Jon Oliva’s Pain, Saidian – 03-10-2005, 013 – Tilburg
Ligt het aan de wat ongebruikelijke (maandag)avond of gaan ook metalfanaten, gelet op de prijs van een hedendaags concertkaartje, op hun uitgaven letten? Hoe dan ook, als een levende legende als Jon Oliva ons landje aandoet, verwacht je toch meer volk op de been dan de slechts enkele honderden getrouwen die zijn afgekomen op naar wat later blijkt een zeer memorabel avondje.
Als opwarmertje krijgen de aanwezigen een kleine drie kwartier het Duitse Saidian voor de kiezen. Deze heren brachten onlangs hun debuutschijf … For Those Who Walk The Path Forlorn uit en mogen op tour met Jon Oliva’s Pain trachten wat zieltjes te winnen met hun progressief getinte power metal. Zoals ik in mijn CD-recensie reeds meldde weten de heren nauwelijks een aansprekend nummer in elkaar te flansen en blijkt zanger Markus Engelfried zijn tenenkrommende prestatie op het zilveren ding live zelfs nog te overtreffen. Een optreden om snel te vergeten.
Uiteraard waren alle aanwezigen slechts voor één band (lees: persoon) gekomen, namelijk Savatage, pardon, Jon Oliva’s Pain natuurlijk. Zij werden op hun wenken bediend met een heerlijk avondje vol Savatage-klassiekers met als extraatje een aantal nummers van het onlangs verschenen ‘Tage Mahal-album van de band, zoals All The Time, het lekkere The Dark en het tekstueel prima bij deze setlist passende People Say – Gimme Some Hell, dat doordrenkt is met titels van oude Sava-songs.
Als de enorme vleesbonk met een brede glimlach het podium opwandelt, kan het feest der herkenning beginnen. Iedereen weet natuurlijk dat achter die glimlach een groot verdriet schuil gaat. De naam van Jon’s overleden broer Chriss gaat dan ook meerdere malen over de tong en Jon richt regelmatig de ogen ten hemel om contact te zoeken met zijn broer in het hiernamaals. De aankondiging van Hounds, een nummer dat Chriss schreef en door Jon als zijn favoriete Chriss-song wordt aangeduid, bezorgt mij dan ook kippenvel. Dit zou op deze avond niet de enige keer zijn dat de rillingen mij over de rug lopen. Wat te denken bijvoorbeeld van het wonderschone Gutter Ballet, met zijn prachtige piano intro. Het pleit overigens voor de band dat men zich niet laat ontmoedigen door de akelig lege zaal maar er met zichtbaar plezier gewoon vol tegenaan gaat.
En wat voor een band trouwens heeft Jonnie om zich heen verzameld. Vier van de vijf heren kennen we nog van Circle II Circle (album:Watching In Silence), te weten gitarist Matt LaPorte, bassist Kevin Rothney, drummer Christopher Kinder en toetsenist John Zahner. Het viertal wordt nog aangevuld met tweede gitarist Jerry Outlaw, maar het is vooral LaPorte die een verpletterende indruk achterlaat. Holy shit, wat kan die gozer spelen. En The Mountain King zelf? De man is vanavond fantastisch in vorm, zowel qua presentatie als zangprestatie. Afwisselend achter zijn keyboard zittend dan wel staande achter de microfoon, maakt hij ontspannen geintjes met zowel het publiek als met de bandleden en niet te vergeten met zichzelf. Een flinke portie zelfspot is hem niet vreemd, getuige de woorden “actually my life’s kinda fucked up”. Als je dat met zo’n ontwapenende glimlach kunt zeggen, dan ben je een grote.
Zoals hierboven eerder vermeld dus een nostalgisch avondje in het schitterende muziekpaleis dat 013 heet. Vooral de rock opera Streets wordt maar weer eens in het zonnetje gezet, middels opener New York City Don’t Mean Nothing, Jesus Saves, Tonight He Grins Again, het vlotte Strange Reality, het verplichte Ghost In The Ruins en Believe (jazeker, weer kippenvel). Het geluid is werkelijk fenomenaal, hard doch zuiver, waardoor krakers als Sirens, The Dungeons Are Calling en het bejaarde City Beneath The Surface, waar het volgens Jon in Avatar-dagen allemaal mee begon, nog indrukwekkender over komen. Als na een krappe vijf kwartier de toegiften aanbreken, gaan de heren nog één keer los met Power Of The Night (raise the fist of the metal child, hell yeah) en, jawel, Hall Of The Mountain King. Helaas komt een magische avond daarna alweer ten einde. Nu maar hopen dat we geen vijf jaar hoeven te wachten alvorens Oliva weer langs komt, hetzij met Pain, dan wel met Savatage, wat natuurlijk helemaal geweldig zou zijn. Tegen de thuisblijvers zou ik willen zeggen: trek de haren maar uit je kop van ellende, want je hebt echt iets heel moois gemist.
De foto’s bij dit verslag werden gemaakt door Stephan Mehrer (info@sjmfotografie.nl), die ik bij deze nogmaals hartelijk wil bedanken voor zijn spontane medewerking.
Links: