Het concert van Abbath, Toxic Holocaust en Hellripper vond plaats op een koude donderdag 25 januari 2024. Een driekoppig monster dat elk zijn eigen stijl ten tonele zou voeren. De gemene deler is dat alledrie de bands een centrale figuur hebben. Bij Hellripper is dat James McBain, bij Toxic Holocaust is het Joel Grind, en bij Abbath is Abbath Doom Occulta het geschminkte middelpunt. Ik was erbij om een verslag te tikken, en Seth Abrikoos schoot de broodnodige kiekjes. Laten we de feiten er eens bijpakken en de avond met een pilsje in de hand herbeleven.
De award voor de meest warrige opkomst van januari 2024 gaat naar black/speedmetalband Hellripper. Alsof ze nog een sound check moeten doen struinen de mannen het podium op. James Macbain besluit toch eens te informeren naar de gesteldheid van het publiek met de woorden: “How you doing guys?” Normaal zou het antwoord zijn: “Het gaat uitstekend met ons”. Het publiek produceert in plaats daarvan een geluid dat het midden houdt tussen een dronken rochel en ‘heuj’ schreeuwen. Laten we aannemen dat dit dezelfde betekenis heeft.
Spectres of the Blood Moon Sabbath is de gedoodverfde opener en de sfeer zit er gelijk goed in. De podiumpresentatie is wat statisch. De band vervolgt daarna met Hell’s Rock ‘n’ Roll. Wat mij opvalt, is dat de aandacht vooral naar de drummer gaat die alles geeft. Hij heeft een houding waarmee hij op zijn 35e met pensioen moet, zijn ellebogen wijder dan een Michellinmannetje, maar het gaat met een inzet waar je ‘u’ tegen zegt. Hij kan maat houden en dat is belangrijk als drummer. De volgende track genaamd Necroslut wordt dan ook gewijd aan het beest op de drums. Het optreden mist wat flow door de korte intermezzo’s tussen de tracks. De band speelt verder Demdike (In League with the Devil),
Bastard of Hades, waarna dan eindelijk de pit begint.
The Affair of the Poisons springt er in positieve zin uit, omdat James Macbain vocaal ervoor gaat op deze track. De overtuiging die hij hier in zijn vocale inspanning legt gaat niet onopgemerkt voorbij. Het is soms een beetje lastig in te schatten of de band geniet van het spelen van de nummers, of dat men vooral in geconcentreerd aan het spelen is. Bij dit nummer is er geen twijfel: dit is spelplezier. Wat ook helpt, is het groovy tussenstuk waarbij je nekspieren werk te doen krijgen. Live blijft dit toch een van de beste nummers van de band. Sterker nog, ik vind het live nog een stuk harder dan op het album. Ik had wel gehoopt op wat meer nieuw werk op het podium vandaag. Eindelijk is daar Goat Vomit Nightmare. Een track waarbij zelfs het sfeervolle apocalyptische einde bijna foutloos wordt voorgedragen.
De band speelt opvolgend The Nuckelavee. Het nummer wordt twee keer zo snel gespeeld. Hoewel dat heel knap is, zeker gezien het vliegensvlugge gitaarwerk, vind ik het originele tempo een stuk pakkender. Dat de drummer tegen de tijd dat From Hell begint nog leeft, is een wonder te noemen. Wat een geweld, maar ook wat een precisie weet hij te houden terwijl hij een immense cardio-oefening uitvoert. All Hail The Goat wordt ingeluid met het scanderen van ‘Hail’ wat het publiek prima afgaat. James Macbain surft nog even met een gitaar in zijn handen en op zijn rug het publiek in, terwijl Hellripper afsluiter Headless Angels voordraagt.
Hellripper is natuurlijk een vette band die een gevarieerd muzikaal palet brengt. Hierdoor verveel je je geen moment met deze mannen op het podium. Al met al is het een onbesuisd optreden, vol jeugdig enthousiasme. Qua setlist is gekozen voor een mix van nieuw en oud. Zelf had ik liever wat meer nieuw materiaal gehoord. De flow van het optreden is door de wat karige pauzes niet overal even goed. Vocaal vind ik ook niet dat alle tracks met dezelfde overtuiging worden gebracht. Hoewel het ziekelijk razende gitaarwerk een belangrijke bijrol pakt, eist de drummer de meeste aandacht op. In mijn overtuiging zet hij alvast zichzelf op de eerste plek voor het belangrijkste sportmoment van 2024. Geniet nog even na van de foto van zijn okselhaar hieronder.
Toxic Holocaust
Doordat iedereen merch van Hellripper wilde, en ikzelf incluis, mis ik de opkomst van Toxic Holocaust. Stuur me als je zin hebt even een mail of iets dergelijks om te laten weten of dat minder rommelig was dan de opkomst van Hellripper. De kans is in elk geval groot. Tijdens opener Bitch struikel ik alsnog de zaal binnen en wat zien we hier: een regelrechte thrashband. Niks geen gezever met verschillende genres door elkaar!
De muzikale sfeer is gelijk een stuk minder chaotisch dan bij Hellripper, en dat wordt gesmaakt door een groep metaalhoofden die duidelijk voor deze band is gekomen. De band speelt opvolgend Silence en In The Name Of Science. Het zijn geen heel veelzeggende tracks, maar live rocken ze prima. Het publiek slikt het door circlepits te organiseren. Het samenspel is retestrak en het geluid is helder, behalve dat soms de bassdrums wel wat erg hard staan. De band vervolgt met I Am Disease. Een track die meer groove brengt. Hierdoor gaat even het gas eraf. Ik vind het een opvallende keuze, want het is geen erg populaire track van de band. Ik denk dat het is gekozen omdat het een goede afwisseling geeft in de setlist. Dat is nodig, omdat de band toch weinig afwisselende tracks heeft. Joel Grind heeft live ook een rauw geluid uit zijn keeltje. Het is alsof hij amper moeite hoeft te doen om te klinken als een zombie van wie zijn drol dwars zit. Zijn kwaadaardige vocals kennen bijna geen dynamiek, maar zitten vol karakter.
War is -fucking- Hell wordt luidkeels meegeschreeuwd. Toxic Holocaust hoeft het publiek niet eens te vragen om mee te schreeuwen. Het gaat vanzelf. De drummer drumt zich beheerst en schijnbaar moeiteloos door de setlist heen. Hij zit keurig op zijn krukje alle liedjes te drummen alsof hij een klok met drumstokken imiteert. Zonder een druppel zweet te verspillen rolt hij zichzelf soepel door de avond. Qua beats is er ook weinig afwisseling, wat zijn werk ook een stuk minder ingewikkeld maakt.
De band gooit Gravelord in de groep. Of moet ik zeggen Graaavelooord, want zo kondigt Joel Grind deze old school knaller aan. Een track die wederom wat groove in de avond brengt. De outro van de track is opvallend zonnig. Acid Fuzz, Reapers Grave, Death Brings Death… Godver, nu begint alles toch wel erg op elkaar te lijken hoor. Bij Death Brings Death moet de hele zaal een circlepit worden, wat toch voor zeker vijftig procent lijkt te werken. Een prima score! Als kersen op de taart heeft de band twee parels bewaard. Het zijn Nuke the -fucking- Cross en The Lord of the -fucking- Wasteland. Het is fuck dit en motherfucker dat. Toxic Holocaust is de profeet van de simpele primitieve thrash.
Door de jaren heen hebben Joel Grind en zijn Toxic Holocaust zich bewezen als stabiele thrashfactor. Zijn handelsmerk van breindode thrash fucking metal is een beetje alsof je naar een stel muzikale bouwvakkers zit te kijken. Het is rauw, het is hard, het is ongepolijst. Een paar tracks zijn leuk, en de band speelt echt goed, maar wat mij betreft is het net wat teveel van hetzelfde. Zo rond Reapers Grave had ik het echt wel gehoord. Een keer wat andere akkoorden en drumbeats ben ik inmiddels wel aan toe. Dat komt goed uit, want Abbath staat klaar om aan te treden.
Abbath
Allereerst is het natuurlijk fantastisch om te zien dat Abbath hier vandaag staat. Enkele jaren geleden was Abbath Doom Occulta op een veel slechtere plek, en het is bewonderenswaardig dat hij zichzelf heeft weten te herpakken. Abbath trapt af met Count the Dead, Hecate en Acid Haze. Een set up die een schril contrast vormt met de vrolijke vuistenthrash van Toxic Holocaust. De respons van de zaal is dan ook niet gelijk energiek. De band knalt de snelle tracks er met minitieuze precisie en optimale concentratie uit. Daar komt verandering als Dream Cull wordt ingezet. Deze track heeft thrashinvloeden, en dat doet het vanavond goed. Abbath Doom Occulta kondigt elke track traditiegetrouw aan met een gek stemmetje.
Persoonlijk ben ik nooit echt overtuigd door de eerste twee platen van Abbath. Zeker, er zit een waarde aan. De platen klinken vooral als een bak met wrok en rauw richting zijn oude project Immortal. Muzikaal is het alleen nooit blijven hangen bij mij, ik vond het te voorspelbaar. De laatste plaat Dread Reaver vond ik een stuk levendiger en intelligenter in elkaar zitten, met meer ruimte voor creativiteit en afwisseling. Ashes of the Damned mist het keyboard, maar een kniesoor die daar op let. Abbath brengt het nummer snel, helder en afgepast. Zelfs de lijpe shreds zijn perfect getimed. De drummer probeert zijn cymbalen uit terwijl Abbath Doom Occulta hemzelve er nog een leuke lick uitperst. Dit soort tracks is vandaag duidelijk geen groen stoplicht voor een pit.
Het opvolgende Dread Reaver dat een veel groovier tempo heeft is dat duidelijk wel. Wat daadwerkelijk de vlam doet onsteken zijn twee oudjes van Immortal, zoals In My Kingdom Cold dat wordt ingeluid met onheilspellende gitaarslides. De drummer doet het rustig aan, en schroeft het tempo wat naar beneden. Een beetje een laffe actie als je het mij vraagt. De rusten komen er ook niet overal perfect uit. Op de gitaar gaat het eveneens niet vlekkeloos. Ik geef het toe. Het is een beetje als een reep chocola krijgen en zeiken dat er een puntje af is. Je hebt altijd nog de rest van de reep en die kan je gewoon opvreten want het is toch wel lekker. Het publiek boft want ook Tyrants zit vanavond nog in het vat. Het slopende tempo veroorzaakt spontaan een pit. Natuurlijk moet er ook een showelement in zitten, het is tenslotte Abbath. Na anderhalve minuut stopt de band met spelen en mag het publiek jouwen. Dat lukt prima. Het publiek helpt op het einde nog meeklappen, terwijl de gitarist zich nog even verslikt in een vrij essentiële noot. Misschien omdat een mist van rook over het podium hangt.
Even leek het alsof de energie al op was, gezien de schoonheidsfoutjes. Met Fenrir Hunts zoekt de band het tempo weer op, en dat gaat uitstekend. Geluidstechnisch is het een beetje een brij tijdens deze track. Met The Artifex krijgen we eindelijk een uitgebreide solo. Het verdient een opgestoken duim. Niet alleen de timing is top, maar ook wordt geen noot overgeslagen! Root of the Mountain is de thrashy track die bij deze avond past. Het spel is nog altijd wat rommelig, maar op dit punt heb ik maar aangenomen dat het erbij hoort. Black metal gaat om de sfeer tenslotte.
Bij het opvolgende One By One merk je dat de complexiteit en de catchy loopjes van Immortal een toegevoegde waarde hebben. Net een stukje venijniger dan het werk van Abbath zelf zou ik zeggen. Wederom stopt de band na een minuut om lollig te doen. Geen idee, waarom, maar waarom niet? Ik moet halverwege Winterbane aftaaien vanwege het openbaar vervoer in Nederland. Toch jammer, want gelijk de eerste noten hakken er nog keihard in. Zelfs nadat je al een avond aan auditief geweld hebt overleefd. Duidelijk een track die de band goed in de vingers heeft.
Mijn eerste gevoel over het optreden zei dat er iets melancholisch over het optreden hing. Ik las vervolgens dat de moeder van Abbath Doom Occulta net was overleden, wat mogelijk een rol speelde. Ik speelde ook met de gedachte dat Abbath Doom Occulta misschien terugverlangde naar Immortal. Hoewel het altijd lol en jolijt is met de man was er toch iets ondefinieerbaars aan het optreden. Hoe het ook zij, het spel was wat rommelig en de snellere tracks waren vanavond niet de beste fit met het publiek. De groovy passages en thrashy tracks deden het daarentegen erg goed. De band redde zich uit wat onhandig gespeelde stukken, en wist de zaal naar zijn hand te zetten door mimiek, grimassen en vooral een paar sterke tracks.
Datum en locatie
25 januari 2024, TivoliVredenburg, Utrecht
Foto's:
Seth Abrikoos – Sethpicturesmusic (Linktree)
Link: