Opeth, Cynic en The Ocean
25 november 2008, Melkweg Amsterdam
Opeth heeft met Watershed dit jaar weer een puike studioplaat afgeleverd. Om dit op een traditionele manier aan de man te brengen is de band door Europa op pad gegaan om meerdere zalen plat te spelen. Helaas was maar één datum gereserveerd voor een Nederlandse zaal, wat erin resulteerde dat de zaal al in november stijf uitverkocht was en de geldwolven achter dure ticketsites maarliefst zestig euro durfden op te strijken voor een kaartje. Ik was één van de gelukkigen om op deze novemberavond getuige te zijn van Opeth‘s Watershed-tour. En omdat de band niemand minder dan het Amerikaanse Cynic mee op pad nam kon de avond op voorhand bijna niet meer stuk.
Maar voordat het echte muzikale geweld kon losbarsten was het eerst de beurt aan het Duitse The Ocean om zijn kunnen aan een rustig vollopende grote zaal van De Melkweg te laten zien. Het viertal had maarliefst drie vierkante meter ter beschikking gekregen omdat de andere bands al de rest van het podium hadden geclaimd met allerhande instrumenten en electronica. De band liet zich er niet door weerhouden en speelde op een enthousiaste manier hun doom-achtige nummers. Vooral bij de up-tempo stukken waren de bandleden tegen het lachwekkende aan enthousiast, met als hoogtepunt bassist Hannes Huefken die al spelende bijna languit in het publiek viel.
Helaas maakte de korte setlist waarin nummers als For the Great Blue Cold Now Reigns en The City in the Sea deel van uitmaakten weinig indruk op me. Ook het publiek reageerde een beetje lauw op een paar knikkende hoofde na. De atmosferische stukken waren te langgerekt, de zang was ernstig monotoon en het gitaarspel was niet erg indrukwekkend. Hoewel ik het ze wel moet toegeven dat het geluid goed klonk en ik de band niet betrapte op fouten. Maar erg rouwig kon ik er niet om zijn toen de band na een minuut of veertig weer het podium verliet.
Naar Cynic‘s prestatie op het podium was ik erg benieuwd. Vanwege een breuk binnen de band rond 1993 is men in 2006 weer bij elkaar gekropen. Wat resulteerde in een nieuwe studioplaat genaamd Traced in Air waar collega Gerd-Jan zeer over te spreken is. Dit voorverwarmingsoptreden voordat Opeth zijn kunsten mag vertonen is (eindelijk) mijn eerste live-kennismaking met de band.
Helaas valt er tijdens deze kennismaking wel het één en ander aan te merken op het geluid. De knoppen van de bassist en de drummer staan veel te hard opgedraaid, waardoor het gitaarspel en vooral de vocalen lastig te horen zijn. Maar dat weerhield mij en een hele hoop mensen vooraan om me heen er niet van om ademloos te kijken naar de band’s prestaties. Vooral drummer Sean Reinert (ex-Death) zorgde ervoor dat mijn onderkaak op mijn schoenen lag van bewondering. De moeilijkste ritmes en overgangen perst hij eruit zonder dat het hem zichtbare moeite kost. Ik ben er nu, een week later, nog steeds sprakeloos van.
Uiteraard speelde de band vooral nummers van Traced in Air zoals King of Those Who Know en Integral Birth, maar gelukkig liet de band ook wat ouder werk voorbij komen in de vorm van Veil of Maya van het album Focus. En ik moet toegeven dat het oudere werk me live wel beter kon bekoren, maar wellicht is dit te wijten aan het feit dat de nummers iets minder onnavolgbaar zijn. Ik heb in ieder geval ondanks het slecht afgestelde geluid met volle teugen genoten van Cynic en Traced in Air heeft ondertussen de weg naar huize Joris’ ook gevonden.
Ondanks het indrukwekkende staaltje muziek van Cynic waren de slotakkoorden van de avond natuurlijk voor Opeth. Erg had ik uitgekeken naar dit optreden, niet alleen omdat Deliverance en Blackwater Park tot mijn all-time favoriete albums behoren en Watershed me ook goed bevalt. Maar ook omdat Watershed me, in tegenstelling tot het vorige album Ghost Reveries, zelfs zo goed bevalt dat Opeth één van de hoofdredenen was om afgelopen zomer naar Graspop af te reizen. Helaas viel de band uit vanwege ziekte van Mikael Åkerfeldt. Gelukkig bood dit optreden voor mij tenminste een herkansing om ze weer aan het werk te zien.
De setlist die de band afwerkte bood voor iedereen wat wils. Uiteraard kwam met Heir Apparent en The Lotus Eater, Watershed ruim aan bod. Maar verder kwamen vele cd’s aan bod door nummers als The Grand Conjuration (Ghost Reveries), Hope Leaves (Damnation), Godhead’s Lament (Still Life) en Demon of the Fall (My Arms Your Hearse). Persoonlijk vond ik dat de band het hoogtepunt bereikte toen ze met volle kracht het nummer Deliverance inzette. Helaas kon ik er niet optimaal van genieten omdat een groot deel van het publiek een pit nodig vond. Zoals je misschien wel uit de context kan begrijpen vond ik dit een beetje jammer, ik kan Opeth‘s muziek zelf namelijk niet bepaald omschrijven als pit-muziek.
Een Opeth optreden is natuurlijk niet compleet zonder Mikael Åkerfeldt’s gortdroge humor. Ook deze avond was hij weer aardig op dreef, met name dankzij zijn Conan the Barbarian-shirtje. Hij beloofde het publiek dan ook plechtig het shirt te dragen totdat de tour Oostenrijk bereikt, ondanks dat het shirt tegen die tijd vol zal zitten met bloed, zweet, pis en sperma. Het heerlijk avondje werd tenslotte afgesloten met The Drapery Falls, een nummer dat het nog eens extra afmaakt en mij met een voldaan gevoel naar huis liet afreizen.
Met dank aan Tibor Kuijs voor de foto’s!
Links: