Children Of Bodom, Ektomorf, One Man Army – 28-12-2005, 013 – Tilburg
Wat is er in een week waarin je wordt doodgegooid met familiebezoekjes, vreetfestijnen en beste wensen nou leuker dan een lekker metalconcert te bezoeken. En als dan ook nog een gerenommeerde band als Children Of Bodom langs komt in je favoriete concertzaal, is de keuze snel gemaakt.
Alvorens we mogen gaan genieten van onze Finse vrienden, dienen we ons eerst nog door twee supports heen te worstelen. De eerste van de twee, gezegend met de welluidende naam One Man Army And The Undead Quartet, moet het Zware Metalen-team wegens onvoorziene omstandigheden aan zich voorbij laten gaan. Wat nog wel vermeldenswaardig is, is het feit dat dit door The Crown-voorman Johan Lindstrand aangevoerde gezelschap, die zich op het moment van dit schrijven weer heeft aangesloten bij zijn oude band, binnenkort voor de dag zal gaan komen met hun debuutalbum 21st Century Killing Machine.
Tweede band van de avond is het Hongaarse Ektomorf, dat deze tournee benut om hun nieuwste album, het eerder dit jaar verschenen Instinct, te promoten. De heren zetten een van een uitstekende sound voorziene set neer vol Sepultura-achtige metal, ofschoon men op het gebied van het schrijven van pakkende nummers toch wel op respectabele afstand blijft van hun Braziliaanse stijlgenoten. Toch weten de heren meermaals een moshpit voor het podium te veroorzaken, niet in de laatste plaats veroorzaakt door de voortdurend met het beroemde “four-letter-word” strooiende zanger Zoltán Farkas, wat op mij nogal lachwekkend overkomt met dat Oost-Europese accent. Het visueel meest opvallende bandlid is toch wel bassist Csaba Farkas, die door een gebroken been noodgedwongen gezeten op een barkruk ontspannen zijn partijen de inmiddels behoorlijk volgelopen zaal in laat rollen. Aardige opwarmer derhalve.
Op het moment dat de introtape de stokoude Beatles-klassieker Twist And Shout in discoversie door “The Choice” laat schallen, is de zaal ramvol gelopen met vooral veel jongeren, wat natuurlijk veel zegt over de doelgroep die Children Of Bodom aanspreekt. Het podium is schitterend opgebouwd met in het midden een oude Chevrolet en daaromheen een stel olievaten, een sfeervolle setting die de prachtige lichtshow krijgt die het verdient. Als de heren aftrappen met Living Dead Beat schrik ik me echter kapot. Wat is dit voor belabberd geluid? De gitaren zijn nauwelijks te horen en ik kan zonder te hoeven schreeuwen op m’n gemakkie het klaverjastoernooi van de vorige avond met mijn buurman bespreken. Helaas is dit probleem pas na een paar nummers gedeeltelijk verholpen, maar echt goed wordt het geluid het hele concert niet. Vreemd, dit heb ik in de 013 nog niet eerder meegemaakt. Vervelende bijkomstigheid bij een band als C.O.B., wiens muziek boordevol subtiliteiten zit, die door dit euvel jammer genoeg grotendeels verborgen blijven. De band zelf valt gelukkig niets te verwijten. Alexi Laiho is prima bij stem, het vijftal maakt op mij een hongerige indruk en het spelplezier is overduidelijk aanwezig. Ondanks het feit dat de heren touren ter promotie van de nieuwe schijf Are You Dead Yet, waarvan we naast het eerder gememoreerde openingsnummer ook nog We’re Not Gonna Fall, In Your Face en het titelnummer te horen krijgen, wordt ook aan het oudere plaatwerk meer dan voldoende aandacht geschonken. Met name Follow The Reaper en Hate Crew Deathroll mogen zich verheugen op een warme belangstelling, met onder andere een schitterende uitvoering van Angels Don’t Kill. Debuutschijf Something Wild moet het doen met Lake Bodom in de toegiften en Hatebreader wordt vertegenwoordigd door Downfall en Silent Night, Bodom Night, wat duidelijk de publieksfavoriet is. Ruik ik hier MTV-invloeden?
Ondanks het feit dat C.O.B. met beide benen in het nieuwe millennium staat, druipen de traditionele metal-invloeden van de band af, wat wordt geaccentueerd door een saaie en daardoor volstrekt overbodige drumsolo. Gelukkig is het gitaar/keyboard-duel tussen toetsentovenaar Janne Warman en Alexi Laiho een stuk overtuigender en leuker om te zien. Ook de korte riffs van Priest’s Living After Midnight en Sabbath’s Heaven And Hell, die zeer subtiel in de set zijn verweven, duiden er op dat het met het historisch besef van de heren wel snor zit. Mijn hart hebben ze met hun sympathieke en enthousiaste presentatie in elk geval gestolen. Volgende keer wel een betere geluidsman meebrengen jongens.
Links: