Zondagavond 7 mei is de kleine zaal van het Patronaat geopend voor een avondje doom. Bathsheba opent stipt om 19.30 uur en heeft maar een half uurtje speeltijd gekregen. In dit tijdsbestek worden vier nummers van het recent verschenen en zeer goed ontvangen debuutalbum Servus gespeeld. The Sleepless Gods met de logge superriff mag traditiegetrouw aftrappen. Halverwege valt het basgeluid weg, maar gelukkig is dat euvel snel door bassist Raf Meukens zelf verholpen. Ain Soph, dat een furieus begin en einde kent, moet het doen zonder de saxofoonsolo’s, maar kent daardoor wel een lekker ontspannen tussenstuk.
Hoogtepunt in de set is toch wel Demon 13. Zangeres Michelle, die tijdens het optreden in een soort trance lijkt te verkeren, beklimt zelfs het drumstel van Jelle Stevens en assisteert hem met wat dreunen links en rechts op wat maar voorhanden is. Niet dat hij hulp nodig heeft en het is bewonderenswaardig dat hij gefocust door kan drummen.
Hoog tijd voor een rustmoment in de set middels de doomballad Manifest. Halverwege zit de zang van Michelle erop, zwaait ze met een militaire groet af en verlaat het podium, waardoor de overige bandleden de ruimte krijgen om naar een mooie instrumentale climax toe te werken. Bathsheba laat opnieuw een uitstekende indruk achter en verdient veel meer dan openingsact te zijn met slechts dertig minuten speeltijd.
Vroeg in slaap vallen in de tourbus die je deelt met Saint Vitus is niet handig. Voordat je het weet zijn je nagels roze gelakt met een dusdanige dosis, dat je het er niet zomaar af krijgt. Een wijze les voor bassist Ole Christian Helstad van het vaste voorprogramma Tombstones. De Noorse band krijgt maar liefst één uur speeltijd toebedeeld en vult dit met zeer zware en lompe tonen, zeg maar een mix tussen doom, stoner en sludge.
De band is inmiddels gereduceerd tot een drietal, waardoor Ole het grootste deel van de zang maar op zich heeft genomen en mede hierdoor het sludge-gevoel de overhand krijgt. Op het moment dat er ook blastparts in de set komen wordt het wel erg bruut en zijn de oordoppen meer dan nodig. Een geslaagd, maar te lang optreden voor een voorprogramma.
Hierna is het dan tijd voor Saint Vitus, dat inmiddels al weer twee jaar met de originele zanger Scott Reagers regelmatig op tour gaat. Daardoor worden er ook weer nummers gespeeld van het beste album, Die Healing. Dat wordt middels de openingsnummers Dark World en One Mind al direct duidelijk. Scott heeft nog steeds zijn ijzersterke en speciale stem, en geniet zichtbaar op het podium, al is hij vooraan bij het podium, als je niet bij zijn monitoren staat, nauwelijks te horen. Wat mee naar achteren in de zaal is dat wat beter, maar dat had toch wel een stukje beter gekund (en gemoeten) van de geluidsman. De eerdere bands hadden hier namelijk geen last van.
Wat opvalt bij Saint Vitus is de afwezigheid van vaste bassist en oerlid Mark Adams. Vanwege gezondheidsproblemen was hij niet in staat om mee te gaan op tournee. In Pat Bruders (Down) is een meer dan adequate vervanger gevonden en het contrast kan eigenlijk niet groter zijn. Waar Mark normaliter onbeweeglijk op het podium staat en de noodzakelijke noten speelt, gaat Pat behoorlijk tekeer en speelt enorm dynamisch. Eerlijk is eerlijk, het geeft de band dat beetje extra. Een verrassing in de set is het langzame The Sloth, dat deze tour voor het eerst in setlist opgenomen is. Eens te meer valt op, wat een powerhouse drummer Henry Vasquez is.
Je ziet de splinters van zijn drumstokken afvliegen bij de harde meppen op de toms en de bekkens. Dat het drumstel het dagelijks overleeft, getuigt van een ijzersterke kwaliteit. Teleurstellend is dat kort daarna de nummers Mystic Lady en Burial at Sea geschrapt zijn door de CEO van Saint Vitus, zoals Scott gitarist Dave Chandler gekscherend noemt. Dat is dan wel op last van het Patronaat gebeurd, dat vreemd genoeg de band maar één uur speeltijd geeft. Onbegrijpelijk! Met de nummers White Stallions en Saint Vitus krijgen we twee snelle nummers voor onze kiezen, alvorens de verplichte afsluiter Born Too Late aan de beurt is.
Hierbij trekt Dave nog een keer al zijn registers open om zijn gitaar te bespelen. Zo speelt hij een stukje met zijn tanden en mag ook het hoofd van uw verslaggever enkele seconden assisteren bij de lang opgerekte gitaarmasturbatie. Aangezien het podium wat aan de hoge kant is ziet Dave er deze keer wel van af om al spelend nog even het publiek in te gaan. Dan is het na een uur toch echt afgelopen en dat is zonde.
Rest mij toch nog wat kritiekpunten richting het Patronaat te geven. Het publiek komt in eerste instantie voornamelijk voor de headliner, waarom mag zo’n band maar één uur spelen? Waarom wel een voorprogramma ook één uur laten spelen en waarom is er een derde band toegevoegd die maar een half uur krijgt? Als er persé een deadline is, open dan de zaal wat eerder, maar ga nooit en te nimmer een hoofdact onnodig qua speeltijd op voorhand inkorten!
Datum en locatie:
7 mei 2017, Patronaat, Haarlem
Links: