Arrow Rock Festival, 10-06-2006

Arrow Rock Festival, 10-06-2006

Arrow Rock 2006




Voor de inmiddels vierde keer alweer wordt het Arrow Rock Festival gehouden op de weilanden van Lichtenvoorde. Het kleinschalig, oorspronkelijk eenmalige feestje van radiozender Arrow is inmiddels uitgegroeid tot een gerenommeerd evenement met een keur aan interessante namen binnen het hardere genre. Met illustere namen als Whitesnake, Deep Purple, Ted Nugent, Uriah Heep, DIO, Queensrÿche en de medeoprichter van het legendarische Pink Floyd, Roger Waters is Arrow een voor de rockliefhebber niet te missen feestje geworden. Wij verslaan de zaterdag.

Aan het Poolse Riverside is deze dag de altijd twijfelachtige eer de zaterdag te openen. Terwijl buiten de zon flink haar best doet stroomt de tent beetje bij beetje vol met belangstellenden. Stipt om twee uur betreedt de vierkoppige band het podium om een uur lang te laten wat ze in haar mars heeft. De set wordt afgetrapt met een lang uitgesponnen, instrumentaal nummer, waarbij vooral gitarist Piotr Grudziński zichzelf aardig in de kijker speelt met zijn atmosferische, David Gilmour achtige spel. Zodra bij het tweede nummer Mariusz Duda zijn stem laat horen begint de ware aard van de band naar boven te komen, en ontpopt deze zich tot een geslaagde mix tussen Opeth (zang en sfeer) en Pink Floyd (het gitaarwerk). De verscheidene nummers bezitten echter niet genoeg onderlinge variatie om de aandacht voor het volle uur vast te kunnen houden, maar dat deze band een enorme potentie heeft tot iets groters uit te groeien staat als de spreekwoordelijke paal boven water!

In de zomerse buitenlucht is het inmiddels de beurt aan de progressieve rockformatie Porcupine Tree om het hoofdpodium voor de dag in te wijden. Inmiddels begint het festivalterrein flink vol te stromen met publiek, waarvan een behoorlijk aantal naar voren is getrokken om deze heren van dichtbij gade te mogen slaan. De band zet een niet onbehoorlijk optreden van een uur neer, maar verzandt helaas teveel in het semi-intellectuele, instrumentale gefreak waardoor de essentie van de songs zelf verloren raakt. Het is een euvel waar veel bands uit deze progressieve hoek mee kampen, en weet net als Riverside de aandacht niet lang vast te houden.

Het uit het Amerikaanse Missouri afkomstige Pavlov’s Dog bestaat inmiddels al een fiks aantal jaren. De band rond zanger David Surkamp bracht in de tweede helft van de jaren zeventig twee platen uit (Pampered Menial en At the Sound of the Bell) en raakte daarna in de vergetelheid. Inmiddels is de band, inmiddels qua line-up totaal vernieuwd, bezig met een heuse comeback, en een verse plaat zit in het verschiet. De muziek van Pavlov’s Dog is moeilijk te omschrijven. Het ijle, theatraal vibrerende stemgeluid van Surkamp klinkt overal bovenuit (in het begin zelfs sporadisch de muziek overstemmend) en de muziek is groots opgezet en bij vlagen zeer bombastisch. Toch blijft de muziek transparant en blijft het heel open en uitgekristalliseerd klinken. Surkamp (die overigens zijn vrouw Sara en dochter Saylor heeft meegenomen voor de achtergrondvocalen) heeft er duidelijk zin in en zet, samen met de rest van de band (waaronder een zeer aantrekkelijke en uiterst getalenteerde violiste), huiveringwekkend sterke uitvoeringen van onder andere Julia en Late November neer. Pavlov’s Dog is dan ook met recht dé grote verrassing van Arrow Rock 2006.

Na het meer dan verrassende optreden van Pavlov’s Dog is het tijd geworden voor Ray Davies om het grote podium te betreden. Davies, die ooit aan het roer stond van The Kinks probeert het al jaren met gering succes solo, maar krijgt het niet voor elkaar uit de schaduw van die band te treden. Ook vandaag niet, zo wordt al tijdens de eerste minuten pijnlijk duidelijk. Davies lijkt zich op het podium teruggetrokken te hebben in zijn eigen wereldje en trekt zich van niets of niemand iets aan, niet in de laatste plaats van het aanwezige publiek. Het resultaat is een tergend saai optreden waarbij het bij de diverse dranktenten aanzienlijk drukker is dan tijdens de rest van de acts. Daar kunnen zelfs Kinks klassiekers als Sunny Afternoon, Dead End Street en Lola weinig meer aan veranderen.

Gelukkig maar DIO een hoop goed. Vanaf het begin zit er bij de inmiddels 61-jarige zanger flink de beuk in en speelt de band alsof de duivel hen op de hielen zit. Het is verbazingwekkend te zien hoeveel pit en charisma de man nog bezit, om maar niet te spreken over zijn nog immer niet tanende vocale capaciteiten. Dio zelf maakt een goedgeluimde indruk en ook de rest van de band, bestaande uit gretige, jonge honden, heeft er overduidelijk zin in. Met een gezonde mix van oud en nieuw materiaal weet de kleine man de volledige tent te imponeren. Als een panter dart hij over de bühne en weet het publiek ogenschijnlijk moeiteloos te bespelen. Nummers als Rainbow in the Dark, All the Fools Sailed Away en natuurlijk het welbekende Holy Diver blijven keer op keer indruk maken, en gaan er ook vandaag in als zoete koek. Dit uitstekende optreden wordt uiteindelijk passend afgesloten met het sterke We Rock.

Inmiddels heeft Def Leppard hun plek op het hoofdpodium ingenomen. De band rond zanger Joe Elliot zet een gedegen optreden neer, met een met klassiekers gevulde setlist. Nummers als Let’s Get Rocker, Animal, Armageddon It en het afsluitende Pour Smoe Sugar On Me nodigen dan ook bij veel aanwezigen uit tot luidruchtig meebrullen met een biertje in de hand. De band is enthousiast aan het werk en vooral Elliot blijkt nog steeds het stralende middelpunt van de uit Sheffield afkomstige band, maar toch kan ik mij persoonlijk niet aan de indruk onttrekken dat de soms wat brallerige rockband lichtelijk op zijn retour begint te raken.

Queensrÿche heeft onlangs, na een gat van 18 jaar, het vervolg op het immense populaire Operation: Mindcrime uitgebracht, die de band ook direct weer terug heeft weten te stuwen naar een respectabele positie binnen de hardrock- en metalscene. Wellicht nodeloos te zeggen dat de setlist vandaag dan ook voornamelijk bestaat uit werk van die twee platen. In ijl tempo en met dodelijke precisie wordt een salvo van onmiskenbare klassiekers op het en masse toegestroomde publiek afgevuurd, waarbij songs als Revolution Calling, Operation: Mindcrime, Suite Sister Mary, The Needle Lies en I Don’t Believe in Love voor een waar feest der herkenning zorgen. Geoff Tate is vanavond uitermate goed bij stem en wordt bijgestaan door de eveneens in topvorm verkerende Pamela Moore. Tijdens de nummers voeren de twee vocalisten de nodige kleine toneelstukjes uit zodat het optreden iets meer theatrale flair krijgt. Het tweede gedeelte van het optreden (Queensrÿche speelt vandaag anderhalf uur) bestaat voornamelijk uit songs van het tweede Mindcrime-album, en alhoewel dat geenszins een slechte plaat is, weten deze nummers toch iets minder te imponeren, wat voor velen een uitstekend excuus is om het hoofdpodium op te zoeken om aldaar een schappelijk plekje te bemachtigen voor de hoofdact van vanavond.

Aan het aantal t-shirts met prisma’s erop lijkt het gros van het publiek vanavond maar voor één ding gekomen; voor één man: Roger Waters. Het creatieve brein achter de meest succesvolle periode van het legendarische Pink Floyd treedt vanavond voor het eerst in jaren weer op Nederlandse bodem op, daarbij vergezeld door de bijna identieke begeleidingsband die hij in 2002 op zijn In The Flesh tour ook meenam. Aanvullingen vanavond zijn Harry Waters (inderdaad, de zoon van) op orgel, Dave Kilminster op gitaar (die de momenteel met Eric Clapton tourende Doyle Bramball III vervangt), Ian Ritchie op saxofoon en achtergrondzangeres Carol Kenyon, die Susannah Melvoin vervangt (en doet vergeten!).
De setlist van vanavond is lang (in totaal tweeëneenhalf uur plus een klein half uur pauze tussendoor) en tweeledig. De eerste helft van de set en de toegiften zullen bestaan uit oud Pink Floyd werk en solomateriaal van Waters; het tweede gedeelte zal volledig in het teken staan van het meesterwerk Dark Side of the Moon.
De eerste helft gaat knallend van start met dé opener voor een Waters-concert bij uitstek: In The Flesh pt.2 en dan met name door de tekststrofe: I’ve got some bad news for you sunshine, Pink isn’t well, he stayed back at the hotel, And they sent us along as a surrogate band, We’re gonna find out where you fans really stand!. Een beter begin van de avond is er in dezen niet te bedenken. Het geluid staat vanaf het prille begin nagenoeg perfect afgestemd (Waters heeft zijn quadrafonische surround sound systeem deze tour meegenomen, waardoor diverse geluiden, en dan met name geluidseffecten, van meerdere kanten komen), al staat het allemaal iets te zacht naar mijn smaak. Het feest wordt voortgezet met bijzonder smakelijke uitvoeringen van onder andere Mother, Set The Controls For The Heart Of The Sun, en na een zinderende versie van Shine On You Crazy Diamond kan de avond al bijna niet meer stuk.
Waters lijkt er flink zin in te hebben en lijkt wat vrolijker en spraakzamer dan we van de anders nogal eens norse zanger/bassist gewend zijn. Andere hoogtepunten zijn de drie nummers van The Final Cut (The Gunner’s Dream, Southampton Dock, The Fletcher Memorial Home), het prachtige Perfect Sense (Parts 1-2) (waarbij een opblaasbare astronaut tijdens de intro voorbij het podium zweeft) en het relatief nieuwe Leaving Beirut. Nog net voor de korte pauze wijst Waters naar een heldere, volle maan die aan de hemel staat: “We’re going to take a short break now, and when we return, we’re going to play THAT!”

Roger Waters Tour Poster

Dark Side of the Moon is nog steeds recordhouder als langst genoteerde plaat aller tijden in de Amerikaanse Billboards (741 weken, om exact te zijn), heeft ontelbare exemplaren verkocht en is bij miljoenen huishoudens in de platenkast terug te vinden. Vanavond speelt Waters met zijn band het hele album integraal (voor de eerste keer door een (ex-)Floyd lid sinds Pink Floyd’s The Division Bell tour uit 1994. Over de uitvoeringen hoeft er niet geklaagd te worden door het aanwezige publiek; die zijn nagenoeg perfect (al zal er natuurlijk altijd een kniesoor zijn die het specifieke gitaarwerk van Gilmour mist). Met name de uitvoering van Great Gig in the Sky weet kippenvel op menig arm te toveren. Opvallend is ook hoe sterk Dark Side of the Moon overeind is gebleven door de jaren heen, en nog geen sporen van ouderdom toont. Na Brain Damage / Eclipse is de koek zo goed als op. Wel worden er nog vijf toegiften gespeeld, allen afkomstig van The Wall, waarbij het op plaat zo machtige Vera en Bring the Boys Back Home live (en uit de context van het gehele concept van The Wall getrokken) als losse entiteit wat aan kracht verliezen. Afgesloten wordt er met het magistrale Comfortably Numb.

De zaterdag van Arrow Rock 2006 is een zeer geslaagde geweest met een keur aan interessante namen op de bill. Onmiskenbaar hoogtepunt is het lange en zeer geslaagde optreden van Roger Waters geweest, en ik vermoed dat ik daar niet alleen in sta. Wat mij betreft volgend jaar op herhaling.

Links:

Arrow
Arrow Rock Festival
Arrow Rock web-log