Het is de jaarlijkse kersthoogmis voor metal minnend Nederland: de Eindhoven Metal Meeting. De Effenaar was 13 en 14 december zoals gebruikelijk uitverkocht, maar toch was er dit jaar meer ruimte om te ademen in vergelijking met de vorige editie omdat er minder mensen werden toegelaten in het podium in de lichtstad en er een rij kluisjes was verdwenen. Namens Zware Metalen worstelden Michiel Hoogkamer en Remco Faasen zich door alle bezoekers heen naar de twee zalen, om alle bands te bekijken. Op dag 2 was het feest van Bütcher tot Rectal Smegma.
Bütcher (District-19 Stage, Michiel)
Om te beginnen keuren we het vlees bij de slagers van Bütcher. Te makkelijke woordspeling? Misschien, maar deze jongens maken het zich ook niet al te moeilijk. Rauw van het bot snijden zij dikke plakken old school thrash en dat doen ze met volle overtuiging. Met name zanger R. Hellshrieker gaat in een bebloed wit hemd tekeer alsof hij een heel stadion aan fans te overtuigen heeft. Er is geen ontkomen aan. Na een heus Conan the Barbarian-intro begint de band aan zijn set. Eerder genoemde Hellshrieker heeft zijn naam niet gestolen en haalt soms trommelvliesverscheurend hoog uit. Veel vaker verkiest hij echter een thrashy snauw die goed past bij de overwegend snelle, maar soms ook Hellhammeriaans-lompe muziek. Door de bezetting met drums, bas en een enkele gitaar vallen er tijdens de solo’s soms wat gaten, maar dat is zeuren en daar gaat het toch vooral niet om bij deze muziek. Het gaat om hakken en feest.
Wanneer de band een nummer speelt van de begin 2020 te verschijnen tweede plaat (met de nu al legendarische titel 666 Goats Carry My Chariot) merken we dat het er op die plaat nog niet veel rustiger aan toe zal gaan. Dat gezegd hebbende denk ik in het midden toch wat Iron Maiden-invloeden te horen. Niets mis mee lijkt me zo. Natuurlijk zijn de naam, de outfits (met een gitarist die zich gestileerd lijkt te hebben naar de beruchte schminkfoto’s van Slayer) en de razende act van de zanger over de top, maar dat is in dit geval een aanbeveling. Een overtuigend optreden ook omdat de heren tussendoor stiekem hele goede dingen op hun instrumenten doen!
1914 (Main Stage, Remco)
1914 is een relatief nieuwe naam in ons wereldje en bovendien een waar we nog wel eens jarenlang plezier aan kunnen beleven. De hypnotiserende blackened death/doom heeft een uniek en doorgaans niet eens zo bijzonder extreem ondertoontje, maar het is vooral zanger 2.Division, Infanterie-Regiment Nr. 147, Oeberleutnant – Ditmar Kumarberg die de band een eigen smoelwerk geeft. En ook live is de heer Kumarberg een absolute blikvanger. Als een gekwelde ziel die gedoemd is eeuwig te moeten dwalen in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog, beweegt hij over het podium. Samen met zijn muzikanten gaat hij gekleed in kledij passend bij de tijd van de Grote Oorlog en op het scherm achter de band worden stemmige beelden rondom dat onderwerp vertoond. Plots neemt de zanger een duik in het publiek om zijn partijen zonder een noot te missen uit te schreeuwen in de pit.
Intens is het toverwoord bij 1914 en zeker bij de frontman die plots een geweer met bajonet tevoorschijn haalt. Dat zal regelmatig voor leuke gesprekken zorgen bij de Douane. Toch blijkt het ding ongevaarlijk en ontpopt het zich tot microfoonstandaard. Voor puriteinen moet 1914 overigens een verschrikkelijke band zijn: de geluidsband speelt vrolijk mee, maar dat zorgt wel voor een betere live-ervaring. Met prima materiaal en een publieksmagneet als zanger is dit absoluut een band om in de gaten te houden.
Graceless (District-19 Stage, Michiel)
Na thrash metal kwam death metal en dat is vandaag niet anders, want als tweede act o pde District-19 Stage maakt het Leidse Graceless zijn opwachting. Eerder dit jaar zag ik de band openen voor het jubileumoptreden van Thanatos. Dat optreden beviel zo goed dat ik ter plekke maar het album Shadowlands heb aangeschaft.
Vandaag kijkt de band bij aanvang een vrij lege zaal in maar dat lijkt slechts een aanmoediging om het materiaal nog vastberadener over de bühne te brengen. Geopend wordt met We Will Be Gods, een logge stamper in de fijne traditie van bands als Bolt Thrower, Hail Of Bullets en misschien zelfs Bathory. Het geluid is nog wat wollig en weinig gedefinieerd. Dat lijkt vooral te komen doordat een van de gitaren wel wat harder mag staan. Wanneer gitarist Bjorn in de tweede track in zijn eentje speelt lijkt er zelfs even sprake van pantomime. Vanaf Legions of The Fallen gaat het al een stuk beter en beukt het waar het moet beuken: in de onderbuik! Shadowlands stak er in Rotterdam al bovenuit en doet dat nu door de mooie leads en de fraaie spanningsboog opnieuw. De epische en afwisselende afsluiter Iron Tears doet er echter niet voor onder en laat horen dat de band – met een goed geluid dat de fraaie leads recht doet – de concurrentie met grotere bands gemakkelijk aan kan. Met een kort “thank you and goodnight” vertrekt men.
Darkfall (District-19 Stage, Remco)
Darkfall beviel prima in de bloedhitte van Stonehenge en bevalt nu prima in de bloedhitte van de kleine zaal. Er is geen sprake van een topband, maar wat dit gezelschap doet, zit prima in elkaar. Opgefokte thrash, gespeelt door mannen die er echt voor gaan om zieltjes te winnen. Bij Graceless was het hier drukker, maar wie er is vermaakt zich prima met brulboei Thomas Spiwak. Een beetje headbangen, biertje erbij, vuistje in de lucht en dat je dan aan het einde van een nummer alweer vergeten ben hoe het begin klonk? Wat geeft dat. Niks mis met Darkfall.
Spectral Voice (Main Stage, Michiel)
De volgende band Spectral Voice met daarin ook leden van het licht geniale Blood Incantation, ziet zich graag als “meer dan zo maar een deathmetalband” getuige de tape met gemoedsbewerkende geluiden die tien minuten voor het optreden wordt gestart. Psychische doom is dan ook het naampje dat de groep op zijn muziek plakt. Piepend en krakend als een oude zeeschuit wordt de boel in gang getrokken. Uiterst traag, alsof drummer (en tevens zanger) E. Wendler per beat per minute betaald moet worden, rolt de muziek over het publiek heen. Dit is doom in zijn extreemste vorm waarbij de muziek zich nog net en hoorbaar met moeite voortsleept. Black screams en amechtig gedeclameerde stukken van Wendler jagen de naargeestige sfeer verder op. Dit is geen melancholie meer, dit zijn laatste ademstochten, welke na vijf minuten worden doorbroken door een laatste opleving voor het sterven (lees: een korte sonische woedeaanval).
Na deze eerste track van tien minuten volgt een wrokkend mopperende doomdeathtrack met post-akkoorden. Het tempo gaat iets omhoog maar overstijgt het doomgenre, behoudens her en der een pakkende versnelling, nog niet. Er wordt vooral Primordiaal doorgedreind. Als de heren van Candlemass al aanwezig zijn zullen ze raar opkijken tot welk gedrocht (in positieve zin overigens) hun geliefde doommetal is geëvolueerd. Hoewel de set zeker indrukwekkend is, blijkt het een gedurfde zet om deze band een plekje op het hoofdpodium te geven. Want hoewel het behoorlijk druk is in de grote zaal, zie ik ook de nodige vragende blikken en hoor ik steeds meer geroezemoes. Misschien dat de songs – het tweede nummer duurt ook weer zo’n tien minuten – net wat te veeleisend zijn voor een groot festivalpubliek. De aparte aanblik van het podium, welke er nu eenmaal is wanneer de drummer alle zang voor zijn rekening neemt, zal mogelijk ook een rol spelen.
Na een intermezzo van tape dat lang genoeg duurt om een hele versterkertop te vervangen, wordt in de volgende track het tempo nog iets verhoogd tot een lekker dreunende cadans. Het is nodig, want wat verder achter in de zaal begint al aardig wat ruimte voor een dansje te ontstaan. Het geluid is vol en zwaar en de ultradiepe grunt die Wendler in dit nummer hanteert lijkt rechtstreeks uit een ander universum te komen. Langzaam maar zeker komt er steeds meer leven in de muziek, ook door een pakkend omhoog gierende riff en zelfs stukken die richting ratelende grindcore gaan. Aan het eind van het optreden gaan de hoofden in de zaal dan eindelijk op en neer op de primitieve jaren tachtig knokenmetal. De grindpassages slagen er dan wel net niet in om iemand tot een dansje te bewegen: imposant en alles omvattend is het wel. Maar misschien ietwat ondoorgrondelijk voor de tweede dag om 18.00 uur?
Dictated (District-19 Stage, Remco)
De dames en heren van Dictated willen ons niet zien: tijdens het eerste nummer van hun set hebben de leden van misschien wel Nederlands best bewaarde deathmetalgeheim een blinddoek voor. Het zal ongetwijfeld samenhangen met het thema van de laatste release van de band rondom gitarist Sonja Schuringa: bij het heerlijke Phobos draait het om angst. Als de lapjes stof verdwijnen en iedereen elkaar kan zien, kunnen we ons focussen op de uitstekende death metal die lekker agressief wordt gebracht. Recht in je gezicht, maar wel helder en niet bruut en lomp zoals zoveel genregenoten. De muziek neigt soms naar deathcore, maar dan zonder de breaks en heeft het agressieve van thrash metal.
Dé troef van deze band is natuurlijk gitariste Schuringa, maar ook zanger Yorick Keijzer mag er zijn: hij grunt zich ogenschijnlijk gemakkelijk door het repertoire van de band. Bassiste Jessica Otten – een beest op haar instrument – maakt het plaatje af. Dictated doet er alles aan de zaal te slopen en zieltjes te winnen, want het is natuurlijk bezopen dat zo’n uitstekende band in eigen beheer een plaatje moet uitbrengen. Deze band kun je om een boodschap sturen en zorgt voor een hoogtepunt op dit festival der hoogtepunten.
M.O.D. (Main Stage, Michiel)
Billy Milano is een man van (schijnbare?) tegenstrijdigheden: hij draagt derde track Douche Crew op aan iedereen die besodemieterd is door de heren van Anthrax, maar speelt vervolgens een stevig aantal nummers die door of met diezelfde heren zijn geschreven. Hij vertelt verbaasd te zijn dat Hillary Clinton hem op de vlucht naar Europa niet met een bomvest heeft opgeblazen maar voegt daar direct aan toe niet politiek te worden. En de beste man vertrouwt ons toe dat alle politiek correcte pussies hun kop moeten houden omdat het nu eenmaal zo is dat “women are built to take cock” en verlaat ons dan weer met de boodschap lief te zijn voor dieren en je vader en moeder.
Maar het gaat natuurlijk om de muziek en die is vandaag… teleurstellend. Dat ligt niet aan de setlist. Die bestaat uit klassiekers (zowel van M.O.D. als van S.O.D.) en een paar songs van de laatste plaat Busted, Broke & American. Het komt vermoedelijk niet eens door het spel van de band. Nee, het probleem zit in het futloze, dunne geluid waarin al dit moois tot ons komt. Naast de vocalen van Billy en zijn maten horen we vaak alleen drums en een beetje bas. Dat wordt nog eens bevestigd wanneer het navolgende Dying Fetus in zijn soundcheck nog even een zojuist gespeelde S.O.D.-riff vele malen dikker uit de boxen doet knallen.
Ook in dit mindere geluid gaan de echte fans hard op de muziek van Milano en consorten. Al bij opener Aren’t You Hungry zetten zij een stevige pit in gang die – behalve tijdens de praatjes – het hele optreden zal aanhouden. Nummers van de laatste plaat Fight en You’re a Fucking Dick passen prima bij het oudere werk en worden, voorzien van heuse gitaarsolo’s en al, bijna net zo goed ontvangen. Toch blijven vooral songs als Pussy Whipped, Kill Yourself, Speak English or Die en United Forces onweerstaanbaar. Alleen dat geluid hè?
Hour of Penance (District-19 Stage, Remco)
Het Italiaanse Hour of Penance speelt graag op standje sneltreinvaart en dat is extra goed te merken omdat de drums van Davide Billia wel erg prominent in de mix staan. BrutalDave is de bijnaam van deze drummende octupus en dat is niet geheel zonder reden. Het gaat wél ten koste van het gitaargeluid en de vocalen van Paolo Pieri, die een degelijke, zij het wat eentonige stem in zijn lichaam gestopt heeft gekregen. De kleine zaal stroomt behoorlijk vol voor het optreden van deze Romeinen, maar dat zal ook te maken hebben met het feit dat M.O.D. op een gegeven moment de laatste noten heeft gespeeld. Hour of Penance laat in ieder geval niet horen dat er een muzikaal dringende reden is: daarvoor klinkt de death metal toch iets teveel van hetzelfde. Het afsluitende Ascension is dan wel weer aardig, maar ook een geval van te weinig, te laat.
Dying Fetus (Main Stage, Michiel)
De Amerikanen van Dying Fetus maken direct duidelijk er graag vandoor te gaan met de titel “bruutste band van de dag”. Een loepzuiver maar zwaar geluid dreunt van het podium de zaal in. Soepel schakelend van grind naar mosh heb je geen moment het idee “slechts” naar een trio te luisteren, zo vol is het geluid! De muzikanten zijn allen onderdeel in een machinaal strakke machine. Geen steek laat men vallen, ook niet in de onmenselijk scherpe breaks. Opvallend genoeg is al dit geweld aanleiding om wat strandballen de pit in te werpen. Ach, alles om de vernielzuchtige feestvreugde nog verder te verhogen.
Dat doet ook Justifiable Homocide dat in aanvang Sandovaliaans rap wordt gedrumd maar al snel uitmondt in een woest groovend monster met naar pig squeals neigende zang (om het arsenaal nog maar eens verder uit te breiden). Het doet beseffen dat Dying Fetus tegen alle verwachtingen in – het debuut liet geluidstechnisch te wensen over – groot is geworden. Na nog geen twee nummers is al duidelijk dat zich voor onze ogen het (naar mijn mening) beste deathmetaloptreden van het weekend voltrekt. Mochten de aanwezigen al last hebben van enige metaalmoeheid, dan verdwijnt die als sneeuw voor de zon. Het is eenvoudigweg onmogelijk stil te blijven staan bij de beukend zware passages die genoeg zijn om een of meer tektonische platen te doen opstuiteren, geholpen door een waanzinnig geluid. Subjected to a Beating is met enige goede wil zelfs swingend te noemen en kent een maniakaal inventieve solo waarin wordt geraakt aan de jazz. Your Treachery Will Die With You is opnieuw een perfecte combinatie van zwaarte, kracht en techniek. Het drumwerk (die voortratelende kickdrum!) is werkelijk snaarstrak en wordt dit weekend niet overtroffen. Killing on Adrenaline vervolgens is een mooie omschrijving van wat er inmiddels in de pit, die nu ernstig grote vormen begint aan te nemen, plaatsvindt. One Shot, One Kill en Grotesque Impalement, allemaal hebben ze die onweerstaanbare groove. Wrong One to Fuck With van het laatste, gelijknamige album zelfs in overtreffende trap, want bij deze meezingen moeten we zelfs even aan een cross-overband als Cro-Mags denken (met grunts dat wel). Exact om 21.10 uur brengt de band zijn set tot een einde. Zelfs dat doet men perfect!
Officium Triste (District-19 Stage, Remco)
Op voorhand één van de hoogtepunten van deze editie van de Eindhoven Metal Meeting: de Rotterdoomers van Officium Triste. Wellicht een ietwat vreemde eend in de bijt tussen als het thrashende black/deathgeweld, maar deze topband verdient een podium als dit. Zeker na het verschijnen van Jaarlijsttopper The Death of Gaia. Boven speelt Dying Fetus zich de blaren op de vingers, in de District-19 Stage melden zich de liefhebbers voor hun noodzakelijke dosis ellende en mistroostigheid.
De doomband doet het vandaag zonder toetsenist, maar dat is slechts een te verwaarlozen voetnoot binnen vijftig minuten genialiteit. Bovendien komt de bas van Theo Plaisier dubbel zo hard binnen. Of driedubbel, want het duurde even voordat na afloop van het concert als mijn organen hun plekje weer hadden gevonden: zo intens kwam het geluid aan. On the Crossroads of Souls opent de set en wordt gevolgd door het prachtige, nieuwe World in Flames. Van het album Reason komt This Inner Twist, het nummer met dat intens zware intro waarvan je hoopt dat er nooit een einde aan komt. Behalve als het wordt opgevolgd door The End is Nigh. My Charcoal Heart – door zanger Pim Blankenstein aangekondigd als de ‘hitsingle’ van de band – is iets meer uptempo. Iets. Want het blijft natuurlijk wel doom godverdomme, al zit er ook een heerlijke gitaarsolo in. De veel te korte set wordt afgesloten door het adembenemend mooie Like A Flower in the Dessert. Huilen! Janken om zoveel moois verpakt in muziek.
Haemorrhage (District-19 Stage, Remco)
Na de relatieve kalmte in de kleine Effenaar-zaal met Officium Triste, is het weer tijd voor het betere hak- en zaagwerk van Haemorrhage. De muzikanten lijken net te zijn weggelopen van de operatietafel, hun patiënt Lugubrious – voorzien van bebloed shirt – ontsnapte van diezelfde tafel en struint nu over het podium. Doorgaans doen songtitels er niet zoveel toe bij dit genre (alles klinkt toch hetzelfde), maar het moet gezegd dat deze Spanjaarden de nodige variatie weten te brengen in hun goregrind. Daarbij klinken de nodige deatmetalinvloeden door in de muziek en imiteert Lugubrious geen varken dat onderweg is naar de slacht, waardoor het voor genrebegrippen goed te pruimen is. Het maakt dit enthousiaste optreden tot een meevaller.
Candlemass (Main Stage, Michiel)
Mijn mede-auteur voor deze dagen “haat” deze band, maar ik neem Candlemass vandaag graag voor mijn rekening. Sinds ik begin jaren ’90 een cd-pakket won bij Vara’s Vuurwerk (ja ja, opa vertelt weer eens) met daarin Candlemass – Live heb ik een zwak voor de charme van de melodieus mistroostige muziek van deze Zweden. Zoals bekend maakt Johan Längquist, de zanger die de eerste plaat en doomklassieker Epicus Doomicus Metallicus inzong, sinds 2018 weer deel uit van de band. Met hem zagen we de mannen deze zomer al in actie op Graspop Metal Meeting. Dat beviel, maar vandaag zijn onze verwachtingen nog iets hoger omdat de (donkere) grote zaal van de Effenaar een natuurlijker habitat lijkt voor doom dan een tent op een zonovergoten festivalweide.
Bij openingstrack The Well of Souls profiteert de band al van het stemmige blauwe licht op het podium. Het geluid zit nog niet helemaal goed maar is al behoorlijk zwaar zodat de plechtige riffs goed tot hun recht komen. Ook de solo’s komen al stevig uit de speakers, waarna in een lang instrumentaal stuk geluidstechnisch de puntjes verder op de i worden gezet. Fijn want zo hoef ik die voortdurend jeppende Italianen voor me niet steeds te horen (Dutch disease, ammehoela!). Länquist is net als in juni goed bij stem. Eveneens net als in juni gedraagt hij zich uiterst guitig en dat doet voor mij toch wat afbreuk aan de doomhoogmis die de band zou kunnen spelen.
Goed, niet te lang bij stilstaan, want het machtige Dark Reflections en het sterk gezongen Mirror Mirror worden vertolkt. Vervolgens krijgen we een nieuwere song die naar bandleider Leif Edling zegt “om een of andere stomme reden, ik weet het ook niet” is genomineerd voor een Grammy. Die reden is natuurlijk een gastrol van Tony Iommi. Die is er uiteraard niet bij, maar ook zonder hem is Astorolus – The Great Octopuss een van de zwaarste songs die de band ooit speelde. Bewitched wordt luidkeels meegezongen en Edling zelf pakt de hoofdrol in Dark Are The Veils of Death met een zware baspartij. Traag als tractoren op de A2 trekken de nummers voorbij. De uitvoering van A Sorcerer’s Pledge plakt wat minder met name door het “oohoohooo”-meezingstuk, waarna we in een keer door kunnen met een verjaardagslied voor een der gitaristen. Met een mooie lange versie van Crystal Ball is het weer tijd voor meer serieuze zaken. Afgesloten wordt met het meeslepende Solitude waarna Länquist het publiek toeroept dat de band een pauze neemt. Wat dat precies betekent, blijft echter onduidelijk.
Mörk Gryning (District-19 Stage, Remco)
Het wordt zo ondertussen wel weer eens tijd voor black metal. Enter Mörk Gryning. De mannen kwamen zoals zoveel bands uit het duistere genre in de jaren ’90 uit een Zweedse boom vallen. Hun debuutplaat Tusen år har gått moet nog ergens in een kast liggen, maar daarna ben ik ze uit het oor verloren. Sterker: ik wist niet eens dat dit gezelschap nog actief was. Dat blijkt weer zo te zijn sinds 2016, toen de mannen weer eens bij elkaar kwamen en een reünieoptreden naar meer smaakte enzovoort. Het heeft het nog geen nieuw plaatwerk opgeleverd maar dat lijkt niemand in kleine zaal te kunnen schelen. Er kan werkelijk geen anorexiameisje meer bij als Mörk Gryning aan de set begint, al blijven mensen het natuurlijk wél proberen. Als iedereen die vandaag binnen is én er nog bij wil komen een cd van de band zou kopen, hadden zanger/gitarist Avatar en zijn mannen met hun eigen Ferrari naar huis kunnen rijden.
De grote vraag is echter: is dit het waard, dit betere duwwerk om maar binnen te komen? De jaren stilstand hebben geen zand in de motor gestrooid, zoveel is wel duidelijk. De band levert smaakvolle black metal, licht ondersteunt door keyboards. Het is niet zo dat er plots de muzikale equivalent van een verloren gewaand schilderij van Rembrandt opduikt, maar Mörk Gryning maakt wél die lekkere black waar ze in Zweden patent op hebben. Met aandacht voor verrassende uitstapjes en een prima grunter. En dat natuurlijk christenhatend agressief genoeg. Zeg maar zo’n band waar ze bij MetalSucks hun uiterste best zullen doen om in het verleden te duiken om te kijken of ze iets belastends boven water kunnen halen. Hoe dan ook zet Mörk Gryning hier een uitstekende prestatie neer en komt het prima voor de dag. Daarom: welkom terug mannen!
Paradise Lost (Main Stage, Michiel)
Echte kerels doen het gewoon twee keer en dus staat Nick Holmes die vrijdag aantrad met Zweedse deathmetallers Bloodbath vandaag gewoon weer op het hoofdpodium, ditmaal met Paradise Lost. Als we de recensies mogen geloven zou het trouwens geen gek idee zijn geweest om ook Paradise Lost-gitarist Gregor Mackintosh een dubbele dienst te laten draaien met zijn loeiharde Strigoi. Maar ik dwaal af want het gaat hier om de headliner van Eindhoven Metal Meeting 2019: Paradise Lost zelve.
In 1991 al bracht de band het grensverleggende Gothic uit, waarna de bijna even invloedrijke albums Shades of God en Icon volgden. Eerstgenoemd album wordt vandaag volledig genegeerd, terwijl van de andere twee platen elk maar een nummer wordt gespeeld. En ergens siert het de heren wel dat ze zich er op deze wijze tegen verzetten om een nostalgie-act te worden. De beperkte aandacht voor de vroege albums kan ook omdat de band ook na 1993 genoeg klassesongs op de wereld heeft losgelaten. En zo krijgen we vanavond een geslaagde bloemlezing uit de al dertig jaar durende carrière van de Engelsen waarbij de twee laatste albums de meeste aandacht krijgen.
Het optreden begint echter met Enchantment van het hitalbum Draconian Times. Het is een vriendelijke uitnodiging die voor het podium al volop wordt meegezongen. Hoewel de basgitaar nog wat hard in de mix staat klinken de voortdurende leads van Greg en de bariton van Holmes al lekker. Ik was eerlijk gezegd een beetje vergeten hoe goed deze band kan zijn. From the Gallows van de laatste plaat is een stuk zwaarder. Mackintosh blijft echter met zijn gepatenteerde melodieuze leads strooien, zoals hij (bijna) het hele optreden zal blijven doen. Aaron Aedy ramt als vanouds op zijn slaggitaar alsof het ding hem wat gedaan heeft en drummer Väyrynen zoekt de afwisseling waar dat kan en laat geen gaatje vallen. De voortdurend brommende bas van Edmondson bindt het bandgeluid fraai aan elkaar.
Alleen Isolate van Symbol Of Life (2002) valt uit de toon met zijn stampende Duitse vierkwartsmaat en dikke toetsen (weer geen toetsenist te zien). Het leidt zelfs tot wat meligheid in het publiek waar wat lullige dansjes worden uitgevoerd. Net als gisteren laat Holmes nog even weten dat Brexit niet echt zijn idee van een feestje is. Want zo zegt hij: het volgende nummer zou er thematisch zo maar eens over kunnen gaan, waarna An Eternity of Lies wordt ingezet. Meteen zijn de heftiger gitaren, drums en fraaie leads weer terug. Ook hymne As I Die krijgt een bijzondere aankondiging als de zanger vertelt dat hij niet zo bij nadacht toen hij de tekst schreef en dat hij deze nu misschien wel wat hard vindt. Hoe dan ook, het blijft een krachtige song. The Enemy heeft live een zware break die erop plaat veel minder uitspringt en ook Embers Fire wordt vol overtuiging gespeeld met een lekker wah-wah gitaartje. Beneath Broken Earth van The Plague Within is de zwaarste track van de set en een waarbij Holmes zijn stembanden nog eens ouderwets kan laten klapperen. Mooi om te horen dat de band dit nog in zich heeft. Na het eveneens vrij logge No Hope in Sight wordt afgesloten met Say Just Words, de quasihit die wél aan de goede kant van de lijn met kitsch blijft en massaal wordt meegezongen. Nog even werpt de band een blik naar de zijkant van het podium, maar tijd voor The Last Time is er niet meer. Ook zonder dat extraatje zet Paradise Lost echter een optreden neer dat een headliner waardig is.
Malokarpatan (District-19 Stage, Remco)
Wat is dan weer dit Malokarpatan? De band die mij weghoudt bij Paradise Lost, wiens laatste twee platen ik toch echt de hemel heb ingeschreven? Wel, Sloveense heavy metal met een zwart randje dankzij de grunts van HV, is het antwoord. En die zanger is dan weer voorzien van zonnebril en pornosnor. Voor de gitaristen As en Aldaron moet het een feestje zijn: spelen in deze band. Zij kunnen lekker soleren en er riffjes uitgooien, al is het wel jammer dat het muzikaal verder weinig om het lijf heeft en de al genoemde HV maar in één tempo lijkt te kunnen grunten. Er is een nieuw album onderweg van deze mannen, maar dat kunt u rustig laten liggen. Tenzij u het wilt geven aan iemand aan wie u een hekel heeft. Weet u dat ook weer, is de administratie bijgewerkt en kan uw verslaggever nog een paar nummers van Paradise Lost meepikken. Getuige de ruimte in de kleine zaal en het gebrek eraan in de grote, lijken meer mensen daar zo over te denken.
Undead Prophecies (District-19 Stage, Michiel)
Tijd om een afzakkertje te halen bij het Franse Undead Prophecies, maar er zijn er niet veel die er zo over denken. Bij aanvang van de set staan er niet meer dan twintig, nou vooruit, dertig mensen in de kleine zaal (waarvan er één heel hard “kut!” roept). Zij die er wel staan zien dat de band zonder meer de prijs voor de beste microfoonstandaard ophaalt. Het is een heuse zeis! Ook overigens besteedt de band veel aandacht aan de presentatie, want zanger-grunter King Oscuro komt op in een zwarte pij en draagt een (soort van) Skeletor-masker en een lantaarn.
De muziek, want daar gaat het toch om, is dan weer te omschrijven als relatief eenvoudige death metal aan een hoog tempo zonder dat er (veel) geblast wordt. In de tweede track meen ik een lekkere Leprosy-riff te ontwaren in het wat schelle geluid, terwijl ook het recht voor zijn raap gespeelde Descending Souls op een indrukwekkende riff drijft. We horen naast invloeden van Death her en der ook wat Massacre en dat betekent vooral groove. Dat en kleine verrassingen als een walsachtige passage blijken echter niet genoeg om van een heel overtuigend optreden te spreken. Met een dergelijke opkomst was het voor de band eigenlijk van het begin af aan een niet te winnen strijd. En deed zanger King Oscuro halverwege nu een Goewietje naar een van zijn gitaristen?
Taake (Main Stage, Remco)
Voor de betere True Norwegian Black Metal is Taake binnengevlogen en voorman Hoest komt voorzien van een basgitaar het podium op. Na het instrumentale openingsnummer geeft hij het instrument af aan inhuursoldaat V’gander (Helheim) om te gaan doen wat we hem zo graag zien doen: als een waanzinnige zijn longen uit het lijf schreeuwen. De band is vastberaden de laatste restjes energie uit de aanwezige lijven te persen: zo strak en intens wordt er gespeeld. Hoest staat standaard op standje boos en zijn krijs gaat door merg en been. Om ons weer tieners te laten voelen, bestaat het grootste deel van de set uit nummers van de uit 1999 stammende debuutplaat Nattestid ser porten vid. Helemaal prima: of het nou oud materiaal, nieuw materiaal of het boodschappenlijstje van zijn vrouw is: alles dat Hoest vanavond uitspuwt is fenomenaal.
Een dag eerder leek Kampfar nog het perfecte optreden af te leveren maar toen zei Hoest ‘hold my bottle of wine’ en nu blaast hij alles, iedereen en zijn moeder naar de schroothoop. Het kan niet anders of de vier ruiters van de Apocalys staan nu buiten te wachten om het Einde der Tijden aan te kondigen, want Taake levert hier een bovennatuurlijke prestatie. Als dit voetballers waren geweest, had een ereronde op het veld gewacht en daarna een huldiging door de koning. Hoera! Hoera! Hoera!
Rectal Smegma (District-19 Stage, Remco)
Aan Rectal Smegma de ondankbare taak het naschrift van de 2019-editie van Eindhoven Metal Meeting te verzorgen. Hoe doe je dat? Door eerst te wachten tot het uit de grote zaal stromende publiek de afslag District-19 Stage neemt in plaats van de uitgang, al blijken technische problemen daar ook een reden voor te zijn. Uiteindelijk lukt het de gitaar van Stijn Bogers aan de praat te krijgen, hetgeen de man een kus van bassist Baard oplevert. We kunnen beginnen, ware het niet dat zanger Yannic ontbreekt. En goregrind zonder zanger is als patat zonder zout. Uiteindelijk schuift ook Yannic aan en kan een legertje overgebleven metalheads een laatste keer uit de plaat gaan. Er blijkt nog energie voor een pit: het is op en top lol voor en op het podium en op het balkon wordt gedanst. Voor uw verslaggever is 02.30 uur toch echt wel bedtijd en als Yannic op het podium zijn innerlijke varken naar buiten laat komen, zet ik er toch echt een dikke punt achter.
Lees ook ons verslag van Eindhoven Metal Meeting 2019 – dag 1.
Datum en locatie:
14 december 2019, Effenaar, Eindhoven
Links: