Het Scandinavische drietal Sólstafir, Oranssi Pazuzu en Hamferð hebben dit jaar allen een nieuw album uit. Reden genoeg om met elkaar de tourbus in te stappen. Eerste stop is de Oosterpoort in Groningen en lokale verslaggever Ruben was erbij om zich te laten onderdompelen in de eigenzinnige niche die de noordelingen hebben gekerft in het metalgenre.
Met drie shows in Nederland moet het bookingskantoor Doomstar er alle vertrouwen in hebben dat het Scandinavische drietal van vanavond goed in de smaak valt in ons land. Hier op de redactie werden de nieuwe albums die dit jaar uitkwamen in ieder geval positief ontvangen. Zelf ben ik ook gematigd enthousiast over de bands die vandaag het startsein van hun Europese tour in de Oosterpoort in Groningen geven. De afgelopen vijftien jaar ben ik me altijd bewust geweest van de heren die vanavond spelen, maar een kenner ben ik nooit geweest. Dat wordt dus nog lastig met het herkennen van de setlijsten van vanavond en ik hoop maar dat ik de Scandinavische grafemen uit mijn toetsenbord kan toveren.
Om 19:30 uur trapt Hamferð de avond af. Jammer voor de mensen die dachten dat het een half uur later begon, maar de tijden op de website zijn leidend. De doommetalband uit de Faeröer eilandengroep heeft in maart dit jaar zijn nieuwe album Men Guðs hond er sterk uitgebracht en dat staat vanavond centraal. Eerste nummer van vanavond is Í Hamferð van die nieuwe plaat. Na een lange opbouw begint het trage nummer met opvallend zware bas, die op deze tour overigens verzorgd wordt door invalbassist Victor Brandt. Nee, niet die giechelkop van RTL (Viktor Brand), maar de oud-bassist van Entombed en huidig livebassist van Dimmu Borgir. Zeker niet de minste muzikant om een invalbeurt te laten maken.
Het zestal gaat verder met Marrusorg, met dik zes minuten het langste nummer van de het nieuwe album. Gepassioneerde uithalen van de zanger schallen door de zaal en de lichteffecten zijn hier goed gedaan. Ieder bandlid komt een tijdje in de spotlight te staan. Met Glæman gaat het tempo wat naar beneden, dat kan zelfs in doom metal. Een gevoeliger nummer waar subtiele keyboardklanken de ondertoon voeren. Mooi om te zien dat het daadwerkelijk allemaal live gespeeld wordt, en niet van de backingtrack moet komen. Er wordt even naar het publiek gezwaaid, maar we worden niet toegesproken, er is immers meer muziek te spelen.
Om ook maar wat eerder werk te spelen, horen we Hon Syndrast van het vorige album. Dit is duidelijk een zwaarder nummer met een hoger tempo en grommende vocalen. Eerder leek de band ook meer in het blackmetalstraatje te passen en hoewel dat een stuk minder terugkomt op de nieuwe plaat zijn ze het nog niet vergeten. Want er staan wel degelijk zware nummers op Men Guðs hond er sterk. Met Ábær en Hvølja bewijzen de mannen dat ze het nog kunnen. Inmiddels is het ook acht uur geweest en zijn ook de laatkomers binnen waardoor de zaal nog best een volle indruk maakt. Zo is de band op z’n best, maar ook na afsluiter Evst naar zijn gelijknamige eerste album kan er geen dankwoordje van af. Geen foto, geen buiging, ze lopen gewoon van het podium af. De uitvoering van de muziek was al dank genoeg
Ook de mannen van Oranssi Pazuzu hebben een nieuwe plaat uit. Op 11 oktober ging Muuntautuja in de verkoop. Dus een maand later presenteren de Finnen hier voor het eerst hun zesde studiouiting. De albumopener Bioalkemisti komt ons als eerst tegemoet. Ritmisch getik van het keyboard zwelt aan tot een kakofonie van verschillende geluiden. Dit mag je gerust noise rock noemen, er is geen enkel instrument dat de boventoon mag voeren en het enige wat er duidelijk uitspringt, zijn de sci-fitonen die er af en toe hoog bovenuit piepen. Ook in het tweede nummer Kuulen Ääniä Maan Alta zijn de geluiden belangrijker dan elk individueel instrument. Harde basdreunen die de oude houten vloeren van de kleine zaal doen trillen worden afgewisseld met langere stukken waar je enkel de piepjes die aan een ruimteavontuur uit de jaren zeventig doen denken nog kan horen. Voor dit soort avant-garde herrie heeft Groningen een veel geschikter podium in de Vera waar dit een stuk beter tot z’n recht zou komen. Maar hier in de Oosterpoort kun je er wel even bij gaan zitten terwijl je bij elkaar probeert te puzzelen wat je nu eigenlijk aan het luisteren bent.
Titeltrack Muuntautuja weet ook de bastonen met gekkere riedeltjes te verenigen, al zij het op een hoger tempo en met meer energieke vocalen. Geen idee wat de beste man aan het schreeuwen is, maar het klinkt een stuk indringender dan de eerdere nummers. Het vierde nummer Uusi teknokratia komt van het vorige album, wederom begint dit met ritmisch getokkel op het keyboard dat vervolgens best geloopt had kunnen worden door het grote mengpaneel, maar elke noot wordt steevast aangeslagen gedurende het meer dan tien minuten durende nummer. Ook deze Finnen willen niks van een backingstrack weten en daar moet je respect voor opbrengen. Bij wijze van rustmoment volgt er een intermezzo waarin nog wel langzaam geluid wordt gemaakt, maar waar duidelijk geen intentie achter zit. Goed bedoeld waarschijnlijk, maar deze intermezzo’s halen wel al het tempo uit de set en er komt geen flow in deze setlist. Elk nummer moet zichzelf weer opbouwen en door de repetitieve opbouw is het toch vaak alsof je naar de soundtrack van een videogame aan het luisteren bent. Zo ook bij Hautatuuli, maar daar is de gitarist het niet mee eens. De man gaat zichtbaar volledig uit zijn dak, ook al hoor je zijn instrument nauwelijks.
Valotus dringt zichzelf wat meer op door een stuk sneller te zijn en ook hier zien we de gitarist de solo’s van zijn leven spelen, maar hij komt nog steeds niet boven het geweld uit. Terwijl onze tanden nog natrillen van het vorige nummer begint de band aan de opbouw voor alweer zijn laatste nummer. Vasemman Käden Hierarkia duurt ruim zeventien en een halve minuut en laat alles zien wat de band in huis heeft. Van de atmosferische tonen die doen denken aan een druipende grot naar de hectische sfeer van een ontvoering door aliens die onbeschrijfelijke dingen met je achterwerk van plan zijn, het blijft open voor interpretatie zolang ik er geen woord van kan verstaan. Een waar muzikaal kunstwerk dat de Finnen hebben geproduceerd. Ook deze heren spreken het publiek niet toe, maar er kan nog wel een buiging vanaf voor ze van het podium verdwijnen.
Ook de hoofdact van vanavond gaat er met gestrekt been in. Sólstafir begint met de ruim acht en halve minuut durende instrumentale track 78 Days In The Desert van het tweede album uit 2009. Wat een verschil met de voorgaande artiesten, nu we de instrumenten uit elkaar kunnen houden. Lange nummers zijn ook wel een beetje waar we de IJslandse formatie van kennen, en ze weten de minuten boeiend te houden. Ook met hun tweede nummer Silfur-Refur van hun voorlaatste plaat weten ze de aandacht van het publiek, dat inmiddels wel een paar stappen naar voren heeft gedaan, bijna zeven minuten vast te houden. Het kenmerkende weemoedige geschreeuw wordt bijgestaan door gelaagde instrumenten om tot een technisch geheel te komen dat de aandacht commandeert.
Ook deze heren hebben nog geen week geleden een nieuwe plaat uitgebracht die hier tentoongesteld moet worden. Eerste nummer dat we daarvan horen is Blakkrakki. Waar het over gaat weet ik niet, maar het lijkt een wat luchtiger nummer te zijn dan dat we van deze groep gewend zijn. Na deze bijna vrolijke tonen worden we voor het eerst vanavond toegesproken door frontman Aðalbjörn Tryggvason die hun supportacts bedankt en vertelt over hun nieuwe plaat. Maar het volgende nummer is alweer wat jaartjes oud, de titeltrack van hun 2012 verschenen album Svartir Sandar waar we voor het eerst de backingtrack horen die het kerkkoor verzorgt. Ze zijn nog niet klaar met die plaat, want na de dik acht minuten die dit nummer in beslag neemt wordt ook het eerste nummer van die langspeler Ljós Í Stormi van dik elf en halve minuut gespeeld. De duidelijke drum groove sleept je door het nummer heen. Dit is duidelijk een favoriet album van de heren, want ook Fjara wordt nog gespeeld, maar eerst horen we het nieuwe nummer Hún Andar. Het eerste nummer van de nieuwe plaat. Ook hier ligt het tempo hoger en klinkt het energieker dan de eerdere platen. Maar de melancholische melodieën die je van Sólstafir kunt verwachten zijn ook nog nadrukkelijk aanwezig.
Je kan natuurlijk niet op tour met een nieuwe plaat op zak en dan de titeltrack niet spelen, dus Hin Helga Kvöl is het laatste nummer van dat album dat we vandaag horen. Nadrukkelijke blastbeats stuwen de band naar de blackmetalhoek die we vanavond nog niet echt van ze gehoord hebben. Al meen ik tegen het eind van het nummer exact dezelfde maten te horen die iedere metalhead in zijn geheugen gegrift heeft staan met een kort stuk dat sterk lijkt op Raining Blood.
Van het nieuwste schuift de band naar bijna twintig jaar oud werk met het bijna een kwartier durende Ritual Of Fire uit 2005. Hier zijn ze natuurlijk bekend mee geworden en het klinkt nog net zo goed als twintig jaar geleden. Geheel toepasselijk neemt de bassist een hijs van een vape om hun vuurritueel af te sluiten en dan is er nog tijd voor één laatste nummer. We hebben nog niks van het album Ótta gehoord, dus die titeltrack moet het worden. Kon natuurlijk ook niet anders, want het is een van hun bekendste nummers. Geweldige opbouw en de gelaagdheid die we van deze melancholische band kennen. Een derde van het publiek houdt het er hierna voor gezien, die zullen nog wel een bus of trein moeten halen om deze doordeweekse avond, maar de lampen gaan nog niet aan. Zonde als je een half uur te laat kwam voor Hamferð en nu ook nog eerder weg moet. Sólstafir gaat hier gewoon bijna twee uur spelen door hun toegift aan te grijpen als het moment om de interactie met het publiek op te zoeken en gebruikt de opbouw van Goddess Of The Ages om naar de overgebleven toeschouwers te zwaaien. Een kwartier duurt het nummer in totaal. Een traktatie voor de strijders die zijn achtergebleven.
Het was weer een geslaagde avond in de Oosterpoort. Ik weet niet wie de programmeurstaken inmiddels op zich neemt, maar het afgelopen jaar stonden hier meer voor ons bezienswaardige acts op de planken dan in de afgelopen vijf jaar samen. Hopelijk zetten ze die trend door in de komende jaren. Met Paganfest in januari zetten ze in ieder geval al een goede eerste stap.
De bands van vanavond doen Nijmegen, Maastricht en Brussel nog aan voordat ze verder Europa in trekken, die zullen zich ongetwijfeld net zo goed vermaakt hebben als Groningen vanavond.
Datum en locatie
13 november 2024, Spot/De Oosterpoort, Groningen
Link: