Star One – Een onderhoud met Arjen Lucassen
Met Victims of the Modern Age heeft Arjen Anthony Lucassen na acht lange jaren zijn Star One-project weer uit de mottenballen getrokken voor een tweede plaat. Met de vertrouwde line-up uit 2002 brengt de lange multi-instrumentalist eindelijk een vervolg uit, en Zware Metalen voelde hem daarover aan de tand.
Arjen, Victims of a Modern Age is nu al even uit; wat vind je ervan?
(lachend) Dat blijft een griezelige vraag! Dat stamt nog vanuit de tijd dat ik als jong broekie bij Bodine zat en weer eens aan kwam zetten met allerlei ideetjes, en de heren dan vroegen, “tja, wat vind je er zelf van?” Een beetje een manier om te zeggen, ik vind het helemaal klote, maar misschien vind je het zelf wél mooi (lacht). In eerste instantie vind ik het altijd de beste plaat die ik ooit geschreven heb, en dan duurt het nog een maand of vier voordat dat ding uitkomt, en ondertussen hoor je de eerste geluiden en meningen erover en dan word ik steeds nerveuzer. Vooral bij de negatieve geluiden. De positieve zijn natuurlijk mooi, maar het negatieve onthoud je, dat is gewoon zo. Uiteindelijk valt het altijd wel mee en denk je, tja, waar heb ik me eigenlijk zorgen om gemaakt?
Wat is voor jou daarin belangrijker? De reacties van de fans, of die van de serieuze media en critici?
Euh, dan zeg ik allebei. Ik kan niet kiezen. Ik ben wat dat betreft gewoon altijd heel gevoelig voor reacties van mensen. Stom is dat natuurlijk, want iedereen heeft zijn eigen mening. Kijk, als iemand iets totaal onzinnigs zegt over een plaat, dat ‘ie bijvoorbeeld niet heavy genoeg is of zo, dan doet dat me helemaal niets, maar de eerlijke, inhoudelijke kritiek raakt me toch altijd wel. Ik ben daar heel beïnvloedbaar in. Daarom is het maar goed dat ik in mijn eentje werk, anders zou ik helemaal gek worden van alle invloeden van buitenaf.
Arrogant ben je niet geworden.
De onzekerheid maakt me een perfectionist. Mensen zeggen vaak, “Arjen, je bent een genie,” en ik ben dat echt, echt niet. Ik weet dat, want ik heb met genieën gewerkt, met jongens als Jorn Lande of Thijs van Leer. Dat zijn genieën, ga dat daar maar tegen vertellen, weet je. Bij die gasten gaat het vanzelf, bij mij niet. Daarom ben ik een perfectionist en onzeker tot het laatste moment. Ik denk dat dat me weerhoudt om arrogant te worden. Zo’n cd van de maand in een Aardschok is prachtig, maar iedere keer knijp ik ‘m weer een beetje voor de reacties. Lori wordt daar af en toe helemaal gek van, die heeft zoiets van geniet er nu maar eens een keertje van. Ik kan dat niet; het goede negeer ik en alle slechte kritiek neem ik serieus. Heel stom eigenlijk.
Op zich geen verkeerde instelling.
Het houdt me in ieder geval wakker, ja, die constante drang om me hoe dan ook te moeten bewijzen.
Ik merk wel dat er hier en daar, en ik heb dat zelf ook een beetje, geluiden opgaan dat iedere plaat die je uitbrengt hetzelfde klinkt. Absolute kwaliteit, maar iedere cd klinkt als een typische Lucassen-cd; je lijkt ietwat gevangen in je eigen geluid in dat opzicht.
Ik begrijp wat je bedoelt en dat kun je positief of negatief opvatten. Je kunt ook zeggen dat ik een eigen geluid heb ontwikkeld. Ik ben gewoon een fan van bepaalde geluiden, zoals de Hammond, of bepaalde gitaarklanken, en dat blijft ook wel terugkeren in mijn muziek, wat ik ook doe. Die sound hoort er gewoon bij. Ik kan moeilijk geluiden gebruiken die ik niet gaaf vind. Kijk naar AC/DC of Iron Maiden, die maken ook al jaren dezelfde soort muziek omdat ze dat zelf gewoon gaaf vinden. Ik denk ook dat mensen dat een klein beetje verwachten van een artiest. Je gaat echter problemen krijgen als je binnen de nummers zelf in herhaling gaat vallen. Als je iedere keer exact dezelfde cd maakt gaat het niet goed. Daarom varieer ik ook zo, van het groots opgezette Ayreon tot dit Star One en het zeer kleinschalige Guilt Machine met maar één zanger. Van een Pink Floyd-achtige plaat met Guilt Machine tot een pure metalplaat nu met Star One, dat verschil is er wel, maar de sound zal altijd wel blijven ja.
Zo is Star One weer een reactie op Guilt Machine.
Altijd, ja. Iedere plaat die ik maak staat in contrast met de vorige en de volgende. Van dat groots opgezette bij Ayreon, met veel gastmuzikanten en een groot verhaal, naar Guilt Machine met losse songs en een kleine club muzikanten tot nu weer een lekkere metalplaat met maar drie gastzangers en wat simpelere teksten, lekker makkelijk gebaseerd op films.
Ik gok erop dat je volgende plaat bijzonder ingetogen gaat worden.
Dat klopt inderdaad, en ik ben er al mee bezig. En ik ga ervoor zorgen dat ‘ie anders gaat klinken (lacht).
Geen Ayreon-plaat dus.
Nee, echt een soloplaat dit keer. Ook gewoon onder mijn eigen naam. Voornaam, voornaam plus achternaam of met Anthony er nog in, geen idee, maar het zal één van die opties zijn. En ik neem alles voor eigen rekening dit keer, inclusief de zang. En ik ben van plan echt eens te gaan proberen wat anders te klinken. Een bepaalde herkenbare sound zal het natuurlijk wel hebben, maar ik ga proberen om bijvoorbeeld bepaalde keyboardklanken nu eens niet te gebruiken. En dat is lastig, omdat ik gewoon erg van bepaalde klanken houd. Misschien moet ik deals met mensen gaan sluiten dat ik ze geld betaal als ik bepaalde geluiden toch gebruik. Zo heb ik dat met Stream of Passion gedaan. Toen was ik ook van plan om geen Hammond-orgel te gebruiken en toen zeiden bepaalde mensen ook dat me dat niet zou lukken. Nou hup, heel simpel dan, je krijgt honderd euro van me als ik het toch doe. Uiteindelijk heb ik bij Stream of Passion dus alleen gitaren en viool gebruikt.
Ik kan me nog een oud interview herinneren waarin je ruiterlijk toegeeft een muzikale verziekzucht te hebben.
(lacht) Dat klopt wel ja. Het begint altijd met een lieflijk popliedje en dan ga ik er tussendoor zitten kloten Ik heb een vriend die erg gesteld is op René Froger en dat soort simpele popmuziek en vaak speel ik hem dingen voor op mijn akoestische gitaar en dan roept hij, “mooi, je gaat eindelijk normale muziek maken!” Vervolgens schiet ik dan de studio in en laat er keyboards en heavy gitaren op los en dan vindt ‘ie het helemaal niets meer!
Als je je gang gaat en je rustig houdt kun je denk ik met een heel Beatle-esque plaat komen.
Dat denk ik wel ja. Dat gezegd hebbende moet je natuurlijk ook wel bedenken dat The Beatles in die tijd ook al een beetje zo bezig waren. Als je nummers als Strawberry Fields of I am the Walrus pakt zijn dat in de basis ook hele simpele liedjes die verworden zijn tot behoorlijke monsters vol geluidseffecten en weirde shit. Daar houd ik ook echt wel van, dat avontuurlijke in die muziek, die experimenteerdrift. En natuurlijk klinken The Beatles misschien wat gedateerd als je dat niet bewust hebt meegemaakt destijds, maar als je daarvoor open kunt staan is dat super.
Maar eens even over de nieuwe plaat, Victims of the Modern Age; de titel en de lading ervan komt vaker terug in je muziek. Wat heeft je er toe doen besluiten dit als titel en titelsong te gebruiken?
Daar heb ik eigenlijk twee antwoorden op. De eerste is dat er absoluut geen diepere betekenis achter zit. Zoals gezegd is het in dat opzicht gewoon een simpele plaat. Ik heb teveel films gezien, heb de songs en de teksten daarop gebaseerd en zo diep gaat het. Nergens zit een diepere betekenis achter of een persoonlijke mening van mij. Victims of the Modern Age is een quote uit de film A Clockwork Orange. Ik zocht een titel die op alle song sloeg en dit is er echt eentje die de hele lading wel goed dekt, zoals het nummer over The Matrix (opener Digital Rain) bijvoorbeeld, het gebruik van de machines daarin. De titel gaat gewoon op voor de hele plaat.
Tweede antwoord op je vraag is dat ik wel degelijk vind dat we slachtoffers zijn van de moderne tijden. We worden steeds afhankelijker van technologie. Het wordt er allemaal steeds makkelijker op, maar niet leuker, zeg maar. En ook niet beter. Om weer even terug te komen op The Beatles, als ik daarnaar luister, wat die gasten konden doen met 8-tracks en ik leg daar een Def Leppard uit de eighties naast denk ik, ja, doe mij dan toch die beperkingen van de seventies en de sixties maar. Een plaat als Rainbow’s Rising. Niks geen auto-tune of moderne technieken, maar het klinkt allemaal zoveel echter. Tegenwoordig is het heel makkelijk om snel muziek te ontdekken. Je gaat naar een MySpace of je typt iets in op Wikipedia en je bent er. Dan download je een song of een album en dan heb je die binnen twee minuten binnen en als je het niets vindt dan is het met één muisklik ook weer weg. Vroeger was je soms weken of maanden op zoek naar een bepaalde plaat en als je die dan eindelijk gevonden had, dat gevoel was super. Dat mis ik wel. Ik denk dat de jeugd van tegenwoordig – ik begin echt als mijn pa te klinken zeg! – die missen dat. Of nee, die missen dat helemaal niet omdat ze het nooit gehad hebben. Zo ging ik een keer naar een concert van Shadow Gallery en toen begaf mijn GPS het in de auto. Ik had totaal geen idee meer waar ik was; ik was volkomen hulpeloos zonder dat ding. Dan denk ik ook: als iemand een Victim of the Modern Age is ben ik het wel.
We maken het onzelf misschien te gemakkelijk.
Ja, een beetje wel. En daar is natuurlijk op zich ook niets mis mee. Het is niet alsof de mensheid daar iets aan moet doen of zo, je moet gewoon met je tijd meegaan. Maar ik vind het wel jammer, ja.
Aan de andere kant heb jij er ook profijt van, met het werken in je eigen studiootje en het zelfstandig in elkaar kunnen zetten van een album.
Natuurlijk! Zoals ik te werk ga en zelf thuis mijn platen maak, jaren terug had ik dat nooit kunnen doen. In de jaren zeventig zou ik een goede studio moeten zoeken en zo en was ik maanden bezig met een album. Het mes snijdt aan twee kanten.
De laatste Star One-plaat stamt alweer van acht jaar terug. Had je vanaf het begin het idee al om weer met exact dezelfde mensen samen te werken, en hoe lastig is het geweest om iedereen weer bij elkaar te krijgen?
Daar heb ik wel even goed over na moeten denken. Een tweede deel is altijd minder dan een eerste deel ergens van, dus mijn vraag was hoe ik of de vergelijking niet kon laten opgaan of het kon overtreffen of evenaren. De vergelijking niet laten opgaan doe je door andere zangers te gebruiken. Aan de andere kant, ik heb de beste vocalisten ter wereld tot mijn beschikking. Russell is onvervangbaar, er is geen betere. Damian is uniek, er klinkt niemand anders als hij. Ik ken geen betere en meer krachtigere zangeres dan Floor en met Dan Swanö heb ik hetzelfde. Dus dat was geen optie, ik moest en zou dezelfde mensen gebruiken. Toen ben ik de eerste plaat weer eens gaan beluisteren en bedacht ik me dat ik aan de sound wel iets kon doen. Dat was dus uiteindelijk mijn hoofddoel, om een goede plaat te maken met een betere sound dan de eerste.
Ben je ook vanaf het eerste moment bezig geweest met een Star One-plaat? In hoeverre verschilt het schrijfproces van je andere projecten?
Daar zit wel een heel verschil in. Bij Ayreon bijvoorbeeld zit ik op een gegeven moment op de bank een film te kijken en dan komen de ideetjes en de geluidjes vanzelf opzettten; voor Star One moet ik echt de studio in, de gitaar aansluiten om mijn versterker en gaan spelen, willen de riffs en de sound komen. Dan ben ik heel bewust bezig met het maken van een pure gitaarplaat. Bij Guilt Machine had ik zo’n instelling van, ik zie wel waar het schip strandt, maar ditmaal vond ik echt dat het een metalplaat moest gaan worden, gebaseerd op gitaar.
Hoe ben je dat Guilt Machine-project ingestapt destijds?
Als soloplaat, als reactie op de laatste Ayreon met dat grote verhaal en al die gastzangers. Om eerlijk te zijn ben ik niet ontevreden over die laatste plaat, maar ik heb het daar echt overdreven, het was veel te veel. Te veel gastzangers die ik niet de aandacht kon geven die ze verdienden. Gewoon too much. Dus Guilt Machine was bedoeld als soloplaat, alleen is dat niet gelukt. Enerzijds hoorde ik op een gegeven moment Jasper zingen, en die kerel is gewoon zo veel beter dan ik. Hem wilde ik dus als zanger hebben op mijn plaat. En aan de andere kant zat ik dan in de studio te priegelen en gebeurde het regelmatig dat ik toch wel een heftig gitaarstukje wilde proberen in te passen, waardoor de hele plaat uiteindelijk toch nog vrij bombastisch uitgevallen is. (lacht) Ik ben begonnen met een idee en dat ontsnapt dan weer volledig aan me.
Dat gebeurt je regelmatig, of niet?
Ja, eigenlijk wel. Behalve bij Star One dus, waar ik echt een doel voor ogen heb en dat ook wel bereikt heb. Ik heb me daarbij ook nergens ingehouden om een meer commerciele plaat te maken of zo, om meer mensen te bereiken. Maar vaak komt het er heel anders uit dan ik gepland had, ja.
Heb je de neiging ook niet om iets commercieels te doen en daarmee binnen te lopen?
Nee, die roem hoeft voor mij niet. Wel vind ik het belangrijk zo veel mogelijk mensen te bereiken, en wel om een paar redenen. De eerste reden is omdat ik het daarvoor doe. Daarvoor ben ik muzikant geworden. Ik krijg regelmatig mailtjes van mensen die ik dan geïnspireerd heb om de gitaar weer op te pakken en die zeggen dat ik met mijn muziek hun leven heb veranderd. Dat geeft zo’n apart gevoel, daar doe ik het wel een beetje voor. Aan de andere kant, als veel mensen mijn cd’s kopen kan ik er mee doorgaan. Helemaal met Ayreon, waarbij ik allerlei gastmuzikanten heb die ik moet betalen en laten overvliegen en zo. Als ik echt beroemd zou willen worden zou ik weer gaan optreden en zorgen dat ik met mijn kop op tv kom, maar dat hoeft voor mij echt niet. Vroeger bij Vengeance had ik dat natuurlijk wel, toen wilde ik niets anders dan beroemd zijn en zoveel mogelijk optreden, maar nu? Nee, vreselijk.
Vind je het vervelend om op bijvoorbeeld 3FM te komen of De Wereld Draait Door?
Ja, echt wel. De Wereld Draait Door vond ik vreselijk. Op de radio maakt het me niet zo uit, dat gaat wel, maar op televisie? Nee, echt niet. Alles gaat daar vreselijk snel bij zo’n programma, en Matthijs van Nieuwkerk leest ook alles maar van een monitor op, waardoor hij eigenlijk geen idee heeft van wat hij zegt. Niets negatiefs trouwens tegenover hem of het programma, want ik vind het ook een goed programma, maar het is gewoon niks voor mij. Je krijgt dan een minuut om een nummertje te spelen, en je kunt daar natuurlijk ook niet met een hele band gaan staan rammen, dus moet je maar iets uitzoeken waar je een minuut uit kunt doen. Nee, echt niks voor mij. Aan de andere kant bereik je er miljoenen mensen mee dus uiteindelijk doe je het wel, puur om zoveel mogelijk cd’s te kunnen verkopen en door te kunnen gaan met wat je doet.
Het is ook helemaal jouw publiek niet.
Nee, het gros inderdaad niet. Dan zit je daar met een plaat die net binnengekomen is op nummer één in de albumlijsten, en dan beginnen die gasten over je haar. “Je hebt Bon Jovi-haar.” Okay, dus? Ik heb een plaat die net bovenin de lijsten binnen is gekomen, zullen we het daar misschien over hebben? Maar goed, zoiets zeg je dan ook niet. Je wilt het wel, maar je hebt dan ook geen trek om problemen te maken op de Nederlandse televisie dus laat je het ook maar.
Dat uiterlijk hebben we dan met dat haar ook een beetje tegen ons natuurlijk.
Ja. (lacht) Maar het gaat er nooit af. Nooit!
Dat heb ik meer mensen horen zeggen.
Inderdaad ja (lacht). Ik zie het om me heen ook hoor, dan gaat het haar eraf en dan is het allemaal over, dan gaan mensen ineens normaal doen. Ik ben nu de vijftig gepasseerd en het zit er nog steeds aan, dus dat blijft ook gewoon lekker zitten.
Je hebt ook niet de neiging om je terug te trekken en rustig aan een gezinnetje te stichten.
Nee, nee, absoluut niet. Ik blijf dit gewoon lekker doen tot ik erbij neerval. Kijk, als ik een vriendin had gehad die per se kinderen had gewild dan zou ik het wel gedaan hebben. Maar ik had dat niet, en nu met Lori heb ik dat ook niet. Aan de ene kant is het natuurlijk prachtig hoor, kinderen, en ik vind het ook mooi om te zien hoe mensen dan ineens ouders worden en helemaal vol zijn van trots op zo’n kleine, en dat dan op gaan voeden en zo, maar ik denk ook dat er heel veel negatieve kanten aan zitten. En ik denk dat ik er misschien ook wel te asociaal voor ben. Ik zie mezelf nu niet echt bij een ouderavond op een school zitten of zo. Ik zou zo’n kind denk ik niet goed kunnen opvoeden. Ik ben daarvoor teveel een kluizenaar. Met een kind moet je toch op vakantie en leuke dingen gaan doen. Laat mij maar lekker voor de tv zitten met een goede film of serie. Wat dat betreft ben ik eigenlijk gewoon een saaie nerd.
Heb je als nerd een bewuste selectie gemaakt bij het uitzoeken van de films en de serie (Firefly) waar je het album op gebaseerd hebt, of komt dat vanzelf?
In eerste instantie heb ik me door de muziek laten inspireren, en daarna pas de films. Ik ben toen op Wikipedia gaan zoeken op dystopische science fiction en daar kwamen zo’n zestig films uit rollen, die ik met een selectie terug heb gebracht tot zo’n veertig, en die ben ik allemaal gaan kijken. Uiteindelijk bleef ik met zo’n vijftien films over die ik helemaal te gek vond en toen ben ik gaan kijken welke film bij welk nummer paste. Daar zitten ook films tussen die voor mij ooit erg belangrijk zijn geweest, ongeacht hoe idioot ze nu misschien lijken.
Het artwork lijkt heel erg op het Holocaust Denkmal-monument in Berlijn.
Dat is het ook gewoon, al wist ik dat op dat moment niet. Ik heb het artwork uitgekozen uit een map tekeningen van de tekenaar nadat ik had aangegeven dat ik graag een bepaalde lucht wilde met daar een atoombom en hier twee mensen, en uiteindelijk kwam dit eruit. En toen zei die tekenaar dus dat dit feitelijk dat monument is en toen sloeg de schrik bij mij even toe. Kan ik dat wel maken en stoot ik daar mensen niet mee tegen het verkeerde been? Doe ik daar mensen geen pijn mee? Aan de andere kant past het wel gewoon bij het album en is er helemaal niets politieks aan de hele plaat en ik kan me ook niet voorstellen dat mensen er dan aanstoot aan nemen, dus het is inderdaad het Holocaust-monument geworden.
Ben je inmiddels onafhankelijk als muzikant?
Ja, voor de volle honderd procent en dat is het mooiste wat er is. Als je heel beroemd bent ben je misschien weer afhankelijk van de fans of de pers, maar ik heb dat dus niet. Ik kan doen en laten wat ik wil en volledig van de muziek leven en dat is prachtig. De afgelopen tien jaar heb ik gewoon erg goed verkocht en dat heeft zijn vruchten wel afgeworpen.
De laatste vraag laat zichzelf raden, denk ik.
(lacht) “Ga je nog live spelen?”
Hoe wist je dat?
(lacht) Tja. Laat ik het zo zeggen: de optie is er. Alle muzikanten hebben al aangegeven dat ze het graag willen doen, maar het wordt lastig. Iedereen heeft eigen bands en projecten en je wilt ook nog wel een paar weken oefenen, dus daar gaat heel veel tijd in zitten. Ik heb geen concrete plannen maar de optie is er wel degelijk. Als ik niet iedereen bij elkaar kan krijgen en er zouden mensen gaan afvallen dan doe ik het sowieso niet.
En tot die tijd wachten we het gewoon rustig af.
Links: