The Menzingers en de meedogenloosheid van ouderdom in TivoliVredenburg

Met een fijne punkpackage van The Menzingers, The Lawrence Arms en The Lillingtons tracht TivoliVredenburg op zondag 5 augustus het voelbare gemis van Groezrock dit festivalseizoen op te vangen. Aanvankelijk staan er zelfs vier poppunkbands, wiens naam allemaal met de prefix ‘The’ beginnen, geprogrammeerd, maar The Flatliners moet helaas voortijdig afhaken. De overgebleven bands brengen daarom een langere show. Vanavond speelt The Menzingers zich in de kaart bij een groter publiek dan gewoonlijk, maar het wordt ook duidelijk dat het zijn noodlot in begint te zien. Het meedogenloze uit de gratie vallen door ouderdom in de punkscene tekent de optredens.

Alles stroomt, aldus de Griekse denker Heraclitus, wiens filosofieën alleen indirect gedocumenteerd zijn. Niets stroomt echter zo hard als de tijd, de onomkeerbare kracht die alles uiteindelijk de vergetelheid en het vergaan in weet te trekken. The Menzingers heeft dit als relatief jonge poppunkband toch al een decennium lang door. Doorbraakplaat On The Impossible Past, daterende uit 2012, illustreert het opgroeien in een kansarm dorp van Amerika, met de hunkering naar een rooskleuriger verleden, en niets dan beperkte mogelijkheden in de toekomst. Nergens zwartgallig, maar met een weergaloos tastbare neerslachtigheid. Dronken achter het stuur een Dodge total loss rijden, je voelt dan in ieder geval nog iets.

Maar ook The Menzingers stroomt. Of, zoals Plato in de dialoog Cratylus meldt: ‘Heraclitus zegt zo ongeveer dat alles wijkt en dat niets blijft. En als hij dat wat er is, vergelijkt met de stroom van een rivier, zegt hij dat je niet twee keer in dezelfde rivier kunt stappen’. Met andere woorden, The Menzingers kun je nooit twee keer hetzelfde zien. Vijf jaar later is dat inderdaad het geval met het uitkomen van After The Party; een verhandeling over het leven na de jeugdigheid. De albumhoes, met het silhouet van een man die verslagen zittend op de grond, met zijn rug naar een achterliggend kermis zit, is een verfysiekering van het bezongen sentiment van de single Tellin’ Lies:

“Where are we gonna go now that our twenties are over?
Oh yeah, oh yeah, all hope abandoned
I’m not young enough to be a companion
Not old enough to be a guide
What a cliche, time to try
Where are we gonna go now that our twenties are over?”

Het verleden, het plezier uitgebeeld als kermis, ligt letterlijk achter de rug en het enige dat overblijft is een bord dat de leukere dingen in het leven verbiedt: alcoholhoudende drank, skateboarden en honden. De aftekening van de wanhopende en gezetelde man overziet vanuit het achter het podium hangende doek de taferelen in de Pandorazaal van het TivoliVredenburgcomplex. The Menzingers heeft duidelijk lering getrokken uit de openers The Lillingtons en The Lawrence Arms, twee bands die in het vorige millennium al actief waren en inmiddels uit de gratie geraakt zijn. De punkscene houdt geen enkele band het hand boven het hoofd en is ouderdom niet vergevingsgezind. Het genre heeft een levenslang contract met het jonge en zodoende haalt The Menzingers middels een pak jeugdigheid de twee openers qua populariteit in, ook al is het in muzikaal opzicht aanzienlijk door hen geïnspireerd. Het is hetzelfde ongeduld dat ervoor zorgt dat hardcorelegende Terror onlangs in Amerika opende voor Knocked Loose, dat met de metalcore van het debuut Laugh Tracks aanstekelijk uit de hoek komt, maar geen fractie van de totale discografie van Terror kan bieden.

The Menzingers weet dat het aan de top heeft gestaan dankzij haar jeugdigheid, maar dat die jeugdigheid met het aanbreken van een derde decennium scheuren begint te vertonen. De crux zit hem in de theorie van Pausanias, een spreker in het Symposium van de Liefde van Plato. ‘Gewone liefde’ draait om geestloos begeren, maar ‘hemelse liefde’ draait om de verstandhouding tussen een jonge en een oudere man. De jonge man schenkt zijn volmaakte lichaam, de oude man zijn intellect en morele kompas. Homofilie en pedofilie in één, het mocht inderdaad tweeduizend jaar geleden, maar het telt als een illustrerende verklaring van waarom er zo weinig oude punkbands actief zijn in vergelijking met andere genres. Waar van intellect geen sprake is, sta je als oude man simpelweg met je onderbroek op de enkels. Naakt, met niets te bieden. The Menzingers realiseert zich dit getuige After The Party. De bandleden zitten vast in het midden: ‘not young enough to be a companion‘ en ‘not old enough to be a guide’. Binnenkort zullen ze ingeruild worden voor het volgende jonge dier dat jeugdige punk voortbrengt. Daarom leven ze zo intens mogelijk in het nu en geven ze passievolle optredens weg.

Eerst is het echter nog de beurt aan The Lillingtons. Althans, het zou vreemd zijn indien The Lawrence Arms zou openen met de The Lillingtones-nummers Drawing Down The Stars en I Saw The Apeman (On The Moon). In tegenstelling tot het door de organisatie gepubliceerde tijdschema en conform de tourposter opent The Lillingtons dus toch. De rebelse punk komt vooral afkomstig van het album Death By Television, dat niet alleen een fraai monument uit het verleden is, maar ook het beste werk van de band. De makkelijk in het gehoor liggende punkconstructies worden gebracht door bandleden die in de veertig zullen zitten en roepen flashbacks op naar het spelen van Tony Hawk Pro Skater-spellen uit mijn jeugd. Wat betreft de vocalen en de overgangen is het niet altijd even best en gedurende de hele set lijkt The Lillingtons niet echt door te dringen tot de aanwezige luisteraars. De songteksten van Golden Dawn/Knights Templar, afkomstig van het recent uitgekomen Stella Sapiente, vinden een verklaring voor de voelbare afstandelijkheid tussen band en publiek in de hierboven beschreven liefdetheorie van Pausanius:

“We were enlightened by Asmodeus
The church found out and then they turned on us
Forbidden knowledge to be silenced so we were betrayed.”

The Lawrence Arms weet het podium op luchtigere wijze te betreden middels een kermisopvoering van We Are The Champions. Ook presenteert het met zijn gedreven spel meer levendigheid dan The Lillingtons. De excentrieke drummer Neil Hennessy zoekt bijvoorbeeld niet alleen met zijn drumstokjes, maar met zijn gehele lichaam alle hoek van zijn drumkit op. Gitarist Chris McCaughan en bassist Brendan Kelly nemen de zang op zich en worden bijgestaan door luid meezingende toeschouwers die vooraan staan (al had de drummer gezien zijn enthousiasme ook een microfoon mogen krijgen).

De kracht van The Lawrence Arms ligt in het gevarieerde speelgeluid van het opgenomen materiaal. Zo vormt de poppunkmeezinger en opener The Slowest Drink At The Saddest Bar On The Snowiest Day In The Greatest City moeiteloos om tot het tegen de hardcore aanleunende On With The Show. De muziek herbergt wispelturige meerstemmigheid, maar is tegelijkertijd lastig te volgen omdat het lijkt alsof de gitaristen in een andere tijdzone zingen. Bassist Brendan probeert een laconieke indruk tussen de nummers door achter te laten met loom en dronken gezwalk, maar drinkt gewoon thee uit een Douwe Egberts-cupje tijdens de set. Het publiek laat zich inpakken door liederen als Metropole, The Devil’s Takin’ Names en 100 Resolutions, maar mij is de zeurderige, haast grungy, met opzet rasperige zang van bassist Brendan te geforceerd. Het helpt ook niet dat het geluidsbeeld te weinig wisselt door de enkele melodische gitaar. Nee, breng me snel The Menzingers.

Waar te beginnen met deze concertbespreking na de uitvoerige, klassieke uiteenzetting hierboven neergepend te hebben? Kan een optreden na zo’n inleiding nog tegenvallen? Bij The Menzingers kan dat, het verliezen zit in het DNA van de band gegrift. In het begin is hier echter nog geen sprake van. Opener After The Party is onhoorbaar omdat het publiek, mijzelf incluis, het refrein zo hard meezingt met kippenvel in de nek. Het opvolgende Good Things doet daar nog een schepje bovenop. De kern van de band, gitaristen en zangers Greg Barnett en Tom May, vliegen enthousiast over het podium terwijl bassist Eric Keen aan de zijlijn timide en zichtbaar geniet. Het levert een interessante en asymmetrische verdeling van het publiek op, want het meeste gehos vindt plaats pal voor de twee microfoons die links van het midden staan.

Bij het relatief matige Toy Soldier, een recent uitgebrachte b-side vermoedelijk van de vorige albumcyclus, begint op te vallen dat The Menzingers niet meer hetzelfde is als vroeger. The Lawrence Arms vergeleek de Pandorazaal van TivoliVredenburg zojuist met de Death Star uit het Star Wars-universum, drummer Joe Godino speelt haast te netjes en professioneel en de zang van beide gitaristen is van een te hoge kwaliteit. Een roadie is verantwoordelijk voor de constante afvoer van op het podium gezette glazen en het naar de zijkant begeleiden van beogende stagedivers. Is dit dezelfde band die meermaals de smutsige dansvloer van het Winston hostel aan de Warmoesstraat in Amsterdam in lichterlaaie zette? Optredens die gekenmerkt werden door dankzij een te druk tourschema kapot geschreeuwde zang, maar waarbij je zo dicht op de bandleden stond dat het gebrek aan zuiverheid niets veranderde aan de beleving? En dan een paar maanden later weer compleet onbegrepen in de middag op het grootste podium van Groezrock?

Maar goed, dat zijn de condities die je accepteert wanneer je naar de TivoliVredenburg gaat. Nummers als The Obituaries, Gates, Lookers en Midwestern States blijven simpelweg geweldig, zelfs als ze door een automatische piloot gebracht worden. En het opdragen van Your Wild Years aan de Heemskerkse papegaai (‘Hiemskurk parrot’) doet het onbezorgde shitshowgevoel opborrelen. Setlistgewijs was het kijken voorbij On The Impossible Past en After The Party geen verkeerde zet geweest, gezien I Don’t Wanna Be An Asshole Anymore en In Remission van het tussengelegen album Rented World op veel steun van de toeschouwers kunnen rekenen. Onderaan de streep maakt het echter bar weinig uit wanneer een encore volgt van Tellin’ Lies, Mexican Guitars en Casey. Het publiek schreeuwt de longen uit het lijf op de krakers van The Menzingers, de helende soundtrack voor de vergankelijkheid van de millennial.

Foto’s:

Koen de Gussem (Visual Violence)

Datum en locatie:

5 augustus 2018, TivoliVredenburg, Utrecht

Link:

TivoliVredenburg