Over wolven en ambitieuze mannen: in gesprek met Lemuria

Folk metal, het leeft nog steeds in België. Dit jaar vieren we de terugkeer van Lemuria en de nieuwe telg  The Hysterical Hunt gooide meteen hoge ogen binnen onze redactie. Op de cd-release in Wilrijk sprak ik met kersverse zanger Daan en gitarist Jeroen. 

Lemuria is eigenlijk in België reeds een band van de oude stempel, maar jullie behoren beide tot de nieuwe oogst. De band is de laatste tien jaar erg veranderd en eigenlijk is meer dan de helft nieuw. Blijft er van die oude stempel dan volgens jullie nog wat over volgens jullie? 

Daan: Ik ben eigenlijk maar net actief bij Lemuria en voor mij voelt het aan alsof het een jonge band betreft. Dat komt volgens mij ondermeer door het feit dat deze band niet vast zit aan bepaalde genres, wat dan weer komt door de mensen in de band. Elke militant, elk lid, heeft zijn eigen inbreng. Zo komen er binnen de muziek telkens nieuwe ideeën naar voren en zijn er ook telkens nieuwe zaken die we proberen op het vlak van podiumpresentatie. Op dat vlak vind ik het een erg jonge band.

Jeroen: Jouw stem klinkt ook erg modern, het is geen stem uit de 80’s. Dat zorgt er op cd ook voor dat het allemaal klinkt zoals dat hoort op een album uit 2019.

Tegelijkertijd klinkt het zeker nog steeds herkenbaar voor wie het oude materiaal van de band kent. 

Daan: We hebben er zeker voor gekozen om bepaalde elementen te behouden en zo de DNA van Lemuria niet te veranderen. We hebben het wel allemaal aangepast naar de hand van de nieuwe muzikanten. Jeroen is bijvoorbeeld een enorme fan van black metal en die invloed hoor je wel terug.

Maar wel fijn dat jullie minder voor de Dimmu Borgir bombastiek gekozen hebben. Los daarvan is het enorm episch. Wiens inbreng horen we daar? 

Jeroen: Dat is Gaël zijn powermetalinvloed. We hebben allemaal ons favoriete genre, maar op de een of andere manier past het allemaal perfect samen. Ik ben zoals gezegd een blackmetalfan, Gaël is een powermetalfan en toch schrijven wij samen riffs. Het vloekt niet en lukt prima.

Daan is de zanger sinds dit jaar, daarvoor hadden jullie als zanger Wesley. Zijn dit jouw teksten dan?

Daan: Neen, maar in de studio heb ik wel een aantal aanpassingen doorgevoerd. Bepaalde uitspraken vond ik sterker en zo voelde ik me er ook inhoudelijk beter bij.

Jeroen: We hebben een geluk dat we Daan vonden, want eigenlijk was het hele album opgenomen, inclusief gastvocalen, toen het wat moeilijker werd met onze vorige zanger Wesley. Het hele concept was er dus eigenlijk al, zelfs met ingesproken teksten op zijn Antwerps door Vincent. Dat trok eigenlijk op niets, maar het was wel supermakkelijk voor Daan om zijn weg te vinden. Hij studeerde dat dan op een week in.

Daan: Ik kreeg plots een bericht van mijn goede vrienden van Carnation, waar de plaat van Lemuria opgenomen werd, met de vraag of ik het zag zitten om in te springen.

Jeroen: Fantastisch dat Bert en Yarne van Carnation ons daarbij op dat moment geholpen hadden. Ze kenden onze muziek, ze wisten hoe het klonk en welke stem erbij zou passen. Wij hebben daarop vertrouwd en achteraf gezien was het ook een perfecte match.

Daan: Ja, zware sollicitatiegesprekken! (lacht) Wat een vragen…

Jeroen: (lacht) Niet overdrijven! Het is echter wel belangrijk als je begint met iemand nieuw. Het is niet enkel een stem voor de band, maar nog zoveel meer. Het moet ook persoonlijk klikken. We moesten dat weten, sorry. Dus Vincent is eigenlijk degene die alle teksten geschreven heeft. Hij heeft ook het concept van dit conceptalbum bedacht. Hij werkte dat verhaal helemaal uit en dan was het ook maar logisch dat hij daar de teksten bij zou schrijven.

Het voelt aan alsof dat verhaal dit keer minder historisch correct is en meer gebaseerd is op fantasie. Klopt dat? 

Jeroen: Het is gebaseerd op legendes waarin rond de jaren 1760 een soort van beest een heleboel vrouwen en kinderen heeft vermoord. In de praktijk was dat wellicht een wolf of meerdere wolven, maar in die tijd werden er heel wat verhalen over geschreven en werd dat helemaal opgeblazen. Wij zijn daaruit vertrokken en schreven daar een verhaal rond. Zo werd het een mengeling tussen die verhalen en ons eigen concept. Daarnaast is het ook een verhaal dat wat tijd vraagt om te doorgronden. Best beluister je de cd een paar keer met de teksten ernaast om het goed te volgen.

Daan: De teksten zijn ook in dat opzicht geschreven. Telkens hoor je andere mensen aan het woord, zoals bijvoorbeeld de priester of de boer, met steeds een stukje tekst naast. Sommige stukken daarbij zijn hoger en andere weer hoger, net om dat contrast aan te geven. Het is inderdaad interessant om dat te volgen met het boekje ernaast.

Jeroen: Zo zijn de teksten die ingesproken worden door het beest ook voorzien van wat meer reverb dan op de andere stukken. Als je daarop begint te letten, dan hoor je de verschillende personages wel naar voren komen.

 

Dat beest is toevallig niet Herbert Flack? Hoe kwamen jullie bij hem terecht? Fans van Aspe? 

Jeroen: (lacht) Niet altijd! Dat was wel een beest in de studio natuurlijk. Wij bekijken Lemuria als een film in muziekvorm, dus wilden we ook een album maken dat overkomt als een film en waarbij de orchestraties van Vincent ook erg sturend zijn. Dan heb je nood aan een Morgan Freeman-type, maar dan op zijn Vlaams en binnen ons budget. Toen waren we beginnen nadenken welke Vlaamse acteurs echt een diepe, zware vertelstem hebben. We hebben Jan Decleir zo gecontacteerd, Herbert Flack en nog enkelen. Jan Decleir had het wat druk, maar Herbert Flack was meteen enthousiast. Op een halve dag heeft die dat in de studio allemaal ingesproken en dat was echt erg professioneel. Hij stond achter de microfoon echt te acteren en dat is het grote voordeel van werken met een professionele acteur.

Is dat eigenlijk zijn stijl, van die duistere verhalen uit het verleden?

Jeroen: Eigenlijk niet, we horen hem vaak terug in reclamefilmpjes, en net daarom vond hij het ook zo tof om te doen. Het gaat eens niet over matrassen of Media Markt, maar over een beest in het bos. Zo is het ook een fantastische ervaring voor hem geworden.

Gaat het dan ook over verhalen uit de buurt?

Jeroen: De cd is gebaseerd op het verhaal over het beest van Gévaudan, uit die streek in Zuid-Frankrijk. Nu heet die streek anders, namelijk Lozère.

Vincent heeft wel wat met Frankrijk, het vorige ging er ook over. Vanwaar die voorliefde. 

Jeroen: Blijkbaar is dat zo. Het is echter niet gezegd dat het volgende album ook over Frankrijk zal gaan. Er zijn reeds heftige discussies aan de gang over het verhaal van de volgende cd. We hebben vandaag onze releaseshow, maar ik denk dat er morgen al wordt geschreven.

Naast Herbert Flack vinden we ook wat vrouwenstemmen terug. Hoe was de samenwerking met deze dames en hoe pasten ze binnen jullie verhaal? 

Jeroen: We hebben eigenlijk twee vrouwenstemmen. Ten eerste hebben we Alexandra Kastrinakis die we echt met vliegtuig laten overvliegen hebben voor de opnames van de cd. We hebben een aantal optredens gedaan samen met haar band in Tsjechië en toen hadden we al heel snel door dat het een erg sterke zangeres is. Toen dachten we al om haar te vragen voor ons album, waarop zij het personage van de ‘lover’ speelt. Dat geeft een extra dimensie aan het album. De tweede zangeres is Sophia Verrept en dat is eigenlijk een kind van 7 jaar. De intro en meer naar het einde toe komt er een kinderstem dat is zij. Eigenlijk is dat het buurmeisje van onze andere gitarist en de reden dat we haar hebben gevraagd, is omwille van haar Britse roots. Haar Engelse uitspraak is uiteraard perfect en daar waren we naar op zoek: een kinderstem met een perfecte Engelse uitspraak. Dat is echt goed gelukt.

Wat zijn de ambities met Lemuria, zijn er al plannen? Je hebt van die bands die plots op een boot in Miami te vinden zijn. (Redactie: Carnation is net terug van 70000 Tons of Metal)

Jeroen: Ja, dat gaan wij ook doen, samen met Wacken en Graspop! (lacht) We hebben voorlopig één optreden in Zaragoza in Spanje, op Folkfest Zaragoza. We zijn daar headliner op vrijdag, dus dat gaat wel een feestje worden. Voor de rest hebben we op dit moment nog geen andere optredens gepland, maar we gaan er wel aan werken.

Vind je het vandaag moeilijker om door te breken als band dan pakweg vijftien jaar geleden? Aan een band als Lemuria kan ik dat vragen. 

Jeroen: Het is wel een feit dat symfonische black metal een genre is dat vandaag zeker niet ‘hot’ is. We trekken ons dat echter niet aan.

Daan: Ik vind ook niet dat we in het hokje symfonische black metal nog volledig passen met deze band. We worden vaak vergeleken met Dimmu Borgir of Cradle of Filth, en dan krijg je als commentaar dat het niet even krachtig is. Dat is echter niet onze bedoeling, we willen niet even agressief of duister zijn. We willen een verhaal vertellen en daar past onder andere ook een blackmetalstem in. Daarnaast hebben we ook de symfonieën die het concept vormen en die hoeven voor ons absoluut niet zo duister mogelijk te zijn. Alles dient om het verhaal te vertellen bij ons.

Om op je vraag te antwoorden, vind ik het vandaag inderdaad moeilijk om nog door te breken. Zeker als je zoals ons wat in de middenmoot zit. We zijn net iets te groot voor de kleine zaaltjes, maar net te klein om op de grote podia te staan. We zitten in het midden en zijn klaar om uit te breken.

Antwerp Metal Fest zou mooi zijn. 

Daan: Laat ons hopen, we zijn ermee bezig. Het zou mooi zijn voor een Antwerpse band (lacht)

Jullie tekenden voor deze plaat bij Massacre Records. Hebben jullie veel aan dat label? 

Jeroen: Zeker, op vlak van wereldwijde distributie en promotie. Zij hebben een heleboel magazines aangeschreven om reviews te schrijven. Ze krijgen die cd dan ook. Daarnaast vind je onze cd nu verspreid over de hele wereld, zoals bij Saturn. Dat is iets wat we vroeger niet hadden, toen hadden we geen label. Dan moet je alles zelf doen.

Daan: Daarnaast antwoorden ze ook binnen de twee dagen vanuit hun pr op alle vragen die we hebben. Dat is de max om mee samen te werken, ze helpen ons in alle keuzes die we willen maken.

Sturen ze jullie ook op vlak van muziekvideo’s?

Daan: We moesten een minimum van twee clips hebben.

Jeroen: Daarentegen hoefden het geen clips met een verhaal te zijn. We namen zo ook een lyric video op, en het is fijn dat ze die clips meteen uploaden via hun kanalen. Ze hebben uiteraard een veel groter bereik voor zo’n clips.

Hoe hebben jullie de video’s die jullie hebben aangepakt? 

Jeroen: We hebben het in een oude kerk opgenomen, en het is best wel een hele klus om een kerk te vinden waar je zoiets mag doen. Het was op Halloween en de politie was verwittigd voor als er oproepen moesten binnenkomen van vreemde individuen die lichteffecten creëerden in de kerk. In de clip hebben we twee figuranten: een klein meisje, wat niet hetzelfde meisje is dat de teksten insprak, en een priester met een lange baard en monnikenpak. Naast de kerk was een vervallen klooster en dat mochten we ook gebruiken om foto’s te nemen en te filmen. We moesten wel opletten waar we liepen, maar dat was echt fantastisch. De locatie heeft het echt gemaakt en jammer dat het dit jaar wellicht afgebroken wordt.

Is het niet moeilijk om met zo’n concept een lyric video te kiezen? 

Daan: Ik vond dat zelf erg moeilijk. We hebben nu een nummer uit het midden van het album genomen en het begint erg direct, los uit de helft van het verhaal. Dat was wat vreemd, maar toch een goede optie. Het is ook gewoon het sterkste nummer met een lang refrein.

Jeroen: We kozen ook voor de ietwat kortere nummers, want je moet zien dat je geen videoclips aanmaakt die tien minuten duren. Dat werkt gewoon niet. Die twee krachtige kortere nummers op de plaat zijn het op die manier geworden.

Wat staat vanavond op het programma. Wordt het gewoon de nieuwe cd? 

Jeroen: Er zijn een paar nummers van de nieuwe cd die we niet spelen en er zijn ook een paar oude nummers die we niet spelen.

Wat is oud bij jullie? The Vault of The Witness? Ik heb die thuis nog ergens liggen. 

Jeroen: Jij hebt het nog over de demo! Neen, eigenlijk is oud helemaal niet zó oud bij ons. We spelen twee of drie nummers van Chanson de la Croisade, het vorige album dus.

Daan: We proberen ons ook een beetje af te scheiden van het vroegere Lemuria. Dat ligt in het verleden. Nu is het meer symfonisch, maar met black, power en thrash metal erbij.

Nu die genres ter sprake komen. Op onze site spenderen we de laatste tijd wat aandacht aan lievelingsalbums van artiesten. Wat zijn zoal de platen die jullie het beste vinden en jullie gemaakt hebben tot wie jullie zijn vandaag?

Jeroen: Ik weet niet of ik aan vijf ga geraken. Sowieso wel Stormblast van Dimmu BorgirPerverting The Nazarene Cult van Aguynguerran, de twee demo’s van Gotmoor en zeker ook de eerste cd’s van Iron Maiden.

Daan: Dat zijn eigenlijk totaal geen symfonische blackmetalplaten. Zeker al Surgical Steel van CarcassRust in Peace van Megadeth, Mob Rules van Black SabbathThe Satanist van Behemoth en Deep Purple van Deep Purple.

Wat vond je van de laatste plaat van Behemoth? 

Daan: Ik kan die niet vergelijken met de vorige. Ik vind de plaat goed, sommige nummers vind ik wel wat minder, maar je kan het niet vergelijken met The Satanist. Voor mij is dat binnen extreme metal de perfecte plaat. Je kan er echt niets aan verbeteren.

 

We zijn rond. Dus morgenvroeg gaan jullie schrijven of wat zijn de eerste plannen na deze show? 

Jeroen: We gaan zien of er nog wat binnenkomt, maar ik denk dat we achter de schermen nu gewoon gaan schrijven. Eigenlijk zat er nu negen jaar tussen en dat kwam vooral door line-up wisselingen. Dat gaan we deze keer niet laten aanslepen. Volgend jaar zouden we eigenlijk al graag gaan opnemen, maar dat is gevaarlijk om te zeggen. Er zijn immers interviews waarin staat dat we ook ‘volgend jaar’ zouden opnemen, en dat was er dan niet van gekomen. Ik denk echter wel dat het qua songwriting vlot gaat nu, we hebben een goed systeem. Vincent, Gaël en ik weten hoe we met mekaar moeten omgaan om de nummers te bouwen en verder te geraken. Misschien gaan we in de herfst nog eens naar een hut in de Ardennen om daar een weekje te schrijven. We zullen zien wat het wordt!

Links: