Exodus en Lost Society in Amsterdam
25 maart 2016, Melkweg
Past de Oude Zaal van de Amsterdamse Melkweg (capaciteit: 700) wel bij een band van de statuur van Exodus? Toch samen met Testament het kleine neefje van de Big 4 van de thrash metal? Misschien wel, want zelfs voor leden van deze Big 4 zijn deze zalen tegenwoordig hun natuurlijke habitat. En de Melkweg is uitverkocht dus is het toch een beetje feest.
Maar als het nog geen feest was, zorgt Lost Society daar wel voor: vier jonge honden uit Finland die thrashen alsof ze onder de Californische zon geboren zijn. De nummers van de inmiddels drie platen lijken zo uit de jaren ’80 te komen en omdat bandleider Samy Elbana ook nog eens klinkt als John Connely, ligt een vergelijking met Nuclear Assault voor de hand.
Gelukkig doseren de Finnen hun muziek meer en klinken ze niet constant alsof ze de bus van half zeven nog moeten halen. Sterker nog, het is meer dan behoorlijk wat de al lekker drukke Melkweg voorgeschoteld krijgt. Het helpt mee dat de vier met bijzonder veel enthousiasme spelen en bij nummers als Hollow Eyes en Terror Hungry bijkans hun hoofd eraf headbangen. Met I Am the Antidote wordt het gas er juist vanaf gehaald en ook dat bevalt prima. Direct daarna gaat het er weer lekker heftig aan toe met het heerlijk groovende Riot, maar de bravoure-mannetjes kunnen het gemakkelijk aan.
De drumsolo van Ossi Paananen na een half uur is overbodig maar duurt gelukkig niet lang en blijkt slechts een voorbode van een heuse wall of death die voorafgaat aan afsluiter Only (My) Death is Certain. Lost Society scoort vandaag punten. Veel punten.
Gitarist Gary Holt is te druk met Slayer en dus promoot Exodus het alweer in 2014 uitgekomen Blood In Blood Out met Kragen Lum. Die kunnen we gezien zijn heden en verleden in bands als Psychosis, Heathen en Prototype wel om een boodschap sturen. Het moshfeestje van zijn tijdelijke broodheer barst los met Black 13 en als na Blood In Blood Out de teruggekeerde zanger-van-het-tweede-uur Steve ‘Zetro’ Souza het alweer 31 jaar oude And Then There Were None inzet, is dat het startsein voor een avondje podiumspringen, op handen gedragen worden, rondspringen in de pit en haardraaien. Gitarist Lum kijkt regelmatig met een verbaasde blik naar de taferelen die zich voor zijn ogen afspelen, want het gaat er heftig aan toe.
Bij Lost Society was het enthousiasme de sterke kracht maar Exodus laat zien hoe het eraan toe gaan als jongetjes mannen zijn geworden. Het geluid had wat harder gemogen – als uw anonieme scribent zijn plaatjes thuis op dit volume had gedraaid had hij geen ruzie met de buurtjes gekregen – maar dat is dan ook het enige minpunt rondom het optreden van deze thrashmetalmachine. Het is niets minder dan smullen geblazen met oude krakers als Children of a Worthless God (opgedragen aan de slachtoffers van de aanslagen in België) en de sterke nieuwe nummers als Salt the Wound en Body Harvest.
Zetro is in een goede bui en strooit complimenten uit over het publiek, Amsterdam, Nederland (‘our home away from home’), Motörhead (aan wie de complete set wordt opgedragen), Lemmy (die eer wordt bewezen middels Blacklist) én Lost Society (‘the future of thrash’: er zijn slechtere personen denkbaaar om een pluim van te krijgen) maar laat bovenal horen nog steeds goed bij strot te zijn. Ja, er kunnen best een paar kilootjes vanaf maar daar hebben meer mensen last van.
Exodus en publiek maken er kortom een prima avondje van. De snarenplukkers Lum en Lee Altus zwepen het publiek lekker op en bassist Jack Gibson zorgt voor de degelijke ondersteuning op de achtergrond. Drummend oerlid Tom Hunting trommelt als een bezetene en op het podium vinden meer en meer stagedivers een plekje. De uitvoering van War Is My Shepherd laat de zaal zinderen en de kwaliteit van de vloer wordt nog even getest met The Toxic Waltz.
Als er één slachtoffer is vandaag, dan is het de ondergrond van de Melkweg, want daar stampten wat voeten en andere ledematen overheen vandaag. Het is te hopen dat ‘ie van betere kwaliteit is dan die in het lokale voetbalstadion. De pit gaat pas dicht als de laatste klanken van Strike of the Beast wegsterven. Iedere bezoeker moet vervolgens tevreden weer huiswaarts zijn gegaan, voldaan na een master class thrash metal. In de zomer komen de heren terug om de festivalweides uit elkaar te trekken. Gaat dat zien!
Foto’s: Diederik Lambeek
Links: