van Doom over Vienna XII is de Franse band Monolithe. Het wordt dringen geblazen op het podium, want behalve een toetsenist (de eerste van het hele festival!), is er ook nog sprake van drie gitaristen. Een muur van geluid dus voor deze funeral doom/death-band, die aan zijn zeventiende levensjaar bezig is. Nieuweling Rémi Brochard mag direct aan de bak als zanger én gitarist en doet dat met volle overgave.
Ondanks het late tijdstip blijven er nog veel mensen aanwezig. Muzikaal is dit echter niet het genre dat uw verslaggever enthousiast maakt. Smaken verschillen nu eenmaal. Ik kies er dan ook voor om achterin nog even wat contacten te leggen met bands en bandleden, je weet nooit waar dit later nog eens goed voor is.
Terugkijkend op Doom over Vienna XII, kan er geconcludeerd worden dat dit een heel erg gezellig en ontspannen festival is, opgezet door en voor de echte doomfans. Het ademt de sfeer uit van het helaas ter ziele gegane Doom Shall Rise Festival, zij het dat je hier niet even lekker naar buiten kan om met een biertje in het gras te liggen; dat is nu eenmaal wat lastig in hartje Wenen. Als immer kritisch persoon nog een paar goedbedoelde tips voor de organisatie: Het zou fijn zijn om wat eerder naar binnen te kunnen, tien minuten voor aanvang van de eerste band is toch wel krap. Tevens mag er wat meer variatie zijn in de muziek tussen de twee optredens. Steeds maar weer hetzelfde album zou toch niet hoeven. Maar ga vooral door met dit festival!
Fotografie:
- Vitus Frank
Datum en locatie:
11 november 2017, Viper Room te Wenen
Links: