Koude, zwarte zonnen en lichtloze harten: een avondje gitzwarte duisternis met Enthroned en Schammasch

Tweeduizendtwintig brengt extra goede voornemens met zich mee (bijvoorbeeld: ‘Ik ga mijn recensies nog beter onderbouwen.’ Of: ‘Dit jaar moet ik Triumph of Death – Hellhammer zeker live gezien hebben.’ Of ‘Ik ga wat sneller beginnen met het samenstellen van mijn jaarlijstje.’ Ik zeg zomaar iets…) maar tegelijk kijken we nog even achterom. Naar de hoogtepunten van het vorige metaljaar bijvoorbeeld. En laten we wel zijn: 2019 was een bijzonder boeiend jaar op metalvlak en vooral de blackmetalbands lieten van zich horen met enkele uitstekende releases. Zo was Cold Black Suns zonder twijfel één van de beste Enthroned-releases van het voorbije decennium (en stond het in mijn persoonlijke top-10 van 2019) en leverde Schammasch met Hearts of No Light misschien wel zijn sterkste album ooit af (en mogelijks was ik wel fout om deze niet in mijn top-10 van 2019 op te nemen). Twee bands op de top van hun kunnen dus. Het was dan ook een buitenkansje dat ze op 9 januari samen te bewonderen waren in zaal Kavka Zappa in Antwerpen. Het Italiaanse doom-stonerviertal van Caronte verzorgde het voorprogramma van wat je niet anders kan interpreteren dan een co-headlining avondje. Een avondje vol duisternis, woede, visuele verrukking en muzikale perfectie.

Bij het betreden van de zaal valt onmiddellijk de occulte scène op waarmee het podium gedecoreerd is: centraal een Egyptische tablet met de figuur van Horus erop, omgeven door kaarsen, en aan weerszijden van het podium twee banieren met de Griekse woorden Αγαπη (Agape: liefde) en Θελημα (Thelema: eigen wil) erop. Aleister Crowley zou trots geweest zijn! Uiteraard verwijzen deze woorden tevens naar het laatste album van Caronte: Wolves of Thelema (2019). Inderdaad, ook deze occulte doom/stonerband uit Parma heeft vorig jaar een nieuw album uitgebracht, al was dit nergens terug te vinden in de jaarlijstjes. Toch zal al snel blijken dat Caronte vanavond véél meer is dan enkel het opwarmertje. Na een intro met orgel starten Dorian Bones en zijn collega’s traditioneel met het titel- én openingsnummer van de laatste cd: Wolves of Thelema. De gitaren scheuren door de ether en zanger Dorian zuigt als een charismatisch zwart gat alle aandacht naar zich toe. Terwijl de andere bandleden rustig hun ding doen, staat Dorian letterlijk in het middelpunt van de belangstelling. Elke muzikale passage wordt visueel ondersteund: hij staat te swingen en te gesticuleren, draait zich in aanbidding om naar de Egyptische tablet, balt de vuisten naar de hemel, sluit de ogen in bezinning of wijst indringend het publiek in. Wat een showman, wat een uitstraling! In alles merk je dat deze man volledig opgaat in zijn muziek en er oprecht van houdt. En voor mij werkt dat aanstekelijk: hoewel dit zeker niet mijn favoriet genre is geniet ik met volle teugen van de overtuigende performance. De reactie van het publiek is dan ook positief en welwillend, maar anderzijds niet echt uitbundig. Maar oké, misschien mag je ook niet teveel verwachten op een donderdagavond…

Badend in een rood licht laat Caronte zijn occulte klanken over ons neerdalen. Na het eerste, krijgen we nu mooi in volgorde ook het tweede (333) en derde (Hypnopyre) nummer van hun laatste plaat te horen. Stuk voor stuk nummers die uitnodigen om in beweging te komen en mee te zingen (maar sorry, ik ken de lyrics niet). De muziek is ondanks het duistere kantje bijzonder toegankelijk en herkenbaar (ik hoor best wel wat Black Sabbath in Hypnopyre bijvoorbeeld) en wordt ook helder en doeltreffend gebracht. Het tempo ligt uiteraard niet hoog, maar de nummers klinken zeer krachtig en overtuigend. Ja, Caronte overtuigt hier echt als prima live band. Na het obligate Ode to Lucifer krijgen we nog twee nummers van het laatste album te horen: Quantum Ecclesia en Black Hole Dawn. ‘The number is 418!’ verwijst Dorian opnieuw naar Crowley met het kabbalistisch getal voor de Abrahadabra. Ja, Caronte is een totaalpakket en alle stukjes passen perfect. Wat mij vooral opvalt is de veelzijdigheid van de stem van Dorian Bones: soms rauw en vol haat, soms smekend en slepend, maar de man heeft ook een prachtige volle, cleane stem. Af en toe doet deze me zelfs denken aan die van Matt Barlow (ex-Iced Earth). Black Hole Dawn eindigt met rituele, Gregoriaans-aandoende zang, terwijl Dorian nog een laatste groet brengt aan Horus…

Een mystiek feestje zonder Schammasch is als een heksensabbat zonder Satan met een geitenkop. Obligaat, zonder tegenspraak. De verwachtingen waren hooggespannen, vooral na het uitzonderlijk sterke Hearts of No Light dat vorig jaar werd uitgebracht. Top-50 in de Zware Metalen jaarlijst, en dat voor een relatief jonge (amper 10 jaar geleden opgericht) niche-band. Het niveau van songwriting op dit album is van een dusdanig stellair niveau dat dit ook live niet kan ontgoochelen. En dus doet het dat ook niet. Meer nog: Schammasch slaagt erin om door bepaalde instrumentale accenten (monumentaal zware drumslagen bijvoorbeeld) nóg meer diepgang in de nummers te brengen. Om het mysterie nog wat te vergroten wordt het podium vooraf gevuld met rook. Ook Schammasch begint met het openingsnummer van hun laatste album: Winds that Pierce the Silence. Na de intro met piano komt het licht (letterlijk) langzaamaan op en vier halfgoden in goudbrokaten gewaden komen statig het podium op en nemen hun plaats voor de drums in. Enkel het centrale duo, dat instaat voor de vocalen, heeft een kap op en werpt zich op die manier op als het epicentrum van dit kosmische spektakel. Ik ben even verbluft: wat een heersers! Ik zag deze Zwitserse formatie voor het laatst in 2018 en toen leken ze nog menselijk. Maar nu? Titanen zijn het!

Winds that Pierce the Silence is uiteraard het geduldig opbouwend aanloopje naar Ego Sum Omega, dat als een orkaan over het publiek heen raast. Wat een vet geluid! Elke slag van het bijna machinale drumwerk is een meteorietinslag, de ritmes zijn opzwepend, de solo’s indrukwekkend en hartverwarmend. En dat is wel nodig, want Schammasch straalt een dodelijke kilte uit die de harten in zaal Kavka Zappa langzaam in zijn greep krijgt. Harten zonder warmte, harten zonder licht. Door de opstelling van de vier heren vooraan, hun prachtige gewaden, hun statische houding en de lichteffecten die de muziek perfect volgen (bv. enkele seconden volledige duisternis tot de volgende supernova van geluid) wordt het mythische/mystieke karakter van deze band alleen maar versterkt. De bandleden zijn perfect op elkaar ingespeeld en regelmatig bewegen ze op het podium gelijktijdig, als één enkele entiteit, en dat komt visueel zeer sterk over. Maar het is toch de muziek zelf en het bijzonder krachtige geluid van de instrumenten die voor een uitzonderlijke muzikale ervaring zorgen. Zelfs de lange instrumentale stukken (en zo zijn er wel wat) zitten zo propvol sfeer dat ze geen moment langdradig of vervelend klinken.

Het atypische (lees: niet-typisch black metal) nummer A Paradigm of Beauty is zoals verwacht één van de hoogtepunten van de set, met zijn Bölzer-achtige geluid en bijna dansbaar ritme. Op The World Destroyed By Water (Triangle, 2016) wordt er weer veel aandacht besteed aan het visuele effect: beide zangers staan met de rug naar het publiek, terwijl de heren aan de zijkanten onder een witte bundel licht spelen. Prachtig, maar ook de samenzang van de beide vocalisten is van een ongekende schoonheid. We krijgen zelfs twee nummers van Triangle te zien en te horen vanavond, want The World Destroyed By Water wordt gevolgd door Metanoia, met zijn verstaanbare teksten en modern, toegankelijk geluid met cleane zang.

Dan terug naar Hearts of No Light. Schammasch toont op Rays Like Razors zijn gemene, gitzwarte hart: “Stare into my heart. With rays like razors.” De stampende ritmes en dissonante gitaarakkoorden zijn niet van deze planeet. Een meeslepend nummer om compleet waanzinnig van te worden als je het te fel laat binnenkomen. Ook uw recensent laat zich even actief onderdompelen in deze tastbare duisternis. De afsluiter Chimerical Hope is afkomstig van de EP The Maldoror Chants: Hermaphrodite die twee jaar geleden het levenslicht zag. Een juiste keuze, want Chimerical Hope houdt het tempo constant hoog en begeleidt alle aanwezigen op een golf van pure energie naar het einde van de set, die eindigt met prachtige cleane vocalen. Ik blijf alvast verbluft achter: dit was een genot voor alle zintuigen. De muziek was krachtig en pakkend, maar ook visueel was het zondermeer top. De eerste kanshebber voor “optreden van het jaar” is alvast binnen.

Enthroned laat zeer lang op zich wachten. Wanneer het licht dimt verwacht iedereen dat onze Belgische blackmetaltrots zich snel op het podium zal laten zien, maar niets is minder waar. Bijna 20 minuten lang blijft een spookachtige melodie zich herhalen onder een blauw licht. Dit zorgt voor heel wat sfeer en heel wat anticipatie, al heb je natuurlijk altijd van die mensen die na vijf minuten een babbeltje beginnen slaan (ik wil het hier even kwijt: dit irriteert me mateloos! Als je wil kletsen ga dan op café of zo, maar verknal de sfeer niet voor de andere aanwezigen alstublieft!). Achter het podium prijkt het artwork van hun laatste album Cold Black Suns in al zijn duistere schoonheid. Net als bij Schammasch heb ik op voorhand al het gevoel dat dit niet mis kan lopen, maar met een chagrijnig booswicht als Nornagest weet je natuurlijk maar nooit…

De doodsmachine van Enthroned trekt zich op gang met Sepulchred Within Opaque Slumber, het openingsnummer van Obsidium uit 2012. Persoonlijk vind ik dat dit nummer door zijn kille, occulte sfeer een mooie brug maakt met de set van Schammasch. Bewust gekozen of niet: dit zorgt toch wel voor wat onverhoopte continuïteit na 20 minuten afwachten. De drums klinken als machinegeweren en het is al duidelijk van bij de start: dit Enthroned komt voor de totale vernietiging. Alles klinkt veel harder, luider en agressiever dan Schammasch: toch wel een contrast na al die mystieke verfijning. Ondertussen loopt Nornagest weer traditiegetrouw boos te wezen op het podium. Stampvoetend ijsbeert hij van links naar rechts, maakt grootse, rituele gebaren met zijn armen en handen en schreeuwt de ziel uit zijn zielloze lijf. Ook alle andere bandleden zijn volop in beweging, al is het vooral bassist Norgaath die de show steelt.

Ademruimte komt er niet onmiddellijk. Of Shrines and Sovereigns (Sovereigns, 2014) fusilleert de hele zaal met zijn muzikaal spervuur. Totale annihilatie dus, zoals gezegd. Als we dan toch moeten sterven, waarom dan niet op deze glorieuze avond vol zwarte haat?

Pas na deze twee openers worden de eerste nummers van Cold Black Suns op de toeschouwers losgelaten: het enorm sfeervolle en melodische Silent Redemption en het al even sfeervolle maar obscure en occulte Vapula Omega. Dit laatste nummer wordt door Nornagest ingeleid door met twee beenderen tegen elkaar te slaan. De dood is alomtegenwoordig vanavond, dat is duidelijk. Hoe dan ook toch een rustmomentje, zowaar. En we moeten niet lang wachten op nog meer nieuw werk, want na Nonvs Sacramentvm – Obsidium (Obsidium, 2012) komt de pletwals Aghoria de laatste levende restjes publiek vermorzelen.

En zo wordt er mooi afgewisseld tussen oud en nieuw werk, waarbij opvalt dat Cold Black Suns toch een stuk geraffineerder en minder verpletterend klinkt in vergelijking met voorgaande releases. En killer, tot op het bot: de zwarte zonnen waren nooit kouder dan vanavond. Na het openlijk satanische Through the Cortex (Tetra Karcist, 2007) met zijn rusteloze drumwerk en warme solo’s gaat het kwik een graad of 50 omlaag dankzij Smoking Mirror, met voorsprong het stijlvolste nummer van het nieuwe album én van de hele set. Na al dat geweld mag er ook eens genoten worden van wat duistere schoonheid!

Smoking Mirror blijkt de aanzet tot een heuse eindspurt: save the best for last! De laatste rituelen zijn namelijk voorbehouden voor Tellum Scorpionis (Tetra Karcist, 2007), Of Feathers and Flames (mijn persoonlijke favoriet van Sovereigns) en de onvermijdelijke meekrijser Hosanna Satana, ook afkomstig van het laatste album. Vooral op Of Feather and Flames gaat het deze avond opvallend rustige (lauwe) publiek nog eens volledig los, al geniet ik persoonlijk vooral van de meer atmosferische, tragere passages en fijne solo’s. Het symbolische einde van deze satanische hoogmis, Hosanna Satana, wordt vanzelfsprekend ingeleid met Latijnse teksten en beendergeklap. Daarna gaan de deuren van de hel voor een laatste keer open: ‘Hosanna! Hosanna Satana!’ Vreemd genoeg brult enkel een kleine harde kern vooraan het nummer uit volle borst mee. De meeste mensen zijn blijkbaar al moe, want ja, morgen moet er weer gewerkt worden… Al aanbid je Satan nog zo fel, de nieuwe werkdag volgt toch wel…

Ik begrijp dat de mensen op straat en in de trein mij vreemd bekijken wanneer ik onafgebroken ‘Hosanna. Hosanna Satana.’ blijf prevelen. De werkdag is pas morgen, nu ben ik nog volledig in de ban van de zwarte eredienst van deze avond. Schammasch bracht ons in hogere sferen, Enthroned bracht ons vooral veel agressie en haalde daarbij het slechtste in mijn medemens naar boven. Toen ik tijdens één van de laatste nummers nog een foto wou maken vanuit het publiek kreeg ik plots een gigantische beuk te verwerken, zodat ik bijna tegen de vlakte ging. Toen ik achterom keek, bleek het de man te zijn die me net voor het optreden van Enthroned nog vriendelijk had gevraagd om een foto van hem en zijn vrouw te maken. Hij keek me furieus aan en stak ook nog eens zijn middelvinger op. In de ban van de muziek? Bezeten door de duivel? Wie zal het zeggen? Het zal me alleszins niet tegenhouden om hier in maart terug te staan voor Taake en Kampfar!

Hosanna!

Hosanna Satana!

 

Foto’s:

Tafkads

Datum en locatie:

9 januari 2020, Kavka Zappa, Antwerpen

Link:

Kavka