Tsjuder spreekt over het maken van het nieuwe album, optreden in Zuid-Amerika en Ren en Stimpy

Tsjuder speelde op de afgelopen editie van het Graveland festival en stond lekker hoog op de bill. Een terechte plek als je weet dat de band al drie decennia meegaat. Vlak voor het optreden tref ik de band backstage, waar ze aangeven het interview direct na de show te willen doen. En dat bedoelen ze vrij letterlijk, want ik word gevraagd me een kwartier na afloop van het optreden opnieuw te melden. Wanneer ik dat doe, staan de bandleden de paint van hun gezicht te wassen terwijl ze me welkom heten en wat te drinken aanbieden. Als de meeste paint van de gezichten is, gaan we achterin het tentje zitten, alwaar de regen letterlijk grote plassen vormt. We denken daar redelijk veilig voor de regen te zitten, totdat we na het interview opstaan en iemand achteloos een losliggende stekker uit het water vist waar we net nog met onze voeten inzaten. Gelukkig zijn er geen ongelukken gebeurd en komen we er zonder kleerscheuren vanaf. De live-foto’s zijn gemaakt door The View Photography.  

Goedenavond. Ik zag jullie net spelen en vond het een geweldig optreden. Hoe kijken jullie er zelf op terug? Tevreden, of was het er gewoon één uit het rijtje?

Nag: Dankjewel. Het was een goed optreden. Doordat het regende was het ook erg nat op het podium. We moesten onze apparatuur wat naar achteren zetten. Verder verliep het prima!

Draugluin: Zeker gezien het feit dat we weinig hebben geslapen vannacht. We zien er waarschijnlijk wat bleekjes uit en dat komt niet alleen door de paint, haha.

Jullie laatste release is alweer bijna een jaar uit. Hoe kijken jullie erop terug nu er wat tijd overheen is gegaan. Nog steeds tevreden of zijn er kleine dingen die je achteraf liever anders had gezien? 

Draugluin: Ik luister zelden naar ons werk als het af is en heb het album dan ook nog niet terug geluisterd. Dus ik denk dat ik er wel tevreden over ben.

Nag: Ik luister juist veel naar het album. Ik ben er nog steeds tevreden over.

Het album werd ook goed ontvangen in de pers, dus dat zal vast leuk zijn om te lezen. 

Draugluin: Weet je, als we klaar zijn met masteren is het proces voor mij klaar en kijk ik niet meer terug. Ook niet naar wat er over het album wordt gezegd. Ik kijk gewoon niet terug. Het duurde ook erg lang voordat het album uitkwam. De opnames waren al anderhalf jaar klaar toen het album uitkwam. Reden daarvoor was natuurlijk Covid, wat problemen bij het persen en het uitzoeken van het artwork. Dat alles bij elkaar zorgde voor flink wat vertraging.

Over vertraging gesproken: er zit acht jaar tussen Helvegr en Antiliv

Draugluin: Daar zijn verschillende redenen voor. Zo namen we afscheid van onze drummer AntiChristian. Na Antiliv namen we nieuwe muziek op, maar dat wilde niet vlotten en het lukte allemaal niet. Toen we Antiliv schreven, deden we dat in onze oefenruimte. Dat probeerden we nu weer maar het lukte ons niet. We kwamen er na verloop van tijd achter dat de ideeën die Nag en ik hadden, verschillend waren van die van Anti-Christian. Dat ging dan vooral om muzikale verschillen. Nag vult aan: Anti-Christian wilde meer de rock ‘n’ roll kant op gaan. Op zich is daar niets mis mee, maar wij wilden weer een blackmetalalbum opnemen.

Hoe verloopt het schrijfproces meestal bij Tsjuder?

Draugluin: Dat verschilt per album. Maar zoals Nag al zei was Antiliv een bandproces waarbij we allemaal riffs aandroegen. Die werden in de oefenruimte uitgewerkt tot nummers. Bij Helvegr was dat anders. We faalden eigenlijk bij het uitwerken van de nummers. Uiteindelijk konden we alles wel uitwerken, maar dat was een lang en moeizaam proces. Misschien is dat ook wel de reden dat ik nu niet meer naar het album luister.

Wanneer in dit proces weet je dan of je met een goede riff bezig bent?

Draugluin: Ik weet dat gewoon en het helpt ook als Nag het een goede riff vindt. Dan weet je dat je op de juiste weg bent.

Nag: Voor mij heeft het veel meer met gevoel te maken. En daarnaast moet je het hele plaatje in het oog houden. Ik bedoel daarmee dat een riff natuurlijk direct goed moet aanvoelen. Daarnaast heb ik bij een goede riff altijd wel een idee over hoe de drums erop moeten klinken en of er vocalen op komen en op welke plek. Soms hebben we twee goede riffs die we achter elkaar kunnen spelen, maar als er daarna geen goede meer volgt, gooien we ze uiteindelijk toch allemaal weg. We hadden echt heel veel riffs die extreem goed waren maar die hebben we weggegooid omdat ze nergens bij pasten.

Draugluin: Bij Helvegr ging het componeren ook iets anders omdat we nu riffs bij elkaar zochten die als het ware een thema vormen als ze achter elkaar werden gespeeld. Als je bijvoorbeeld goed naar Gods Of Black Blood luistert, hoor je dat er een soort thema in onze muziek zit die door alle riffs heen loopt en die alles met elkaar verbindt.

Het componeren begint dus altijd met een riff en niet met een zanglijn of idee voor een tekst?

Nag: We hebben alles al geprobeerd. Op onze eerst paar albums begonnen we vaak met een tekst. Maar de laatste tijd, en in het bijzonder voor Helvegr, begonnen we meestal met de muziek. Als je in de oefenruimte muziek componeert, is het altijd anders dan thuis, omdat je er andere muzikanten bij hebt. Een drummer bijvoorbeeld. Doordat je commentaar krijgt van de andere bandleden en zij er hun partijen bij spelen, kan er nog wel eens iets veranderen aan een riff. Bij het componeren van Antiliv en Demonic Supremacy waren de drums een belangrijk onderdeel.

Het componeren van de nummers is door de jaren heen dus veranderd. Het lijkt me dus dat je hierdoor een frisse kijk houdt en niet routineus te werk gaat?

Nag: Volgens mij zijn we juist super conservatief. We luisteren nog steeds naar dezelfde muziek. Wat ik bedoel is: de albums die ons in de beginjaren inspireerden, doen dat nog steeds. We laten ons niet beïnvloeden door nieuwere albums. We zijn niet heel erg strikt maar als we componeren en er komt een riff voorbij die erg cool is maar teveel naar death of thrash metal neigt, en dus niet bij Tsjuder past, dan gebruiken we die niet. En onze teksten zijn natuurlijk ook wat veranderd omdat we wat ouder zijn geworden en door de jaren heen ook als persoon zijn veranderd. Je persoonlijke horizon wordt natuurlijk wat verbreed naarmate je ouder wordt en dat hoor je terug in de teksten. Maar er blijft natuurlijk wel altijd een rode draad door onze muziek en teksten. Dus zoveel is er nou ook weer niet veranderd in de loop der jaren. Ik snap je vraag echter wel, want in de beginjaren waren onze teksten meer straight-to-the-point. Erg antireligieus weet je, nu is het wat anders maar toch hetzelfde.

Draugluin verduidelijkt: Er zijn altijd meerdere mensen bij het schrijven van teksten betrokken geweest. Op Kill For Satan was dat onze tweede gitarist, Arak Draconiiz. Hij was erg goed in het schrijven van teksten. Hij heeft voor dat album meerdere teksten geschreven die erg goed waren!

Jullie teksten zijn altijd erg antichristelijk. Vind je dat nog steeds relevant? 

Draugluin: Er zijn verschillende mensen geweest die de teksten bij Tsjuder hebben geschreven. Voor mij persoonlijk zijn mijn teksten altijd antireligieus maar niet perse gericht tegen het christendom. Ik ben niet christelijk maar heb er niets tegen. Sommige van mijn teksten gaan over het oude Noorwegen, de mythologie en cultuur. Ik heb daar veel interesse in. Een onderwerp als moord of waanzin staat bijvoorbeeld dichter bij mij dan het christendom. Anti-Christian stond veel dichter bij het christendom…

Nag vult aan: Hij groeide op in een streng religieus gezin. Hij haatte het christendom echt en voor hem was het echt een statement als hij teksten schreef. Ik ben het wel met Drauglin eens. In Noorwegen zijn kerk en staat nog steeds niet gescheiden. En daar ben ik fel op tegen. Ik heb me zo vaak uitgeschreven bij de kerk maar er zitten blijkbaar mazen in het systeem, want ik word iedere keer weer ingeschreven. Hopelijk ben ik op dit moment geen lid van een kerk, maar dat weet je dus nooit. Mijn vrouw en ik zouden officieel geen lid van een kerk meer zijn, maar onze kinderen kregen een brief waarin stond dat ze automatisch lid zijn van de kerk. Ik haat de manier waarop het christendom in Noorwegen aan je opgedrongen wordt. Daarnaast heb ik een persoonlijke haat tegen elke vorm van religie. In het algemeen kan het me niets schelen wat andere mensen doen en christenen zijn vaak schapen die de kudde volgen. Van mij mogen ze hun leven verzieken, dat kan me geen reet schelen, maar ik vind het wel belachelijk! En het maakt me echt kwaad dat we in de samenleving zoveel rekening moeten houden met religie. Als ik teksten schrijf, ga ik daar vaak niet voor zitten, maar de inspiratie komt ineens. Bijvoorbeeld als ik ‘s nachts naar huis rijd. maar ik heb het ook weleens gehad dat ik naar een cartoon als Ren en Stimpy kijk en Ren ineens iets zegt waar ik het helemaal mee eens ben en dan wordt er iets in gang gezet waar ik verder op kan doorborduren. Ik weet dus nooit wanneer ik geïnspireerd word voor een tekst.

Tsjuder begon in 1993. Zijn jullie tevreden met de huidige positie in de scene?

Nag: welke scene? (Draugluin schiet in de lach) Ik weet niet of je van een scene kunt spreken. Ik definieer mijn scene als een kleine cirkel van vrienden. Voor de rest kan het me weinig schelen.

Draugluin, inmiddels weer ernstig: We zijn veel stoïcijnser geworden wat dat betreft. Aan het begin van de jaren ’90 was black metal veel meer dan muziek. Er waren veel bands die black metal als een imago gebruikten. Ze liepen rond met make-up en spikes, maar vonden de muziek maar niets want die was veel te extreem voor hen. Dat irriteerde me destijds enorm. Veel van die lui werden ineens heel groot en de bands waar ze in speelden ook. Ondertussen gaan wij al lang mee, spelen nog steeds live en brengen nog steeds cd’s uit. We doen dus wel iets goed.

In de begindagen was black metal nog echt underground en nu sta je op een redelijk groot festival en lijkt het meer mainstream geworden. Sta je daar bij stil?

Nag: We houden erg van optreden in kleine clubs met een klein podium. We spelen op het moment vrij veel in Amerika. Meestal is dat in een kleine zaal zonder security en zonder hekken voor het podium. We staan dan vrij dicht op het publiek en daar genieten we echt van. Als je (zoals vandaag) op een groter podium staat, is dat bijna een andere wereld. Van de ene kant is het echt gaaf om op een groot podium voor veel mensen te staan. Maar van de andere kans is het altijd lastiger om een connectie met het publiek te maken vanaf een groot podium.

Stel dat je moet kiezen: nooit meer op een festival of nooit meer in een club spelen. Wat wordt het dan?

Draugluin en Nag vallen beiden stil… Uiteindelijk zegt Draugluin: festivals als vandaag zijn wel heel cool om te doen.

Nag: Ik denk niet dat ik kan kiezen. Beiden hebben hun charme en negatieve punten, we hebben graag the best of both worlds. Haha.

Reageren mensen anders op jullie en jullie muziek in Amerika?

Nag: In Amerika is alles anders. En in Zuid-Amerika helemaal. Mensen zijn daar van nature agressiever. En dat past natuurlijk erg goed bij black metal. Ik vind het altijd geweldig om daar te zijn. In Europa vermaken we ons ook altijd wel hoor! Elk land heeft zijn eigen karakter en publiek. Dat zorgt elke keer weer voor een andere reactie. We hebben ook weleens op een festival gestaan waar we het buitenbeentje waren en ze eigenlijk niets voor ons waren. Het publiek was te verschillend van onze muziek en waar we voor staan. Ik noem echter geen namen. Maar meestal hebben we het goed naar onze zin!

Draugluin: Ik zie dat totaal anders!! Vaak is het wel oké om op een festival te staan, maar soms vallen we echt buiten de boot. Als we op een groot festival staan waar veel mensen zijn maar niemand komt er om een blackmetalband te zien, dan is het duidelijk dat we daar niet op onze plek zijn.

Nag: Dat is ook wel zo. Ik kan je een voorbeeld geven: Roskilde. Het was gaaf om daar een keer te staan, maar slechts tien procent van de mensen kenden ons, de andere negentig procent waren gewoon nieuwsgierig. Het is gewoon geen festival voor ons, maar we hebben het uiteindelijk wel gedaan.

Hebben jullie eigenlijk tijd om iets van het land te zien waar jullie spelen?

Draugluin: We willen dat graag doen (vooral in Zuid-Amerika) maar als je daar op toer bent, is er vaak te weinig tijd voor. We komen vaak ‘s ochtends vroeg in het land aan, gaan dan wat slapen in het hotel, doen de soundcheck, eten wat en doen dan de show. Vervolgens moet je weer naar het vliegveld om de volgende vlucht te halen. We hebben weleens een vrije dag en dan kunnen we wat rondkijken. Dat is altijd erg cool!

Nag: Het antwoord is dus ja! We houden ervan om wat van het land te zien. Helaas lukt dat vandaag niet. We kwamen vandaag in Nederland aan en vliegen morgen alweer terug. Maar Amsterdam hebben we al een paar keer gezien, haha.

Dit waren mijn vragen. Bedankt voor jullie tijd en eerlijke antwoorden. Hebben jullie nog laatste woorden voor ons?

Nag: Als eerste willen we jou bedanken voor het interview en dat je op ons hebt gewacht om het interview te doen. We willen ook iedereen bedanken die naar ons kwam kijken. Vooral omdat het zo hard regende. We waarderen dat echt! Bedankt voor het steunen van Tsjuder en black metal!!

Links: