Uit het niets knalde de Gentse blackmetalband Wiegedood tussen 2015 en 2018 vier albums op de argeloze mensheid af. De doden hebben het goed, De doden hebben het goed II en De doden hebben het goed III zijn ware undergroundparels vol snoeiharde, extreme, hypnotiserende en compromisloze extreme metal. Om stil te staan bij het tienjarig jubileum van de eerste plaat, trekken de heren door Europa om de trilogie van top tot teen te spelen. De halte in Nederland was de uitverkochte Pandora-zaal van TivoliVredenburg. Remco Faasen nam een kijkje.
Zijn de goede voorprogrammabands op ofzo? Ik kan uit mijn blote hoofd met gemak dertig bands opnoemen die perfect zouden passen om een avondje Wiegedood te openen maar net als laatst met Blood Incantation in ditzelfde complex, heeft ook Wiegedood een gast meegenomen waar ik op voorhand geen chocolade van kan maken. Ventilateur heet dit gezelschap uit Brugge en de mannen maken instrumentale post-punk gemixt met jazz. Als ik het woord jazz hoor wil ik al een schaar in mijn oren steken dus ik ga er zeker niet heen om mij te ergeren als ik in afwachting ben van een grootheid als Wiegedood.
En dus kom ik mooi strategisch getimed binnen en gaat Wiegedood van start met nummer 1 van album 1: Svanesang. Gelijk dertien minuten in je smoel: hoppa. De hernieuwde kennismaking is nog net zo indrukwekkend als tien jaar geleden als we van kiezelhard naar uiterst kalm en weer naar kiezelhard gaan: heerlijk! Het applaus na het eerste nummer is luid, de drie op het podium gaan onverschillig door met Kwaad bloed. Het geweld van Wim Coppers achter zijn drumstel is om van te watertanden, het gitaarspel van de heren Levy Seynaeve en Gilles Demolder ijzingwekkend.
Het is heerlijk langdradig wat Wiegedood brengt en tegelijk zó overrompelend. Wim Coppers lijkt wel op je borstkas te rammen: zo helder en fel klinkt zijn werk in De doden hebben het goed, dat nummer met die lekkere groove maar uiteraard ook met die zieke schreeuwgrunt van Seynaeve erover heen. Met Onder gaan krijgen we even wat kalmte maar niet te lang. Al snel speelt het trio alsof Satan zelve hen op de hielen zit. En net als je denkt dat het niet sneller kan, voert Coppers een tempoversnelling door die een computer niet bij zou kunnen benen.
Na de bombastische afsluiter van het eerste album gaan we via een korte pauze door naar de opener van de volgende: Ontzieling. gevolgd door het machtige Cataract, dat nog steeds elke nagel uit een doodskist kan spelen. Bij De doden hebben het goed II verlaagt Seynaeve zijn stem tot een zodanig donkerbruin niveau dat er verderop spontaan bokbier uit de tap spuit. Als een stel waanzinnigen vervolgt de band de reis met Smeekbede.
Even bijkomen en dan gaan we door met het dessert: De doden hebben het goed III. Prowl komt al op ons afdenderen. Gilles Demolder speelt zijn vingers haast in de knoop: hij zal zich ongetwijfeld weleens afvragen waar hij toch mee heeft ingestemd wat het spelen in deze band betreft. Ondertussen haalt zijn kompaan op gitaar, die ook zingt, zijn donkere grunt weer van stal. De machine stoomt daarna door met Doodskalm: alle slapjanussen aan de kant want Wim Coppers gooit het tempo maar weer eens omhoog. Zou dit nou het beste nummer van de trilogie zijn? Of is dat toch het derde titelnummer, dat blijft kleven als plakband op een kat? Ik weet het niet meer, Wiegedood heeft mijn gevoel voor richting, tijd en zijn allang aan gort gespeeld. Hoe lang staan we hier eigenlijk al? Vijf minuten? Drie uur? Een jaar? De doden hebben het goed III, IV of LXXVI? Hoeveel komen er eigenlijk nog en kom ik hier ooit nog weg? Had ik eigenlijk een leven buiten deze concertzaal? Opeens zie ik de drummer grijnzen, het werk gaat ‘m blijkbaar nogal gemakkelijk af, gelijk een echte maniak.
Als Parool zich aankondigt ben ik total los. Uitgewrongen en uitgeput maar o zo voldaan. Wiegedood. De trilogie. Wát een fenomenen. Ongekend. Nog één keer alles uit de kast met het laatste nummer, de laatste druppel bloed uit het lijf persend. De snelheid bevindt zich intussen op standje onmogelijk voor een sterveling. En dan. Naar huis dan maar? Terwijl de muzikanten zijn verdwenen, houdt een beukende beat de zaal nog even in trance én verwarring tegelijkertijd maar dan is het echt klaar.
Datum en locatie
16 mei 2025, TivoliVredenburg, Utrecht
Link: